Tegenover de stijgende behoefte aan eenheid en solidariteit onder de arbeiders en geconfronteerd met de algehele catastrofale crisis van haar systeem, zoekt de bourgeoisie met alle middelen om het vergif van de verdeeldheid en de confrontatie te zaaien, om ons mee te voeren naar het terrein van de rivaliteit en concurrentie, dat onverbrekelijk verbonden is met het kapitalisme zelf. Met alle middelen tracht de heersende klasse de geest van de proletariërs te verrotten met de volgende idee: “Jullie belangen zijn die van deze of gene fractie van de bourgeoisie.” Natuurlijk verdoezelt de bourgeoisie dit door te spreken over de ‘hogere belangen’ van het bedrijf of van de natie in het algemeen, alsof het bedrijf of de natie niet zouden bestaan om juist enkel het belang van de klasse van onze uitbuiters te dienen.