Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 210.51 KB |
Moordenaars. Het kapitalisme, zijn staten, zijn bourgeoisie zijn niet anders dan moordenaars. Tienduizenden mensen stierven zojuist als gevolg van dit onmenselijke systeem. Dinsdag om 16.53 uur, locale tijd, heeft een aardbeving met een kracht van 7 op de schaal van Richter Haïti verwoest. De hoofdstad Port-au-Prince, een sloppenwijk met tentakels die bijna twee miljoen inwoners herbergt, is eenvoudigweg weggevaagd. De balans is verschrikkelijk. En zij wordt met het uur erger. Vier dagen na de ramp, op vrijdag 15 januari, telde het Rode Kruis 40.000 tot 50.000 doden en "een enorme hoeveelheid ernstige gewonden". Volgens de Franse liefdadigheidsinstelling zijn minstens drie miljoen personen direct door de aardbeving getroffen 1). In enkele seconden zijn 200.000 families hun ‘huis’ kwijtgeraakt, dat vaak met kunst- en vliegwerk in elkaar geknutseld was. Grote gebouwen zijn ook als kaartenhuizen in elkaar gezakt. Wegen, die al vervallen zijn, de luchthaven, de oude spoorlijnen, ... niets was er tegen bestand.
De achtergrond van deze slachting is weerzinwekkend. Haïti is een van de armste landen ter wereld, 75% van de inwoners overleven er van minder dan 2 dollar per dag en 56% van hen van minder dan 1 dollar! Op dit stuk eiland, dat getroffen wordt door de gesel van de ellende, is er natuurlijk geen gebouw neergezet dat tegen een aardbeving bestand is. En toch is Haïti is een bekende seismografische zone. Iedereen die nu doet alsof deze schok van een buitengewone en onvoorziene kracht was, liegt. Professor Eric Calais wees er, in een voordracht over geologie, gegeven in Haïti in 2002, op dat het eiland doortrokken wordt door "breuklijnen die een kracht van 7.5 tot 8 kunnen ontwikkelen". 2) De politieke autoriteiten van Haïti waren zelf ook officieel geïnformeerd over dit risico, zoals duidelijk wordt uit de volgende passage welke ontleend is aan de site van het Bureau van de Mijnen en de Energie (dat valt onder het Ministerie van Openbare Werken): “alle voorbije eeuwen zijn gekenmerkt door minstens één hevige aardbeving in Hispaniola (de Spaanse naam van dit eiland dat momenteel bestaat uit twee landen: Haïti en de Dominicaanse Republiek): de vernietiging van Port-au-Prince in 1751 en in 1771, de vernietiging van Cap Haïtien in 1842, aardbevingen in 1887 en in 1904 in het noorden van het land met grote schade in Port de Paix en in Cap Haïtien, de aardbeving in 1946 in het noordoosten van de Dominicaanse Republiek vergezeld van een tsunami in de regio Nagua. Er hebben zich altijd grote aardbevingen voorgedaan in Haïti, er zullen zich dus in de toekomst alle tientallen of honderden jaren hevige aardbevingen voordoen: dat is een wetenschappelijk feit.” 3) (onderstreept door ons). En geconfronteerd met dit wetenschappelijk gegeven, welke maatregelen zijn er dan getroffen? Niets! In maart 2008 nog, heeft een groep geologen gewaarschuwd voor het risico van een aardbeving van grote omvang in de twee komende jaren en bepaalde wetenschappers hebben, in mei van datzelfde jaar, zelfs een aantal bijeenkomsten belegd over dat onderwerp met de Haïtiaanse regering. 4) Noch de Haïtiaanse staat, noch een andere staat, die nu krokodillentranen plengen en oproepen doen tot ‘internationale solidariteit’, de Verenigde Staten en Frankrijk voorop, hebben ook maar de minste voorzorgsmaatregelen genomen om dit voorspelde drama te voorkomen. De neergezette gebouwen in het land zijn zo teer dat ze zelfs geen aardbeving nodig hebben om in elkaar te storten: “in 2008 heeft een school in Pétonville al bijna 90 kinderen begraven, zonder dat er een geologische reden voor was”. 6) Nu het te laat is kunnen Obama en Sarkozy best een ‘grote internationale conferentie’ aankondigen voor ‘de heropbouw en de ontwikkeling’, China, Engeland, Duitsland of Spanje kunnen best al hun voedselpakketten sturen en hun NGO’s, het blijven criminelen met bloed aan hun handen.
Indien Haïti vandaag zo arm is, indien het de bevolking aan alles ontbreekt en de infrastructuur nagenoeg niet bestaat, dan heeft dit alles te maken met het feit dat sinds meer dan 200 jaar de locale bourgeoisie en die van de grote landen zoals Spanje, Frankrijk en de Verenigde Staten elkaar de delfstoffen en de controle over dit kleine stukje eiland betwisten. Via haar dagblad The Guardian, laat de Britse bourgeoisie trouwens niet na om de overduidelijke verantwoordelijkheid te onderstrepen van zijn imperialistische rivalen: “Deze nobele ‘internationale gemeenschap’, die men nu zich ziet verdringen om haar ‘humanitaire hulp’ naar Haïti te sturen, is voor een groot deel verantwoordelijk voor het verschrikkelijke lijden dat ze nu probeert te verzachten. Vanaf het moment dat de Verenigde Staten dit land in 1915 zijn binnengetrokken en hebben bezet, zijn alle pogingen […] ernstig en opzettelijk gesaboteerd door de Amerikaanse regering en haar bondgenoten. De regering van Aristide […] was het laatste slachtoffer van zo’n tussenkomst, toen deze in 2004 omvergeworpen werd middels een internationaal gesteunde staatsgreep, waarbij duizenden personen het leven lieten […] Eerlijk gezegd, sinds de staatsgreep van 2004, is het de internationale gemeenschap die Haïti regeert. Deze landen, die zich nu haasten om het voortouw te nemen, hebben zich de laatste vijf jaar echter systematisch verzet tegen een uitbreiding van het mandaat van de VN-missie buiten zijn hoofdzakelijk militaire missie. De projecten die erin moesten voorzien om een gedeelte van deze ‘investering’ te gebruiken teneinde de ellende te verminderen of de ontwikkeling van de landbouw te bevorderen, zijn geblokkeerd, wat typerend is voor de lange termijn tendensen bij de verdeling van de internationale hulp”.6)
En dit is slechts een klein deel van de waarheid. De Verenigde Staten en Frankrijk strijden al decennia om de controle over dit eiland via staatsgrepen, manoeuvres en locale corruptie. Zo zorgen ze voor een verergering van de ellende, het geweld en het ontstaan van gewapende milities die permanent mannen, vrouwen en kinderen terroriseren.
Het huidige mediacircus rondom ‘internationale solidariteit’ is daarmee onverdraaglijk en weerzinwekkend. Elke staat probeert nu de beste publiciteit te maken over ‘hun’ NGO’s, over ‘hun’ voedselpakketten. Elke staat probeert nu de mooiste beelden te maken van de levens die ‘hun’ reddingwerkers hebben gered uit de puinhopen. Erger nog, over de puinhopen en de lijken heen, blijven Frankrijk en de Verenigde Staten een genadeloze oorlog voeren om invloed. In naam van de humanitaire hulp, sturen zij een militaire vloot ter plaatse en proberen ze controle te krijgen over de operaties, onder het voorwendsel van ‘de noodzaak van een coördinatie van de hulp door een orkestleider’.
Net als bij iedere ramp zullen de verklaringen van hulp op lange termijn, alle beloften tot heropbouw en ontwikkeling, zonder vervolg blijven Sinds tien jaar, als gevolg van aardbevingen, waren er:
- 15.000 doden in Turkije in 1999
- 14.000 doden in India en 2001
- 26.2000 doden in Iran in 2003
- 210.000 doden in Indonesië in 2004 (de ondergrondse aardbeving had een enorme tsunami teweeggebracht, die slachtoffer veroorzaakte tot aan de kusten van Afrika)
- 88.000 doden in Pakistan in 2005
- 70.000 doden in China in 2008
Iedere keer is de ‘internationale gemeenschap’ ontroerd geraakt en miserabele hulp gezonden, maar nooit zijn daadwerkelijke investeringen gedaan om de situatie duurzaam te verbeteren, bijvoorbeeld door het neerzetten van gebouwen die een aardbeving kunnen doorstaan. De humanitaire hulp, de werkelijke hulp aan de slachtoffers, preventieve maatregelen zijn geen rendabele activiteiten voor het kapitalisme. De humanitaire hulp, als ze gegeven wordt, dient er alleen maar toe een ideologisch rookgordijn op te trekken, om te doen geloven dat het systeem van uitbuiting humaan kan zijn, als het niet gewoonweg een alibi is om een militaire troepenzending te rechtvaardigen en invloed te winnen in een regio van de wereld.
Eén enkel feit dat de huichelarij van de bourgeoisie ten aanzien van de humanitaire hulp en de internationale solidariteit van de staten duidelijk maakt is het zojuist genomen besluit van de Franse Minister van Immigratie, Eric Besson, om de deportatie van illegale immigranten uit Haïti ‘tijdelijk’ op te schorten. Daarmee is alles gezegd.
De verschrikkingen die de bevolking in Haïti treffen, kunnen slechts een reusachtig gevoel van verdriet oproepen. De arbeidersklasse zal, zoals bij iedere catastrofe, positief reageren op de verschillende oproepen tot financiële steun. Ze zal opnieuw laten zien dat haar hart vecht voor de mensheid, dat haar solidariteit geen grenzen kent.
Maar bovenal moet zo’n afgrijselijk gebeuren haar woede en strijdwil voeden. De werkelijke verantwoordelijke voor de 50.000 of meer doden in Haïti is niet de natuur of het noodlot, maar het kapitalisme en zijn staten, die allemaal imperialistische aasgieren zijn.
Pawel, 15 januari 2010.
1) Libération (Frans dagblad), https://www.liberation.fr/monde/0101613901-pres-de-50-000-morts-en-haiti... [2]
2) Libération (https://sciences.blogs.liberation.fr/home/2010/01/s%C3%A9isme-en-ha%C3%A... [3]).
3) https://www.bme.gouv.ht/alea%20sismique/Al%E9a%20et%20risque%20sismique%... [4]
4) Científicos alertaron en 2008 sobre peligro de terremoto en Haiti op de site Yahoo mexico (Assiociated Press van 15/01/2010)
5) Courrier International (https://www.courrierinternational.com/article/2010/01/14/requiem-pour-po... [5]).
6) PressEurop (www.presseurop.eu/fr/content/article/169931-bien-plus-quune-catastrophe-... [6]).
Wij willen op één van die boeken antwoorden : la Crise – Pourquoi en est-on arrivé là ?, Comment en sortir ?, van Michel Aglietta. Dit boek is het resultaat van ernstig werk, toegegeven, en heeft de prijs gekregen voor 'Economische excellentie'. Het illustreert op volmaakte wijze de oplossingen die voorgesteld worden door de intelligentste fractie van de bourgeoisie, en ook haar hoop, en –vooral– haar illusies !
In zijn werk analyseert Michel Aglietta eerst, en zeer uitvoerig, de financiële en monetaire mechanismen die volgens hem geleid hebben tot de financiële krach en de bankbreuken in de zomer van 2007. Dit eerste deel van zijn analyse is zonder twijfel het pertinentste.
Volgens hem heeft Amerika zich na het uiteenspatten van de internetballon in 2001 “in een expansieve politiek gestort om de conjunctuur overeind te houden (...). We zagen de verschulding van de ondernemingen en de verschulding van de huishoudens.” Inderdaad, om kost wat kost de vraag –en dus de groei– hoog te houden, om een zware recessie te ontlopen, heeft de Amerikaanse overheid de deregulering van de kredietmarkt toegelaten, heeft ze die zonder controle laten opzwellen. Ze heeft dat zelfs aangemoedigd !
En deze gekte heeft zich van alle geledingen meester gemaakt : “eenieder profiteerde van dit systeem. En elkeen, bankier, toezichter, investeerder, politieker, bezeten door de ideologie van de doeltreffendheid van de markt (...) zag enkel het voordeel van deze vlucht vooruit in de kredietkosten, de verspreiding van de risico's, de diversifiëring van het patrimonium, de toegenomen rentabiliteit van activa.”
Die 'vlucht vooruit' in de algemene verschulding, die niet op een reële ontwikkeling van de productie berustte, moest onvermijdelijk slecht aflopen. De groeiende insolvabiliteit van alle 'actoren' (in het bijzonder de Amerikaanse huishoudens die niet in staat waren af te betalen) kon slechts tot het failliet leiden !
Na deze correcte en gedetailleerde beschrijving somt Michel Aglietta op een lucide wijze op hoe deze financiële crisis zich overgezet heeft naar de 'reële economie' en faillieten aan de lopende band veroorzaakt heeft, fabriekssluitingen, massale werkloosheid... kortom, dat alles wat de arbeidersklasse maar al te goed kent.
Tot hier kunnen we sereen de analyse volgen van deze briljante burgerlijke economist. Tot hier... maar geen stap verder ! Want nooit vraagt hij zich af :
-wat de reële oorzaken zijn van de algemene schuldencrisis ?
-waarom het financieel systeem en al de politieke instellingen (staten, centrale banken, internationaal muntfonds,...) aangestoken werden door deze krankzinnige 'vlucht vooruit' ?
-en vooral : of de financiële crisis oorzaak of symptoom is van een nog diepere crisis ?
Omdat hij niet de juiste vragen stelt, houdt het begrip van deze eminente specialist op slag op bij de oppervlakte der dingen. Zijn analyse blijft oppervlakkig. Hij kan –of wil– niet zien dat de dolle 'vlucht vooruit' van heel het economisch wereldsysteem, dat het gemakkelijk krediet, losgeslagen en zonder regulering, dat dit alles geen oorzaak is, maar juist een gevolg. Hij kan –of wil– niet zien dat het kapitalisme aangetast is door een dodelijke ziekte, dat zijn economie getroffen wordt door het gif van de overproductie. Hij kan –of wil– niet zien dat de enige tijdelijke 'oplossing' voor het kapitaal om niet verlamd te raken er juist in bestaat de vraag kunstmatig hoog te houden, toe te laten dat waren... op krediet gekocht worden. En tenslotte kan –of wil– Michel Aglietta niet zien dat deze overproductiecrisis het kapitalisme niet pas treft sinds 2007, of zelf sinds 2001, maar al tientallen jaren lang. Daarom is het dat de schuldenlast van de wereld sinds zo lange tijd enkel blijft aangroeien en dat de recessies en de financiële krachs elkaar opvolgen en steeds erger worden.
Deze visie op korte termijn verhindert een burgerlijk economist de waarheid onder ogen te zien wanneer hij zich afvraagt 'hoe zijn we zover geraakt ?', maar ze slaat om in complete blindheid wanneer hij toekomt aan de fatale vraag 'hoe komen we eruit ?'.
Eerst herhaalt deze notoire analist dezelfde lachwekkende 'oplossingen' die we al duizend keer gehoord hebben. Tegenover de crisis “is het van belang (...) regelgeving in te voeren waardoor deze cyclische schokken opgevangen kunnen worden. Daarom moeten we om te beginnen de hefboom van de verschulding beter beheersen binnen het banksysteem zelf. Het gaat erom een waakzamer controle uit te oefenen over de toename van het kredietvolume.” De lijst voorstellen voor dwingende regulering spreidt zich over vele pagina's uit. En zoals sommige staatsleiders (in het bijzonder N. Sarkozy) al op theatrale wijze gezegd hebben op de tribune van de G20, gaat Michel Aglietta zover te verklaren : “Het belangrijkste nochtans blijft het bereiken van een normalisering van de offshore paradijzen.” Het geldwezen moet hervormd worden, er moet belet worden dat het doldraait ! Dat is natuurlijk allemaal loze praat.
Na die schitterende en moraliserende (en vooral holle) voorstellen, vuurt Michel Aglietta zijn persoonlijke centrale en originele oplossing af : “De publieke overheden moet dus op een gecoördineerde wijze optreden om te verhinderen dat de recessie omslaat in depressie... maar dat zal niet volstaan, omdat het kanaal van de banken die normaal de impulsen van de centrale bank doorgeven verstopt zit... En verder zullen de ondernemingen en huishoudens hun schuldenlast niet doen aanzwellen om meer uit te gaan geven. Daarom is een gecoördineerde toename van de begrotingsuitgaven onmisbaar. Het gaat erom dat de openbare schuld de privé-schulden vervangt zodat het afschrijven van de privé-schulden niet heel de economie de afgrond in trekt. In alle gevallen ontsnappen we zo aan een inkrimping van de privé-schuld en, als tegenwicht, aan een belangrijke, maar gerechtvaardigde en noodzakelijke aangroei van de openbare schuld.”
Nu, dat is iets waar Michel Aglietta trots op mag zijn, bravo ! De regeringen van alle grote landen zijn, zonder het te weten, al ingegaan op de 'originele' raadgevingen van professor Aglietta. Goed, 't is waar, er zijn enkele kleine verschillen : er bestaat steeds minder coördinatie en steeds meer economische oorlog. Hoe erger de toestand wordt en hoe minder de kapitalistische staten geneigd zijn elkaar de hand te reiken, want, zie, ze zijn allemaal concurrenten. Maar buiten dit 'detail', in uiterst ernstige omstandigheden van een algemene crisis van insolventie, zijn de staten inderdaad de enigen die effectief de algemene ineenstorting van de economie kunnen tegenhouden. Hoe ? Door de openbare tekorten groter te maken enerzijds en door de geldpers te laten draaien (dus door geld bij te maken) anderzijds, op een grotere schaal dan ooit in de geschiedenis !
In november 2009 bereikte de Amerikaanse openbare schuld op haar eentje de 12.000 miljard dollar (Romandie news, 19-11-09). Voor hetzelfde jaar hebben de Eurozone, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten samen 14.000 miljard dollar, of 25% van het mondiaal BIP geïnjecteerd (Contre-info, 21-11-09). Volgens Michel Aglietta : “Wanneer de huishoudens niet langer consumeren en het onmogelijk is op het buitenland te rekenen, omdat de opkomende landen op hun beurt getroffen worden door de crisis, is er alleen nog de staat die kan uitgeven.” En wanneer de staat uitgeeft, dan is dit het resultaat ! De schuld die verwacht wordt in 2011 zal in het beste geval 105% van het BBP (bruto binnenlands product) bedragen in Groot-Brittannië, 125% in de Verenigde Staten, 125% in de Europese Unie en 270% in Japan (Ambrose Evans Pritchard, 'le Télégraphe', 18-11-09 in Contre-info). Op dit punt heeft Michel Aglietta gelijk : de staten ondersteunen de economie door haar permanent onder infuus te plaatsen. Om die reden zijn de wereldeconomie, de groei en het financieel systeem niet letterlijk ineengestort sinds 2007. Mijnheer de professor kan er bij zijn studenten in Nanterre prat op gaan dat zijn voorschriften gevolgd worden door alle regeringen ! Maar laat hij zich haasten, want zijn 'remedie' zal spoedig erger blijken dan de kwaal. Want nu is er op het punt waar we ons bevinden een nieuwe vraag die we ons moeten stellen : wie zal er zich de komende maanden en jaren aanbieden aan het ziekbed van deze met schulden bedolven staten die zich op de rand van het bankroet bevinden ?
Michel Aglietta gaat deze vraag zelf niet uit de weg, zo evident is het dat de staten recht op de muur afstevenen. Ze zullen niet veel langer de economie kunnen ondersteunen door de tekorten uit te diepen.
Bewust van dit 'kleine' probleem probeert onze economist zijn lezers gerust te stellen door opnieuw met zijn 'oplossingen' aan te draven. Zo verdedigt hij het idee dat de staat de groei voldoende lang zal kunnen ondersteunen tot de privésector, en met name de banken en de particulieren, zich grotendeels uit de schulden zouden kunnen werken. Nog volgens hem zou het privé-krediet dat opnieuw moeten aantrekken en de rol van de staat overnemen op de groei te ondersteunen. Maar vooral voorziet hij dat het zwaartepunt van de economische en financiële wereld zich zal verplaatsen van het Westen naar de opkomende landen in het Oosten. “Om die operaties van massale steun aan het financieel systeem te financieren, garanties voor leningen tussen banken en rekapitalisaties van de banken, zullen de staten hun toevlucht nemen tot de openbare schuld. Ze zullen titels uitschrijven die gekocht worden door investeerders over de hele wereld : de Aziatische landen, de olieproducenten.” Hier duikt het fabeltje weer op, de hersenschim van 'Wanneer China zal opstaan...' Hoe, als we even ernstig zijn, zouden China of India kunnen verhinderen dat de Westerse staten, en dan vooral het machtigste land ter wereld, de Verenigde Staten niet meer in staat zijn hun schulden af te betalen ? Waar zouden die landen voldoende financiële capaciteit kunnen vinden terwijl de Chinese uitvoer bijvoorbeeld op één jaar tijd met een kwart gedaald is ? In werkelijkheid is de crisis vandaag een wereldcrisis en geen enkel land kan eraan ontsnappen. In China zijn de speculatieve ballons en de algemene overproductie ook volop aan 't werk.
In zijn boek op het punt gekomen waar hij op de levenskwestie moet antwoorden die op de omslag prijkt, 'Hoe eruit geraken ?', kan Aglietta dus enkel een waanbeeld vooropstellen dat geen enkele fundering heeft in de werkelijkheid van vandaag, zoals we dat kunnen verwachten van gelijk welk bourgeois economist.
We kunnen ons dan natuurlijk een eenvoudige vraag stellen. Hoe komt het dat Michel Aglietta zich zo goed uit de slag trekt om de geheimen van de financiële wereld te ontsluieren, maar dat hij compleet irrealistisch wordt wanneer het erom gaat middelen voor te stellen waarmee het kapitalisme aan de depressie kan ontsnappen ? In feite weten noch hij, noch de rest van de bourgeoisie 'hoe uit de crisis te geraken'. Om te verhinderen dat de kapitalistische economie al te snel in de depressie wegzakt, heeft de bourgeoisie geen andere keuze dan voort te gaan met het drukken en injecteren van geld en met het vergroten van de overheids- en begrotingstekorten, net alsof ze geld in een bodemloze put gooit. De onvermijdelijke en al zichtbare gevolgen van dit beleid zijn het oprukken van de staten naar situaties waarin ze niet langer kunnen betalen. Natuurlijk verklaart een kapitalistische staat zich niet failliet en doet de deur op slot, zoals dat bij een bedrijf gaat. Een situatie van 'failliet' van een staat betekent concreet nieuwe 'offers', nieuwe aanvallen en een brutale aftakeling van de levensvoorwaarden voor de arbeidersklasse. Alle staten moeten in het zicht van de afgrond van hun deficit :
-een grote fiscale druk ontwikkelen (de belastingen verhogen);
-hun uitgaven nog drastischer inkrimpen door tienduizenden of honderdduizenden ambtenarenjobs te schrappen, door zwaar het mes te zetten in de pensioenen, de werkloosheidsuitkeringen, de sociale en familiale bijstand, de terugbetaling van gezondheidszorg, enz.;
-de waarde van hun munt laten dalen door een verhoging van de inflatie die ze mogelijk niet onder controle kunnen houden ! Dat is trouwens de betekenis van het beleid dat vandaag gevoerd wordt door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Dat heeft op heden geleid tot een verlies met 20% van de waarde van de dollar ten opzichte van de euro en tot een voortdurende daling van het pond sterling. Voor de arbeiders betekent dat concreet de terugkeer van de inflatie die een aanzienlijke verhoging van de prijzen zal meebrengen, natuurlijk zonder dat hun lonen daarmee gelijke tred houden !
Het gaat hier niet om fictie, maar om een realiteit die vandaag onder onze ogen begint te groeien. Eind 2008-begin 2009 werden IJsland, Bulgarije, Litouwen en Estland bestempeld als 'failliete staten'. Eind november-begin december werd de lijst aangevuld met Dubai en Griekenland, zoals Libération schreef op 27-11-09 en 9-12-09. Voor het ogenblik wordt elk van deze landen uit de nood geholpen (door andere staten of door het IMF). maar wat zal er gebeuren wanneer de belangrijkste landen, die het zwaarst wegen in de economische balans, op hun beurt zullen verzakken ? Wie zal hen opkrikken ? Niemand ! In die landen zal de economie natuurlijk niet verlamd raken, maar de werk- en levensvoorwaarden van de arbeidersklasse zullen een nog dramatischer aftakeling ondergaan. Spanje en Portugal tonen al duidelijke tekenen van verzwakking. In maart 2009 stelde Crédit suisse een lijst op van de 10 meest door failliet bedreigde landen op, door een vergelijking tussen de omvang van hun tekorten en de rijkdommen van het land (het BBP). Voor het ogenblik hebben ze de nagel op de kop geslagen, want hun 'top 10' bestaat uit IJsland, Bulgarije, Litouwen, Estland, Griekenland... Spanje, Letland, Roemenië... Groot-Brittannië, De Verenigde Staten, Ierland en Hongarije.
Groot-Brittannië en de Verenigde Staten zijn er inderdaad zelf slecht aan toe, maar een eventuele sterke aftakeling van hun economie zal ook een enorme versnelling betekenen van de crisis op planetaire schaal.
Wanneer Mijnheer Aglietta de staat oproept de economie te redden, doet hij hetzelfde als heel de bourgeoisie. Ze stellen ons een overtocht voor aan boord van de Titanic ! Geen enkele staat kan verhinderen dat de wereldeconomie verder wegzakt in de diepste depressie uit de geschiedenis van het kapitalisme.
Tino / 18.12.09
Hij heeft dat niet in zijn eentje gedaan: naast en met hem stonden nog vele anderen die gelijkaardige ervaringen hebben beleefd vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Rondom die gemeenschap ontwikkelde zich een levendige discussiekring in de jaren na de WO II. Er waren de politieke en filosofische discussies onmiddellijk na de oorlog in het Emiel Vandervelde Instituut met professor Flam, die kwam uit het verzet in de kampen van de holocaust. Ook de aanvaringen met de sociaal democratische bureaucratie van Hoboken (een 'rode' randgemeente van Antwerpen), en de integratie van de verzetsgroepen van de KPB (Kommunistische Partij van België) in de regering, vormden mede de achtergrond voor de definitieve politieke breuk met het stalinisme. In het begin van de jaren 1950 leidde dit tot contact met de linkskommunistische Spartacusbond uit Nederland. Die organiseerde toen druk bijgewoonde debatten in Antwerpen. Daarop volgde een samenwerking met de Spartacusbond. Anton werd een trouwe medewerker van hun krant, met vertalingen die hij maakte van artikels uit de linkskommunistische en anarchistische internationale pers (waaronder na 1973 uit 'Révolution internationale').
In het conflict tussen de Spartacusbond en de afgescheurde radenistische groep Daad & Gedachte, rond 1964, koos hij heel bewust de zijde van de Spartacusbond. Hij vond immers dat de politieke opvattingen van D&G zouden leiden tot het ontkennen van elke politieke activiteit als proletarische groep, wat zich in de praktijk bevestigt heeft. De radenistische invloed van D&G heeft inderdaad dikwijls een negatieve invloed gehad op het ontstaan van proletarische groepen in Nederland en België. Ook onze directe voorlopers: de Revolutionaire Raden Socialisten (Antwerpen) en de Vrije Raden Socialisten (Gent) uit België en Radencommunisme, uit Nederland ontwikkelden zich via een kritiek op het radenistische gedachtegoed van Daad & Gedachte ten voordele van de verdediging van de actieve tussenkomst van de revolutionaire organisatie in de klassenstrijd.
In die zin was het Anton die onze jongerengroep van Revolutionaire Raden Socialisten, die gegroeid was uit de politieke balans van Mei 68, in contact gebracht heeft met Révolution Internationale in 1972-73. Hij heeft toen een beslissende bijdrage geleverd tot onze politieke oriëntatie van 1972 tot 1975, door ons te wijzen op het belang van de politieke analyses van Révolution Internationale (één van de voorlopers van de IKS), wat in 1975 leidde tot onze aansluiting bij de pas opgerichte IKS. Al heel vroeg wees hij ons op het belang om het ecologisch vraagstuk vanuit een marxistisch perspectief uit te diepen. Sinds die tijd is hij altijd een echte sympathisant van onze organisatie gebleven.
In zijn woonst trof je regelmatig bezoekers aan die discussieerden over de meest uiteenlopende onderwerpen. De laatste jaren leefde hij wat teruggetrokken in het gezelschap van de
scherpe tekeningen en schilderijen van Rik Schevernels ( †1972), zijn beste vriend en proletarische kunstenaar (die kerk, militarisme, stalinisme en vakbonden hekelde) en zijn politieke en filosofische boeken en tijdschriften. Wij blijven hem dankbaar voor zijn bijdrage aan onze politieke evolutie.
De bisschop van Chicago kwam de arbeiders bezoeken en vertelde hen dat hij zelf de zoon is van een staalarbeider en begreep dat hun strijd juist was. Toen zegende hij hen en gaf hen de communie. Er waren zeer aangrijpende beelden van andere arbeiders die als individu of met hun familie de arbeiders eten kwamen brengen om hun solidariteit te tonen.
Er waren ook pakkende beelden van een groep van 20-30 mensen uit een gemeenschap in Miami die verklaarden dat de uitwijzingsbevelen nietig waren en de uitgewezen familie terug in hun huis hielpen. Een man van de bank komt en zegt dat ze daar onwettig binnen gegaan zijn, en dan komen er negen politieauto's. Er wordt een hoop geroepen en geargumenteerd en dan gaan de agenten en de man van de bank weg en de familie blijft in het huis. (Aan het eind van de film lezen we in de aftiteling dat de familie toelating gekregen heeft om in het huis te blijven wonen.)
De film zit vol met de standaard Michael-Moore-is-de-kern-van-het-verhaal scènes. Bij die capriolen zit Michael Moores poging de voorzitter van GM te ontmoeten, zijn poging om heel de raad van bestuur van AIG of iedereen bij de New York Stock Exchange onder burgerarrest te plaatsen, of om gele 'crime scene' plakband rond de Stock Exchange aan te brengen, of zijn poging om met een gepantserde vrachtwagen de Bank of America binnen te rijden met de melding dat hij $ 10 miljoen uitkoopgelden komt ophalen.
Het grote probleem is Moores politieke standpunt. Zijn aanval op het kapitalisme is provocatief, niet substantieel. Het lijkt alsof hij besloten heeft alle hysterische beschuldigingen van de rechterzijde tegen Obama's 'socialisme' op hun kop te zetten. De wereldwijde kredietcrisis van 2008 wordt toegeschreven aan het dereguleringsbeleid van Reagan dat begon in de jaren 1980 en voortduurde tot in de jaren van Bush I, Clinton en Bush II, en aan de zogezegde feitelijke overname van de VS-regering door Goldman Sachs die een beleid doordrukte dat zijn firma ten goede kwam op kosten van de belastingbetalers en zijn concurrenten. In andere woorden, het grote probleem is niet de algemene kapitalistische economische crisis, maar wel de hebzucht van enkele figuren uit de politieke- en zakenelite. Het is waar, Moore zegt dat kapitalisme slecht is, en interviewt zelfs drie of vier katholieke priesters die verklaren dat Jezus tegen kapitalisme zou geweest zijn, maar in wezen is zijn oppositie tegen het kapitalisme eigenlijk enkel oppositie tegen een ontregeld kapitalisme. Hij laat beelden zien van betogingen van een paar dozijn mensen van gauchistische groepen zoals de Answer Coalition die tegen het uitkopen van bedrijfsschulden en tegen hypothecaire uitzettingen zijn, en stelt dat voor als de opkomst van een massale antikapitalistische beweging in de VS.
Hij weet niet hoe hij Obama moet aanpakken. Enerzijds ziet hij hoe die Wall Street op zijn grondvesten doet daveren wanneer hij roept om verandering en wijst hij erop hoe zij in antwoord daarop financieel bijdroegen aan zijn kiescampagne. Hij stelt alle economische raadgevers van Obama aan de kaak als handlangers van Goldman Sachs, maar hij blijft verliefd op Obama.
In Moores opvatting is het alternatief voor kapitalisme 'democratie'. Hij interviewt de onafhankelijke senator van Vermont, Bernie Sanders, die zegt op te komen voor 'democratisch socialisme', wat hij omschrijft als de regering die de belangen dient van de werkende en de middenklasse, om hun rechten te verdedigen. Moore heeft historische beelden teruggevonden van Franklin Delano Roosevelts State of the Union redevoering in 1944, zowat een maand voor hij stierf, en waarin FDR oproept na de oorlog een tweede Bill of Rights voor de Amerikanen op te stellen, die niet opkomt voor socialisme of de vernietiging van het kapitalisme, maar voor een welvaartsstaat van het type staatskapitalisme:
-het recht op een nuttige en betalende job in de industrie, de winkels, de boerderijen of de mijnen van het land,
-het recht genoeg te verdienen om voor gepaste voeding, kleding en ontspanning te kunnen zorgen,
-het recht voor elke landbouwer producten te kweken en te verkopen waarmee hij zichzelf en zijn familie goed in leven kan houden,
-het recht voor elke zakenman, klein en groot, om handel te drijven in omstandigheden die vrij zijn van oneerlijke concurrentie en overheersing van monopolies in binnen- en buitenland,
-het recht voor elke familie op een behoorlijke thuis,
-het recht op gepaste medische bijstand en de kans een goede gezondheid te bereiken en behouden,
-het recht op gepaste bescherming tegen de economische kwellingen van ouderdom, ziekte, ongevallen of werkloosheid,
-het recht op een goede opvoeding.
Moore beklaagt zich erover dat FDR stierf voor hij deze prachtige samenleving kon creëren in de VS, maar zegt dat in de naoorlogse periode de Verenigde Staten FDR's mensen naar Europa en Japan gestuurd hebben, waar gedurende de heropbouw van Italië, Duitsland en Japan alsook van andere landen in Europa, zijn visie op de maatschappij in praktijk gebracht werd. Net als hij in Sicko deed, idealiseert Moore het Europees staatskapitalistisch maatschappelijk loon tot glorieuze doelstelling voor de Amerikanen. Moores antikapitalisme zou geenszins de kapitalistische staat vernietigen, of de controle door de arbeidersklasse instellen over de productiemiddelen; in plaats daarvan zou het Amerika omvormen tot een soort Frankrijk, Duitsland, Japan of Noorwegen – wat allemaal kapitalistische maatschappijen zijn, waar de arbeidersklasse moet vechten om zichzelf tegen uitbuiting te verdedigen. Moore beëindigt zijn film met een oproep tot iedereen om zich bij hem aan te sluiten in de strijd voor dit soort maatschappij met een gepopulariseerde versie van de Internationale, die eerder klinkt als Bobby Darin die Mack the Knife zingt dan als een revolutionair lied.
Jerry Grevin/20.9.2009
Tijdens de ontvangst voor zijn Nobelprijs voor de Vrede op 10 december heeft Barack Obama een speech afgestoken die oorlogszuchtiger was dan ooit tevoren. Hij die zichzelf graag voorstelt als “de opperbevelhebber van een natie die in twee oorlogen betrokken is”, heeft niet zuinig gedaan toen hij 30.000 extra GI's en 500 extra Britse soldaten aankondigde. Si vis pacem, para bellum (1) is zijn credo. Te midden van mooie frasen over de 'wet van de liefde' en de niet te doven 'goddelijke vlam', die hem leidt als rechtvaardige brenger van vrede in de wereld, heeft Obama nog duidelijk gemaakt “dat het geloof dat vrede wenselijk is zelden volstaat om haar te kunnen realiseren. Vrede vergt verantwoordelijkheid. Vrede vraagt offers”... in mensenlevens natuurlijk ! Want “het gebruik van geweld is niet alleen noodzakelijk, maar ook moreel gerechtvaardigd”. En om zijn idee er goed in te hameren, sloeg de oorlogsheer van de eerste militaire wereldmacht zelfs een toon aan die Bush en zijn fundamentalistische kliek waardig is: “Oorlog (...) is begonnen bij de eerste menselijke wezens (...) het Kwaad bestaat in de wereld.” Brrr!!! En om zijn ware bedoelingen goed duidelijk te maken heeft hij niet geaarzeld dat zijn hoofddoel in die 11 maanden presidentschap niet de vrede was, evenmin het welzijn van de bevolking van deze aarde, maar dat “het doel erin bestond de belangen van Amerika vooruit te helpen”. Dat is tenminste duidelijke taal.
Wat is de balans sinds de Taliban militair verdreven werden in 2001? Een land in complete ontreddering dat slachtoffers en doden uitstrooit, zonder enig zicht op verbetering. Obama mag dan wel herhalen dat de Westerse strijdkrachten zich in 2011 zullen moeten terugtrekken, na de 'stabilisering' van het land, maar niets wijst erop dat zo'n perspectief ook haalbaar is. Volgens cijfers van de VN is het aantal burgerslachtoffers in de eerste helft van 2009 met 24% gestegen in vergelijking met de eerste helft van 2008. Sinds januari 2009 vielen er meer dan 1000 doden, voornamelijk personen die het slachtoffer werden van de buitenlandse legers, met name bij luchtbombardementen.
In de maand mei verloren tientallen burgers, waaronder 65 vrouwen en kinderen, het leven toen de Amerikaanse troepen het dorp Bala Bulok bombardeerden, in de provincie Farah. Bovenop de doden en gewonden zijn er al de vernielingen tengevolge van de oorlog, die de ellende en het lijden nog vergroten van een bevolking die de bedreigingen en intimidaties ondergaat van alle partijen in het conflict, de Taliban evengoed als de troepen van de NAVO.
De oorlog veroorzaakt ook de verplaatsing van tienduizenden mensen die zelfs geen toegang meer hebben tot de meest elementaire voorzieningen.
Als Afghanistan officieel het centrum is van de Amerikaanse militaire activiteit, dan wordt Pakistan steeds duidelijker van cruciaal belang in de Amerikaanse strategie. Zo voert Obama sinds het voorjaar een waar offensief – en geen charme-offensief, maar één van druk op de Pakistaanse staat – waarbij hij van het militair apparaat zijn belangrijkste gesprekspartner wil maken en de regering van de weduwnaar van Benazir Bhutto, onbetrouwbaar geacht, eenvoudigweg aan de kant laat staan. De Pakistaanse bevolking ‘profiteert’ trouwens volop van die bijzondere aandacht van de Verenigde Staten en hun bondgenoten, en dus van de uitbreiding van de oorlogsbemoeienissen in de zogezegde strijd tegen het terrorisme: minstens 10.000 slachtoffers, waarvan 3.300 doden alleen al in 2009, voor het grootste deel burgerslachtoffers, zonder de twee miljoen vluchtelingen te tellen die vandaag zonder hoop ronddolen. Bovendien heeft het systematisch gebruik van onbemande vliegtuigjes, die zogezegd Talibanrebellen en Al Qaida-aanhangers moeten treffen, het aantal burgerslachtoffers nog doen toenemen, net zoals de bomaanslagen, 500 in 2009, die alleen al tussen 1 en 13 december bijvoorbeeld 300 personen gedood hebben!
En als Pakistan steeds meer het epicentrum wordt van de militaire gebeurtenissen in dit deel van Azië, dan heeft India zich met het geluid van marcherende laarzen steeds dreigender uitgenodigd op dit imperialistisch festijn. Deze staat, traditionele en geboren rivaal van Pakistan, kan enkel maar profijt trekken uit de spanningen en moeilijkheden van vandaag in het gebied om de wanorde op te drijven in Kasjmier, de voornaamste twistappel tussen beide staten, en om Karzai te lokken (die door Islamabad als pro-Indiaas beschouwd wordt), in naam van de 'steun aan zijn strijd tegen de Taliban'.
Onder het mom van het perspectief op vrede zijn dus eens te meer alle ingrediënten verenigd voor een zware krachtmeting, te meer daar de Verenigde Staten allerlei koehandels bedrijven om de Taliban een aantal gebieden van Afghanistan toe te wijzen in ruil voor hun 'pacificatie' en hun integratie in de Afghaanse regering. Al deze agitatie zet per slot van rekening enkel de deur wagenwijd open voor een onbeschrijflijke chaos, die mijlenver af ligt van de aankondiging van een stabilisering van het gebied en nog verder van de zogezegde strijd tegen het terrorisme.
Wilma / 18-12-09
1) Als je vrede wil, bereidt oorlog voor.
Op zondagavond 18 oktober 2009, hebben arbeiders van RICO Auto in Gurgaon (in strijd sinds 3 oktober), geprobeerd om stakingsbrekers tegen te houden. Veiligheidsagenten van het bedrijf en stakingsbrekers, meestal criminele elementen aangevoerd om de arbeiders te intimideren, hebben daarop geantwoord door hen gewelddadig aan te vallen. De politie heeft zelfs het vuur geopend. Eén arbeider werd gedood en veertig anderen gewond.
Deze gewelddadige repressie heeft een golf van woede verwekt in de industriegordel van Gurgaon-Manesar, 30.000 arbeiders gingen in strijd. De activiteit van de tweelingstad werd totaal lamgelegd op 20 oktober, de eerste werkdag na de moord op een arbeider van RICO Auto. Alhoewel de vakbonden tot staken hadden opgeroepen, hebben arbeiders van bedrijven die tegen hun directie streden, massaal de ronde gedaan van de fabrieken om de andere arbeiders uit te nodigen het werk neer te leggen. Heel vroeg in de morgen zijn de arbeiders van RICO Auto en die van Sunbeam Casting hun beweging gestart en hebben de nationale weg nummer 8 geblokkeerd. Zij werden vervoegd door arbeiders van andere maatschappijen zoals Sona Koyo Steering Systems, TI Metals, Lumax Industries, Bajaj en Hero Honda Motors Ltd. Volgens de officiële verklaringen van de locale administratie, hebben bijna 100.000 arbeiders van 70 bedrijven van auto-onderdelen in Gurgaon-Manesar hen vervoegd op de stakingsdag.
Hoewel de arbeiders van de meeste bedrijven het werk hervat hebben op 21 oktober 2009 en de strijd zich niet heeft uitgebreid, betekenen deze elementen een veelbetekenende stap vooruit bij de arbeidersstrijd in India.. Dit is het resultaat van de uitbreiding van de klassenstrijd in verschillende regio's in India, Gurgaon-Manesar inbegrepen, waarbij de arbeiders de staat confronteerden in 2005 tijdens de staking van de arbeiders van Honda Motorcycles. Sindsdien hebben de arbeiders, via talrijke stakingen, hun vastbeslotenheid versterkt om de patroons te bestrijden en ze doen dat steeds meer gelijktijdig.
Tijdens alle jaren van de 'Indische boom', zijn de levensomstandigheden van de arbeidersklasse in werkelijkheid altijd maar verslechterd. De meeste belangrijke uiting van deze verslechtering was het verlies van werkzekerheid. Ondanks de expansie van de economie, hebben de patroons een massale vernietiging van permanente werkgelegenheid doorgevoerd en hun vervanging door contractuele arbeidskrachten met veel lagere lonen en zonder enig sociaal loon. Dat is het geval voor bedrijven als Hero Honda, Maruti en Hyundai, wiens productie de laatste jaren verschillende keren pijlsnel de hoogte inschoten. Bij Hero Honda bijvoorbeeld is de productie gestegen van 2 lakhs naar 36 lakhs (1 lakh =100.000) en de permanente jobs zijn verminderd en daarna verdwenen, vervangen door het aanwerven van tijdelijke arbeiders. Hetzelfde is gebeurd in alle Indiase bedrijven. De automobielfabrieken en die van de onderdelen stonden, gezien de bikkelharde concurrentie in deze industrietak, in de voorhoede van deze aanvallen op de arbeiders. Ondanks deze aanvallen tijdens het grootste deel van deze periode, hadden de arbeiders het moeilijk om hun strijd te ontwikkelen. Ongenadige aanvallen en het onvermogen om ze te bestrijden was de bittere werkelijkheid voor de arbeidersklasse overal ter wereld.
Met de komst van de economische ineenstorting in 2007, is de toestand alleen maar verslechterd. Alle sectoren hebben massaal banenverlies meegemaakt en bezuinigingen op de lonen en uitkeringen. Bovendien is er een enorme stijging van de prijzen van levensnoodzakelijke goederen. De prijs van de wezenlijke waren zoals groenten, peulvruchten en andere waren zijn meer dan verdubbeld. Deze tendens is geen seizoensgebonden piek maar is al twee jaar bezig. Met de stijging van de prijzen en de bevriezing van de lonen, zijn de levensomstandigheden van de arbeiders steeds precairder en hopelozer geworden.
Tegenover de crisis en de aanvallen van de patroons, probeert de arbeidersklasse terug te vechten. Er zijn belangrijke stakingen geweest in de Openbare sector – de staking van de bankbedienden, de nationale staking in de petroleumsector in januari 2009, van de piloten bij Air India, de staking van de staatsbedienden in West-Bengalen, de staking van het overheidspersoneel in januari 2009, in de staat Bihar. Sommige ervan zijn bittere conflicten geweest waarbij de staat probeerde om de arbeiders zware slagen toe te brengen en hen te verpletteren. Dat was het geval bij de staking van de petroleumarbeiders in januari 2009, toen de staat ESMA 2 en andere wetten heeft gebruikt om de bedienden te verpletteren en repressieve maatregelen nam. Dat was eveneens het geval met de staking van het overheidspersoneel in de staat Bihar waar de regering de bedienden een lesje wou leren. Wat de petroleumarbeiders betreft, daar is de regering niet repressief opgetreden, omdat er een dreiging bestond tot uitbreiding van de staking naar andere bedrijven van de openbare sector.
Ook in de privé-sector hebben de arbeiders gestreden. Eén van deze massale en radicale strijden was die van de diamantarbeiders van de Gujarat in 2008. De meerderheid van de honderdduizenden diamantarbeiders zijn tewerkgesteld in kleine ondernemingen waar de vakbonden geen controle uitoefenen. De staking is er begonnen en heeft zich als een massale revolte uitgebreid die meerdere steden heeft overspoeld: Surat, Ahmedabad, Rajkot, Maerli, enz... De staat heeft systematisch zijn toevlucht genomen tot geweld om de orde te handhaven in al die steden.
Bovendien zijn alle belangrijkste automobieleenheden in India - Tamilnadu, Maharashtra en Gurgaon-Manesar getuigen geweest van herhaalde en vasthoudende inspanningen van de arbeiders om te strijden voor hun werk en hun levensomstandigheden. De arbeiders van de tweede grootste automobielfabriek van personenwagens in India, Hyundai Motor in Chennai, zijn verschillende keren in staking gegaan in april, mei en juli 2009, voor betere lonen.
De patroons proberen al lang om de strijd van de arbeiders te onderdrukken en dreigen dikwijls met het sluiten van de bedrijven. Dichtbij Coïmbatore, hebben de arbeiders van de fabrikant van auto-onderdelen Pricol India al twee jaar de patroons bestreden tegen de geplande en herhaalde ontslagen van permanente arbeiders en hun vervanging door tijdelijke arbeiders. De arbeidersstrijd is gewelddadig geworden toen de directie 52 bijkomende permanente arbeiders ontsloeg en besliste om ze te vervangen door precaire arbeiders in september 2009. In de loop van een gewelddadige botsing werd een hoger kaderlid gedood op 22 september. De arbeiders van de bandenfabriek van MRF en van de Nokia fabrieken in Tamilnadu waren ook verwikkeld in strijd tegen hun patroons op ongeveer hetzelfde tijdstip. In de staat Maharasthra, waren de arbeiders van Mahindra in staking gegaan voor betere lonen in mei 2009. De arbeiders van de fabriek Cummins India en die van de fabriek voor auto-onderdelen Bosch, in Pune, zijn in staking gegaan van 15 tot 25 september, voor betere lonen en tegen de precarisering.
Wat wij vandaag zien is dat er meer en meer arbeiders bereid zijn om de strijd aan te gaan tegen de aanvallen van de patroons. De strijd, die steeds talrijker wordt, vertoont ook een tendens om meer gelijktijdig te worden, ook in eenzelfde geografische sector. Dat hebben wij kunnen zien bij de massale staking van de diamantarbeiders van Gujarat waarbij zich gelijktijdig wilde stakingen hebben ontwikkeld in verschillende steden en bij de stakingen van de arbeiders van de automobiel in Tamilnadu,Pune en Nasik. Deze gelijktijdigheid is het resultaat van identieke aanvallen waaraan alle sectoren van de arbeiders het hoofd moeten bieden.
Vóór de laatste gebeurtenissen hadden de arbeiders van een aantal bedrijven uit Gurgaon-Manesar al strijd gevoerd tegen hun patroons. Bij Honda Motorcycles, is er al sinds een paar maanden agitatie voor betere lonen en tegen het contractwerk. 2500 arbeiders van Rico Auto zijn in strijd gegaan sinds eind september tegen het wegsturen van zestien arbeiders en voor betere lonen. Duizenden arbeiders van Sunbeam Casting zijn in staking gegaan voor betere lonen vanaf 3 oktober. Alhoewel zij niet in staking gegaan zijn hebben 25.000 arbeiders van de TI Metals, Microtech, FCC rico, Satyam Auto en meerdere andere bedrijven sinds september agitatie gevoerd voor betere lonen.
Het feit dat de arbeiders van meerdere bedrijven in staking zijn gegaan en dat verschillende duizenden van andere fabrieken actief geageerd hebben heeft de mogelijkheid geschapen voor de uitbreiding en de eenmaking van de strijd, de enige manier voor de arbeiders, om de aanvallen van de patroons te bestrijden en terug te dringen. Dat is een mogelijkheid die gevreesd wordt door de bourgeoisie en die de vakbonden willen vermijden. In de strijd van Gurgaon, en tegenover het geweld dat begaan werd door de arbeidersklasse ten gevolge van de dood van een arbeider van Rico, was het de rol van de vakbonden om deze tendens tot uitbreiding en eenmaking te voorkomen. Door op te roepen tot een actiedag, hebben de vakbonden geprobeerd om de drang van de arbeiders om samen te komen en voor solidariteit te steriliseren. Maar ondanks dat is de staking van 20 oktober een demonstratie van klassesolidariteit geweest door bijna 100.000 arbeiders. Ze heeft ook hun vastberadenheid en hun strijdwil om de bourgeoisie het hoofd te bieden tot uitdrukking gebracht. Anderzijds hebben de vakbonden in de strijd van Gurgaon, tijdens de strijd bij Hyundai, Pricol, M & M en andere strijd voor de verbetering van de lonen en tegen het verlies van tewerkstelling, duidelijk geprobeerd om ze te doen ontsporen en ze om te vormen tot een strijd voor de verdediging van de vakbondsrechten.
Zonder enige twijfel is er een krachtige dynamiek voor de ontwikkeling van de klassenstrijd, voor haar uitbreiding en voor de ontwikkeling van de solidariteit. Maar voor de verwezenlijking van deze dynamiek, is het belangrijk dat de arbeiders de machinaties van de vakbonden begrijpen en dat zij hun strijd in eigen handen nemen.
AM / 27. 10. 2009
Het lijken twee tegenstrijdige situaties: de brouwersonderneming Anheuser-Bush InBev schorst op aandringen van de vakbonden de procedure van aangekondigde ontslagen (ongeveer 300 in België en 800 in Europa op 8.000 tewerkgestelden) en verzekert de uitbetaling van de bedreigde arbeiders, terwijl de automobielfabriek Opel Antwerpen gaat sluiten? Zou de vakbondsactie bij InBev beter gevoerd zijn dan bij Opel Antwerpen? Is de terugtrekking van de ontslagen bij AB InBev slechts een bewuste tactiek van de bourgeoisie om niet op eenzelfde moment herstructureringsplannen op te stapelen, die het risico kunnen lopen woede en strijdbaarheid op te wekken die de vakbonden zou kunnen ontglippen? In werkelijkheid geven de twee conflicten complementaire aanwijzingen over eenzelfde sociale realiteit: zowel voor de arbeidersklasse, voor wie het van kapitaal belang is om te vatten hoe men strijd kan voeren in deze periode van open crisis, als voor de bourgeoisie, die er wil over waken dat haar rechterarm, de vakbonden, de behoeders van de se sociale rust, zo lang mogelijk geloofwaardig blijven in de ogen van de uitgebuite klasse.
De herstructureringsmaatregelen bij AB InBev opdringen op hetzelfde moment als de sluiting van Opel Antwerpen zou hard geknaagd hebben aan het imago van en het vertrouwen in de vakbonden, die in deze twee gevallen het voortouw namen van de acties voor de 'redding' van het bedrijf. De syndicale “overwinning” bij AB InBev maakt het mogelijk om tegengewicht te bieden tegen het idee van de syndicale “nederlaag” bij Opel Antwerpen, en versterkt de illusie dat de strijd enkel maar achter de vakbonden kan gevoerd worden. De nationale betoging van 30.000 vakbondsleden in Brussel op 29 januari 2010 voor de verdediging van de tewerkstelling, georganiseerd door de vakbonden in gemeenschappelijk vakbondsfront, had eveneens tot doel om de arbeiders in het hoofd te hameren dat die vakbonden de werkelijke verdedigers zijn van de arbeidersklasse en dat er zonder hen niets mogelijk is.
Zal de tewerkstelling bij AB InBev behouden blijven? Niets is minder zeker. Alles doet er aan denken dat bij deze tijdelijke opschorting van de ontslagen de regel zal gelden: “Terugtrekken om beter te kunnen toeslaan”. Reeds bij het begin van het conflict, werd het idee van het opschorten van het plan geuit door de directie: “... de directie... had ook voorgesteld om het plan tijdelijk op te schorten om op diepgaande wijze te kunnen discussiëren over de reden ervan tijdens het weekeinde met de vakbonden...” (Le Soir 15.01.2010). Gelijkaardige illusies over een positieve uitkomst voor de arbeiders werden verspreid bij Opel. De aangekondigde verkoop van Opel door GM aan een consortium van bedrijven, met de steun van verschillende Europese regeringen zou een nieuwe toekomst bieden aan Opel Antwerpen en zijn arbeiders. Sindsdien weet men wat er van de luchtspiegeling is terechtgekomen !
Fundamenteel heeft AB InBev geen andere keuze dan te antwoorden op de ongenadige kapitalistische marktwetten: de productiekosten verminderen en rationaliseren door middel van herstructureringsplannen om het hoofd te bieden aan de daling van haar verkoop (in België zijn de door AB InBev verkochte volumes met 1,7% gedaald over de eerste 9 maanden van 2009) en om zich te verweren tegen de concurrentie van andere grote bierproducenten. De lancering van de 'Renault-procedure' door AB InBev spreekt boekdelen over de toekomst van het bedrijf. Deze wet, die werd uitgevaardigd een jaar na de sociale ramp van de sluiting van de fabriek Renault Vilvoorde in februari 1997, “moet de verplichting afdwingen tot het voeren van een ernstige sociale dialoog voorafgaand aan elke beslissing tot collectief ontslag”. Maar in werkelijkheid, “is de verplichting tot sociale consultatie in de praktijk eerder formeel terwijl alles al op voorhand bedisseld is...”, verklaart Pieter De Koster, een advocaat die verbonden is aan Allen & Overy...” (Le Soir on line, 20.11.2006,)“ Kortom, net zoals bij Opel Antwerpen, zijn de teerlingen al geworpen voor de toekomst van AB InBev. Op korte of lange termijn, zullen er nieuwe herstructureringen met ontslagen worden aangekondigd. En opnieuw zullen de vakbonden verzocht worden om de woede en de strijdbaarheid, die tot uiting zal komen in de arbeidersrangen, in de kiem te smoren. Opnieuw zullen zij door hun manoeuvres er toe bijdragen om de arbeiders een nieuwe oplawaai te verkopen, die zal uitdraaien op ontmoediging en berusting, zoals de reacties laten zien bij de arbeiders van Opel vandaag.
Zijn de vakbondsstrategieën verschillend? Wat was de krachtlijn van de vakbondspolitiek bij de aankondiging van het bankroet van Opel?: “Toen GM bankroet verklaard werd en er een drastische herstructurering aangekondigd werd voor Opel Europe, gingen de vakbonden vooraan staan in de strijd en verklaarden zij te willen strijden tot het bittere einde voor het behoud van de fabriek. Hun actie bestond er in feite in te gaan lobbyen met het patronaat, de Vlaamse Gemeenschap en de federale staat bij GM en de Duitse staat om aan tonen dat de Antwerpse fabriek “ten minste even goede prestaties levert als haar Duitse concurrenten”, om de “Europese concurrentieregels” te doen naleven. Hierbij aarzelen ze niet om de kwaliteit van hun 'acties' als voorbeeld te stellen tegenover de “ongecontroleerde” strijdbewegingen bij Ford van vorig jaar : “wij zijn verantwoordelijk en hebben een lange termijn visie”, “in België gijzelen wij geen patroons zoals in Frankrijk””, schreven wij in november 2009” (Internationalisme n°344: “Moeten de protestacties van de vakbonden ondersteund worden?”).
In welke mate verschilt deze strategie van die welke door de vakbonden van AB InBev gevoerd werd? In niets behalve in het feit dat de vakbonden deze keer wel degelijk de locale leiding van het bedrijf gedurende een paar uren gegijzeld hebben in de Luikse vestiging, deze keer naar het voorbeeld van de tactieken van hun Franse collega's. Net zoals bij Opel hebben zij het voortouw genomen om, hand in hand met de regionale regeringen en de federale staat, het bedrijf op zijn verantwoordelijkheden te wijzen door te herinneren aan de uitstekende rendabiliteit van de brouwerijgroep AB InBev, nummer 1 op wereldvlak: “Het gaat goed met de groep. Zij rijven hoge winsten binnen. En bovendien groeit ons marktaandeel in België. Vanwaar de noodzaak tot herstructureren?”, verklaart Marc Sparmont, vakbondsman van de (socialistische) Secta ( Le Soir.be, 8.1.2010). Deze verklaring wordt enkele dagen later gevolgd door die van de minister van Tewerkstelling, Joëlle Milquet, die gebelgd was dat dit bedrijf: “voorziet om met zoveel gemak een aantal mensen te ontslaan terwijl het winst maakt … de aankondiging is niet gemaakt om redenen die verbonden zijn aan de crisis maar gewoon omwille van het verminderen van de arbeidskosten” (Le Soir, 15.01.2010), en wordt versterkt door de uitspraken van de Waalse minister van Economie, Jean-Claude Marcourt (PS): “InBev heeft de tafel afgeruimd en vermindert de tewerkstelling op Europees niveau met 10% … de multinational heeft hele delen van de markt veroverd en dit, op het lokale vlak, dank zijn de goede prestaties van Jupiler” (Le Soir ,15.01.2010).
Het idee van een ethisch kapitalisme dat zich zou opstellen tegenover een vraatzuchtig kapitalisme is een gevaarlijke illusie die de arbeiders wil doen geloven dat er een rechtvaardig kapitalisme kan bestaan. Het kenmerkende voor elk kapitalistisch bedrijf is immers het waarborgen van zijn winst, het opdrijven van zijn productiviteit door de lonen te verlagen, de flexibiliteit te vermeerderen, de minst rendabele afdelingen te sluiten en werknemers te ontslaan. Deze politiek wordt volop ondersteund door de staat en zijn politieke fracties. Door te proberen om de arbeiders te binden aan de nationale en regionale regeringen, de aandeelhouders of de locale directies, duwen de vakbonden hen bewust in het hol van de leeuw.
Wat betreft hun acties op het terrein, mikken zij vooral op het onschadelijk maken van de woede van de arbeiders, om hun verzet op te sluiten in ongevaarlijke en demoraliserende acties. Inderdaad, net zoals bij Opel, worden de vakbondsacties geconcentreerd op:
– het totaal in handen nemen van de strijd en het afleiden van de gerechtvaardigde woede van de arbeiders naar doodlopende straatjes zoals het gijzelen van de directie in de Luikse vestiging, de wegblokkades, de blokkering van de drie brouwerijen waarop de maatregelen betrekking hebben (Jupille, Leuven, Hoegaarden);
– het opsluiten van de strijd in de fabriek en in de sector: acties enkel in de vestigingen en uitbreiding op het vlak van de depots en van de distributie;
– het opzetten van een valse solidariteit zonder perspectief onder de vorm van symbolische acties die zich beroepen op de sympathie van het publiek: gratis uitdelen van bier voor de afsluitingen van het bedrijf, aan de studenten van Luik en aan de voorbijgangers, oproep tot het boycotten van Jupiler, verdeling van pamfletten die oproepen tot solidariteit en tot ondersteuningsacties bij de supporters van de twee kampen van een voetbalmatch tussen Standard en Anderlecht in Luik. Men kan zich indenken in welke staat van dronkenschap deze supporters, studenten en anderen, hun solidariteit hebben kunnen betuigen !
– niet op het verwerpen van de ontslagen, maar op de eis om de vakbonden te betrekken bij de koehandel over de tewerkstelling.
En als de locale strijd in een doodlopend straatje geraakt, doen de vakbonden de arbeiders geloven dat zij hun hoop moeten richten op 'het gemeenschappelijk front van de Europese vakverenigingen', zowel bij Opel als bij InBev. Zo verspreiden zij de misleiding onder de arbeiders dat internationale solidariteit niets anders is dan een koehandel tussen nationale afvaardigingen om een 'rechtvaardig' evenwicht te vinden in de opofferingen op Europees vlak.
Wij besloten ons artikel in Internationalisme n°344 aangaande Opel als volgt: “In werkelijkheid is deze “voorbeeldige” strijd niets anders dan een corporatistisch doodlopend straatje : “Wir sind Opel”. Het komt enkel neer op een smerige koehandel om op een 'eerlijke wijze' de offers, de slachtoffers, de ontslagen te verdelen ten dienste van de logica van de kapitalistische rationalisering”. Vandaag kunnen wij net hetzelfde zeggen over de strijd bij AB InBev. De zogenaamde 'overwinning' bij InBev, net zoals de strijd bij Opel Antwerpen komen in werkelijkheid neer op een nederlaag voor de arbeidersklasse. De terugtrekking van het herstructureringsplan van AB InBev is niet het resultaat van een echte strijd van de arbeiders. Het is een strategie die, in onderlinge afspraak tussen patronaat en vakbonden, gevoerd wordt om af te wenden wat voor hen het grootste gevaar vertegenwoordigt: dat de arbeidersklasse, de vijandige klasse, haar strijd in eigen handen zou nemen, haar eigen Algemene Vergaderingen zou houden om dáár beslissingen te nemen over het verloop van de strijd, een echte uitbreiding van de strijd naar andere fabrieken zou organiseren, naar andere sectoren, door het belang uit te leggen van een gemeenschappelijke actie. Zo zou zij een klasse-solidariteit kunnen ontwikkelen die in staat zou zijn om een echte krachtsverhouding te ontwikkelen om de patroons in het nauw te drijven en om de staat te doen wijken.
Voor het ogenblik is de arbeidersklasse nog vertwijfeld (zie hiervoor het artikel in deze krant: 'Waarom zijn er zoveel aanvallen en is er zo weinig strijd?') en zij vertrouwt nog op de vakbonden wanneer de woede tot uitbarsting komt. Maar de verergering van de economische crisis zal de heersende klasse er toe aanzetten om terug in de aanval te gaan en nog meer wanhopige gelijktijdige aanvallen in te zetten op de levens- en werkomstandigheden. Daarom moet de arbeidersklasse van nu af aan alle lessen trekken m.b.t. de rol van de vakbonden (1) en zich de strijdmiddelen opnieuw toe te eigenen, die haar woede kunnen omzetten in een strijdbaarheid die lonend is en die haar vijandige klasse, de bourgeoisie, schrik kan aanjagen. De revolutionairen en de strijdbare minderheden staan aan haar zijde om haar te helpen bij deze trage en moeizame ontwikkeling van de strijd.
H / 29.01.2010.
(1) Lees onze pers op onze website: www.Internationalism.org [29] : 'Tot welk kamp behoren de vakbonden?', in n°340.
“In Kopenhagen, de koude douche”, “Het ergste akkoord uit de geschiedenis”, “Kopenhagen loopt uit op een mislukking”, “Ontgoocheling in Kopenhagen”... de pers is unaniem, deze top die aangekondigd was als 'historisch' is een echte flop geworden.
Gedurende verschillende weken hebben de media en de politici een reeks grootsprakerige verklaringen afgelegd waarin zij in hoofdzaak beweerden: “De toekomst van de mensheid staat op spel in Kopenhagen”. De stichting Nicolas Hulot had het volgende ultimatum gelanceerd: “De toekomst van de planeet en met haar het lot van één miljard hongerlijders […] staat op spel in Kopenhagen. Kiezen voor de solidariteit of ondergaan in de chaos, de mensheid heeft een afspraak met zichzelf”. Er stak een halve waarheid in. De tv-documentaires, de films (zoals Home van Yann Arthus Bertrand) en de resultaten van de wetenschappelijke onderzoekingen tonen aan dat men de planeet aan het verwoesten is. De opwarming van het klimaat wordt erger en met haar, de woestijnvorming, de branden, de cyclonen... De vervuiling en de intensieve exploitatie van de grondstoffen leiden tot de massale verdwijning van soorten. 15 tot 37% van de biodiversiteit zou verdwijnen tegen 2050. Vandaag lopen één zoogdier op vier, één vogel op acht, één derde van de amfibieën en 70% van de planten gevaar op uitsterven. Volgens het humanitair wereldforum, zou de 'klimaatverandering' de dood teweeg brengen van 300.000 mensen per jaar (waarvan de helft door ondervoeding) ! In 2050 zouden er 250 miljoen 'klimaatvluchtelingen' zijn. Ja, er is een hoge urgentie. Ja, de mensheid wordt geconfronteerd met een levensbelangrijke en historische inzet !
Maar wij mogen ons geen enkele illusie maken, er kon niets goeds voortkomen uit de top van Kopenhagen waar 193 staten vertegenwoordigd waren. Het kapitalisme vernietigt het leefmilieu al vanaf zijn ontstaan. In de 19e eeuw was Londen één grote fabriek die rook uitbraakte en haar afval in de Thames stortte. Dit systeem produceert alleen om winst te maken en kapitaal te accumuleren, met alle middelen. Het is dan weinig in tel als het daarom wouden moeten rooien, oceanen plunderen, rivieren vervuilen, het klimaat ontregelen... Kapitalisme en ecologie zijn onverzoenbaar.
Alle internationale bijeenkomsten, comités (zoals die van Rio de Janeiro in 1992 of die van Kyoto in 1997), zijn slechts vijgenbladeren, toneelopvoeringen om te doen geloven dat de 'groten der aarde' zich bekommeren om de toekomst van de planeet. De Hulots, Yann Arthur Bertrands, en andere Al Gores hebben ons doen geloven dat het er deze keer anders zou aan toegaan, dat tegenover de hoogdringendheid van de toestand, de hooggeplaatste leiders zich zouden 'herpakken'. Beter nog dat zij zelfs moesten begrijpen dat het ging om een historische kans om de aard van het kapitalisme ten gronde te veranderen, door zich te gaan richten op een 'green economy', die in staat zou zijn om de wereld uit de recessie te halen via een duurzame en ecologische groei !
Terwijl al die ideologen gebakken lucht verkochten, scherpten diezelfde 'hooggeplaatsten' hun eco...nomische wapens ! Want dat is de werkelijkheid: het kapitalisme is verdeeld in naties, die allemaal concurrenten zijn van elkaar, die zich genadeloos overgeven aan een handelsoorlog en, als het moet, soms aan een militaire. Eén enkel voorbeeld: de Noordpool is aan het smelten. De wetenschappers beschouwen dat als een echte ecologische ramp. De staten, van hun kant, zien daarin een kans om grondstoffen uit te baten die tot dan toe nog onbereikbaar waren en om nieuwe ijsvrije zeewegen te openen. Rusland, Canada, de Verenigde staten, Denemarken (via Groenland) vechten op dit ogenblik een genadeloze diplomatieke oorlog uit. Canada is er zelfs mee begonnen om aan zijn grens wapens te stationeren die gericht staan in die richting ! Kapitalisme en ecologie zijn duidelijk niet te verzoenen.
En men wilde ons doen geloven dat, in deze context, de Verenigde Staten en China gingen aanvaarden om 'hun 'CO² uitstoot te verminderen', 't te zeggen de productie ervan te verminderen. Dit begrip van het 'beperken van de uitstoot van CO²', is trouwens op zichzelf verhelderend voor wat de opwarming van het klimaat betekent voor het kapitalisme, een ideologisch wapen om concurrentie te voeren. Ieder land wil de doelstellingen vastleggen die hen het beste uitkomen: de landen van Afrika willen zeer lage cijfers, die overeenstemmen met hun productie, om stokken in de wielen te steken van andere naties, de landen van Zuid-Amerika wensen cijfers die een beetje hoger zijn, en zo gaat het verder voor India, de Europese staten, die zelf onder elkaar verdeeld zijn, China, de Verenigde Staten...
Het enige element dat misschien verrassend is aan deze mislukking van Kopenhagen is dat alle staatshoofden er zelfs niet in geslaagd zijn om de schijn op te houden. Gewoonlijk wordt er met veel gedoe een slotakkoord getekend met enkele vage doelstellingen die ooit moeten bereikt worden en daar gaat iedereen dan prat op. Deze keer gaat het officieel om een 'historische mislukking'. De spanningen en de koehandel zijn vanachter de schermen te voorschijn gekomen en geëtaleerd. Zelfs de traditionele foto van de staatshoofden die elkaar hand in hand gelukwensen en breeduit lachen voor de camera, kon niet gerealiseerd worden. Dat zegt genoeg !
In feite dwingt de recessie de staatshoofden niet tot het grijpen van de 'formidabele kans' van een green economy op wereldvlak, maar ze kan enkel nog de internationale spanningen en concurrentie aanwakkeren. De top van Kopenhagen heeft ons een demonstratie laten zien van de verwoede oorlog die de grootmachten onder elkaar voeren. Voor hen is het niet meer het moment om nog de schijn op te houden van elkaar te begrijpen en (schijn) akkoorden uit te bazuinen. Zij halen hun messen boven, jammer voor de foto !
Het kapitalisme zal nooit 'groen' worden. Morgen, zal de economische crisis nog harder toeslaan. Het lot van de planeet zal dan de laatste zorg wezen van de bourgeoisie. Zij zal slechts op één zaak belust zijn: haar nationale economie ondersteunen, door steeds harder te botsen met andere naties, door de niet rendabele fabrieken te sluiten, ook al moeten zij die ter plekke laten roesten, door de productiekosten te drukken, door te hakken in de budgetten van het onderhoud, wat ook zal neerkomen op meer vervuiling en industriële ongevallen. Dat is net wat er gebeurd is in 1990 in Rusland, met de kernonderzeeërs die aan hun lot werden overgelaten en met Siberië dat zo vervuild is dat het een groot deel van zijn bevolking eraan gestorven is.
Tenslotte zal een steeds groter deel van de mensheid in ellende gestort worden, straatarm, zonder voedsel noch woonst. Ze zal nog kwetsbaarder worden voor de gevolgen van de klimaatverandering, de cyclonen, de woestijnvorming.
Het wordt tijd om het kapitalisme te vernietigen voor het de planeet verwoest en de mensheid uitroeit.
Pavel / 19.12.2009
Wij publiceren hieronder de brief van Al, een lezer van onze pers. Hierin antwoordt hij voor het grootste deel op deze hamvraag.
Op deze hamvraag wordt door de brief, die we hieronder publiceren, grotendeels geantwoord. Hij is van AL, een lezer van onze pers.
“Zonder in detail te treden, ziet men dat het kapitalisme een zoveelste economische crisis doormaakt […]. In alle landen, zijn de bedrijven en de staat overgegaan tot massale ontslagen. Op wereldvlak is de werkloosheid eenvoudigweg uitgebarsten. Aanslagen en belastingen van allerlei aard zijn sterk toegenomen en de sociale hulp van haar kant is drastisch verminderd. Al deze acties veroorzaken natuurlijk een belangrijke maar vooral snelle verslechtering van de levensomstandigheden van de arbeiders, en dat op wereldschaal […].
Vandaag vraag ik mezelf, en net mij zeker een groot aantal arbeiders, zich af waarom er geen massaal antwoord komt van de arbeidersklasse wereldwijd op de ernst en de diepte van de huidige crisis en de gevolgen ervan op hun sociale levensomstandigheden. Wat belet de arbeiders vandaag om in strijd te gaan? Behalve de opstand van december 2008 en januari 2009 in Griekenland, heeft de arbeidersklasse paradoxaal genoeg geen antwoord gegeven dat van hetzelfde niveau is als de vloedgolf van slagen die haar werden toegebracht.
Het dient gezegd dat de staten, geruggensteund door de journalisten en financiële analisten van allerlei slag, alle middelen inzetten om te doen geloven dat er sedert maart 2009 een heropleving van de economie is. Voornamelijk bij de laatste G20, hebben de vertegenwoordigers van alle landen zichzelf nog in de bloemen gezet voor het slagen van hun respectievelijke plannen voor de wereldeconomie en de financiële markten. Het moet gezegd dat deze opklaring slechts tijdelijk is en enkel de beursnoteringen betreft. En die wordt voornamelijk aangevoerd door de grote Amerikaanse banken, zoals Goldman Sachs, die zo bijdragen tot een nieuwe 'bubbel' op de beurs welke op zeer korte termijn uiteen zal spatten. De 'werkelijke' economie gaat daarentegen verder steil bergafwaarts. Deze zegeroes, gekoppeld aan een media-tamtam houdt zeker de verwarring in stand in de hoofden van de arbeiders en draagt ook bij tot het gebrek aan vooruitzicht. De tweede reden gaat een twintigtal jaren terug tot de val van de Muur van Berlijn, van het stalinisme, van het 'Oostblok' en de beruchte 'dood van het kommunisme'. En inderdaad, als men vandaag discussieert met heel wat mensen, merkt men dat volgens hen het systeem dat heerste in de USSR, in de Oostbloklanden en in de DDR, kommunisme was, terwijl het er niets mee te maken had. Ik er denk zelf over na en ik realiseer mij dat de valse informatie en de leugens over het kommunisme, die door de heersende klasse verkondigd worden, hun sporen hebben nagelaten en ongelukkig genoeg blijven hangen zijn in de geesten van de arbeiders. Vandaag denken heel veel arbeiders objectief dat dit economisch systeem aan zijn einde is gekomen en wegkwijnt, maar ze weten eenvoudigweg niet door wat het vervangen moet worden. Want men heeft hen tientallen jaren lang ingehamerd, via de media, de geschreven pers, hun boeken maar vooral via het onderwijs, dat het kommunisme een economisch systeem was dat niet werkte en dat leidde tot dictatoriale regimes of dat het, in het beste geval, een illusie is. Het is natuurlijk onjuist, want het gaat om een van de grootste leugens uit de geschiedenis van de mensheid. De derde en laatste reden is dat de crisis niet alle loontrekkers tegelijk treft met dezelfde intensiteit en op hetzelfde moment. Dat kan een verklaring zijn waarom een beperkt aantal arbeiders wanhopig de strijd aangaan omdat ze geïsoleerd zijn, en dat de anderen nog in de fase zitten van overdenking en van de rijping van hun bewustwording.
Zo, dat is misschien een begin van antwoord, dat natuurlijk geldt voor mijzelf en dat, naar ik hoop, enkele elementen zal bijdragen aan het collectieve overdenkingsproces”.
AL.
Wij zijn het eens met elk punt van de brief. Inderdaad heeft het geweld waarmee de economische crisis vandaag toeslaat tijdelijk een beangstigend en verlammend effect.
Zoals wordt onderstreept door AL, vond de laatste strijd van enige omvang in 2009 plaats in Griekenland en op de Antillen. Het is geen toeval dat de sociale situatie kalmeerde juist op het moment, dat de crisis harder begon toe te slaan. Over het algemeen, en dat kan men natrekken in de loop van de laatste veertig jaar, waren de momenten van forse stijging van de werkloosheid niet het toneel van de meest belangrijke strijd. De arbeidersklasse wordt inderdaad onderworpen aan een schandelijke maar doeltreffende chantage: “Indien jullie niet tevreden zijn, zijn er veel andere arbeiders bereid om jullie te vervangen”. Bovendien verschuilen patroons en regeringen zich achter een 'doorslaggevend' argument: “Wij hebben er part noch deel aan als de werkloosheid stijgt of als jullie worden ontslagen: het is de schuld van de crisis”. Zo ontwikkelt zich een bepaald soort onmacht. De arbeiders worden niet alleen geconfronteerd met een boosaardige patroon maar met een internationaal kapitalisme in verval. Elke strijd is een in-vraag-stelling van het hele systeem. Iedere strijd stelt fundamenteel de kwestie van een andere wereld. Om vandaag in staking te gaan moet men niet alleen de moed hebben om op te boksen tegen de dreigingen met ontslag en ondernemerschantage, maar men moet er ook en vooral van overtuigd zijn dat de arbeidersklasse een kracht is die in staat is om iets anders aan te bieden. Het volstaat niet om in te zien dat het kapitalisme in het slop zit om de arbeidersklasse in staat te doen zijn om de weg in te slaan van een revolutionair perspectief. Zij moet er ook nog van overtuigd zijn dat een dergelijk perspectief mogelijk is. En het is juist op dit terrein dat de bourgeoisie er in geslaagd is om punten te scoren als gevolg van de ineenstorting van de USSR, het zogenaamde 'vaderland van het socialisme'. De heersende klasse heeft het idee in de hoofden van de arbeiders weten in te prenten dat de proletarische revolutie gebakken lucht is, dat de oude droom van het kommunisme met de USSR ten onder gegaan is. De jaren 1990 waren heel sterk getekend door de inslag van deze propaganda. Een decennium lang kende de strijd een sterke terugval. Maar zelfs al is het effect van de 'dood van het kommunisme' aan het begin van de jaren 2000 lichtelijk beginnen te vervagen omdat onze klasse er in geslaagd is om langzamerhand weer de weg van de strijd op te gaan, toch zijn er vandaag nog resten van te bespeuren. De vereenzelviging van stalinisme en kommunisme, het gebrek aan vertrouwen binnen de arbeidersklasse om met eigen handen een andere wereld op te bouwen, werken als grendels.
Zitten wij dan in het slop? Zeker niet. Zonder enige twijfel is het perspectief steeds talrijkere en belangrijkere strijd. Voor het ogenblik heeft onze klasse een klap op haar hoofd gekregen en is ze als het ware verdoofd. Maar de crisis blijft het vruchtbaarste terrein voor de ontwikkeling van de strijd. In de komende maanden en jaren zal de regerende klasse proberen om alle werkenden te doen opdraaien voor de enorme begrotingstekorten die zich ophopen, voor de reddingsplannen van de banken en voor de 'heropleving' van de economie. Op dit ogenblik worden in het bijzonder de ambtenaren volop getroffen en allen tegelijk. Doordat de dreiging met ontslag minder zwaar op hun schouders weegt, dragen zij de verantwoordelijkheid om als eersten in het offensief te gaan en de arbeiders uit de privé, die met een onzekere baan, de werklozen, de gepensioneerden aan hun zijde te krijgen... Zo zal zich het idee ingang doen vinden dat er enkel eenmaking van de strijd komt als hij massaal en solidair is, vanuit alle sectoren, om de wreedheid van de aanvallen af te remmen. Door deze strijd zal de arbeidersklasse het vertrouwen smeden in haar eigen krachten en haar bekwaamheid om op een dag de kommunistische revolutie, de voorwaarde voor het omverwerpen van de uitbuiting, tot een goed einde te brengen.
Pavel / 21.11.2009
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/N_isme345.pdf
[2] https://www.liberation.fr/monde/0101613901-pres-de-50-000-morts-en-haiti-selon-la-croix-rouge
[3] https://sciences.blogs.liberation.fr/home/2010/01/s%C3%A9isme-en-ha%C3%AFti-les-causes.html
[4] https://www.bme.gouv.ht/alea%20sismique/Al%E9a%20et%20risque%20sismique%20en%20Ha%EFti%20VF.pdf
[5] https://www.courrierinternational.com/article/2010/01/14/requiem-pour-port-au-prince
[6] http://www.presseurop.eu/fr/content/article/169931-bien-plus-quune-catastrophe-naturelle
[7] https://nl.internationalism.org/tag/4/83/midden-en-zuid-amerika
[8] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/haiti
[9] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/milieurampen
[10] https://nl.internationalism.org/tag/2/25/verval-van-het-kapitalisme
[11] https://nl.internationalism.org/tag/2/27/staatskapitalisme
[12] https://nl.internationalism.org/tag/3/42/economie
[13] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/crisis
[14] https://nl.internationalism.org/tag/people/anton-brenders
[15] https://nl.internationalism.org/tag/2/39/revolutionaire-organisatie
[16] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde
[17] https://nl.internationalism.org/tag/7/114/radenkommunisme
[18] https://nl.internationalism.org/tag/7/118/radenisme
[19] https://nl.internationalism.org/tag/8/139/internationale-kommunistische-stroming
[20] https://nl.internationalism.org/tag/people/michael-moore
[21] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten
[22] https://nl.internationalism.org/tag/3/41/cultuur
[23] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/filmrecensie
[24] https://nl.internationalism.org/tag/people/obama
[25] https://nl.internationalism.org/tag/4/96/afghanistan
[26] https://nl.internationalism.org/tag/3/44/imperialisme
[27] https://nl.internationalism.org/tag/4/63/india
[28] https://nl.internationalism.org/tag/2/29/proletarische-strijd
[29] https://world.internationalism.org
[30] https://nl.internationalism.org/tag/4/68/belgie
[31] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-belgie
[32] https://nl.internationalism.org/tag/3/48/milieu
[33] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatconferenties