In de afgelopen maanden - in juli, augustus en november - vonden in verschillende delen van de wereld protesten plaats . waarbij op verwarde en tegenstrijdige wijze stemmen opgingen tegen de verplichte vaccinatie en de coronapas, die als ‘vrijheidsberovend’ worden beschouwd. De betogingen strekten zich uit van Australië tot Spanje, van Canada tot Kazachstan, met als het onbetwiste middelpunt Frankrijk, waar negen weekenden achtereen de mensen in verschillende steden de straat opgingen.
Ook in Nederland en België vonden protesten plaats. Onder de leus UnMuteUs had de evenementensector op 21 augustus en op 11 september in diverse steden betogingen georganiseerd tegen de lockdown maatregelen van de regering. Hieraan namen beide keren in totaal tussen de 50.000 en 100.000 mensen aan deel. Daarnaast waren er op 24 juli, 5 september en 3 oktober ook nog demonstraties van anti-vaxxers, alienfans en complotdenkers. Deze betogingen, waar gemiddeld 25.000 mensen aan deelnamen, werden gesteund door politieke partijen als Forum voor Democratie, door Viruswaarheid en Voorpost (een groep die een Groot-Nederlands ideaal nastreeft). Zelfs de Nederlandse driekleur ontbrak niet in deze protesten. In België vonden in dezelfde periode ook betogingen plaats zoals op zaterdag 4 september in Brussel tegen de verplichte vaccinatie en op zaterdag 16 oktober voor het hoofdkantoor van Pfizer in dezelfde stad. Omvangrijker was deze van 20 november met tot 35.000 deelnemers.
Wat is de betekenis van al deze protesten? Welke gevaren houden ze in voor de arbeidersstrijd? Hoe moet de arbeidersklasse ervoor waken dat ze zich niet mee laat slepen in de protesten en ‘opgelost’ wordt in de amorfe massa van het volk? Hoe groot is het gevaar dat haar klassebewustzijn erdoor vergiftigd wordt? Dit zijn enkele van de vragen die het hiernavolgende artikel probeert te beantwoorden, van levensbelang voor de strijd van de klasse, ook in Nederland en België.
In Frankrijk, waar de demonstraties massale proporties aannamen en waaraan in diverse steden iedere keer tienduizenden mensen deelnamen, nam dit de vorm aan van een algemeen anti-Macron front waarin politieke partijen van extreem links van het kapitaal tot extreem rechts, een mix van individuen of families, die verontwaardigd waren over een of andere regeringsverklaring of -beslissing, geïsoleerde arbeiders, en demonstranten die beweerden deel uit te maken van de beweging van de ‘Gele Hesjes’, allemaal bijeenkwamen. Het was moeilijk om niet te verdwalen in zo'n vormloze massa.
Deze demonstraties waren in geen geval een uiting van proletarische strijd. Integendeel, zij gaven uiting aan een primaire impuls van nationalisme, met de aanwezigheid van talrijke Franse nationale vlaggen [1] in de gelederen van de betogers, extreme verwarring, de erkenning van onmacht, de verwarring, en de overheersende irrationaliteit ten opzichte van een gezondheids- en sociale crisis die de hele kapitalistische wereld treft. Deze kristallisatie rond veelzijdige eisen, waarbij wantrouwen tegen de wetenschap wordt gecombineerd met oproepen tot verdediging van de ‘individuele vrijheden’, was inderdaad het gesprek van de dag in de media, waar tegenstrijdige, uiteenlopende en soms vergezochte belangen werden afgewogen tegen regeringsmaatregelen die ten onrechte werden voorgesteld als een uitdrukking van het algemeen belang en het algemeen welzijn dat wordt verdedigd tegen de Covid-19-pandemie en het uitbreken van een vierde besmettingsgolf. Zoals gewoonlijk werd iedereen opgeroepen zich op te stellen als ‘burger’ teneinde een kant te kiezen tegenover dit of dat gezondheids-, politiek of sociaal probleem, die allemaal afzonderlijk werden beschouwd, waardoor de verantwoordelijkheid van het kapitalistisch systeem in zijn geheel en zijn achterhaaldheid werd verdoezeld.
Ook al nam een minderheid van de arbeiders, die walgen van de houding en de leugens van de machthebbers, deel aan deze demonstraties, gaf zij vooral uiting aan een gevoel van frustratie, van machteloze woede, eigen aan de kleinburgerlijke lagen, en van het gebrek aan perspectief. Zo hadden de vakbonden, deze burgerlijke organen van de inkadering van de strijd, in het bijzonder zij die zich als het ‘radicaalste’ voordoen, zoals SUD-Santé of sommige afdelingen van de CGT, van de gelegenheid gebruik gemaakt om in verschillende steden zoals Marseille, Lyon, Toulouse, Bastia of regio's (Hauts-de-France) een reeks stakingen aan te kondigen om het personeel in de gezondheidszorg op te roepen zich te mobiliseren tegen het verplichte vaccin en de intrekking van de gezondheidspas te eisen. Zelfs bij de brandweerlieden, waarvoor dezelfde beperkende maatregelen waren afgekondigd, had de autonome ‘huis’ vakbond dit voorbeeld gevolgd. Dit alles in naam van de verdediging van de ‘keuzevrijheid’, d.w.z. op het terrein van het burgerlijk recht dat een echt vergif is voor de arbeidersklasse en haar revolutionaire perspectief. [2]
De extreemlinkse organisaties hadden hiervan ook geprofiteerd om de arbeidersklasse verder te desoriënteren door de verwarring te voeden tussen arbeiderseisen en de verdediging van ‘burgerrechten’, door deze beweging valselijk voor te stellen als ‘een springplank voor toekomstige arbeidersstrijd’. De bourgeoisie en haar verschillende politieke winkels, vooral, die van links en extreem links, weten heel goed hoe ze alle beschikbare middelen moeten aanwenden om de overdenking van de arbeiders over de crisis, over de chaos die hen omringt en de nalatigheid van de voorbije maanden te ondermijnen, door ten volle gebruik te maken van de ontbinding van het hele kapitalistische systeem en door met een valse air van eerbiedwaardigheid uit te leggen hoe de burgerlijkestaat het beheer van de crisis zou moeten aanpakken.
In werkelijkheid is de verslechtering van de situatie een nieuwe uiting, niet alleen van de nalatigheid van de bourgeoisie, maar vooral van de algemene onmacht van alle staten in de afgelopen anderhalf jaar, die niet in staat zijn de medische vooruitgang, de deskundigheid en de middelen te bundelen om de pandemie te bestrijden. Wij zijn getuige geweest van de ongebreidelde concurrentie tussen alle laboratoria en van het gebruik van vaccins als imperialistisch wapen door alle staten, onder invloed van de universele wet van de kapitalistische winst.
Hoezou zou een deel van de bevolking niet bang zijn dat we afstevenen op een gezondheidsschandaal na ruim anderhalf jaar van dagelijkse leugens van de autoriteiten? De regering heeft zich op een schaamteloze manier getooid met beweringen dat ze zich baseert op een rationele en wetenschappelijke visie, terwijl zij midden in de eerste golven van de pandemie bij vele gelegenheden de adviezen van wetenschappers in de wind sloeg, tegelijkertijd de meest opportunistische onder hen in de media naar voren schoof, het onverdedigbare verdedigde met betrekking tot het gebruik van maskers, de bescherming op het werk en in het vervoer, waarbij zij haar eigen nalatigheid relativeerde door walgelijke vergelijkingen te maken met meer catastrofale situaties. Al deze leugens, deze ontelbare halve waarheden en gebrekkige rechtvaardigingen van de regering, hebben natuurlijk een klimaat van wantrouwen geschapen onder de bevolking.
Maar afgezien van de twijfels en vooroordelen heeft de pandemie aanleiding gegeven tot een overvloed aan schemerige theorieën en waanzinnige beweringen, niet alleen op de sociale media waar de samenzweringstheoretici het meest actief zijn, maar ook in de media en van de kant van de politici zelf. Miljarden mensen zijn gevaccineerd sinds de eerste tests werden uitgevoerd, maar de zeldzame ‘gevallen’ van vermoede (en zelden bevestigde) dramatische bijwerkingen worden door pseudo-experts vreselijk opgeblazen, in weerwil van elke wetenschappelijke benadering, als ze niet zomaar verzonnen zijn.
Toch heeft Covid-19 wereldwijd meer dan vier miljoen mensen gedood, waarschijnlijk meer... maar geen vaccins! Covid-19 blijft muteren, infecteren en doden, vooral in delen van de wereld die zich geen grote vaccinatiecampagne kunnen veroorloven. Ook blijft de ziekte een steeds jongere, niet-gevaccineerde bevolking in de kernlanden besmetten en verzwakken. Toch blijven sommigen twijfelen aan de doeltreffendheid van vaccins en klagen over een vermeend ‘gebrek aan afstand nemen’ ten aanzien van ‘nieuwe technieken’ (die in feite niet nieuw zijn). Twijfel en scepcis zijn wetenschappelijke deugden, irrationeel wantrouwen niet!
De irrationele bezorgdheid die min of meer tot uiting komt in de beweringen van alle tegenstanders van vaccins is niet nieuw! Aan het eind van de 18e eeuw, toen de eerste pokkenvaccins werden ontwikkeld, was er ook al sprake van bijgelovige terughoudendheid ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek. Pasteur zelf kreeg, toen hij in 1885 het vaccin tegen hondsdolheid ontdekte, ook te maken met uitingen van dit soort ‘anti-vaxxers’. Hij werd ervan beschuldigd dieren te mishandelen en vaccins te hebben uitgevonden alleen om zijn eigen zakken te vullen! Bijna anderhalve eeuw later, ondanks ongekende vooruitgang in wetenschap en geneeskunde, blijft er wantrouwen bestaan in de meest achtergebleven sectoren van de heersende klasse en van de bevolking. Vandaag de dag gaat de irrationaliteit van samenzweerders zelfs zo ver dat men denkt aan mogelijke genetische modificatie door RNA-technologie of politieke en medische manipulatie, ten behoeve van een controle van de bevolking door de staat, via het inenten van 5G tijdens vaccinatie (sic)!
Als deze verschillende obscurantistische redeneringen weerstaan aan wetenschappelijke bewijsvoering, dan komt dat omdat zij zich aanpassen aan elk tijdperk en elke context. Maar vandaag hebben de dynamiek van de ideologische ontbinding van de kapitalistische maatschappij, het gevoel van machteloosheid tegenover de crisis, de voortschrijdende chaos, invloed op een beter opgeleide bevolking en doen ze niets anders dan het hele vermogen tot logisch, wetenschappelijk en politiek redeneren wegrotten in een vormloze massa van soms waanzinnige reactionaire opvattingen en visies.
Dit proces is de bourgeoisie niet vreemd: niet alleen hebben we gezien hoe politici van uiterst rechts en zelfs in de gelederen van traditioneel rechts volstrekt waanzinnige ideeën propageren, maar deze dwalingen hebben zich gemanifesteerd tot in de hoogste geledingen van de staat, waarbij Macron en zijn kliek openlijk wetenschappers denigreren of hun woorden verdraaien in een poging hun kortzichtige politiek te rechtvaardigen, zoals toen het staatshoofd beweerde dat hij alleen het bij rechte eind had tegen de epidemiologen.
De minder karikaturale deelnemers aan de betogingen stellen de vaccinatie niet ter discussie, maar verzetten zich tegen de gezondheidspas, die aanvankelijk aan de verzorgers werd opgelegd op straffe van ontslag, en weigeren aan zijn verkapte verplichting te voldoen om deel te nemen aan de meest alledaagse activiteiten, zoals naar de supermarkt, een café, een concert of de bioscoop gaan.
Deze twee realiteiten, anti-vaccinatie en anti-gezondheidspas, bestaan echter met zeer poreuze grenzen naast elkaar in gemeenschappelijke demonstraties waar dezelfde individualistische logica van verzet overheerst, zonder collectieve bezorgdheid over de voortduring van de pandemie, de verwoestingen die ze nog steeds aanricht en welke nog komen. Dit gebeurt in naam van de aanval op de ‘individuele vrijheden’, een totaal burgerlijk terrein.
Deze leuze ter verdediging van de democratische vrijheden is de grofste dekmantel voor de verdediging van de burgerlijke staat, het meest anti-arbeidersterrein dat er bestaat. De arbeidersbeweging heeft deze valstrik herhaaldelijk aan de kaak gesteld en stelde dat “zolang er een staat is, is er geen vrijheid. Wanneer er vrijheid zal bestaan, zal er geen staat bestaan”.[3]
Het revolutionaire perspectief
is het enige alternatief
De regering maakt van de situatie gebruik om de mensen tegen elkaar op te zetten door de spanningen en gevoelens van wrok aan te wakkeren. Door de propagandacampagnes op te voeren, door min of meer openlijk alle personen, die twijfelen en bang zijn, voor te stellen als totaal misleidende ‘anti-vaccinatie samenzweerders’, heeft de bourgeoisie een deel van de gevaccineerden ertoe aangezet om de tegenstanders van vaccinatie te beschouwen als gemakkelijke zondebokken en hen de schuld te geven van de nieuwe besmettingsgolven. Op die manier ontslaat ze het kapitalisme, de staat en zijn onverantwoordelijk optreden van elke schuld voor de huidige dramatische situatie. Voor de anti-vaxxers is hun mobilisatie tegen de ‘dictatuur’ van Macron een teken van verantwoordelijkheid om de verdediging van de democratie levend te houden, door de makke ‘schapen’, die zich onderwerpen aan de ‘vrijheidsberovende’ wetten van de gedwongen vaccinatie, aan de kaak te stellen en uit te schelden. Deze verdeeldheid maakt deel uit van een rampzalige logica van confrontatie, waarin de werkelijke inzet, de noodzaak een einde te maken aan de kapitalistische chaos, verdwijnt in een wirwar van verwarring en onmacht.
De uitingen van ergernis in de betogingen en onder de bevolking in het algemeen, heeft inderdaad de vorm aangenomen van ontreddering en van het gevoel onderworpen te zijn aan de dictaten van een arrogante regering, die het aantal inconsequenties ten aanzien van de pandemie heeft opgestapeld, door herhaaldelijk lockdowns op te leggen en warm en koud te blazen t.o.v. een bevolking, die nog steeds het einde van de tunnel niet ziet, door zich te beroepen op een schijnwetenschappelijke aanpak terwijl de burgerlijke nalatigheid de boventoon voerde.
Maar deze woede kan op geen enkele manier leiden tot een bewustzijn bij het proletariaat van de toenemende ineenstorting en de onoplosbare impasse van het kapitalistische systeem, wanneer dit verzet, deze afwijzing zich op oppervlakkige wijze, zonder afstand te nemen of na te denken, kristalliseren in een machteloze woede tegen een regering en een president die worden gevoeld als de bron van al het kwaad en die worden gezien als slechte, incompetente en inefficiënte beheerders van dit systeem.
Geconfronteerd met zo'n sociaal en ideologisch moeras dat de bourgeoisie dagelijks voedt en aanwakkert, zal het voor het proletariaat niet gemakkelijk zijn om te reageren op zijn klasseterrein van solidariteit om de werkelijke frontale aanvallen het hoofd te bieden, die in de komende tijd zullen worden ondernomen op zijn arbeids- en levensomstandigheden. Zijn klasseterrein is niet dat van de verdediging van de staat, de verdediging van de nationale economie en de Franse vlag. Het zal zijn klassezelfstandigheid in de strijd, in de organisatie van zijn gevechten, moeten verdedigen tegen alle krachten van de staat, aan de macht of niet, en dit onafhankelijk van de interklassistische bewegingen of de valse vrienden, meestal van links, die zullen proberen zijn woede af te leiden. Het proletariaat heeft helderheid en vertrouwen in zijn eigen kracht nodig om al deze valstrikken te verijdelen en dit vormt al een heel directe uitdaging n
Stopio/ 13.08. 2021
[1] In een betoging in Griekenland werden zelfs houten kruizen meegevoerd, een uiting van christelijk fundamentalisme.
[2] Ook in de VS, Griekenland en Italië hebben de vakbonden massaal de protesten gesteund. In Italië bijvoorbeeld ageerden de zes grootste vakbonden tegen het feit dat leraren een ‘groene pas’ nodig hebben om les te geven op school, en noemden dit ‘een eenzijdige keuze’ en een ‘dictaat’. In Turijn gingen 650 werknemers in staking omdat zij de verplichting van een ‘groene pas’ voor restaurants discriminerend vonden.
[3] Lenin, Staat en Revolutie,Hoofdstuk V: De economische grondslagen van het afsterven van de Staat [2]
Het uitbreken van een imperialistische oorlog is altijd een test geweest voor hen die beweren aan de kant van de wereldarbeidersklasse tegen het kapitalisme te staan. In 1914 maakte de oorlog een duidelijk onderscheid tussen de ‘socialisten’ en ‘anarchisten’ die zich schaarden om de verdediging van hun eigen heersende klasse en degenen die, zelfs ten koste van isolement en onderdrukking, vasthielden aan het principe dat de arbeiders geen vaderland hebben.
Terwijl deze scheidslijnen zeer duidelijk waren, was er ook een ‘centrum’, een ‘moeras’ dat bestond uit elementen die, om uiteenlopende redenen, niet in staat waren een ondubbelzinnig standpunt voor of tegen de oorlog in te nemen. Hetzij omdat zij holle frasen over vrede en gerechtigheid gebruikten om hun eigen neiging tot afdrijven naar het kapitalistische kamp te verbergen, hetzij omdat zij oprechte, zij het verwarde pogingen deden om in de tegenovergestelde richting te gaan - d.w.z. naar het proletarische kamp.
In de reacties op het huidige conflict in Israël/Palestina kunnen we soortgelijke patronen zien. In de belangrijkste steden van Europa en de VS hebben we talrijke demonstraties gezien waarin we werden opgeroepen om het ene kamp tegen het andere te kiezen: voornamelijk demonstraties die Palestijnse vlaggen droegen, en die werden gesteund door een scala van liberalen, sociaal-democraten, trotskisten, islamisten, en anderen. Deze marsen hadden tot doel de echte verontwaardiging over de brute Israëlische aanval op Gaza in dienst te stellen van een ruimer imperialistisch conflict. De leuzen ‘Vrij Palestina’ en ‘We zijn allemaal Hamas’ betuigen niet alleen hun steun aan nationalistische bendes die een nieuwe kapitalistische staat willen stichten, maar vallen ook samen met de imperialistische doelstellingen van Iran, Qatar, Rusland en China. Tegenover hen stonden kleinere groepen diehard zionisten voor wie Israël geen kwaad kan en die, als zij kritiek hebben op het beleid van de VS in het Midden-Oosten, alleen maar nog meer schaamteloze steun van de VS eisen voor Israëls imperialistische expansie. In beide gevallen ging het om mobilisaties vóór oorlog.
Maar er zijn er ook die deze bijeenkomsten afwijzen in naam van het internationalisme van de arbeidersklasse. De website ‘libcom.org’ bijvoorbeeld biedt ruimte aan diegenen - voornamelijk, maar niet alleen, groepen of individuen die zichzelf bestempelen als ‘klassenstrijdanarchisten’ - die zich verzetten tegen steun aan nationale bevrijdingsstrijd of het oprichten van nieuwe burgerlijke staten. Een bestudering van de thread ‘Jeruzalem en Gaza’[1] geeft voorbeelden van het scala aan groepen en meningen die zeggen dat ze zich met geen van beide kampen in het conflict identificeren. Of beter gezegd, het laat zien dat onder degenen die aanspraak maken op het internationalistische standpunt over deze en soortgelijke oorlogen, er opnieuw een ‘centrum’ is, een moerassige bodem waar proletarische standpunten vermengd worden met concessies aan de heersende ideologie, en dus aan rechtvaardigingen voor imperialistische oorlog.
Vandaag de dag zijn de meeste politieke stromingen die in de Eerste Wereldoorlog dit ‘centrum’ vormden, ofwel verdwenen, ofwel hebben zij definitief vrede gesloten met de bourgeoisie; velen van hen zijn teruggekeerd naar de sociaaldemocratische partijen die in het begin van de jaren 1920 duidelijk aanhangers van de kapitalistische staat waren geworden. In de huidige omstandigheden zijn de verschillende anarchistische groepen en tendensen de gebruikelijkste bewoners van het moeras: aan de ene kant gaan ze openlijk op in de linkervleugel van het kapitaal, aan de andere kant verdedigen ze uitgesproken internationalistische standpunten. Dit is duidelijk gebleken uit de reactie van de anarchisten op de oorlog in Israël/Palestina.
Aan de ene kant heb je anarchistische organisaties die bijna niet te onderscheiden zijn van de trotskisten. In het artikel van onze afdeling in Frankrijk wordt de Organisation Communiste Libertaire genoemd als een voorbeeld van dit soort anarcho-links: “Geconfronteerd met de uitbarsting van geweld, georkestreerd door een Israëlisch regime in het midden van een politieke crisis, geleid door een Netanyahu aan het eind van zijn Latijn, en bereid om de Palestijnen op te offeren om zijn continuïteit in de macht te verzekeren, zijn timide veroordelingen (of erger nog, verklaringen die Israëli's en Palestijnen tegenover elkaar plaatsen) niet genoeg. Het internationaal recht moet worden toegepast.”[2] . Een stichtelijk voorbeeld van anarchisten die zich beroepen op de fictie van het ‘internationaal recht’!
In de thread op libcom neemt de verklaring van een aantal ‘anarcho-communistische groepen’ in Oceanië een soortgelijk standpunt in. Terwijl ze beweren het nationalisme te veroordelen, roepen ze ons op partij te kiezen voor een ‘Palestijns verzet’ dat daar op de een of andere manier buiten staat. “De Israëlische bezetting is een naakte vorm van koloniale onderdrukking, en de Palestijnse slachtoffers ervan hebben het volste recht om zich ertegen te verzetten met alle middelen die in overeenstemming zijn met het uiteindelijke doel van bevrijding. (...) Er is geen grijs gebied, er zijn geen twee gelijkwaardige partijen in oorlog. De Palestijnse massa's verzetten zich tegen de onderdrukking.” [3] Aan het eind van het pamflet wordt een oproep gedaan aan mensen om deel te nemen aan een serie ‘Vrij Palestina’ demonstraties die in heel Australië worden georganiseerd.
In de VS spreekt de Workers Solidarity Alliance ook met twee tongen: aan de ene kant: “Wij steunen een visie van Joodse en Palestijnse arbeiders, boeren en onderdrukte mensen die vragen stellen bij en uiteindelijk breken met supremacistische, nationalistische en militaristische denkbeelden en ideologieën, en samenkomen in een gezamenlijke strijd om macht, voorrecht en haat te overwinnen door het opbouwen van wederzijdse hulp, intercommunautaire solidariteit en collectief zelfbeheer”. En in de volgende zin staat: “naar buiten toe verwelkomen wij Amerikaanse arbeiders die de boycot, desinvestering en sancties tegen Israël steunen, en openlijk protesteren tegen het voortdurende geweld in bezet Palestina”. Campagnes om deze of gene staat te boycotten volgen dezelfde logica als die van de ‘sancties’ die door de ene staat aan de andere worden opgelegd wegens het schenden van ‘internationaal recht’ of ‘mensenrechten’.
De keuzes die de initiatiefnemers van dergelijke campagnes maken, zijn op zich al veelzeggend. Het Syrische regime van Assad, gesteund door Rusland, is bijvoorbeeld rechtstreeks verantwoordelijk voor de meest afschuwelijke slachting onder de Syrische bevolking, maar je zult nooit linkse mensen aantreffen die marsen organiseren om dit bloedbad aan de kaak te stellen - sommige trotskistische groepen zien Assad zelfs als een anti-imperialistische kracht. Israël daarentegen wordt door de linkervleugel van het kapitaal stelselmatig omschreven als een staat die geen bestaansrecht heeft - alsof, vanuit het gezichtspunt van de arbeidersklasse, om het eender welke kapitalistische staat een ‘legitiem’ recht heeft om zijn uitbuiting en onderdrukking af te dwingen.
Daarentegen bevat de thread ook verklaringen van de CNT-FAI en van haar Russische afdeling, de KRAS, die deze oproep om partij te kiezen in het conflict vermijden en de grondbeginselen van een internationalistische reactie verdedigen. De KRAS (wiens verklaringen tegen de oorlog in de Kaukasus we in het verleden hebben gepubliceerd) zegt dat de problemen in Israël/Palestina “worden veroorzaakt door de belangen van macht en eigendom van de heersers en kapitalisten van alle partijen, en alleen samen met hen kunnen worden geëlimineerd - geëlimineerd door gezamenlijke strijd en, uiteindelijk, door de sociale revolutie van Joodse en Arabische arbeiders, gewone Israëliërs en Palestijnen.
De weg naar deze beslissing is moeilijk en lang. Te veel wanhoop, te vers de geur van vergoten bloed, de geesten van gewone mensen zijn te veel vergiftigd door Israëlisch (Zionistisch) en Arabisch nationalisme, te veel emoties woeden vandaag. Maar er is geen andere weg naar vrede in de lang geteisterde regio, alleen zo.
GEEN OORLOG! NEE TEGEN NATIONALISME, MILITARISME EN RELIGIEUS FANATISME VAN ALLE KANTEN!
NOCH ISRAËL, NOCH PALESTINA, MAAR EEN GEZAMENLIJKE KLASSENSTRIJD VAN DE WERKENDE MENSEN IN DE REGIO!”
Ook de verklaring van de Anarchist Communist Group (ACG) in het Verenigd Koninkrijk is vrij duidelijk over de afwijzing van nationale oplossingen:
“Omdat een oplossing voor het conflict uiteindelijk alleen een gemeenschappelijke, klasseloze en staatloze samenleving kan zijn, waarin mensen van verschillende religieuze (en niet-religieuze) alsook etnische achtergronden vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. En de manier om dit te bereiken kan enkel de klassenstrijd zijn, waarbij arbeiders zich aan beide kanten verenigen om hun situatie te verbeteren en zo lang gekoesterde wrok te overwinnen. Het is de taak van de anarchistische en libertaire kommunistische beweging om precies hierop aan te dringen.”[4]
Toevallig werd de thread op libcom niet gestart door een anarchist, maar door een lid van de Socialistische Partij van Groot-Brittannië (SPGB). Deze groep, een fossiel uit de tijd dat de Tweede Internationale een proletarische organisatie was, handhaaft haar diepe illusies in een ‘parlementaire weg’ naar het socialisme, maar zij heeft nooit kapitalistische oorlogen of nationalistische strijd gesteund. De oorspronkelijke poster, ajjohnstone, linkt naar de officiële SPGB blog die een veelzeggende kritiek levert, niet alleen op het zionisme maar ook op het Palestijnse nationalisme: “Het is gemakkelijk te begrijpen waarom de armoedzaaiers in de Palestijnse vluchtelingenkampen de belofte van Palestijns zelfbestuur als een antwoord zouden kunnen zien. Helaas zijn de Palestijnen, net als de zionisten, gevallen voor een gevaarlijke mythe over het verleden; in hun geval, de mythe dat Palestina aan hen toebehoorde. Dat was niet zo: de meeste Palestijnen ploeterden voort op kleine stukjes land, onder het gewicht van enorme schulden, uitgebuit door een klasse van landheren. Palestina behoorde niet toe aan de Palestijnen, net zomin als het moderne Israël toebehoort aan de Israëlische arbeidersklasse. In 1930 had het gemiddelde plattelandsgezin in Palestina een schuld van 27 pond, wat ongeveer het jaarinkomen van zo'n gezin was. Volgens de cijfers van 1936 bezat een vijfde van één procent van de bevolking een kwart van het land! Het is duidelijk dat het Palestijnse boerenland van vóór Israël niet aan hen toebehoorde: in 1948 werden zij verdreven van land dat niet van hen was.
Zij moeten het zich nog realiseren, maar de arbeiders van de regio - ongeacht de nationale grenzen waar zij nu wonen - hebben een identiteitsbelang. Laten we hopen dat zij hun gemeenschappelijke belangen gaan inzien en het nationalisme en de religieuze onverdraagzaamheid verwerpen die valse verdeeldheid, geweld en rassenhaat in de hand werken. Wat nationalistische en religieuze geestdrift betreft, is er helemaal niets waarmee wij ons als socialisten kunnen identificeren, want beide zijn abstracties die de arbeiders van de regio hebben doordrenkt met een vals bewustzijn dat hen verhindert hun werkelijke klassenbelangen te identificeren”[5].
Tegelijkertijd lijken de berichten van deze kameraad op de thread van libcom, nadat hij het Palestijnse nationalisme de achterdeur uit heeft gejaagd, het weer door de voordeur binnen te laten met het idee dat de demonstraties en rellen van Palestijnen binnen Israël tijdens het conflict een ‘verzetsbeweging’ vormen die een hoopvol teken voor de toekomst biedt. De kameraad spreekt over “de belangrijke ontwikkeling van Palestijns-Israeli’s die nu vollediger deelnemen aan het verzet. Per slot van rekening zijn het de apartheidswetten die in Sheikh Jarrah worden toegepast en de aanvallen op de belangrijkste moskee die de huidige onrust hebben veroorzaakt... Als zo'n Palestijns-Israëlische anti-discriminatiebeweging groeit en politieke macht begint uit te oefenen buiten de Knesset, kan ik dat alleen maar zien als een positieve wending om de invloed van de zionistische heersende ideologie te ondermijne” [6]. Het is waar dat veel jonge Palestijnen de straat op gingen als reactie op de pogingen tot uitzetting van Arabische families in Oost-Jeruzalem, of op pogroms door zionistisch extreem-rechts, maar gezien het totale gebrek aan enig proletarisch antwoord op de oorlog binnen Israël/Palestina, gezien de lange geschiedenis van nationalistische verdeeldheid aangewakkerd door bijna onophoudelijke oorlogvoering, hebben deze mobilisaties de etnische botsingen en de sfeer van pogroms binnen Israël alleen maar verscherpt, en werden ze openlijk afgestemd op het militaire antwoord van Hamas uit de Gazastrook. In geen enkel opzicht bieden zij de basis voor een toekomstige vereniging van de Arabische en Joodse arbeiders tegen hun uitbuiters.
Die gevaarlijke deur werd ook geopend door een groep als de ACG, wiens verwarring over de ‘legitimiteit’ van de Zionistische staat wij in een vorig artikel bekritiseerden [7]. In dit geval ziet de ACG iets positiefs in het feit dat de Palestijnse demonstraties en de ‘algemene staking’ werden georganiseerd door comités van het gewone volk in de wijken, in plaats van door de traditionele Palestijnse organisaties. “De Palestijnse massa's moeten zelf georganiseerd worden en buiten de controle van Hamas of de PLO-facties vallen - tot op zekere hoogte gebeurt dit al...” De ACG citeert vervolgens uit 927 Magazine [4]. “Een buitengewoon kenmerk van de demonstraties is dat ze in de eerste plaats niet worden georganiseerd door politieke partijen of politici, maar door jonge Palestijnse activisten, buurtcomités en basiscollectieven.”
Dit roept herinneringen op aan de voornaamste anarchistische reactie op de oorlog in Spanje in de jaren 1930, toen het feit dat industrieën en boerderijen ‘zelfbeheerd’ werden door de arbeiders anarchisten ertoe bracht een revolutie in wording te zien, terwijl de werkelijkheid was dat deze structuren volledig waren geïntegreerd in de ‘anti-fascistische’ oorlogsinspanning - een imperialistisch conflict aan beide zijden dat de weg bereidde voor de oorlog van 1939-45.
In tegenstelling tot deze dubbelzinnige houdingen zijn de standpunten van de groepen van kommunistisch links waarnaar in de thread verwezen wordt - de IKS [8] en de Internationalist Communist Tendency (ICT) [9] - ondubbelzinnig. Terwijl weinig anarchistische groepen een echt begrip hebben van imperialisme, hekelen beide organisaties van kommunistisch links de imperialistische manoeuvres in de regio en de oorlogsmachines van Israël en Hamas, die alleen maar hun eigen imperialistische doelen of die van anderen kunnen dienen. De ICT-verklaring begint met de leus ‘noch Israël noch Palestina’ en erkent, net als het IKS-artikel, dat de pogromsfeer aan beide kanten van de sektarische scheidslijn bestaat: “De oplossing van de Israëlische regering is om fascistische groepen als ‘La Familia’ door Arabische wijken van steden als Lod te laten razen onder het motto ‘Dood aan de Arabieren’...De Arabische jongeren hebben teruggevochten en Joodse doelen aangevallen. Zij echoën de oproep van de fascisten door ‘Dood aan de Joden’ te roepen, een oproep die de emotioneel geladen beschuldiging van ‘pogrom’ van de Israëlische pers heeft losgemaakt. Maar er zijn nu pogroms aan beide kanten van dit ‘gemeenschappelijk geweld’ .
Er is ook een verklaring van de Angry Workers of the World (AWW), een ‘arbeideristische’ of ‘autonomistische’ groepering, die vrij duidelijk is in haar internationalistische houding en een heldere weerlegging biedt van alle illusies over de mobilisaties in de Palestijnse wijken, en de algemene staking in het bijzonder:
“De algemene staking die op 18 mei werd uitgeroepen ... werd over de hele wereld toegejuicht door links, dat de werkelijke inhoud ervan niet hadden onderzocht. Alleen al de uitdrukking 'algemene staking' was voor hen voldoende om aan te tonen dat er een echte actie van de arbeidersklasse had plaatsgevonden. Maar de staking zelf werd ‘van bovenaf’ uitgeroepen en was interklassistisch tot in de kern: Terwijl massale aantallen arbeiders staakten (slechts 150 van de 65.000 bouwvakkers deed mee, 5000 schoonmakers en 10% van de buschauffeurs bleven weg, etc.) werd de staking ook breed omarmd door professionals uit de middenklasse. De staking was in eerste instantie uitgeschreven door het Hoger Controlecomité, de feitelijke vertegenwoordiger van de Arabische middenklasse in Israël, en werd enthousiast opgepikt door Fatah en Hamas, die hun eigen arbeiders in de openbare sector opdracht gaven mee te doen. Deze partijen waren niet geïnteresseerd in de opbouw van arbeidersmacht, in feite hebben zij zich daar altijd actief tegen verzet. Het grote succes van de staking, daar waren alle leiders en verslaggevers het over eens, was de demonstratie van de eenheid van het ‘Palestijnse volk’, maar het had ook het diepere doel om de arbeidersklasse strakker te binden aan de burgerlijke instellingen die haar leiden”[10].
In de thread wordt opgemerkt dat de uitspraken van de ICT en de AWW verbale agressie en haat lijken te hebben opgeroepen. Maar internationalisten stellen kapitalistische oorlogen niet aan de kaak om populair te zijn. Zowel in 1914-18 als in 1939-45 kreeg de internationalistische minderheid die vasthield aan haar principes te maken met repressie door de staat en vervolging door nationalistisch tuig. De verdediging van het internationalisme wordt niet beoordeeld op haar onmiddellijke resultaten, maar op haar vermogen om een oriëntatie te bieden die in de toekomst kan worden overgenomen door bewegingen die werkelijk een proletarisch verzet vormen tegen de kapitalistische oorlog. Zo hebben degenen die in 1914 tegen de donkere vloed van het chauvinisme in opstand kwamen, zoals de bolsjewiki en de spartakisten, het terrein voorbereid voor de revolutionaire opstanden van de arbeidersklasse in 1917-18.
Amos
[2] Against the nationalist poison, international solidarity of all workers! | International Communist Current [6]
[3] Freedom for Palestine! Statement from Anarchist-Communist Groups in Oceania – Red and Black Notes [7]
[6] Posts 4 en 7 op de libcom thread
Sinds een aantal maanden vinden in de hele wereld in een razend tempo klimatologische rampen plaats: droogte, enorme branden, stortregens, modderstromen, overstromingen... Terwijl het aantal slachtoffers van de milieucrisis elk jaar in de miljoenen loopt en zelfs de machtigste staten steeds minder opgewassen blijken te zijn tegen de rampen, heeft het jongste rapport van de Inter-governmental Panel on Climate Change (IPCC) vastgesteld dat de klimaatverandering in het komende decennium een oncontroleerbare omvang zal aannemen.
In onze pers hebben wij er regelmatig op gewezen dat de werking van het kapitalisme aan de basis ligt van de opwarming van de aarde. Niet alleen worden klimaatrampen steeds verwoestender, talrijker en oncontroleerbaarder, maar ook raken de staten, na tientallen jaren van bezuinigingen, steeds meer gedesorganiseerd en slagen er dus steeds minder in de bevolking te beschermen, zoals we onlangs hebben gezien in Duitsland, de Verenigde Staten en China. De bourgeoisie kan de omvang van de catastrofe niet langer ontkennen maar blijft, vooral via haar ‘groene’ partijen, uitleggen dat de regeringen eindelijk krachtige maatregelen moeten nemen ten gunste van het milieu. Alle facties van de bourgeoisie hebben hun eigen favoriete oplossing: groene economie, terugdringen van de groei, lokale productie, enz. Al deze zogenaamde oplossingen hebben één ding gemeen: het kapitalisme kan worden ‘hervormd’. Maar de jacht op winst, de plundering van natuurlijke hulpbronnen, de waanzinnige overproductie van goederen zijn geen loutere ‘opties’ voor het kapitalisme, zij zijn de conditio sine qua non van zijn bestaan!
De verontwaardiging en de bezorgdheid over de dreigende catastrofe zijn immens, zoals blijkt uit de ‘klimaatbetogingen’ van 2019, die miljoenen jongeren mobiliseerde in talloze landen. Indertijd hebben wij er echter op gewezen dat deze betogingen plaatsvonden op een totaal burgerlijk terrein: de ‘burgers’ werden in feite opgeroepen om ‘druk uit te oefenen’ op de burgerlijke staat, die monsterlijke machine die bestaat ter verdediging de kapitalistische belangen, die aan de basis liggen van de ongekende verslechtering van het milieu. In werkelijkheid kan het klimaatprobleem alleen op wereldschaal worden opgelost, en het kapitalisme, waar naties elkaar meedogenloos te lijf gaan, is niet in staat een antwoord te bieden dat in verhouding staat tot wat er op het spel staat. De grote milieuconferenties, waar elke staat onder het mom van milieubescherming cynisch probeert zijn eigen smerige belangen te beschermen, zijn hiervan een huiveringwekkende illustratie. De enige klasse die werkelijk inhoud kan geven aan een internationalisme en een einde kan maken aan de anarchie van de productie, is de arbeidersklasse en de maatschappij die zij in zich draagt: het kommunisme
Na de zomer van 2021 waarin toekomstige rampen werden aangekondigd, zullen de milieubeweging en de linkse partijen van het kapitaal (trotskisten, stalinisten, anarchisten, sociaaldemocraten, enz.) proberen de klimaatmarsen weer op de kaart te zetten. Dit is een nieuwe poging van de bourgeoisie om de woede te kanaliseren in dezelfde politieke doodlopende straatjes: de ‘oplossing’ van de arbeidersklasse in het ‘volk’, illusies over het vermogen van de ‘democratische’ staat om ‘dingen te veranderen’. Daarom nodigen wij onze lezers uit om het internationale pamflet te lezen of te herlezen dat wij tijdens de eerste betogingen van 2019 hebben verspreid en die ook vandaag nog steeds haar volledige geldigheid behoudt n
De link naar het pamflet:
Na de enorme dip in het eerste jaar van de pandemie, zet de bourgeoisie in België sinds de afgelopen zomer volop in op een herstel van de economie. Als gevolg van de Covid-19 crisis is de context waarin dit ‘herstel’ zijn beslag moet krijgen zeer complex en onvoorspelbaar geworden en confronteert haar met een opeenstapeling van hindernissen die haar er onvermijdelijk toe zullen aanzetten de aanvallen op de werk- en levensvoorwaarden van de arbeiders op te voeren.
Voor de uitbraak van de pandemie in maart 2020 werd de Belgische economie al ernstig geteisterd door een verminderde concurrentiekracht, door een lagere economische groei dan het gemiddelde in de Eurozone, een relatief hoge de schuldgraad in de bedrijven en ook een vrij hoge staatsschuld [1].
Deze vaststelling bracht Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij Voka, ertoe zijn verontrusting te uiten over de permanente achteruitgang van de Belgische economie: “Na eerdere zware economische crisissen in de jaren 1970 en opnieuw na 2008 schakelde onze economie telkens naar een lagere versnelling. Het tempo van de ‘normale’ economische groei vertraagde toen om na de crisis nooit meer terug te keren naar het pré-crisis niveau. (...)Voor deze crisis was ons groeipotentieel al teruggezakt naar een magere 1,2%. Nog een versnelling lager gaan, kunnen we ons niet meer veroorloven.” [2].
De economische krimp in 2020 als gevolg van de pandemie was ongekend: 8,5%. Ze was groter dan de economische krimp van tien jaar geleden tijdens de financiële crisis en zelfs de grootste krimp sinds the Tweede Wereldoorlog. In 2021 wordt er een groei verwacht van 5,4%. Maar dat betekent niet dat de economie alweer uit het dal is geklommen. Als je cijfers van de verwachte groei in 2021 afzet tegen die van 2019, dan is nog er steeds een krimp van 3%. Herstel van enige betekenis zal zeker nog jaren in beslag nemen mits er in 2021 en 2022 natuurlijk een geleidelijk herstel met 3% of meer mogelijk is.
De financiële inspanningen om de economie overeind te houden tijdens de pandemie hebben de staatschuld in 2020 alleen al aanzienlijk doen toenemen: “De steunmaatregelen voor bedrijven en huishoudens hebben het overheidstekort onder druk gezet, dat 9,4% van het BBP bedroeg. Als gevolg van het hoge tekort en de daling van het BBP is de overheidsschuld opgelopen tot 114,1% van het BBP” [3]. Diezelfde staatsschuld zal in 2021, ondanks het kwetsbare economische herstel, met een geraamd begrotingstekort van circa 6,8%, niet of nauwelijks afnemen. Volgens De Tijd wordt het nominale tekort voor 2021 van de federale regering en de drie gewestelijke regeringen tezamen geraamd op 7,28% van het BBP, ofwel 35,7 miljard euro.
Daar komt nog bij dat “De tekorten van 2020-2021 maar gedeeltelijk tijdelijk zijn. Volgens de ramingen van het Planbureau (en bevestigd door andere organisaties) blijven we na deze crisis met belangrijke tekorten zitten” [4]. De toename van de schulden in de laatste anderhalf jaar, zowel bij de federale en gewestelijke regeringen als bij het bedrijfsleven, hebben de grondslag voor ieder herstel oneindig moeilijker gemaakt. De basis is veel wankeler geworden, waardoor de economische schokken (zoals de toename van de inflatie en de energieprijzen vandaag) zich veel sneller aandienen, met grotere gevolgen.
De massale staatsinterventies van de laatste anderhalf jaar hebben weliswaar één op de twee faillissementen weten te voorkomen en vermeden dat de werkloosheid explodeert, maar de verwachting is dat het einde van het corona-infuus toch een golf van faillissementen zal veroorzaken. Het betreft hier vooral vele kleine en middelgrote ondernemingen die hun schulden, welke tot nu toe gedeeltelijk gefinancierd werden door de staatssteun, niet lang meer zullen kunnen betalen. Vooral in de non-food detailhandel, maar ook in sectoren zoals de horeca, evenementen, toerisme zijn nog veel faillissementen en ontslagen te verwachten. Bijna een kwart van de restaurants in de provincie Antwerpen, die volledige bediening aan tafel aanbieden, zit vandaag in zwaar weer[5].Tienduizenden arbeiders zullen geheel of gedeeltelijk werkloos worden.
Zolang het virus niet is verdwenen en zwaar blijft wegen op de maatschappij en de economie is het adagio van de bourgeoisie in België is ‘te leren leven met het virus’, zelfs al gaat dat ten koste van de gezondheid van de werkers en hun gezinnen. De economie moet tot elke prijs aan de gang worden gehouden: ‘the show must go on’. Ook tijdens derde golf in 2021 was haar politiek er al op gericht de belangrijkste sectoren van de economie open te houden, alsmede de crèches en scholen natuurlijk, om de aanwezigheid van de arbeiders op het werk te kunnen verzekeren.
De bourgeoisie probeert uit alle macht een terugval van het broze herstel te voorkomen. Het parool bij de nieuwe regeringsverklaring voor de begroting van 2022 was ‘niet de groei afremmen, maar ondersteunen’. In deze context heeft de federale regering besloten om een deel van de economische corona-steunmaatregelen in België te verlengen tot 31 december 2021(vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid, crisisoverbruggingsrecht voor sectoren vanaf een omzetdaling van 65%).
Ook arbeiders krijgen nog wat kruimels toegeworpen voor hun bijdrage aan het openhouden van de economie: 0,4% loonsverhoging over een periode van twee jaar (wat de uitgeklede prijsindex niet compenseert), een verhoging van het wettelijk minimumloon, een vermindering de sociale bijdragen op de laagste brutolonen die enkele tientallen euro’s oplevert per jaar,de gefaseerde afschaffing van bijzondere bijdrage op de sociale zekerheid voor de lagere en middeninkomens, wat een voordeel oplevert van 50 euro voor eenpersoons- en150 euro per jaar voor een tweepersoonshuishouden. Tenslotte krijgen de arbeidersmet het laagste inkomen een eenmalige vergoeding van 80 euro voor de gestegen energieprijzen. De bedoeling van deze ‘toegevingen’ is een rookgordijn op te trekken om de aandacht van de arbeiders af te leiden van de komende plannen van de regering.
De discussies over deze steunmaatregelen zijn gerommel in de marge. De echte grote bedragen betreffen het verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, het opkrikken van de tewerkstellingsgraad en niet te vergeten de energietransitie naar meer duurzame energiebronnen. Dat zijn de pistes die, naast de toenemende ontslagen, op termijn een ernstige aanval op het levensomstandigheden van de arbeidersklasse zullen inhouden.
1. Een strengere controle op de langdurig zieken
De regering is van plan om de langdurig zieken een strenger regime op te leggen met een meer strikte ‘begeleiding’ naar hetzelfde of ander werk. Zo wil ze 5.000 langdurig zieken per jaar terug aan het werk te krijgen. Gebrek aan medewerking aan deze ‘begeleiding’ kan worden gestraft met een korting op de uitkering. Deze straf is voorlopig maar gering (2,5% van de uitkering), maar daarmee is een hindernis overwonnen en zullen er ongetwijfeld meer stappen volgen om de druk op de langdurig zieken en ook de werklozen op te voeren. Het plan hierachter is om de tewerkstellingsgraad op te krikken naar 80%.
2. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar in 2030
Dat de tewerkstellingsgraad in België naar verhouding zo laag is komt ook omdat er relatief weinig arbeiders boven de 60 jaar nog aan het werk zijn. Bovendien drukken de pensioenuitkeringen te zwaar op de staatsuitgaven. Daarom moet de pensioengerechtigde leeftijd omhoog. Het principebesluit daarover is al lang geleden genomen, maar de concrete uitvoering, die in 2025 van start moet gaan,dient nog uitonderhandeld te worden met de vakbonden, hetgeen nog heel wat gekonkel en maneuvers zal inhouden.
3. De energietransitie: over kernenergie en gascentrales.
De overstap naar een andere vorm van duurzame energieopwekking wordt doorgezet [6]. Die kosten (bouw van nieuwe gascentrale of langer openhouden van enkele kerncentrales) zullen ettelijke miljarden bedragen en zullen zo goed als zeker aan de gebruiker worden doorberekend via een gepeperde maandelijkse energierekening. Daarnaast dreigen ook vliegtuigreizen duurder te worden, terwijl nieuw aangekochte huizen verplicht geïsoleerd moeten worden en diesel- of benzinevoertuigen vervangen moeten worden door elektrische exemplaren, hetgeen de kosten voor het levensonderhoud ook sterk zal opdrijven.
Covidcrisis, economische crisis, klimaatcrisis en woningcrisis, uitingen van de kapitalistische ontbinding
De verschillende crises volgen elkaar steeds sneller op, met steeds ingrijpender gevolgen: de Covidcrisis, de economische crisis, de klimaatcrisis, de wooncrisis. En de bourgeoisie heeft geen oplossing.
1. De Covid-19 crisis. Aan het einde van de zomer stelde de bourgeoisie het voor alsof de Covidcrisis achter de rug was,maar nog geen maand later nam het aantal infecties opnieuw hand over hand toe. We zijn nu beland in een vierdegolf en zelfs daarna zal het nog niet gedaan met de Covidcrisis. Zolang het grootste deel van de wereldbevolking en een aanzienlijk deel van de Belgische bevolking nog geen of onvoldoende antistoffen toegediend heeft gekregen, zullen nieuwe gevallen blijven opduiken in België. In de tussentijd kreunen de ziekenhuizen onder de druk, want al meer dan anderhalf jaar lang verricht het verplegend personeel zijn werk onder een zeer hoge druk.
2. De economische crisis. Volgens de bourgeoisie was die het gevolg van de algemene lockdowns, die in het hele land moesten worden afgekondigd. Maar nu er geen lockdowns meer zijn, worden we behalve met het dreigende ontslag van tienduizenden arbeiders, geconfronteerd met stijgende energieprijzen, een oplopende inflatie als gevolg van de verzwakking van de euro, een tekort aan productieonderdelen door de verstoring van de mondiale bevoorradingslijnen en van de geopolitieke instabiliteiten een gebrek aan arbeidskrachten waardoor zowel productie als dienstverlening regelmatig lamgelegd wordt. Een stabiel herstel van de economie lijkt voorlopig uitgesloten.
3. De klimaatcrisis. De gevolgen van de overstromingen, die de afgelopen zomer honderdduizenden gezinnen in Wallonië hebben getroffen en meer dan duizenden gezinnen dakloos hebben gemaakt [7], zijn nog verre van aangepakt. In november, vier maanden later, zitten tienduizend gezinnen nog altijd zonder water- of gasaansluiting. Veel mensen zijn nog op het Rode Kruis aangewezen voor warme maaltijden. Voor de heropbouw is minstens 4 miljard euro nodig en waarschijnlijk nog veel meer. De Waalse regering heeft nauwelijks armslag omdat ze reeds4 miljard in het rood staat. Desondanks weigert de regering De Croo meer dan 1,2 miljard voor te schieten om die heropbouw mogelijk te maken.
4. De woningcrisis. Net als Nederland kent België ook een woningcrisis [8].Er zijn 300 duizend Belgische huishoudens die op zoek zijn naar een fatsoenlijk onderkomen. Het grote tekort aan woningen in de sociale sector, slechts 7% van het totale aantal woningen, duwt mensen richting de private huurmarkt, terwijl bijna de helft van de huurhuizen in de private sector niet voldoet aan de basisvoorzieningen. Veel gezinnen zijn genoodzaakt hun toevlucht te zoeken in krotten, garageboxen en overbevolkte kamers driehoog achter [9]. In 2016 constateerde het Europees Comité voor Systeemrisico's (ESRB) dat in verband met de aankoop van een woning de schulden van de gezinnen in België, waar 72% van de woningen koopwoningen zijn, gevaarlijk stijgen. Deze was in 2016 voor het eerst meer dan het gemiddelde in de eurozone.
Deze verschillende crises zijn in feite te herleiden tot één enkele crisis: de historische crisis van het kapitalisme. Het is een illusie om te denken dat er in het kapitalisme in verval een duurzaam herstel van de economie mogelijk zal zijn. Het kapitalisme wordt al een eeuw lang, en vooral sinds het einde van de jaren 1960, geteisterd door een permanente economische crisis. En sedert een 30-tal jaren sleurt het de wereld mee in een hels spiraal van verrotting en bloedige barbaarsheid.
Tijdens de vijf jaren van de regering Michel (2014-2019) gingen de reële lonen er 2,4% op achteruit, daalde het minimumloon en steeg het aantal werkende armen (met een inkomen van minder dan 60% van het mediane inkomen) met 16% [10]. Eurostat berekende dat van de 4,6 miljoen Belgen met een job er naar schatting 230.000 zijn die onvoldoende inkomen hebben om rond te komen. 1,8 miljoen Belgen hebben een inkomen dat zelfs onder de armoedegrens ligt [11]. En de voorbije coronaperiode maakte het bijzonder moeilijk voor de arbeiders om weerstand te bieden aan de druk van de bourgeoisie.
De laatste maanden lijkt deze trend te keren.
De strijd tegen loonsverlagingen, tegen langere werktijden, tegen de buitensporige werkdruk, tegen de personeelstekorten, tegen de prijsstijgingen is de essentiële basis om de aanvalsplannen van de bourgeoisie te weerstaan. Vandaag laat het verzet zich schuchter zien door acties in diverse sectoren, zoals D’Ieteren Centers van 1 tot 21 september, onder het ziekenhuispersoneel in Brussel op 6 september, bij Ikea in Luik op 16 september, op de luchthaven Charleroi op 20 september, bij de NMBS op 8 oktober, bij Lidl en ALDI in de 2e helft van oktober.
De omstandigheden voor de strijd van de arbeidersklasse zijn echter zeer ingewikkeld en tegenstrijdig. Terwijl sommige sectoren zwaar getroffen zijn door Covidcrisis en te maken hebben met herstructureringen, sluitingen en ontslagen, zijn er sectoren die te kampen hebben met een tekort aan arbeidskrachten, en de arbeiders een groeiende werkdruk opleggen. Daarenboven is het besef van een uitgebuite klasse die staat tegenover het kapitaal nog steeds nagenoeg afwezig, zodat de nog kleine en geringe aantal arbeidersprotesten gemakkelijk van elkaar gescheiden kunnen worden en de arbeiders zelfs gemakkelijk meegesleept kunnen worden in burgerlijke bewegingen, zoals de klimaatprotesten [12] en de anti-vaccinatieprotesten[13]. Ook al begroeten we de strijd van de arbeiders tegen de verslechterende werkomstandigheden, de ontslagen en de korting van hun salarissen voor zover het de enige mogelijkheid is om de verslechteringen, opgelegd door het kapitaal, een halt toe te roepen, het pad naar de strijd als een verenigde klasse is geen snelweg.
De bourgeoisie, die zich ervan bewust is dat haar bezuinigingsplannen de woede van de arbeiders op kan wekken, rekent op de vakbonden om elke strijd te saboteren, om voortijdige acties zonder vooruitzichten te lanceren, om de aandacht af te leiden naar valse wegen die het gevoel van onmacht tegenover de ellende vergroten. De vakbonden zijn experten in de verdeling van de arbeiders per sector, per fabriek, per categorie. Tijdens de lockdowns hebben we gezien hoe zij manoeuvreerden om de arbeiders van de ‘performante’ bedrijven af e zonderen van die van de ‘minder performante’ bedrijven. Vandaag worden de onderhandelingen over het loonakkoord door de vakbonden sector voor sector gevoerd: de NMBS, dan het onderwijs, dan de ziekenhuissector... Zo versterken zij het idee dat er geen klasse, maar verschillende categorieën arbeiders met onderscheiden belangen bestaan.
Maar het kapitalisme is nog steeds een klassenmaatschappij, waarbij kapitaal en arbeid recht tegenover elkaar staan en absoluut tegengestelde belangen hebben. De arbeidersklasse, die als uitgebuite klasse deel uitmaakt van deze klassenmaatschappij, maar haar wezen als revolutionaire klasse alleen kan bevestigen als de negatie van de diezelfde maatschappij, heeft geen enkel belang bij de instandhouding van het systeem, dat elke dag een beetje meer wegzinkt in een economische crisis en die voor steeds grotere delen van de klasse leed en ellende veroorzaakt, en hen letterlijk in de kou zet.
In haar strijd kan arbeidersklasse niet rekenen op de vakbonden of links, hoe radicaal ze zich ook voordoen, ze kan zelfs niet rekenen op de zwakheden van de bourgeoisie, maar alleen op haar eigen kracht, dat wil zeggen: haar zelforganisatie en bewustzijn. Alleen in en door de strijd kan ze haar zelfvertrouwen en eigen identiteit als klasse terugvinden en zich bewust worden van de inzet van de strijd. Meer dan ooit stelt zich de noodaak van de omverwerping van deze historisch seniele productiewijze,een gemakkelijkere weg bestaat er niet.
Dennis / 2021.11.16
[1] Zie: Ecolo/Groen en Vlaams Belang, de winnaars van de verkiezingen: De gevaarlijke misleidingen van de groene ideologie en het populisme [28]; Internationalisme 371.
[2] Bart Van Craeynest, Hervormingen zijn de weg uit deze crisis, waar wachten we op? [29]; 04-04-2021
[3] Banque nationale de Belgique [30]; 20-04-2021.
[4] Voka Paper, "De houdbaarheid van onze overheidsfinanciën [31]", juni 2021.
[5] Zie: Golf van faillissementen komt op ons af [32], 23-09-2021.
[6] In het artikel Covid-19 crisispolitiek in België: Achter de maskerade van ‘1 ploeg van 11 miljoen’, onverminderde tegenstellingen en verdeeldheid [33] (Internationalisme 374) hebben we uitvoerig uiteengezet hoe de Covidcrisis, zelf een uitdrukking en een versneller van de ontbinding van het kapitalisme, het ‘ieder voor zich’ oppookt en de tegenstellingen binnen de bourgeoisie op de spits drijft. De recente gebeurtenissen rondom de nieuw te bouwen gascentrale in Vilvoorde zijn een uitstekend voorbeeld van de tendens om het belang van de regio, of van de eigen partij te laten prevaleren boven het nationale belang.
[7] Zie: Overstromingen, droogte, branden... Kapitalisme leidt de mensheid naar een wereldwijde catastrofe! [34].
[8] Interview met Hugo Beersmans, woordvoerder van de Woonzaak, Wooncrisis: “Vlaanderen is sinds 2014 bevoegd voor Wonen maar weigert in te grijpen” [35], ICConline
[9] Zie artikel in dit blad: Het kapitalisme veroorzaakt de wooncrisis.
[10] Zie: Sociaal-economische barometer ABVV: op naar meer zekerheid en kwaliteit [36], 7 oktober 2019.
[11] Zie: Werken en toch in armoede leven: het bestaat ook in België; [37] 04-01-2019.
[12] Zie artikel in dit blad: Nieuwe ‘klimaatbetogingen’: Het kapitalisme vernietigt de planeet!.
[13] Zie artikel in dit blad: De verdediging van de democratie is geen vaccin tegen het kapitalisme, het is een dodelijk virus voor het proletariaat.
Ger Rolsma, kandidaat voorzitter van de PvdA in Nederland, verklaart op zijn blog: “Ik verzet mij tegen de liberalisering van de huizenmarkt”(Recht op wonen). In deze verklaring speculeert hij op onwetendheid van de jongere mensen. Immers, de liberalisering is geen politiek die pas vandaag speelt en bovendien is deze niet tegen de wil van de PvdA in gang is gezet. Integendeel: de PvdA stond in de jaren 1990 aan de wieg van de liberalisering van de huizenmarkt. Een snelle boostershot:
- Reeds met de regering Kok I, die aantrad in 1994, kregen de woningcorporaties geen subsidie of goedkope leningen van de staat meer voor de bouw van goedkope huurwoningen. Daarop begonnen diezelfde corporaties hun organisatie te runnen als commerciële onderneming en grote aantallen sociale huurwoningen te verkopen en onrendabele sociale huurwoningen te slopen.
- In 2000 publiceerde de regering Kok II een woningnota Mensen, Wensen Wonen, die vermeldde dat er in 2010 een eigen woningbezit gerealiseerd moest zijn van 65% van het totale woningbestand. Om dat te kunnen verwezenlijken was het nodig dat er jaarlijks 20 duizend private en 50 duizend sociale huurwoningen omgezet werden in koopwoningen. (Zie: "Vrije markt, vrije toegang? [39]")
- Zo zijn er dus tot aan 2009, op initiatief van de PvdA, waarschijnlijk een half miljoen sociale huurwoningen uit het bestand verdwenen. In de periode 2009-2015 zijn er volgens de Woonbond in ieder geval 262.400 verdwenen (De Woonbond, "Groot tekort sociale huurwoningen") en in de afgelopen 5 jaar naar verluid nog eens 100.000. Dat bekent dat er in de laatste 25 jaar tussen de 750 duizend en één miljoen sociale huurwoningen zijn verdwenen, een kwart van het totaal.
De gevolgen van deze operatie, die dus al 25 jaar aan de gang is, zijn vandaag te bespeuren in de naakte cijfers:
De koopwoningen zijn voor het gros van de starters inmiddels veel te duur geworden. Ze zijn dus aangewezen op huren. Maar de huren in de private sector zijn ook veel te duur. Blijft dus over de sociale huursector. Maar van dit soort woningen zijn er inmiddels zo weinig overgebleven dat je, om ervoor in aanmerking te komen in een stad als Amsterdam, al gauw vijftien jaar moet wachten. In de andere grote steden gaat het die kant ook op.
Bovendien verkeren minstens 80.000 sociale huurwoningen in een matige tot zeer slechte staat, zo blijkt uit de gegevens van de Autoriteit woningcorporaties. Huurders kunnen hierdoor te maken krijgen met lekkages, beschimmelde muren en plafonds, onbegaanbare balkons of rottende kozijnen. (Zie: Tienduizenden sociale huurwoningen in slechte staat en soms rijp voor de sloop [40]; RTL Nieuws, 18-09-2021)
In reactie op deze crisis in de huisvesting voor honderdduizenden woningzoekenden zijn in Amsterdam en Rotterdam verschillende comités opgericht, zoals Bond Precaire Woonvormen, Recht Op Stad, Niet Te Koop, en Verdedig Noord. Ze hebben het initiatief genomen tot protesten: op 12 september in Amsterdam en op 17 oktober in Rotterdam. Daarnaast werden er inmiddels ook woonprotesten georganiseerd in Tilburg, Nijmegen, Arnhem, Den Haag, Utrecht en Groningen.
Wonen is een essentieel aspect van het leven van de arbeidersklasse, maar dat betekent niet dat iedere strijd tegen de woningcrisis plaatsvindt op haar terrein. Delen van de arbeidersklasse hebben deelgenomen aan de huidige betogingen, maar ze deden dat op individuele basis, ‘opgelost’ in een vormeloze massa bestaande uit mensen uit verschillende lagen in de maatschappij. De arbeiders die meeliepen achter deze leuzen, zoals “Garandeer voldoende en betaalbare huizen!”, deden dat dus niet in de hoedanigheid als arbeiders maar als burgers, die door druk uit te oefenen, hopen dat de autoriteiten iets aan de woningnood gaan doen. Maar dat is ijdele hoop.
Dit huidige woningcrisis is namelijk niet alleen het gevolg van de liberalisering. Zelfs het terugdraaien van de liberalisering lost de crisis niet op. De woningnood is een kenmerk van het kapitalisme. Sinds het kapitalisme zich heeft gevestigd is het er nooit en nergens in geslaagd gedegen en betaalbare onderkomens voor de bevolking en met name voor de arbeidersklasse te realiseren. Dat komt omdat een woning in wezen een waar is waarvan de prijs, naast de prijs van de grond, in principe bepaald wordt door dezelfde factoren die ook de prijs van een auto of een winterjas bepalen.
Het artikel hieronder is een verkorte versie van een artikel dat op de engelstalige website is gepubliceerd [1]. Het behandelt vooral de woningcrisis in het Verenigd Koninkrijk, maar de analyse die hierin wordt ontwikkeld is volledig geldig voor alle andere kapitalistische landen, Nederland en België inbegrepen.
Er zijn sinds het midden van de jaren 1980 geen officiële cijfers meer verzameld over het aantal mensen dat kraakt in Groot-Britannië, maar een recent artikel in The Guardian meldde dat er tussen de twintig- en vijftigduizend mensen zijn die kraken, meestal wonend in langdurig verlaten panden[2]. Dit maakt deel uit van het algemene beeld van steeds meer mensen die worstelen om een dak boven hun hoofd te houden. Zo laten de verzamelde cijfers over dakloosheid de laatste jaren een toename zien: in Engeland meldden 110.000 gezinnen zich in 2011-12 bij hun lokale overheid als dakloos, een toename van 22% ten opzichte van het jaar daarvoor. 46% van deze gezinnen werd door de plaatselijke overheid als dakloos erkend, een stijging van 26% ten opzichte van het jaar daarvoor.
De liefdadigheidsorganisatie Crisis, van wier website de bovenstaande cijfers afkomstig zijn, onderstreept dat deze officiële cijfers waarschijnlijk zeer onnauwkeurig zijn, aangezien de meerderheid van de daklozen verborgen is omdat zij zich niet vertonen op plaatsen, zoals officiële opvangcentra voor daklozen, die de regering gebruikt om haar gegevens te verzamelen. Een andere indicator dat huisvesting een steeds groter probleem wordt, zijn de gegevens over het aantal mensen dat op straat slaapt. Uit officiële cijfers blijkt dat in 2011 in Engeland meer dan tweeduizend mensen op eender welke nacht op straat hebben geslapen, een stijging van 23% ten opzichte van 2010. Maar nogmaals, het werkelijke cijfer is waarschijnlijk veel hoger, aangezien niet-gouvernementele organisaties melden dat meer dan vijf en een half duizend mensen in 2011-12 alleen al in Londen op straat sliepen, een stijging van 43% ten opzichte van het voorgaande jaar.
Wereldwijd wordt naar schatting door ten minste 10% van de wereldbevolking gekraakt. Veel van de sloppenwijken rond steden als Mumbai, Nairobi, Istanbul en Rio de Janeiro bestaan voor een groot deel uit krakers.[3] De soorten huisvestingen, de diensten die de bewoners ter beschikking staan, of het gebrek daaraan, het soort werk dat verricht wordt en de samenstelling van de bevolking variëren. Alles tesamen laten ze echter zien dat,ondanks alle geproduceerde goederen en al het geld dat in de wereld circuleert, het kapitalisme nog steeds niet in staat is om op adequate wijze te voorzien in een van de meest elementaire menselijke behoeften. Het doel van dit artikel is te trachten de redenen hiervoor te onderzoeken.
Uitgangspunt is de erkenning dat de vorm die het huisvestingsvraagstuk onder het kapitalisme aanneemt bepaald wordt door de economische, sociale en politieke parameters van de burgerlijke maatschappij. In dit systeem zijn de belangen van de arbeidersklasse, en van andere uitgebuite klassen zoals de boeren, altijd ondergeschikt aan die van de bourgeoisie. Op economisch vlak zijn er twee belangrijke dynamieken. Enerzijds is huisvesting voor de arbeidersklasse een kostenpost en dus onderhevig aan dezelfde drang tot kostenvermindering als alle andere elementen die verband houden met de reproductie van deze klasse. Anderzijds kan huisvesting ook een bron van winst zijn voor een deel van de bourgeoisie, of die huisvesting nu aan de arbeidersklasse of aan een ander deel van de maatschappij wordt verstrekt. Op sociaal en politiek vlak werpt huisvesting vragen op voor de heersende klasse over gezondheid en maatschappelijke stabiliteit, maar de huisvestingskwestie biedt ook mogelijkheden voor zowelde fysieke als ideologische controle van de arbeidersklasse en andere uitgebuite klassen. Dit was zo in de begindagen van het kapitalisme en is ook nu nog zo.
In het vroege kapitalisme maakte het ontstaan van sloppenwijk een inherent deel uit van de kapitalistische ontwikkeling. De bourgeoisie heeft behoefte aan goedkope arbeidskracht, en de slechte voorzieningen, de demoralisatie en de ziektes nam zij in het begin van de industriële periode op de koop toe. In bepaalde gevallen profiteerde delen van de kapitalistische klasse ook van de verhuur van verpauperde appartementen en huizen aan de arbeidersklasse. Later, in de 19e eeuw, begon het kapitalisme oplossingen voor het woningvraagstuk te zoeken, mede omdat de gevolgen ervan niet beperkt bleven tot de arbeidersklasse. Deze hervormingen konden de essentie van het probleem niet oplossen. Hier verwijzen we graag naar het boek van Friedrich Engels, “Over het woningwprobleem”, waarin hij schrijft: “Dezelfde economische noodzaak, die [de sloppenwijk] op de ene plek schiep, schept ze ook op een andere. En zolang de kapitalistische productievorm bestaat, zolang zal het dom zijn een oplossing te zoeken voor alleen het woningprobleem of voor een willekeurig ander maatschappelijk vraagstuk, dat het lot van de arbeiders aangaat”.Wat hierop volgt is een verdere illustratie van de onmacht van de bourgeoisie om een oplossing te vinden op het woningvraagstuk.
De Eerste Wereldoorlog liet een tekort van 610.00 huizen na in Engeland, waarbij veel vooroorlogse sloppenwijken onaangeroerd bleven. In de nasleep van de oorlog kregen de plaatselijke autoriteiten de bevoegdheid om krottenwijken te ontruimen en huurwoningen te bouwen. Tussen 1931 en 1939 werden meer dan 700.000 woningen gebouwd, waardoor viervijfde van de mensen die in krottenwijken woonden opnieuw gehuisvest werd [3]. Veel van de nieuwe huizen werden gebouwd in grote buitenwijken aan de rand van grote steden zoals Liverpool, Birmingham, Manchester en Londen. Sommige plaatselijke autoriteiten experimenteerden met de bouw van flatgebouwen. Deze inspanningen vielen echter in het niet bij de twee en een half miljoen woningen die particulier werden gebouwd en verkocht aan de middenklasse en de beter betaalde delen van de arbeidersklasse. Toch betekende dit niet het einde van de sloppenwijken en bleef de ernstige overbevolking in veel volkswijken bestaan. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een terugval toen de woningbouw vrijwel stil kwam te liggen en de binnensteden werden blootgesteld aan bombardementen. De naoorlogse periode was getuige van het meest gecoördineerde woningbouwprogramma van de staat in de Britse geschiedenis, dat zijn hoogtepunt bereikte aan het eind van de jaren 1950, toen er jaarlijks meer dan 300.000 sociale woningen werden gebouwd. De bouw van grote torenflats was ditmaal een prominenter kenmerk. Er werd ook steun gegeven aan de particuliere bouw en in 1975 was 52,8% van de woningen particulier bezit, vergeleken met 29,5% in 1951 (particuliere huurwoningen daalden in dezelfde periode van 44,6% naar 16%)[4].
In Groot-Brittannië en de andere grote kapitalistische mogendheden maakte de naoorlogse periode enkele belangrijke veranderingen op het gebied van huisvesting mogelijk. De naoorlogse ‘boom’, die gebaseerd was op de zeer aanzienlijke verbeteringen van de productiviteit na de verwoesting van de oorlog, gaf de staat de middelen om de uitgaven op een aantal gebieden, waaronder huisvesting, te verhogen. Zoals reeds werd opgemerkt, waren enkele belangrijke arbeiderswijken in de steden die productiecentra waren geweest, door bombardementen verwoest of beschadigd. De industrieën die zich na de oorlog ontwikkelden, zoals de automobielindustrie, leidden tot de bouw van nieuwe fabrieken, vaak buiten de oude concentraties. Dit vereiste de bouw van woningen voor de werkers. Er was ook een politiek motief om in maatschappelijke behoeften te voorzien en zo het risico van onrust na de oorlog te verminderen.
De naoorlogse ‘boom’ bereikte echter veel delen van de wereld niet. Daartoe behoorden enkele landen in het westen, zoals Ierland, waar ernstige armoede en sloppenwijken bleven bestaan tot de economische ‘boom’ die zich daar in de jaren 1980 ontwikkelde. Het omvatte vooral wat de ‘Derde Wereld’ wordt genoemd, die in wezen de continenten en landen omvat die het voorwerp waren van imperialistische overheersing door de grote kapitalistische landen. Kortom, het grootste deel van de wereld. Vanuit dit gezichtspunt wordt het duidelijk dat Engels' argument niet alleen bevestigd wordt, maar bevestigd wordt op een schaal die hij zich niet had kunnen voorstellen.
Vandaag de dag leven een miljard mensen in sloppenwijken en het merendeel van de wereldbevolking is nu stedelijk. De meeste van deze sloppenwijken bevinden zich in de ‘Derde Wereld’ en, in mindere mate, in delen van het oude Oostblok (wat ooit de Tweede Wereld werd genoemd). Dit is een nieuwe situatie. In het boek Planet of Slums, gepubliceerd in 2006, stelt de auteur, Mike Davis, dat “de meeste van de huidige megasteden in het Zuiden een gemeenschappelijk traject hebben: een regime van relatief langzame, zelfs vertraagde groei, vervolgens een abrupte versnelling tot snelle groei in de jaren 1950 en 1960, waarbij immigranten van het platteland steeds meer onderdak kregen in perifere sloppenwijken”[5]. De langzame of vertraagde groei in veel van deze steden was een gevolg van hun status als kolonie van de grote mogendheden. In India en Afrika vaardigden de Britse koloniale heersers wetten uit om te voorkomen dat de inheemse bevolking van het land naar de stad trok en om de bewegingen en levenswijzen van degenen die in de steden woonden te beheersen. Het Franse imperialisme legde soortgelijke beperkingen op in die delen van Afrika die onder zijn controle stonden. Het lijkt logisch om te denken deze beperkingen verband houden met de status van veel van deze landen als leveranciers van grondstoffen aan hun koloniale meesters. Maar zelfs in Latijns-Amerika, waar de koloniale hand aantoonbaar minder streng was, kon de plaatselijke bourgeoisie evenzeer gekant zijn tegen het binnendringen van hun plattelandsbevolking in de steden. Zo werd aan het eind van de jaren 1940 hard opgetreden tegen de krakers die naar stedelijke centra als Mexico Stad trokken als gevolg van de politiek van lokale industrialisatie ter vervanging van de import.
Dit veranderde toen het kolonialisme eindigde en het kapitalisme steeds mondialer werd. Steden begonnen in omvang en aantal toe te nemen. In 1950 waren er 86 steden in de wereld met een bevolking van meer dan een miljoen inwoners. In 2006 waren dat er 400 en in 2015 zullen dat er naar verwachting 550 zijn. De stedelijke centra hebben het grootste deel van de mondiale bevolkingsgroei van de afgelopen decennia geabsorbeerd en de stedelijke beroepsbevolking bedroeg in 2006 3,2 miljard[6]. Dit laatste punt benadrukt het feit dat in landen als Japan, Taiwan en, meer recentelijk, India en China deze groei gekoppeld is aan de ontwikkeling van de productie. In China zijn honderden miljoenen boeren van het platteland naar de steden getrokken, vooral die in de kustgebieden waar de meeste industrialisatie heeft plaatsgevonden; waarschijnlijk zullen er nog honderden miljoenen volgen. In 2011 was de meerderheid van de Chinese bevolking stedelijk[7].
Dit kan de indruk wekken dat het proces van de 19e eeuw zich voortzet; dat de chaotische ontwikkeling van het begin zal worden vervangen door een meer gestage opmars in de waardeketen van de productie met de daaruit voortvloeiende stijging van de lonen, de welvaart en de binnenlandse markten. Dit wordt gebruikt ter ondersteuning van het argument dat het kapitalisme dynamisch en vooruitstrevend blijft en dat het mettertijd de armen uit de armoede zal halen, de hongerenden zal voeden en de sloppenwijkbewoners zal huisvesten.
Dit is echter niet het volledige verhaal van de huidige periode. In veel andere landen is er geen verband tussen de ontwikkeling van steden en de daarmee samenhangende sloppenwijken, en de ontwikkeling van de productie.
De gevolgen zijn te zien in de sloppenwijken die veel steden in het Zuiden omringen. Terwijl het de megasteden zijn die de krantenkoppen halen, woont de meerderheid van de stedelijke armen in tweederangssteden waar vaak weinig of geen voorzieningen zijn en die weinig aandacht trekken. De verhalen over de levensomstandigheden van de bewoners van deze sloppenwijken die door Planet of Slums lopen, weerspiegelen delen van Engels’ analyse. In de binnensteden verdringen de armen zich niet alleen in oude woningen en in nieuwe panden die door speculanten voor hen zijn opgezet, maar ook op begraafplaatsen, boven rivieren en op straat zelf. De meeste sloppenwijkbewoners wonen echter in de periferie van de steden, vaak op land dat vervuild is, of land dat gevaar loopt op milieurampen of anderszins onbewoonbaar is. Hun huizen zijn vaak gemaakt van stukken hout en oude plastic zeilen, vaak zonder voorzieningen en onderhevig aan uitzetting door de bourgeoisie, alsook uitbuiting en geweld door de diverse speculanten, afwezige huisbazen en criminele bendes die het gebied beheersen. In sommige gebieden krijgen de krakers wettig eigendom en slagen zij erin het stadsbestuur zover te krijgen dat het basisdiensten verleent. Overal zijn ze het slachtoffer van uitbuiting. Net als in Engeland in de 19e eeuw valt er geld te verdienen aan ellende. Grote en kleine speculanten bouwen eigendommen, soms legaal, soms illegaal, en ontvangen huurprijzen die voor de gehuurde ruimte vergelijkbaar zijn met de duurste binnenstedelijke appartementen van de rijken. Het gebrek aan diensten biedt andere mogelijkheden, waaronder de verkoop van water.
De bourgeoisie blijft proberen om de huisvestingscrisis die haar maatschappij creëert ‘op te lossen’. Net als in het verleden is dit altijd beperkt door wat verenigbaar is met de belangen van het kapitalistische systeem en van de bourgeoisie binnen dat systeem. Enerzijds zijn er pogingen geweest om het probleem eenvoudigweg weg te bulldozeren, door miljoenen armen, of het nu arbeiders, ex-boeren, kleine handelaren of de afdankertjes van de maatschappij zijn, uit hun huis te zetten en in nieuwe krottenwijken te dumpen. Of op het open platteland, ver weg van de ogen, oren en neuzen van de rijken. Anderzijds is er een hele bureaucratie ontstaan om het huisvestingsprobleem op te lossen, met inbegrip van het IMF, de Wereldbank, de VN en zowel internationale als lokale NGO's; maar zij doen dit altijd binnen het kader van het kapitalisme. In dit geval is er sprake van een bijzonder ongewone bondgenootschap tussen zogenaamde radicalen die de armen ‘mondiger’ willen maken en internationale kapitalistische instanties zoals de Wereldbank die een marktoplossing willen vinden die ondernemerschap en eigendom aanmoedigt.
Tenslotte is er de onuitgesproken maar altijd aanwezige doelstelling om de uitgebuitenen te verdelen door middel van de gebruikelijke mix van coöptatie en onderdrukking. Zo eindigen organisaties die beginnen met radicale eisen, zoals groepen krakers, vaak in samenwerking met de heersende klasse zodra aan hen een paar concessies zijn gedaan. Onder sommige ideologen zijn er zelfs echo's van het verleden, zoals het idee dat de oplossing erin bestaat de armen wettelijk recht te geven op de grond waarop zij leven. Engels toont aan dat deze 'oplossing' snel terug zal leiden naar het oorspronkelijke probleem, omdat het niets verandert aan de basispremisse van de kapitalistische maatschappij die “de kapitalist de gelegenheid biedt om voor arbeidskracht te betalen wat deze kost, maar er veel meer uit te slaan dan deze kost door de arbeider te dwingen om langer te werken dan nodig is om boven de kosten uit te komen, die de arbeidskracht met zich meebrengt”[8].
In de oude kapitalistische kernlanden van West-Europa en de VS leidde de terugkeer van de open economische crisis aan het eind van de jaren 1960 tot twee grote veranderingen die van invloed waren op de huisvesting van de arbeidersklasse. De eerste was de noodzaak om de uitgaven van de staat, en met name de aan de arbeiders betaalde uitkeringen, te beperken; de tweede was de verschuiving van kapitaal van productieve investeringen naar speculatie waar de opbrengsten hoger leken.
De beperking van de overheidsuitgaven leidde eerst tot een vertraging van het aantal gebouwde sociale woningen en vervolgens, onder Thatcher, tot de verkoop van de sociale woningvoorraad en de beperking van verdere bouw door de plaatselijke autoriteiten. Maar dit alles is niet met Thatcher begonnen. Wij hebben reeds gewezen op de inspanningen van zowel de Tory- als de Labourregering om het bezit van een eigen woning zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog te bevorderen, voornamelijk door belastingverlaging voor hypotheken. De verkoop van sociale woningen verminderde niet alleen de kapitaalkosten voor de bouw van woningen, maar ook de kosten voor het onderhoud ervan, aangezien de nieuwe eigenaar hiervoor zelf verantwoordelijk was. Het idee dat het bezit van grondeigendom zou helpen om de dreiging van de arbeidersklasse in te dammen, gaat nog verder terug.
Financiële speculatie werd steeds koortsachtiger naarmate de strijd om een winstgevend rendement op kapitaal de afgelopen 40 jaar intensiever werd. De financiële deregulering die zowel Groot-Brittannië als de VS in de jaren 1980 kenmerkte, stelde de bourgeoisie in staat steeds complexere vormen van speculatie te ontwikkelen. In de jaren 1990 vloeide het geld naar een reeks nieuwe instrumenten die gebaseerd waren op de uitbreiding van krediet naar steeds grotere delen van de arbeidersklasse. De ontwikkeling van subprime-hypotheken in de VS was typerend in deze aanpak. Speculanten dachten dat ze veilig waren vanwege de complexe aard van de financiële instrumenten waarin ze investeerden, en de hoge rating die ze kregen van ratingbureaus als Standard and Poor. De ineenstorting van de subprime-markt in 2007 liet zien dat dit een illusie was en legde de basis voor de bredere ineenstorting die volgde, een ineenstorting waarvan de gevolgen nog steeds merkbaar zijn.
De eerste zeepbel op de huizenmarkt barstte in de jaren 1990 en stortte velen in negatief vermogen, wat leidde tot een groot aantal gedwongen verkopen. Deze keer is de bourgeoisie erin geslaagd de gevolgen te beperken, zodat er minder beslagleggingen zijn. Huisvesting is nu echter minder betaalbaar geworden door een combinatie van de blijvende stijgingen tijdens de zeepbellen, en de aanscherping van de kredietvoorwaarden na 2007, met als gevolg dat veel jonge mensen het zich niet langer kunnen veroorloven om te kopen. Tegelijkertijd is de huursector kleiner geworden. Het aanbod van de gemeente is beperkt en wordt streng gecontroleerd, met criteria waardoor jongeren veroordeeld zijn tot kleine en slechte huisvesting, als ze al niet in een B&B terechtkomen. Door de nieuwe beperkingen op de huursubsidie zullen gezinnen op straat worden gezet en genooodzaakt te verhuizen uit hun woongebied , waardoor een van de weinige opties het kraken van een van de duizenden leegstaande panden is. En zo keren we terug naar waar we begonnen.
Het antwoord op het woningvraagstuk
Het huisvestingsvraagstuk waarmee arbeiders en andere uitgebuite klassen over de hele wereld worden geconfronteerd, neemt in het ene land heel andere vormen aan dan in het andere, en verdeelt vaak de slachtoffers van het kapitalisme. Er kan een onoverbrugbare kloof lijken te bestaan tussen een jonge arbeider die in de marge van een stad als Peking of Mumbai een kraakpand bewoont op grond die onderloopt door overstromingen of vergeven is van industrieel vergif, en een jonge arbeider die in Londen niet in aanmerking komt voor een sociaal appartement of in Birmingham geen hypotheek op een huis kan krijgen. Toch is de vraag voor alle werkers hoe zij als mens kunnen leven in een maatschappij die ondergeschikt is aan de ontrekking van winsten van de velen voor de weinigen. En ondanks alle veranderingen in de vorm en de omvang van de vraag blijft de inhoud dezelfde. De conclusie van Engels blijft vandaag even geldig als meer dan een eeuw geleden: “In een dergelijke maatschappij is woningnood in het geheel geen toevalligheid, het is een noodzakelijk instituut; het probleem kan worden verholpen — samen met alle gevolgen van de hygiëne e.d. - maar alleen dan, wanneer de hele maatschappijstructuur die eraan schuldig is, fundamenteel wordt omgevormd” [9] n
North / 11.01.2013
[1] Capitalism produces the housing crisis [41]; ICC-online 2013
[2]The Guardian 03-12-2012, Squatters are not home stealers [42] [Nederlands: Krakers zijn geen huizenstelers]. Deel van de ideologische campagne om de nieuwe wet tegen kraken te legitimerenbestond eruit uitvoerig te publiceren over eigenaren van huizen die hun huis gekraakt terugvonden na een periode van afwezigheid.
[3] Stevenson British Society 1914-45, chapter 8 “Housing and town planning”. Penguin Books, 1984.
[4] Zie: Morgan, The People’s Peace. British History 1945-1990. Oxford University Press, 1992.
[5] Davis, Planet of Slums, Hoofdstuk 3, “The Treason of the State”, Verso 2006. Veel van het hieropvolgende is uit dit werk genomen.
[6] Ibid., Hoofdstuk 1, “The Urban Climateric”, pp. 1-2.
[7] UN Habitat, The State of China’s Cities 2012-2013, Executive Summary, p. VIII.
[8] Friedricht Engles, Over het woningprobleem, deel 2, “Hoe de bourgeoisie het woningvraagstuk aanpakt”. [43]
[9] Ibid. [43]
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_375_klweb_0.pdf
[2] https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1917/staat-revolutie/ch05.htm
[3] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/covid-19
[4] https://www.972mag.com/palestinian-protests-unity-jerusalem/
[5] https://libcom.org/forums/news/jerusalem-gaza-14052021
[6] https://en.internationalism.org/content/17028/against-nationalist-poison-international-solidarity-all-workers
[7] https://www.redblacknotes.com/2021/05/14/freedom-for-palestine-statement-from-anarchist-communist-groups-in-oceania/
[8] https://www.anarchistcommunism.org/2021/05/17/on-the-crisis-in-israel-palestine/
[9] https://socialismoryourmoneyback.blogspot.com/2021/05/war-without-end.html
[10] https://en.internationalism.org/content/16885/acg-rejects-identity-politics-accepts-democratic-secular-state-israel
[11] https://en.internationalism.org/content/17016/wars-and-pogroms-future-capitalism-offers-us
[12] http://www.leftcom.org/en/articles/2021-05-20/neither-israel-nor-palestine-no-war-but-the-class-war
[13] https://www.angryworkers.org/2021/05/25/editorial-3-palestine-israel/
[14] https://nl.internationalism.org/tag/4/90/israel
[15] https://nl.internationalism.org/tag/4/91/palestina
[16] https://nl.internationalism.org/tag/3/45/internationalisme
[17] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/israel
[18] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/palestina
[19] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/internationalisme
[20] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/nationalisme
[21] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/internationalist-communist-tendency
[22] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/angry-workers-world
[23] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/kras
[24] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/anarchist-communist-group
[25] https://nl.internationalism.org/content/1442/het-kapitalisme-bedreigt-de-planeet-en-de-mensheid-alleen-de-wereldwijde-strijd-van-het
[26] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/klimaatopwarming
[27] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatbetoging
[28] https://nl.internationalism.org/content/1455/ecologroen-en-vlaams-belang-de-winnaars-van-de-verkiezingen-de-gevaarlijke-misleidingen
[29] https://businessam.be/hervormingen-zijn-de-weg-uit-deze-crisis-waar-wachten-we-op/
[30] https://www.nbb.be/doc/dq/f/dq3/nfco.pdf
[31] https://www.voka.be/publicaties/voka-paper-juni-2021-de-houdbaarheid-van-onze-overheidsfinancien
[32] https://www.gva.be/cnt/dmf20210922_97953931
[33] https://nl.internationalism.org/content/1566/covid-19-crisispolitiek-belgie-achter-de-maskerade-van-1-ploeg-van-11-miljoen
[34] https://nl.internationalism.org/content/1570/overstromingen-droogte-branden-kapitalisme-leidt-de-mensheid-naar-een-wereldwijde
[35] https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/10/14/wooncrisis-vlaanderen-is-sinds-2014-bevoegd-voor-wonen-maar-weigert-in-te-grijpen/
[36] https://abvv.be/sociaal-economische-barometer-abvv-op-naar-meer-zekerheid-en-kwaliteit
[37] https://www.hln.be/jobs/werken-en-toch-in-armoede-leven-het-bestaat-ook-in-belgie~a5c03588/
[38] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-belgie
[39] https://pp.one/
[40] https://www.rtl.nl/onderzoek/artikel/5248327/achterstallig-onderhoud-huurwoningen-woningstichting-corporatie-matig
[41] https://en.internationalism.org/worldrevolution/201301/6246/capitalism-produces-housing-crisis
[42] https://www.theguardian.com/society/2012/dec/03/squatters-criminalised-not-home-stealers
[43] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1872/1872woning.htm
[44] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-nederland
[45] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/woningnood