Gepubliceerd op Internationale Kommunistische Stroming (https://nl.internationalism.org)

Home > Internationalisme > Internationalisme - jaren 2020 > Internationalisme 2021 - 374 t/m 375 > Internationalisme nr. 374 - 1e-2e kwartaal 2021

Internationalisme nr. 374 - 1e-2e kwartaal 2021

  • 12 keer gelezen
[1]

Covid-19 crisispolitiek in België: Achter de maskerade van ‘1 ploeg van 11 miljoen’, onverminderde tegenstellingen en verdeeldheid

  • 44 keer gelezen

Einde 2020 beschreven we als volgt de kwakkelende aanpak van de Covid-19 crisis door de Belgische bourgeoisie: “Het politieke gekonkel, dat sedert begin 2019 plaatsvond, werd in het begin van dit jaar nog aangewakkerd en verhevigd door de uitbarsting van de coronacrisis. De politieke crisis en de coronacrisis leverde een explosief brouwsel op en leidde tot een vlucht voor de verantwoordelijkheid door de politieke “leiders” en tot een aanzienlijke bestuurlijke chaos in het land. Gevestigde politieke bolwerken lieten het vuile werk van de covidcrisis opknappen door een regering van lopende zaken, die regelmatig botste met de ‘wilde’ initiatieven van de gewestelijke en lokale bestuurders. Gebrek aan onderling vertrouwen en een falen van de onderlinge communicatie maakten de dienst uit met als gevolg dat België nu het hoogste aantal coronadoden kent per 100.000 inwoners in de hele wereld” (Nieuwe Belgische regering De Croo : Een ‘dynamische ploeg’ om het vertrouwen in de politiek te herstellen [2]; Internationalisme 372, 3de-4de kwartaal 2020).

In een poging om dit beeld van alomtegenwoordige onverantwoordelijkheid en chaos te verdrijven, werd begin oktober 2020 een ‘nieuwe, frisse’ federale regeringsploeg aangesteld, de regering De Croo, die komaf zou maken met de oude ‘kibbelcultuur’. Zij zou ‘resoluut kiezen voor eenheid’ achter een samenhangend beheer en een vernieuwend programma: ‘1 ploeg van 11 miljoen’ Belgen! Maar wat blijft er over van die ronkende beloftes na 9 maanden regeren?

1. De aanpak van de pandemie blijft chaotisch

Zoals haar Europese rivalen heeft de Belgische bourgeoisie weinig of geen lessen getrokken uit de eerste golf van de pandemie: mogelijke begeleidende maatregelen om de pandemie te monitoren en onder controle te houden, de tracking en tracing met verplichte quarantaine van de besmette personen bij buitenlandse reizen bijvoorbeeld, bleken op een totale flop uit te draaien. De regering De Croo, met de ‘socialistische’ minister van gezondheid F. Vandenbroucke op kop, had zich echter sowieso voorgenomen om zich bij de tweede golf niet neer te leggen bij de onvermijdelijkheid van een nieuwe algemene lockdown, waarbij alle niet-essentiële delen van de economie worden stilgelegd. Derhalve bestaat sinds november de onwrikbare kern van de regeringspolitiek erin ten aller prijzen de productieve sectoren van de economie draaiende te houden en, als ondersteuning hiervoor, ook het kleuter- en lager onderwijs open te houden, al slaagden de beschermende maatregelen zoals  de ventilatie van lokalen of de testing/zelftesting in bedrijven en scholen er niet in infecties of nieuwe varianten onder controle te houden, waardoor versoepelingsmaatregelen ook regelmatig teruggeschroefd moesten worden. Vervolgens startte de vaccinatiecampagne traag, met grote verschillen tussen regio’s (grote achterstand van het Brussels Hoofdstedelijk gewest t.o.v. andere regio’s, van de steden Antwerpen en Gent t.o.v. de rest van Vlaanderen bvb.). Ook hier barstten schandalen uit van gemeentebesturen die eigen medewerkers en familie lieten voorgaan in de vaccinatie en de opvolgingsregels van het vaccinatieschema aan hun laars lapten. Kortom, ondanks een betere centralisatie door de regering De Croo bleef de onmacht om de pandemie effectief aan te pakken schrijnend, met als gevolg duizenden extra doden, die niet nodig waren geweest.

2. Het gekibbel tussen burgerlijke fracties blijft aanhouden

Een van de redenen waarom het beheer van pandemie ondoeltreffend en onsamenhangend blijft is het feit dat de verschillende partijen en ook de verschillende deelregeringen voortdurend met verklaringen en voorstellen komen aanzetten die de plannen en maatregelen van de federale regering in vraag stellen of zelfs onderuithalen. Toen de regering strikte maatregelen voorschreef, werden deze openlijk in twijfel getrokken door partijvoorzitters van sommige regeringspartijen zelf (van de liberale MR tot de voorzitter van Ecolo die openlijk verklaarde de maatregelen niet te volgen). Toen de Federale regering een voorzichtige versoepeling voorstelde, ontstond er onmiddellijk een opbod aan versoepelingsmaatregelen vanwege de deelregeringen (Vlaanderen vooral) en de partijen (van de Franstalige Parti Socialiste tot de Vlaamse Liberaal Democraten), terwijl sommige burgemeesters en gemeenten openlijk verklaarden dat ze de monitoring van de versoepelingen niet zouden verzekeren (zoals in Luik of Middelkerke). Tenslotte botsten zelfs de liberale Eerste Minister met zijn ‘socialistische’ minister van volksgezondheid, die vond dat De Croo onvoldoende rekening hield met de zorgwekkende toestand in de ziekenhuizen.

Men zou zich kunnen afvragen waarom  de bourgeoisie op zo’n ongecontroleerde wijze de problemen aanpakt? Dit heeft niets te maken met slechte wil en nog minder met een machiavellistisch plan. De historische krisis van het kapitalistisch productiesysteem drijft sowieso de interne tegenstellingen op de spits en de woekerende ontbinding, waarvan de Covid-19 crisis zelf een uitdrukking en een versneller is, pookt het ‘elk voor zich’ zodanig op dat de bourgeoisie steeds grotere moeilijkheden ondervindt om haar eigen politieke apparaat onder controle te houden. Daar ligt de fundamentele verklaring voor de toenemende spanningen in het politieke apparaat van de Belgische bourgeoisie.

3. Spanningen nemen toe binnen de maatschappij

Spanningen en contestatie kwamen tot uiting in allerlei groepen van de maatschappij: van café- en restauranthouders tot cateraars, van de culturele sector tot de amateursporten en de fitnesscentra. Duizenden jongeren kwamen bijeen in parken of op pleinen en negeerden de coronamaatregelen (zoals bij ‘La Boum’ 1 en 2 in het Brusselse Terkamerenbos), terwijl burgemeesters alsmaar weigerachtiger stonden om de ordehandhaving te verzekeren. Bovendien is er de door uitzichtloosheid dn wanhoop gedreven rondzwerving van een losgeslagen militair van het elitekorps met uiterst rechtse en complotistische sympathieën. Deze roofde een arsenaal aan wapens (tot raketlanceerders tegen gepantserde voertuigen) uit de kazerne waar hij gelegerd was en dreigt een aantal beleidsvoerders en virologen te vermoorden omdat ze een coviddictatuur zouden opleggen. Hij wordt op sociale media door tienduizenden mensen bejubeld als een ‘moderne Robin Hood’ terwijl politiediensten en leger sedert weken proberen hem te arresteren.

De pandemie leidt dus alleszins niet tot het opleggen door de burgerlijke Staat van een ijzeren discipline aan haar bevolking; het gevaar ligt echter elders: dat arbeiders zich zouden aansluiten bij de campagnes van specifieke groepen (middenstanders, cultuursector) of voor de verdediging van ‘individuële vrijheden die in gevaar zouden zijn’, dat jonge werkers meegesleurd worden in campagnes om hun vrijheid opnieuw op te eisen: ‘ik wil mijn vrijheid terug; ik wil doen waar ik zin in heb’. Zulke bewegingen hebben niets positiefs in zich en dreigen de arbeiders mee te sleuren in zelfzuchtige protesten van bepaalde groepen tegen andere groepen van de maatschappij, waarbij elke vorm van solidariteit op klassebasis (de enige solidariteit die een uitweg uit de ellende biedt) compleet afwezig is. In begin van de covidcrisis was er nog een uiting van solidariteit naar het verplegend personeel toe. Vandaag zien deze protesterende groepen het verplegend personeel als lastige mensen die jou beletten om te doen waar je zin in hebt. Zij zijn een uiting van de ongekende toename van het egoïsme, van het ‘elk voor zich’ en de perspectiefloosheid die kenmerkend zijn voor deze fase van ontbinding van het kapitalistische systeem.

4. Verdeeldheid aanwakkeren onder de arbeiders om hen te doen opdraaien voor de crisis

Door haar cynische politiek om alles te doen ten gunste van het openhouden van bedrijven is de regering De Croo erin geslaagd de schade aan de economie binnen zekere perken te houden: de economie kende in 2020 een achteruitgang van 6,3%, wat de sterkste daling is sinds WO2, maar vergelijkbaar met die van Duitsland: 6%, en wat duidelijk minder is dan Frankrijk of Italië die meer dan 10% achteruitgaan. Door een massale en onvoorwaardelijke subsidiepolitiek naar bedrijven en werkers toe is België ook een van de best scorende landen in Europa wat betreft de geringe toename van de werkloosheid (van 3,6% tot 3,7%; Duitsland van 2,4% tot 2,9%).

Deze ondersteuningspakketten hebben echter een zware prijs: “In 2020 is het begrotingstekort in ons land naar verwachting opgelopen tot iets meer dan 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is meer dan in onze buurlanden. En ook het budgettair herstel verloopt langzamer: in 2023 zal het tekort in Duitsland zijn teruggedrongen tot zowat 1 procent en in Nederland tot zowat 2 procent, terwijl het in ons land blijft hangen op 6 procent.”(Agentschap Belga, 23.03.21). Het tekort van de overheidsfinanciën is fors toegenomen (tot 115% van het BNP in 2020, 120% in 2023; Nederland zag zijn schuldgraad stijgen van 60 naar 72 procent. Duitsland ging van 60 naar 70 procent) en vele bedrijven die door de crisis failliet zouden gaan, werden voorlopig kunstmatig in leven gehouden. Vele nepbedrijfjes zouden zelfs tijdens de lockdown opgericht zijn om te kunnen profiteren van de gulle ondersteuningsmaatregelen.

Het is echter de arbeidende klasse die in de komende jaren de rekening voor de Covid-19 crisis voorgeschoteld krijgt op het vlak van haar lonen en levensvoorwaarden. Eerst en vooral wordt hun koopkracht aangetast in de komende maanden en jaren door een aanzwellende inflatie: meer dan 2% in april en ongeveer 4% tegen jaareinde (De Morgen, 19.05.2021). Vervolgens legt het centraal loonakkoord een duidelijke loonmatiging op: in de komende 2 jaar wordt slechts een loonsverhoging van 0,4% boven op de indexaanpassingen toegelaten.

Tezelfdertijd is de bourgeoisie gestart met het aanwakkeren van de verdeel- en heerspolitiek om elk solidair en ééngemaakt verzet tegen haar politiek te ontkrachten: reeds einde 2020 sloot de regering De Croo een akkoord met het ziekenhuispersoneel dat loonsopslag en een verbetering van de werkomstandigheden inhield, zonder hierbij het onderhoudspersoneel en andere werkers in de gezondheidszorg erbij te betrekken. Bij het centraal loonakkoord dat in mei 2021doorgevoerd is, werd de mogelijkheid voorzien om een bijkomende premie van maximaal 500 € te onderhandelen, enkel voor ‘performante bedrijven’. De bonden verzetten zich tegen deze premie door zich te beroepen op de vrijheid om te onderhandelen over een sterkere loonsverhoging naarmate de ‘performantie’ van de bedrijven. Met andere woorden, na zich samen met regering en patronaat ingezet te hebben om de nationale productie op peil te houden, eisen de bonden nu het recht op om de arbeiders op te splitsen volgens de logica van de kapitalistische productie en het ‘elk voor zich’. Zo willen ze de onderlinge solidariteit nog meer ondergraven tussen beter betaalde arbeiders in ‘performante’ bedrijven en minder betaalde arbeiders in ‘niet performante’ bedrijven of sectoren.

Kortom, de onmacht van de bourgeoisie om een samenhangende politiek te voeren tegen het Covid-19 en haar groeiende moeilijkheden om haar politieke structuur in de hand te houden, bieden geen enkel voordeel voor de arbeiders. Een soberheidpolitiek wordt uitgerold, met volle medewerking van de bonden, die hen in de komende jaren zwaar in haar greep zal houden, terwijl het gevaar dreigt dat arbeiders meegesleurd worden in allerlei sociale spanningen en tegenstellingen tussen verschillende groepen in de maatschappij,die hun klasse-identiteit en klasse-zelfstandigheid nog verder dreigen te ondergraven.

Jos / 06.06.2021

Territoriale situatie: 

  • Politieke situatie in België [3]

Recent en lopend: 

  • Corona [4]
  • Coronacrisis [5]
  • COVID-19 [6]

Rubric: 

Coronacrisis

Een jaar van nalatigheid ten opzichte van COVID: het kapitalisme doodt!

  • 32 keer gelezen

Sinds begin april verspreidt COVID-19 zich met grote snelheid over alle hoeken van de wereld. Terwijl de situatie zich in Europa enigszins lijkt te stabiliseren en in de Verenigde Staten na een enorme uitbarsting weer terugloopt, bevinden Latijns-Amerika en het Indiase subcontinent zich nu in het oog van de storm. Landen als Chili, waarvan de bevolking massaal werd behandeld met Chinese vaccins[1], worden getroffen door een explosie van besmettingen. De situatie is zo ernstig dat zelfs binnen de Chinese autoriteiten stemmen opgaan om de ‘ontoereikende’ werking van de vaccins te erkennen. Officieel heeft de pandemie wereldwijd het leven gekost aan meer dan 3,2 miljoen mensen, en waarschijnlijk nog veel meer, gezien de soms schaamteloos misleidende cijfers van landen als China.

Hoewel een jaar van onderzoek het mogelijk heeft gemaakt een beter inzicht te krijgen in het virus, hoe het zich verspreidt en hoe het te bestrijden, maakt de aanhoudende nalatigheid van alle staten en het gebrek aan verantwoordelijkheid van de bourgeoisie het volstrekt onmogelijk samenhangende en doeltreffende maatregelen te treffen om de verspreiding van het virus op internationale schaal in te perken. De staten, verstrikt in een concurrentielogica, zijn er niet in geslaagd zelfs een minimum aan coördinatie te verzekeren ten aanzien van het vaccinatiebeleid.

Geconfronteerd met dit gebrek aan coördinatie heeft elke staat kortzichtige gezondheidsmaatregelen moeten nemen, waarbij geschipperd werd tussen lockdowns, beperkte lockdowns, noodtoestanden of uitgaansverboden, waarbij men dit of dat opende en dan zus en zo weer sloot. Zonder adequate middelen om de pandemie te bestrijden na decennia van bezuinigingen op de gezondheidszorg als gevolg van de crisis, bezorgd over de ‘economie’ en het risico achter te blijven bij de concurrenten, hebben de staten zich uiteindelijk geschikt naar de dagelijkse sterfgevallen. Ze hebben hun gezondheidsmaatregelen voortdurend aangepast om een chaotische situatie in ziekenhuizen en begraafplaatsen (met meer of minder succes ) te voorkomen. Dit is wat de heersende klasse cynisch ‘leven met het virus’ noemt. Het resultaat is dat, terwijl sommige staten snel en op grote schaal hebben gevaccineerd, het virus zich elders heeft kunnen verspreiden, wat het ontstaan van meer vaccin-resistente varianten van COVID-19 in de hand heeft gewerkt.

India, Brazilië... een voorbode van de toekomst

Maar in deze dans des doods zijn de ergste catastrofes waarschijnlijk gezien in India en Brazilië. In Brazilië “is de epidemie uit de hand gelopen”, aldus een Braziliaanse wetenschapper: er worden nieuwe begraafplaatsen geopend, lijken worden per bus vervoerd en de ziekte eist duizenden slachtoffers per dag. Spoedig zal het dodental een half miljoen bereiken en de Verenigde Staten inhalen in deze macabere recordrace. Ziekenhuizen zijn vol, mensen sterven op hun brancard wachtend op een bed. En dit alles te midden van de opmars van de nieuwe variant die zijn oorsprong vindt in Manaus, de grote stad in het Amazonegebied waar men eind 2020 nog had geloofd in de fata morgana van de collectieve immuniteit, net toen een tweede golf zich als een apocalyptische maalstroom over Brazilië verspreidde. Ondertussen bleef Bolsonaro, de president van het land, hij die beweerde dat we te maken hadden met een "gripezinha" (Portugees: griepje), herhalen “dat we weer aan het werk moeten en moeten stoppen met klagen”, terwijl hij in een sinistere draaideurpolitiek net zo snel van ministers wisselde als van kledingstuk.

Door de handel in dieren uit het Amazonegebied en de massale ontbossing worden in Brazilië worden mensen blootgesteld aan virussen die vroeger ‘onder de pet’ bleven. Volgens bioloog Lucas Ferrante, een onderzoeker in Manaus: “In het Amazonegebied is het risico op het opduiken van een nieuw virus het grootst, en dit risico is oneindig veel groter dan wat we in Wuhan hebben gezien.”[2]. De vernietiging van het Amazonewoud heeft de laatste jaren catastrofale vormen aangenomen. De Braziliaanse bourgeoisie, die vette winsten maakt met de exploitatie van het Amazonewoud, is niet bereid de vernietiging te stoppen.

Maar de afgelopen weken is het de situatie in India die de krantenkoppen haalt. Het is moeilijk in woorden te vatten, de verschrikking van de gezondheidsramp in dit land. India is vandaag de dag het dichtstbevolkte land ter wereld. Ondanks de economische ontwikkeling van het land waren de gezondheidsdiensten reeds vóór de pandemie onderontwikkeld. Gezondheid was geen prioriteit voor de staat. De Indiase minister-president, Narendra Modi, een soort messianistisch alter ego van Bolsonaro, pochte in februari dat hij "de pandemie had verslagen" en dat het land “een voorbeeld voor de wereld” was. Modi stond zelfs toe te doen wat China en andere grootmachten die over een vaccin beschikken al deden: het gebruiken voor imperialistische invloed. De uitvoer ervan is sindsdien weer verboden.

Sinds januari heeft deze regering, die sterk beïnvloed is door het fundamentalistische hindoeïsme, doelbewust een pelgrimstocht (de Kumbh Mela) aangemoedigd, van enorme menigten uit het hele land. Gedurende de eerste twee weken van april dompelden 2,8 miljoen Hindoes zich zonder maskers, zonder afstand, zonder temperatuurcontrole of voorafgaande tests zich onder in het water van de Ganges, dat besmet is door de rituele crematies van besmette lijken. Echte virusbommen, om maar niet te spreken van de bijeenkomsten het kader van de verkiezingen!

De terugslag van deze arrogantie en minachting liet niet lang op zich wachten. De cijfers over de besmetting en het sterftecijfer zijn de hoogte in geschoten: 4000 doden en ongeveer 4 miljoen besmettingen per dag, “statistieken die ver  achterlopen op de werkelijkheid”, aldus de kranten, bevestigd door het schrijnende schouwspel van zuurstofgebrek, bedden die door meerdere mensen bezet worden, rijen voor de ziekenhuizen waar mensen sterven op brancards, in de zijspan van hun motorfiets of op de grond!

Dit is de laatste druppel in een land dat, zoals Brazilië, beweert een economische reus te worden. In India zijn in plaats van beelden van families die op zoek zijn naar braakliggende terreinen of parken om hun geliefden te begraven, overal honderden meters lange brandstapels verrezen om de opgehoopte lichamen te cremeren en hen een laatste, miserabel en onwaardig eerbetoon te brengen. Zoals in Brazilië en elders zijn het de armste, het proletariaat en de uitgebuite lagen die de hoogste prijs betalen voor dergelijke tekortkomingen en de trauma's die zij teweeg brengen.

Wanneer men zich beseft dat deze twee landen, samen met Zuid-Afrika, ingedeeld waren bij de landen met een ontwikkelingspotentieel dat vergelijkbaar is met dat van China! Min of meer gepresenteerd als de uitdrukking van een dynamisme van een eeuwig kapitalisme!

Het kapitalisme zinkt weg in ontbinding

COVID is, evenals de andere pandemieën en plagen die de menselijke soort bedreigen, niet alleen een product maar ook een krachtige versneller van sociale ontbinding op wereldschaal. Het India van Modi en het Brazilië van Bolsonaro, ook al worden zij geleid door populistische regeringen die hen blootstellen aan bijzonder onnozele en irrationele beslissingen, zijn slechts twee van de meest extreme uitingen van de impasse die het kapitalisme voor de toekomst van de mensheid vertegenwoordigt.

Vergis u niet: Modi, Bolsonaro, Trump en vele andere vertegenwoordigers van de opkomst van het populisme blijven, samen met hun grillige en bekrompen administratie, ondanks hun ‘anti-elite’ toespraken, trouwe verdedigers van het nationale kapitaal en een doorgeefluik van de noden van het wereldkapitalisme: de brute uitbuiting en plundering van het Amazone-regenwoud, alsmede de winning van goud, worden aangemoedigd door de soja-importerende landen. En aan de kant heeft Modi een einde gemaakt aan de ‘beschermde’ landbouwwetten om het platteland nog meer open te stellen voor de noden van het kapitaal. Ondanks de overwinning van Biden op Trump in de VS, is de trend van zelfvernietiging en ieder voor zich binnen de heersende klasse inherent aan de wereld waarin we nu leven.

Zoals wij het stellen in ons Rapport over de Covid-19-pandemie en de periode van kapitalistische ontbinding [7] (juli 2020):“De Covid-pandemie (…) is een onmiskenbaar herkenningsteken geworden van deze hele periode van ontbinding, doordat ze een reeks factoren van chaos verenigt die de veralgemeende verrotting van het kapitalistische systeem uitdrukt. Deze factoren zijn onder andere:

- de verlenging van de economische crisis over een lange periode, die in 1967 begon[3], en de opeenstapeling en de intensivering van de bezuinigingsmaatregelen die er het gevolg van zijn geweest, heeft geleid tot een ontoereikend en chaotisch antwoord op de pandemie door de bourgeoisie, wat de heersende klasse genoodzaakt heeft de economische crisis op grote schaal te verergeren door de productie voor een aanzienlijke periode te onderbreken;

- de oorsprong van de pandemie ligt duidelijk in de versnelde vernietiging van het milieu die is ontstaan door het voortduren van de chronische kapitalistische crisis van overproductie;

- de ongeorganiseerde rivaliteit tussen imperialistische mogendheden, onder andere onder voormalige bondgenoten, heeft de reactie van de wereldburgerij op de pandemie tot een mondiaal fiasco gemaakt;

- de onmacht van de heersende klasse om te reageren op de gezondheidscrisis heeft de groeiende tendens van de bourgeoisie en haar staat aan het licht gebracht om de politieke controle over de maatschappij binnen elk land te verliezen;

- de achteruitgang in de politieke en maatschappelijke competentie van de heersende klasse en haar staat is op een verbazingwekkende manier gepaard gegaan met ideologische verrotting: de leiders van de machtigste kapitalistische naties spuien belachelijke leugens en bijgelovige onzin om hun onvermogen te rechtvaardigen.

Covid-19 heeft zo, veel duidelijker dan voorheen, alle domeinen van het maatschappelijk leven die getroffen zijn door de ontbinding bijeengebracht: het economische, het imperialistische, het politieke, het ideologische en het maatschappelijke domein. De huidige gezondheidscatastrofe toont vooral een toenemend verlies aan controle over het systeem door de kapitalistische klasse en een toenemend verlies aan perspectief voor de mensheid als geheel (…)De fundamentele neiging tot zelfvernietiging, die het gemeenschappelijke kenmerk is van alle perioden van het kapitalisme in verval, heeft zijn dominante vorm in de periode van ontbinding veranderd van de wereldoorlog in een mondiale chaos die de dreiging van het kapitalisme voor de maatschappij en de mensheid in zijn geheel alleen maar groter maakt.”

Als het uitbreken van de pandemie de ontwikkeling van de arbeidersstrijd in de wereld een halt toegeroepen heeft, dan heeft het evenwel niets veranderd aan de bezinning over het chaotische karakter van de kapitalistische maatschappij. De pandemie is het zoveelste bewijs van de noodzaak van een proletarische revolutie. Maar deze historische uitkomst zal in de eerste plaats afhangen van het vermogen van de arbeidersklasse, de enige revolutionaire kracht, om zich weer bewust te worden van zichzelf, van haar bestaan, en van haar revolutionaire capaciteiten. Want alleen het proletariaat, gemobiliseerd en georganiseerd rond de strijd voor de verdediging van zijn belangen en zijn klassenautonomie, heeft de macht om een einde te maken aan het tirannieke en dodelijke juk van de wetten van het kapitaal, en om een andere maatschappij te doen ontstaan.

Inigo / 6.05.2021


[1] China en Rusland hebben de kans aangegrepen om Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen te overspoelen met vaccins voor openlijk imperialistische doeleinden.

[2] "Amazonie: point de départ d'une nouvelle pandémie (1)?", France Culture (19 april 2021).

[3] Zie: “Covid-19 en Afrique : Du vain espoir de 2020 à la dure réalité de 2021 [8] (2)”, Révolution Internationale n°487 (maart-april 2021).

Recent en lopend: 

  • Corona [4]
  • Coronacrisis [5]

Rubric: 

Coronacrisis

Nederland na de verkiezingen Het einde van de politieke stabiliteit?

  • 110 keer gelezen

Afgelopen voorjaar hebben in Nederland de parlementsverkiezingen plaatsgevonden. In heel Europa werden ze met belangstelling gevolgd, waarbij iedereen zich afvoeg of Rutte erin zou slagen om voor een vierde termijn als Eerste Minister te gaan en zijn politiek van de afgelopen tien jaar zou kunnen voortzetten. Een politiek die gekenmerkt werd door soberheid en politieke stabiliteit. De uitslag van deze verkiezingen kon verder ook aanwijzingen inhouden voor de uitslag van de belangrijke verkiezingen in Duitsland dit najaar en in Frankrijk volgend voorjaar.

Nederland: toonbeeld van politieke stabiliteit

In de verschillende landen van de wereld is het virus van het populisme haar verwoestende werking in de afgelopen jaren al begonnen. Het referendum in Groot-Brittannië over de uittreding uit de EU zette een proces van chaotische politieke ontwikkeling in gang, welke nog steeds nagalmt. Het presidentschap van Trump in de VS heeft de chaos in het land aangewakkerd, met als de ware Apocalyps de bestorming van het Capitol door een horde rechts-extremisten. In Hongarije weet Orban de dreigende chaos alleen tegen te gaan door op ‘stalinistische wijze’ de touwtjes aan te halen. In Italië heeft de coalitieregering van de twee populistische partijen, gekenmerkt door 14 maanden van conflicten, Italië achtergelaten in nog grotere verdeeldheid dan voordien.

Tot nog toe was Nederland een toonbeeld van politieke stabiliteit. Afgezien van het fiasco van de regeringsdeelname van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) in 2002-2003 en de mislukte gedoogsteun van de PVV van Wilders in 2010-2012, wist de bourgeoisie in Nederland de gevolgen van de populistische opmars redelijk onder controle te houden. In 2017 was de populistische PVV al wel uitgegroeid tot de op één na grootste partij, nog net iets groter dan de christen-democratische en links-liberale D66, maar ook ver achter de grootste partij, de VVD van Rutte. Rutte zelf staat symbool voor stabiliteit, voor een bourgeoisie die de kunst van het politiek bedrijven verstaat en de populistische ‘uitwassen’, als uitdrukking van de fase van de ontbinding, tot nog toe heeft weten te neutraliseren.

Het begin van de politieke moeilijkheden

De regering Rutte II, die begon in 2012, was redelijk snel gevormd, ook al omdat hij slechts uit twee partijen bestond. De vorming van Rutte III werd daarentegen de langste regeringformatie in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Dat kwam gedeeltelijk door het feit dat er vier partijen nodig waren om een meerderheidsregering met een meerderheid in het parlement dus te formeren. Dat was voor een deel ook te wijten door het toegenomen onderlinge wantrouwen tussen de verschillende partijen. In weerwil van de titel, “Vertrouwen in de toekomst”, sprak uit het uitgebreide regeerakkoord, waarin alles tot in de details was vastgelegd, eigenlijk meer wantrouwen dan vertrouwen.

De uitslag van de verkiezingen van 2019 voor de Provinciale Staten en de Eerste Kamer vormde een eerste indicatie voor de groeiende moeilijkheden voor de Nederlandse bourgeoisie om de controle te behouden over haar politieke instellingen. Tijdens deze verkiezingen wist het populistische Forum voor Democratie vanuit het niets opeens 16 % van de stemmen te behalen en werd daarmee de grootste politieke partij in Nederland en, naast de VVD, de grootste partij in de Eerste Kamer. Deze reusachtige versterking van het populistische smaldeel in de Nederlandse politiek was een eerste waarschuwing. Deze trend kreeg haar absolute bevestiging in de uitslag van de verkiezingen voor het parlement van 17 maart van dit jaar. Nooit behaalden de populisten zoveel zetels als tijdens deze verkiezingen; samen zijn ze goed voor 28 van de 150 zetels. Dit is zelfs meer dan de 26 zetels die de LPF in 2002 behaalde. Belangrijker echter is het feit dat het parlement nog nooit zo verkruimeld was, opgedeeld is in 17 (en nu zelfs 18) fracties. Dit zijn er zelfs veel meer dan in België waar, vanwege de opsplitsing van de partijen over de taalgemeenschappen, van de meeste partijen twee versies bestaan. De enige van de klassieke zuilen die standhouden zijn de liberale met de rechts-liberale VVD van Rutte en de centrum-liberale D66. De christen-democraten (CDA), die ook deel uitmaakten van de regering Rutte III, hebben een flink verlies geleden. De groene en linkse partijen zijn verschrompeld tot ‘minipartijen’ met minder dan 10 zetels elk. Ook de populisten zijn verdeeld in vier ‘kerken’ die elkaar excommuniceren. Partijen zoals de ‘Partij voor de Dieren’ of de ‘Boerenburgerbeweging’ nestelen zich in het parlement. In de huidige Tweede Kamer halen slechts 4 partijen meer dan 10% van de stemmen, terwijl 13 partijen minder dan 10% van de stemmen behaald hebben. Het ‘ieder voor zich’ van de ontbinding brengt allerlei effecten met zich mee, zoals parlementsleden ‘die zich in de media trachten te profileren’ en zich daarbij niet langer laten weerhouden door de loyaliteit aan de eigen partij en aan de regeringscoalitie. In januari 2021 werd dit funest voor de regering Rutte, die in het parlement een meerderheid had van maar één zetel. Vanwege haar complete onvermogen om de toeslag voor de kinderopvang [1] in goede banen te leiden, had het parlement aangekondigd een motie van wantrouwen in te dienen tegen de regering. Toen de laatste besefte dat zelfs enkele leden van de coalitiepartijen de motie zouden onderschrijven, was ze genoodzaakt haar ontslag in te dienen.

Groeiende weerstand tegen ‘Zonnekoning’ Rutte

Eind maart was begonnen met de vorming van een nieuwe regeringscoalitie. Maar net toen die op gang begon te komen, kwam het opnieuw tot een botsing tussen parlementsleden en Rutte. Nadat er bekend was geworden dat er voor een van de parlementariërs (CDA parlementslid Pieter Omtzigt), die zich wat te nadrukkelijk had geprofileerd, ‘een functie elders’ werd gezocht, wilde de Tweede Kamer weten wat de achtergrond hiervan was. In het debat dat daarop volgde bleek dat dit onderwerp ter sprake was gekomen in het gesprek tussen Rutte en de beide verkenners (de voorlopers van de informateurs), iets wat Rutte in eerste instantie heftig ontkende. Pas toen hij diep door het stof was gegaan, berouw had getoond, en beterschap beloofd (‘een nieuwe bestuurscultuur’) kon hij een motie van wantrouwen, tegen hem persoonlijk gericht, afwenden. Dat deze parlementsleden ook regelmatig onderwerp van gesprek waren in de ministerraad was toen nog niet bekend, maar dat bleek later. En toen het parlement had geëist dat de notulen van de ministerraad uit de tweede helft van 2019 zouden worden vrijgegeven, bleek daaruit dat “Ze wilden geen kritische vragen en ze hebben alles geprobeerd, via anderen, om ze te intimideren en te muilkorven” (Azarkan van de partij DENK). In het debat dat volgde op de openbaarmaking van de notulen beloofde Rutte nogmaals beterschap, en voortaan meer rekening te zullen houden met de het parlement als ‘tegenmacht’.

De botsingen in april tussen de regering en de parlementariërs heeft de vorming van een nieuwe regering danig bemoeilijkt. Alle mooie beloften van Rutte, na de vermeende ‘machinaties’ van de regering in de richting van parlementsleden, lijken weinig zoden aan de dijk gezet. Uit het eindrapport dat Tjeenk Willink, de derde in de rij van kabinetsinformateurs sinds 17 maart, begin mei uitbracht blijkt dat van de 18 partijen in het parlement er sowieso 6 zijn die Rutte [2] niet meer geloofwaardig genoeg achten om met hem een nieuwe regering te vormen. Een van de pijlers waarop de bourgeoisie steunt om haar politieke systeem te verdedigen tegen de steeds groter wordende druk van de ontbinding is het naar voren schuiven (of het creëren zoals in Frankrijk) van populaire figuren die in staat zijn een belangrijk deel van de bevolking en van de politieke krachten rond zich te verenigen. Dit zagen we met Merkel in Duitsland, Macron in Frankrijk en recent ook met Draghi in Italië. Dit was ook het geval in de afgelopen 10 jaar met Rutte in Nederland. De huidige campagne tegen Rutte is een bijkomende uiting van het feit dat de Nederlandse bourgeoisie de politieke regie neigt te verliezen en dat de controle haar steeds meer ontglipt.

Het ‘ieder voor zich’ ondergraaft elke aanpak van de crisis

We zijn nu enkele maanden verder en de regeringsformatie is nog geen centimeter gevorderd. De ‘Denktank Coronacrisis’ van de Sociaal Economische Raad (SER), het belangrijkste adviesorgaan van de regering, heeft uitgangspunten geformuleerd voor de herstart van de economie en maatschappelijke activiteiten. In deze uitgangspunten staat voorop het herstel van de economie en anticiperen op toekomstige welvaart, terwijl er tegelijkertijd voor gezorgd moet worden dat maatschappelijke verworvenheden, zoals gezondheidszorg, overeind blijven. Centraal in de plannen van de bourgeoisie voor de komende periode staan dus de transitie van crisis naar herstel, overgoten met het sausje van verduurzaming en digitalisering. De bourgeoisie in Nederland lijkt dus niet te opteren voor een regering die onmiddellijk drastische bezuinigingen gaat doorvoeren en meteen de rekening presenteert van de financiële steunmaatregelen van ca. 40 miljard euro uit het coronatijdperk. De vraag blijft echter: welke vijf of zes partijen vinden een regeerprogramma dat hen niet verder in de vernieling rijdt en onder wiens leiding wordt het uitgevoerd?

Ondanks de mooie plannen, die nu door de bourgeoisie worden uitgewerkt in het kader van de formatie van een nieuwe regering, moeten we ons geen illusies maken. De bourgeoisie weet dat ze niet ongestraft kan doorgaan met geld uitgeven en de staatschuld op laten lopen. Wat ze sinds het begin van de pandemie in wezen doet, is dansen op het slappe koord. En dat tegen de achtergrond van een economie die beduidend zwakker en brozer is dan tijdens de bankencrisis van 2008. Economen voorzien dat een dergelijke politiek onvermijdelijk leidt tot een verheviging van de financiële schokken en een destabilisering van de munteenheid. Het gebrek aan controle van het politiek ‘spel’ kan de toestand alleen nog maar verergeren, want de effecten van de ontbinding blijven momenteel niet meer beperkt tot verschijnselen van de bovenbouw - zoals populisme, vluchtelingenstromen, ecologie, de verrotting van ideologie maar tasten steeds meer en steeds directer de economische basis aan van het kapitalistische systeem [3], zoals we hebben gezien met de pandemie: de ongebreidelde verspreiding van het virus heeft de wereld in een diepe crisis gestort, vergelijkbaar met de krach van 1929.

De huidige moeilijkheden van de Nederlandse bourgeoisie om een nieuwe stabiele regering te vormen, die de natie door de huidige en de komende stormen kan leiden, brengt op treffende wijze tot uitdrukking de tendens van het ‘ieder voor zich’, dat zo langzamerhand tot alle uithoeken van de burgerlijke maatschappij doordringt. [4] En met de kortetermijnpolitiek, die in de fase van de ontbinding steeds meer begint te overheersen, zullen de economische voorwaarden alleen maar verslechteren, waarvan de gevolgen ongetwijfeld op de uitgebuite delen van de bevolking en met name op de arbeidersklasse afgewenteld zullen worden.

Dennis / 2021.06.07

 

[1] De zogeheten kindertoeslagaffaire bestond erin dat tienduizenden ouders in Nederland in de afgelopen jaren door de belastingdienst onterecht beschuldigd werden van fraude met de kinderopvangtoeslag. Hierdoor zijn deze gezinnen in zware problemen gekomen die zich niet allen beperken tot financiële problemen, maar ook problemen betreffen rondom huisvesting, zorg en de opvoeding van kinderen. Het werd een heuse affaire vanwege het feit dat de regering de ernst en de omvang deze beschuldigingen niet bekend wilde maken aan het parlement.

[2] Na tien jaar onafgebroken regeringsleider te zijn geweest, van 2010 tot 2020, is Rutte wat autocratische trekken gaan vertonen. Hij dicteert wat er moet gebeuren. Rutte en overheid is bijna synoniem geworden, zoals Ploumen van de PvdA onderstreepte: “Rutte gedraagt zich als een Zonnekoning.”

[3] Zie: Rapport over de Covid-19-pandemie en de periode van kapitalistische ontbinding. [7]

[4] De rellen in het weekend van 23 en 24 januari 2021 waren voor Nederlandse begrippen ongekend. Het waren niet eens de grote aantallen, maar het feit dat de rellen in 25 plaatsen tegelijk plaatsvonden, dat hier en daar teststraten vernield werden en in Twente zelfs een ziekenhuis werd aangevallen. Dit is een duidelijk bewijs dat de effecten van de ontbinding steeds meer om zich heen grijpen.

People: 

  • Mark Rutte [9]

Territoriale situatie: 

  • Politieke situatie in Nederland [10]

Recent en lopend: 

  • Corona [4]
  • Coronacrisis [5]
  • COVID-19 [6]

Rubric: 

Coronacrisis

Bron-URL:https://nl.internationalism.org/content/1563/internationalisme-nr-374-1e-2e-kwartaal-2021

Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_374_klweb.pdf [2] https://nl.internationalism.org/content/1539/nieuwe-belgische-regering-de-croo-een-dynamische-ploeg-om-het-vertrouwen-de-politiek-te [3] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-belgie [4] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/corona [5] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/coronacrisis-0 [6] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/covid-19 [7] https://nl.internationalism.org/content/1540/rapport-over-de-covid-19-pandemie-en-de-periode-van-kapitalistische-ontbinding [8] https://fr.internationalism.org/content/10421/covid-19-afrique-du-vain-espoir-2020-a-dure-realite-2021 [9] https://nl.internationalism.org/tag/people/mark-rutte [10] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-nederland