Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 218.06 KB |
Nu in verschillende landen van Europa (Groot-Brittannië, Griekenland, Nederland, Italië, enz.) de studenten en scholieren in beweging zijn gekomen, is het essentieel te weten wat de ervaringen zijn uit voorgaande bewegingen, waarin deze betrokken waren. Eén zo’n voorbeeld is de strijd van de lente van 2006 in Frankrijk tegen de zogenaamde CPE-maatregel die de regering toen wilde doorvoeren.
Vijf jaar geleden werden de collegezalen, eersteklas plaatsen voor de meesterlijke verveling, op brute wijze gewekt uit hun verdoving door de impact van vlammende discussies over werkloosheid, precaire banen, de uitbuiting en de toekomst. De arbeidersjeugd, scholieren en studenten, stelden zich als een mens op tegen een aanval van de staat, tegen het “Contrat Première Embauche” (1), ondeugend omgedoopt tot “Contrat Poubelle Embauche”(“Wegwerpcontract voor startbanen”). Na drie maanden van heftige (bruisende) strijd, moest de regering toegeven en zijn onbillijk wetsontwerp intrekken.
Dit soort overwinningen komen zelden voor in de strijd. De bourgeoisie houdt altijd vast aan haar plan om de arbeidersklasse de meest vernietigende nederlagen toe te brengen, om haar te demoraliseren en haar de lust tot strijd te ontnemen. Deze systematische politiek werd perfect uitgedrukt door de voormalige Minister-President Raffarin, toen hij in 2003 tegenover de woede van de onderwijzers, na een nieuwe hervorming van de pensioenen, met arrogantie had bevestigde dat “ het niet de straat is die regeert.”
Als de bourgeoisie op deze manier heeft toegegeven, dat doet ze dat omdat ze in deze beweging een werkelijk gevaar heeft gezien. De studenten hebben de vitale betekenis van de zelfstandige Algemene Vergaderingen ontdekt. Deze Algemene Vergaderingen vormden werkelijk de longen van de beweging. Ze hebben de studenten in staat gesteld om bijeen te komen, met elkaar te discussiëren en zich collectief te organiseren. Zij zijn zich bewust geworden, dankzij deze openbare debatten, dat hun strijd niet een speciale vorm van strijd is, maar onderdeel uitmaakt van die van de hele arbeidersklasse.
Daarom hebben ze hun Algemene Vergaderingen en hun collegezalen opengesteld voor de scholieren, de werklozen, werkenden en de gepensioneerden, die bij iedere interventie een donderend applaus kregen van de aanwezigen deelnemers. Om dan ook het grootst mogelijke aantal arbeiders in de strijd te betrekken, hebben de studenten, heel bewust, de eisen die specifiek zijn voor het universitaire milieu aan de kant geschoven, zoals de afschaffing van de LMD (2), om daartegenover die eisen naar voren te schuiven die gemeenschappelijk zijn voor alle onderdrukten: de toenemende verarming.
De studenten hadden heel goed begrepen dat de uitkomst van hun strijd in handen was van de loonarbeiders. Zoals een student dat in een bijeenkomst van de Francilienne-Coördinatie van 8 maart verwoordde: “als we geïsoleerd blijven, zullen ze ons met huid en haar opvreten”. De spandoeken die de studenten boven de hoofden van de manifestanten uitrolden, droegen opzienbarende leuzen van deze geest van eenheid: “Studenten, scholieren, werklozen, precaire arbeiders, van zowel de publieke als de privé-sector: eenzelfde strijd tegen de werkloosheid en precaire banen”! Dit uitgangspunt had, in de loop van de weken, langzaam maar zeker tot resultaat dat een toenemend aantal arbeiders gemobiliseerd werden. De hoeveelheid manifestanten in de demonstraties werd langzaam maar zeker steeds meer.
Toch heeft de regering allerlei manoeuvres uitgeprobeerd - politieprovocaties en geweld, verdraaiingen door de media, …- armzalige pogingen. Door zich te mobiliseren, heeft de arbeidersklasse niet een oppervlakkige en “liefdadigheids”solidariteit tot uitdrukking gebracht, maar herkende ze zich in deze strijd en maakte zich die eigen. In antwoord op de oproep van de strijd van de nieuwe generatie, hebben de arbeiders (die mei ‘68 bijvoorbeeld nog meegemaakt hebben) laten zien dat, hoewel ze zelf moeilijkheden hadden om zich als een eenheid op te stellen tegen de dagelijkse aanvallen, ze zich daarentegen categorisch verzetten tegen het feit dat hun kinderen hetzelfde lot ondergaan. Het idee van een nog somberder toekomst voor de jeugd, gesymboliseerd in de nieuwe “Contrat Pour Esclave” (slavencontract), was voor hen eenvoudigweg onverdraaglijk en maakte hen opstandig. De beweging tegen de CPE is dus beetje bij beetje de strijd van de hele arbeidersklasse geworden.
Hier raken we de aan de kern die de heersende klasse angst heeft ingeboezemd. De bourgeoisie heeft ervoor gekozen om toe te geven om de manifestaties niet eindeloos door te laten gaan. Want daarin school het gevaar dat de arbeidersklasse de methoden, die door de studenten aan het daglicht was gebracht, zou overnemen. De malaise van bourgeoisie was zo erg dat zelfs in Duitsland waar dezelfde aanval werd ondernomen) de regering Merkel haar wetsontwerp liever terugtrok in plaats van de arbeiders de straat op te zien gaan en haar krachten (toppunt van verschrikking) te zien verenigen met hun klassebroeders aan de andere kant van de Rijn.
Niets zou erger zijn op dat ogenblik voor de bourgeoisie dan de arbeiders te zien herontdekken hoe de strijd zelf in handen te nemen door middel van zelfstandige algemene vergaderingen en het belang van de leuzen te begrijpen die de eenheid tot uitdrukking brengen. Deze beweging was een veel te vruchtbaar terrein voor de ontwikkeling van de solidariteit tussen de verschillende sectoren en tussen de generaties van arbeiders. Voor de bourgeoisie kwam het er dus op aan om absoluut een einde te maken aan deze bruisende strijdervaring, die de arbeiders het voorbeeld liet zien van deze nieuwe enthousiaste en energieke generatie.
Maar als ze zich terugtrekt, zal het moment van de aanval alleen maar uitgesteld worden. De aanvallen tegen de levensomstandigheden kennen geen uitstel. Maar dankzij de strijd zoals die in de lente van 2006 in Frankrijk plaatsvond, krijgt de arbeidersklasse beetje bij beetje weer meer vertrouwen in zichzelf. (3) De arbeiders (aan het werk of werkloos, met pensioen of in de collegezalen) herkennen zich opnieuw als behorend tot een klasse, die gemeenschappelijke belangen heeft en de mogelijkheid bezit om zich collectief te verdedigen.
Op alle continenten, de toekomst behoort aan de klassestrijd!
Bewerking van een artikel van Pawel / 13.03.2007
Voetnoten
(1) Het eerste arbeiderscontract voor alle jongeren tot en met 25 jaar, een jongerenbanenplan, waarbij deze de eerste twee jaar zonder enige reden zouden kunnen worden ontslagen. (startbaancontract)
(2) LMD = Licence-Master-Doctorat, een nieuwe universitaire cyclus, die de duur van de studies verlengt.
(3) Zie de belangrijke strijdbeweging die het afgelopen najaar (2010) in Frankrijk heeft plaatsgevonden, en waar studenten en scholieren zich op verschillende plaatsen bij aansloten om over hun ervaringen van 2006 met de arbeiders van gedachten te wisselen.
Eind augustus organiseerde de IKS haar 4e discussie- en ontmoetingsdag. Hieronder publiceren wij een voorstelling van deze dag opgesteld door een collectief van deelnemers. Deze voorstelling omvat de beide discussieonderwerpen van zowel de voor- als de namiddag. Wij verwelkomen deze bijdrage als een uitgangspunt om het debat voort te zetten. Wij moedigen iedereen aan om zich uit te spreken over het gevoerde debat en ons hun commentaren te bezorgen.
Eind augustus organiseerde de IKS haar 4e discussie- en ontmoetingsdag. Hieronder publiceren wij een voorstelling van deze dag opgesteld door een collectief van deelnemers. Deze voorstelling omvat de beide discussieonderwerpen van zowel de voor- als de namiddag. Wij verwelkomen deze bijdrage als een uitgangspunt om het debat voort te zetten. Wij moedigen iedereen aan om zich uit te spreken over het gevoerde debat en ons hun commentaren te bezorgen.
Een zaal, volgehangen met posters over de geschiedenis van de arbeidersbeweging, met tafels waar politieke lectuur van allerlei richtingen was uitgestald: een omgeving die de nieuwsgierigheid wel moest prikkelen, daarin troffen ook dit jaar contacten elkaar voor een speciale ontmoetingsdag.
De dag georganiseerd door een werkgroep bestaande uit sympathisanten en kameraden van de IKS, vond plaats eind augustus in Antwerpen: voor de vierde maal alweer. “Door middel van voorbereidende bijeenkomsten heeft de IKS, samen met de sympathisanten deze dag op kunnen zetten en het doel en de middelen van de dag kunnen uitdiepen”, aldus sympathisant F.
Er waren ook deze keer velen op de contactdag afgekomen: veelal uit België zelf, maar ook uit Frankrijk en uit Nederland. Alhoewel er veel jongeren waren, was men toch van alle leeftijden, inclusief een kameraad van meer dan 80 jaar.
De bedoeling was de sympathisanten de gelegenheid te bieden elkaar in een ongedwongen sfeer te ontmoeten, bij te praten, van gedachten te wisselen, samen te eten, enzovoort. “Met het gevoel, tussen gelijken te vertoeven, valt de individuele isolatie weg en het gevoel van onmacht maakt plaats voor een positief perspectief”, aldus sympathisant R.
Uit de grote opkomst blijkt dat er onder hen, die interna-tionalistische, antikapitalistische of antireformistische standpunten huldigen, een behoefte bestaat aan ontmoeting, uitwisseling van gedachten, elkaar treffen in een algemene vergadering waarin gezamenlijk een onderwerp wordt besproken.
‘s Avond was er een gezellige barbecue gepland. De dag was bestemd voor de uitwisseling van ideeën, de voorstelling van materialen en met name voor twee onderwerpen, die tezamen met de contacten en de voorbereidingsgroep vastgesteld waren: de economische crisis en de kwestie van de vluchtelingen.
De discussies die plaatsvonden, waren, naast de politieke verheldering, vooral bedoeld om de debatcultuur tot leven te brengen: de contacten te laten proeven van de open sfeer en de kameraadschappelijke sfeer die er heerst in de discussies die de IKS voert.
Volgens sympathisant R. “de huidige debatcultuur van de IKS, intern en extern, op discussiedagen, bij interventies en tijdens private gesprekken kenmerkt zich door een open mind en een amicaal karakter, wat stimuleert en voor sommigen verfrissend werkt, in vergelijking met het dikwijls dogmatisch gekrakeel van andere linkse partijen”. Dit wordt bevestigd door sympathisant F: “Niet alleen wat betreft hun inhoud, maar ook de vorm heeft me verrijkt. Wat vooral veel indruk op me heeft gemaakt, was de oprechtheid van de deelnemers aan de discussie”.
De discussie over de economische crisis
In de discussie over de economische crisis werd de noodzaak gevoeld meer begrip te ontwikkelen over de achtergronden ervan. De inleiding door een contact zette de actualiteit uiteen en werd erg gewaardeerd door de aanwezigen. De buiten alle proporties gegroeide schuldenlast van de staten, zoals Griekenland, de media die de crisis voorstellen als iets totaal nieuws, de mensen die er geen vertrouwen meer in hebben dat de vakbonden voor hun belangen opkomen, de aarzeling om zelf de strijd ter hand te nemen, waardoor men passief blijft en er weinig mobilisaties plaatsvinden.
De discussie, de daarop volgde ging vooral over:
- Het wezen van het functioneren van het huidige systeem, over de noodzaak tot accumulatie van kapitaal als de drijvende motor achter het voortdurende winstbejag van het kapitalisme. Die winst wordt gemaakt door arbeidskracht uit te buiten, die daardoor hun eigen productie niet volledig kunnen opkopen. Doordat er een gebrek is aan koopkrachtige vraag, en geproduceerde waren niet allemaal meer verkocht kunnen worden, stagneert de accumulatie. Geld kan dan niet meer in geld worden omgezet en dus niet meer worden omgezet in kapitaal.
- De verschillende vormen van economische politiek die door de bourgeoisie ingezet zijn om crisis het hoofd te bieden: het keynesianisme; het neo-liberalisme met toenemende speculatie op de financiële markt; de stalinistische economische politiek (=staatskapitalisme), die alle drie faalden.
Of er ook onmiddellijke alternatieve maatregelen mogelijk zijn? Daar bestond geen eenduidigheid over. Sommigen meenden dat dit de illusies binnen de arbeidersklasse alleen maar zou versterken; anderen meenden dat dit, in afwachting van de revolutie, wel mogelijk is. Wat betreft het verschil tussen de rijke landen en die van de derde wereld: een andere, eerlijke verdeling welvaart is niet mogelijk binnen kapitalisme, want alle landen in de wereld zijn onderworpen aan dezelfde dynamiek!
Als de bourgeoisie de arbeiders probeert op te splitsen in die van de arme en die van de rijke landen; in degenen die leven om te consumeren en degenen die leven voor het milieu, dan probeert de bourgeoisie haar verdeel- en heersvisie aan de arbeidersklasse op te leggen. Hiertegenover staat maar een visie: de totaalvisie van de arbeidersklasse als internationale eenheid.
Het vraagstuk van de vluchtelingen en immigranten
De inleiding over het vluchtelingenvraagstuk werd eveneens gedaan door een contact, die lid is van de AAGU (1). Hij vertelde over het werk, de motieven en de achtergrond van de groep.
De IKS vertrekt vanuit het gezichtspunt en het standpunt van de arbeidersklasse. De AAGU richt haar activiteiten op alle vluchtelingen, waaronder ook arbeidersvluchtelingen. Wat wil de AAGU en hoe wil zij dat bereiken?
Een vluchteling is volgens de conventie van Geneve van 1951”een persoon die uit vrees voor vervolging op grond van politieke overtuiging, ras, …of behoren tot een sociale groep zich in een ander land bevindt is ontheemd in zijn eigen land…)"
Vluchtelingen zijn vaak op de vlucht door armoede en oorlog, ze zijn de grootste slachtoffers van het kapitalisme. Er is geen onderscheid tussen legale vluchtelingen en illegale vluchtelingen.
Vanwege hun half-illegale toestand worden ze nooit als medemens erkend en ze krijgen geen legale status. De staat voert repressie uit op de vluchtelingen door regelmatig zijn militaire politie of marechaussee in te zetten om de illegale vluchtelingen op te sporen, uit te zetten of in de vluchtelingenkampen/detentiecentra op te sluiten.
Frontex als een Europese semimilitaire organisatie probeert om de toegang tot fort Europa tegen te gaan. Vluchtelingen worden gevangen gezet zonder enige vorm van proces, soms langer dan een jaar.
Het kapitalisme is het individualisme en kan iedereen dan gemakkelijk isoleren en onderdrukken. Door een vorm van modern nationalisme worden de vluchtelingen van ‘rijkdom’ uitgesloten.
Binnen het kapitalisme kan het vluchtelingenprobleem nooit opgelost worden. Hoe kan de strijd voor de vluchtelingen bijdragen aan de klassenstrijd? Wat brengt de revolutie dichterbij: de arbeidersstrijd of de strijd voor de vluchtelingen?
AAGU staat voor ‘directe actie’; voor echte strijd. Ze heeft een internationalistisch standpunt en maakt geen onderscheid tussen verschillende nationaliteiten en het wel of niet hebben van een paspoort. Zij is van mening dat een antinationale strijd in combinatie met internationale solidariteit tot een aanval op kapitalisme leidt.
AAGU denkt dat de strijd voor vluchtelingen dus ook een soort van klassenstrijd is. De vluchtelingen kwestie is een van de centrale kwesties voor de arbeidersklasse. Overal in de wereld zijn er arbeiders die erdoor getroffen worden en dan komen ze terecht in de uitzichtloze ellende, worden als verschoppeling behandeld.
Levendige discussie over het vluchtelingenvraagstuk
De inleiding werd met instemming begroet en werd gevolgd door een levendige discussie waar verschillende aspecten van de vluchtelingenkwestie in werden opgenomen. Het is een van centrale kwesties voor de arbeidersklasse in de hele wereld. De inleiding riep ook allerlei vragen op en het onderwerp wekte een grote betrokkenheid bij alle aanwezigen.
Er zijn drie benaderingen mogelijk: racistische, burgerlijk-humanitaire en links-radicale, maar alle drie lossen ze het vluchtelingenvraagstuk niet op. In feite vullen de eerste twee elkaar aan. De burgerlijk-humanitaire organisaties zijn namelijk niet per ze tegen de uitzetting van illegale vluchtelingen. De derde benadering kan fundamenteel geen oplossing bieden. Net zoals de arbeidersklasse nu nog geen onmiddellijke praktische oplossing heeft.
Er werd pleidooi gehouden over open grenzen, vrije toegang en de afschaffing beperkingen binnen het kapitalistische systeem, maar het kapitalisme kan de stroom van de vluchtelingen toch niet verwerken.
Vluchtelingen werden ook door het kapitalisme in opgaande periode voortgebracht. Maar nu het kapitalisme volop in zijn verval periode verkeert, worden ze niet meer als potentiële arbeidskrachten beschouwd, maar als vluchtelingen waar je geen kant mee op kunt en die alleen maar overlast veroorzaken.
De oplossing is de vernietiging van het kapitalisme, maar wat moeten we in afwachting daarvan doen? Alles wat we doen is slechts een lapmiddel. Eisen dat alle grenzen opengezet moeten worden? Dat lost niets op. Je krijgt een massa van mensen. Het ontstaat een totale verpaupering en er is geen werk.
Welke houding tegenover vluchtelingen?
Minderheden worden tot zondebok gemaakt. Zij krijgen de schuld van de ellende hier en elders in de wereld. Het kapitalisme is hypocriet: ze worden wel in allerlei sectoren aan het werk gezet voor een hongerloontje, maar zodra er geen winst meer wordt gemaakt, worden ze als ongewenste vreemdeling over de grens gezet.
Moeten de vluchtelingen eigen cultuur bewaren en handhaven of naar een eenheidscultuur streven? Zowel de rechter- als linkerzijde van de bourgeoisie proberen de culturele verschillen te benadrukken. Links zegt dat de vluchtelingen hun culturele identiteit moeten kunnen behouden, volgens rechts zijn die culturele verschillen zo groot dat ze niet kunnen blijven.
De arbeidersklasse streeft ernaar zoveel mogelijk hindernissen weg te nemen. Zij streeft naar een eenheid van cultuur van strijdende arbeiders. In de Oktoberrevolutie in Rusland in 1917 waren er arbeiders en arbeidsters van meer dan tien verschillende ‘nationaliteiten’ betrokken. Ze namen deel aan algemene vergaderingen en massabijeenkomsten, ook al droegen de revolutionaire vrouwen daar hoofddoeken en mutsen van hun eigen regio.
Moeten we altijd solidair zijn met alle vluchtelingen? Dat kan niet. Wel met arbeidersvluchtelingen. Want lang niet alle vluchtelingen maken deel uit van de arbeidersklasse. We kunnen niet solidair zijn met burgerlijke vluchtelingen die in hun eigen land misdaden hebben begaan tegen de bevolking.
De vluchtelingen komen door hun half-illegale toestand wel relatief snel in de criminaliteit terecht. Ze zijn geen criminelen, maar de criminaliteit spant de vluchtelingen voor haar karretje.
De Geneefse Conventie: wapen in handen van de ‘democratie’
De tussenkomst van sympathisant M. gaf de discussie een hele nieuwe dimensie. Hij stelde dat dit verdrag “Ogenschijnlijk ging het Verdrag over de vluchtelingen, maar in werkelijkheid had het een propagandistische bedoeling.(…) De Conventie werd ingezet als een van de instrumenten van de ideologische en politieke oorlog van het Westblok tegen het Oostblok. (…) Vluchtelingen uit het Oostblok waren per definitie interessant. Ze werden allemaal opgevoerd als onschuldige slachtoffers van het totalitaire Oostbloksysteem en ingehaald als helden van de westerse idealen”. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen economische en politieke vluchtelingen.
Volgens M. zat er tussen de vluchtelingen geen “arbeider, die uit protest tegen het bestaan van de loonarbeid, de uitholling van de macht van de arbeidersraden, de ontbinding van de internationalistische beweging, of vanwege politiek-economische betrekkingen met reactionaire regimes, naar het Westen vluchtte”
Vluchtelingen worden door de grootmachten gebruikt in de imperialistische oorlog. Vaak fungeren ze als een ‘buffer’ in de oorlog van het ene imperialisme tegen het andere.
Vluchtelingen toen en nu
Er is een essentieel verschil tussen de vluchtelingen van nu en de immigranten van vroeger. Tussen 1750 en 1914 emigreerde men voornamelijk vanwege honger en ellende. Vroeger was er tevens de noodzaak van en de behoefte aan een arbeidsreserveleger binnen het kapitalisme. De wereldmarkt was nog niet verzadigd en slokte steeds weer nieuwe arbeidskrachten op. Nu is de wereldmarkt verzadigd, is er een situatie van algemene overproductie, ook wat betreft het aanbod van de waar arbeidskracht. Mensen vluchten nu niet alleen vanwege honger en ellende maar meer nog vanwege oorlog en vernietiging. Sinds het kapitalisme een systeem is in verval kunnen deze mensen echter niet meer daadwerkelijk in het arbeidsproces opgenomen worden.
Helpen we vluchtelingen door deze voor te stellen als meest kwetsbare mensen en de West-Europese arbeiders als diegenen die zich verkopen aan het kapitaal? Er is een groot gevaar dat de vluchtelingen in het lompenproletariaat terechtkomen. Alleen de arbeidersstrijd kan hun perspectief bieden als deze een bepaald niveau van strijd bereikt heeft. Vluchtelingen kunnen alleen een perspectief ontwikkelen als ze zich inzetten voor de arbeidersstrijd. In die zin is het vluchtelingen- c.q. immigrantenvraagstuk een vraagstuk van de arbeidersklasse.
De arbeidersklasse is een klasse van migranten
Centraal staat de eenheid van de arbeidersklasse als internationale klasse: de wereldarbeidersklasse. De bourgeoisie probeert ons voortdurend valse tegenstellingen op te dringen om de mensen te individualiseren en hun woede te kanaliseren. De arbeidersklasse moet alles in het werk stellen om haar eenheid tegen de bourgeoisie te verdedigen. Een deel van de arbeidersklasse organiseren (onderklasse, precariaat) tegenover andere delen van de klasse gaat lijnrecht in tegen het perspectief dat we nu verdedigen: de eenheid van de wereldarbeidersklasse, die heeft geen vaderland.
Conclusie: het was een boeiende discussiedag met veel ruimte voor verschillende meningen.
Collectief-28 / 31.10.2010
Voetnoten
(1) AAGU, Anarchistische Anti-deportatie Groep Utrecht. www.aagu.nl/ [4]
De stakingen en betogingen die in oktober en november in Frankrijk plaatsvonden, naar aanleiding van de hervorming van de pensioenen, getuigen van een sterke strijdbaarheid in de rijen van het proletariaat (zelfs ze er niet in geslaagd zijn de bourgeoisie te doen wijken). Deze beweging ligt in de lijn van een internationale dynamiek van onze klasse, die steeds meer de weg van de strijd hervindt. Zo vinden er in talrijke andere landen eveneens klassegevechten plaats. De economische crisis en de bourgeoisie halen in de hele wereld het schraapmes eroverheen. En overal, van Europa tot de Verenigde Staten, beginnen de arbeiders stilaan te reageren en weigeren ze de opgelegde verpaupering, besparingen en de ‘heilzame’ (sic!) offers te accepteren.
Op dit ogenblik is deze reactie niet van het niveau van de aanvallen, die we ondergaan. Dit is ontegen-zeggelijk het geval. Maar er is een dynamiek losgebarsten, de overdenking en de strijdlust van de arbeiders zal zich verder ontwikkelen. Als bewijs dit nieuwe gegeven: momenteel proberen minderheden zichzelf te organiseren om bij te dragen aan de ontwikkeling van massale strijd en zich te ontdoen van de invloed van de vakbonden.
Op 23 oktober, de eerste zaterdag na de bekendmaking van de strenge regeringsmaatregelen, die een drastische beperking van de overheidsuitgaven inhouden, hebben er na oproep van verschillende vakbonden in het hele land manifestaties plaatsgevonden tegen deze aanvallen voortkomend uit de begrotingsplannen. De hoeveelheid deelnemers, die varieerde van 399 in Cardiff tot 15000 in Belfast of 25000 in Edinburg, weerspiegelt de diepe onderliggende woede.
Een ander voorbeeld van afkeer is de rebellie van de studenten tegen de verhoging van de inschrijvingskosten aan de universiteiten met 300%. Deze financiële uitgave alleen al verplicht hen zich zwaar in de schulden te steken, zodat ze na hun studies astronomische afbetalingen dienen te voldoen (die kunnen gaan tot 95.000 euro!). Deze nieuwe verhogingen hebben een hele reeks betogingen uitgelokt, van het Noorden tot het Zuiden van het land (vijf demonstraties in minder dan één maand: op 10, 24 en 30 november op 4 en 9 december).
Desondanks is deze verhoging van de inschrijfkosten op 8 december toch definitief aangenomen in de House of Commons.
Stakingen aan de universiteiten, bij de vormingsinstituten, onder de studenten van de lagere en hogere scholen, een lange lijst van bezettingen van universiteiten, veelvuldige bijeenkomsten om te beraadslagen welke weg gevolgd moet worden….. De studenten hebben hierbij steun gekregen en solidariteit ondervonden van veel leerkrachten, die hun ogen te sloten voor de afwezigheid van stakende leerlingen in de klaslokalen (de regelmatige aanwezigheid in de les is streng verplicht) en die de studenten op gingen zoeken en om met hen in discussie te gaan.
De revolte van de studenten en leerlingen tegen de verhoging van de kosten voor het volgen van onderwijs, gaat nog steeds verder. De voorgaande demonstraties zijn geëindigd in harde confrontaties met de anti-oproerpolitie, die een strategie van insluiting voerde. Ze aarzelden daarbij niet om de betogers met de wapenstok te lijf te gaan, met als gevolg dat er veel gewonden vielen en aanhoudingen plaatsvonden en dit vooral in Londen, waar de bezettingen, met de steun van de leraren, plaatsvonden op een vijftiental universiteiten. Op tien november bezetten de studenten de zetel van de Conservatieve Partij en op 8 december hebben ze getracht binnen te dringen in het Ministerie van Financiën en de Hoge Raad, terwijl betogers zich meester probeerden te maken van de Rolls-Royce, die prins Charles en zijn echtgenote Camilla vervoerde.
De studenten, en zij die hun steunden, kwamen goedgezind naar de betogingen, hadden hun eigen spandoeken en leuzen gemaakt, waarbij sommigen onder hen zelfs voor het eerst meededen aan een protestbeweging. De stakingen, manifestaties en bezettingen waren allesbehalve brave gebeurtenissen, zoals vakbonden en de ‘bestuurders’ van links die meestal beogen te organiseren. De spontane werkonderbrekingen, de bestorming van het algemeen hoofdkwartier van de Conservatieve Partij in Millbank, de uitdaging van de politieversperringen, of de inventieve ontwijking ervan, de bestorming van de gemeentehuizen en andere openbare plaatsen, zijn maar enkele voorbeelden van deze openlijke rebelse houding. En de afkeer van de veroordeling der manifestanten door de president van de NUS (Nationale Studenten Vakbond) Porter Aaron in Millbank, waren zo ruim verspreid dat hij vervolgens zijn meest banale excuses diende aan te bieden.
Deze geestdrift van verzet, die bijna oncontroleerbaar was, heeft de regeringsleiders verontrust. Een duidelijk signaal van deze ongerustheid is de mate van repressie die de politie tegen de betogers toepaste. Op 24 november werden in Londen duizenden betogers, enkele minuten na hun vertrek van Trafalgar Square, omsingeld door de politie. Ondanks enkele gelukte pogingen om het politiecordon te doorbreken, hebben de ordetroepen duizenden van hen urenlang in de kou tegengehouden.
Op een bepaald ogenblik is de bereden politie dwars door de menigte heengedrongen. Hetzelfde scenario van gebruik van bruut geweld vond plaats in Manchester, in Lewisham Town Hall en elders. Na de inval in de zetel van de Conservatieve Partij in Millbank hebben de dagbladen hun dagelijkse oplage gebracht met foto’s van zogenaamde ‘vandalen’, waarbij schrikbarende geruchten werden verspreid over revolutionaire groeperingen, die zich met hun onheilspellende propaganda gericht hadden op de jongeren van de natie. Dit alles toont de ware aard van de ‘democratie’ waarin wij leven.
De rebellie van de studenten in Groot-Brittannië is het beste antwoord op het idee dat de arbeidersklasse in dit land passief blijft ten opzichte van de stroom van aanvallen, die gelanceerd wordt door de regering op alle aspecten van ons levensniveau: baan, salaris, gezondheid, werkloosheid, invaliditeitsuitkering evenals schoolgeldvergoeding. Ze is een waarschuwing aan de leiders dat een hele nieuwe generatie van de uitgebuite klasse niet langer de logica accepteert van de opofferingen en bezuinigingen.
Deze reeks artikelen heeft tot doel aan te tonen dat de leden van het Linkskommunisme en de internationalistische anarchisten de plicht hebben om het debat aan te gaan en zelfs om samen te werken. De reden hiervan is eenvoudig. Buiten onze meningsverschillen, die soms belangrijk zijn, delen wij wezenlijke revolutionaire standpunten: het internationalisme, de afwijzing van elke samenwerking en van elk compromis met burgerlijke politieke krachten, de verdediging van het beginsel dat ' de arbeiders de strijd zelf in eigen hand moeten nemen’... (1)
Ondanks deze overduidelijke overeenkomsten, bestaan er bijna geen betrekkingen tussen deze twee revolutionaire stromingen. Pas de laatste jaren zien we dat er een schuchter begin gemaakt wordt met een debat en een vorm van samenwerking. Een en ander is het gevolg van pijnlijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de arbeidersbeweging. De houding van de meerderheid van de Bolsjewistische Partij in de jaren 1918-1924 (het verbod zonder onderscheid van iedere anarchistische publicatie, de botsing met het leger van Machhno, het bloedig neerslaan van de opstandige matrozen van Kronstadt...) heeft een kloof geslagen tussen de revolutionaire marxisten en de anarchisten. Maar vooral de afslachting van duizenden anarchisten (2) in naam van 'kommunisme', heeft tientallen jaren lang een waar trauma veroorzaakt. (3)
Ook vandaag nog bestaat er van beide zijden een bepaalde vrees tot debat en samenwerking. Om deze moeilijkheden te overstijgen, moeten we ervan overtuigd raken dat we, ondanks de meningsverschillen, wel degelijk behoren tot hetzelfde kamp: dat van de revolutie en van het proletariaat. Maar dat alleen volstaat niet. Wij moeten ook een bewuste inspanning doen om de kwaliteit van onze debatten qua cultuur te verbeteren. 'De overgang van het abstracte naar het concrete' blijkt altijd de meest hachelijke fase te zijn. Daarom wil de IKS, via dit artikel, nauwkeurig aangeven vanuit welke geest ze de mogelijke en noodzakelijke verhouding tussen de Linkskommunisme en het internationalistisch anarchisme wil benaderen.
Constructieve kritiek tussen revolutionairen is een absolute noodzaak
Onze pers heeft herhaaldelijk en op verschillende manieren onderstreept dat het anarchisme van oorsprong gekenmerkt wordt door de kleinburgerlijke ideologie. Deze radicale kritiek wordt door de anarchistische militanten dikwijls als onaanvaardbaar beschouwd, diegenen die gewoonlijk het meest openstaan voor discussie inbegrepen. En vandaag is deze kwalificering van 'kleinburgerlijk', als die aan het begrip 'anarchisme' toegevoegd wordt, voor sommigen genoeg om niets meer van de IKS te willen horen. Onlangs heeft een deelnemer, die zich beroept op het anarchisme, op ons Internet-forum, laten weten deze kritiek een werkelijke 'scheldwoord' te vinden. Dat is echter niet onze visie.
Hoe diepgaand onze wederzijdse meningsverschillen ook mogen zijn, toch mogen ze ons niet uit het oog doen verliezen dat het debat tussen de militanten van het Linkskommunisme en die van het internationalistisch anarchisme er één is onder revolutionairen. Internationalistische anarchisten uiten trouwens zelf ook talrijke kritieken op het marxisme, te beginnen met de zogenaamde natuurlijke neigingen tot autoritarisme en reformisme, die ze aan de marxisten toeschrijven. De site van de CNT-AIT in Frankrijk bijvoorbeeld bevat veelvuldige passages in de stijl van:
“De marxisten werden [vanaf 1871] steeds meer diegenen die de uitgebuiten in slaap wiegden en aan de wieg stonden van het arbeidersreformisme” (4).
“Het marxisme is verantwoordelijk voor de oriëntering van de arbeidersklasse naar de parlementaire actie [...] . Alleen als men dat begrepen zal hebben, alleen door de duidelijke overstijging van het marxisme, zal men inzien dat de weg van de sociale bevrijding ons leidt naar het gelukzalige terrein van het anarchisme.” (5).
Hier gaat het niet om 'scheldpartijen' maar om radicale kritieken ... waar wij het natuurlijk totaal niet mee eens zijn! In dezelfde zin van een openlijke kritiek moet ook onze analyse van de aard van het anarchisme begrepen worden. Deze analyse is bovendien belangrijk genoeg om even in herinnering gebracht te worden. In een hoofdstuk met als titel,
De kleinburgerlijke kern van het anarchisme, schreven wij in 1994: “De ontwikkeling van het anarchisme in de tweede helft van de 19e eeuw was het product van het verzet van kleinburgerlijke lagen (ambachtslui, handelaars, kleine boeren) tegen de zegetocht van het kapitalisme, een verzet tegen de proces van proletarisering, dat hen beroofde van hun sociale 'onafhankelijkheid' uit het verleden. Sterker in de die landen waar het industriekapitaal laat tot ontwikkeling kwam, aan de oostelijke en zuidelijke rand van Europa, was het zowel de uitdrukking van de rebellie van deze lagen tegen het kapitalisme en als hun onbekwaamheid om verder te kijken dan dat, naar een kommunistische toekomst. Daarentegen verwoordde het hun verlangen naar een terugkeer naar het half-mythische verleden van totaal vrije gemeenschappen en van strikt onafhankelijke producenten, ontdaan van de verdrukking van het industriekapitaal en de gecentraliseerde burgerlijke staat. De 'vader' van het anarchisme, Pierre-Joseph Proudhon, was de klassieke belichaming van deze houding: met zijn woeste haat, niet alleen tegen de staat en de grote kapitalisten, maar ook tegen iedere vorm van collectivisme, vakbonden, stakingen en gelijkaardige uitingen van de collectiviteit van de arbeidersklasse inbegrepen. Tegenover al deze fundamentele tendensen, die zich in de kapitalistische maatschappij ontwikkelden, stelde Proudhon een 'mutualistische' maatschappij, gegrondvest op de individuele ambachtelijke productie, verbonden door de vrije handel en het vrije krediet.” (6)
En ook nog in 'Anarchisme en Kommunisme', daterend uit 2001, schreven wij: “In de ontstaansgeschiedenis van het anarchisme komt het gezichtspunt naar voren van de pas geproletariseerde arbeider, die zich met al zijn vezels verzet tegen deze proletarisering. Zojuist voortgekomen uit de boerenstand of het ambacht, dikwijls nog half-arbeider en half-ambachtsman (zoals de uurwerkmakers in de Zwitserse Jura bijvoorbeeld), brengen deze arbeiders hun leedwezen over het verleden tot uitdrukking tegenover het drama dat de neergang in de leefomstandigheden van de arbeidersklasse voor hen vormde. Hun sociale streven bestond erin het rad van de geschiedenis terug te draaien. In de kern van hun opvattingen bevindt zich het verlangen naar het kleine eigendom. Daarom analyseren wij het anarchisme, in navolging van Marx, als een uitdrukking van het binnendringen van de kleinburgerlijke ideologie in het proletariaat.” (7)
Anders gezegd erkennen wij dat het anarchisme zich, vanaf zijn ontstaan kenmerkte door een diepgaand gevoel van revolte tegen de barbarij van de kapitalistische uitbuiting, maar tegelijkertijd erft het ook de visie van 'ambachtslui, handelaars, kleine boeren' die het bij zijn ontstaan vorm hebben gegeven. Dat betekent absoluut niet dat vandaag alle anarchistische groepen 'kleinburgers' zijn. Het is overduidelijk dat de CNT-AIT, de KRAS (8) en anderen worden bezield door de revolutionaire adem van arbeidersklasse. Meer algemeen gedurende de 19e en de 20e eeuw hebben talrijke arbeiders, die de anarchistische zaak trouw waren, werkelijk gestreden voor de afschaffing van het kapitalisme en de komst van het kommunisme, van Louise Michel tot Durutti en van Voline tot Malatesta, enzovoort. Tijdens de grote revolutionaire golf van 1917 behoorde een deel van de anarchisten, in de rijen van de arbeiders, tot de meest strijdbare bataljons.
Net als altijd is er in de anarchistische beweging een strijd gaande tegen deze oorspronkelijke tendens om beïnvloed te worden door de ideologie van de geradicaliseerde kleinburgerij. En daaruit vloeien voor een deel de diepgaande meningsverschillen voort tussen individualistische anarchisten, de mutualisten, de reformisten, de nationalistische communisten en de internationalistische communisten (alleen deze laatsten behoren werkelijk tot het revolutionaire kamp). Maar, zelfs de internationalistische anarchisten ondergaan de invloed van de historische wortels van hun beweging. Daar ligt dan ook bijvoorbeeld de oorzaak van hun neiging om de 'arbeidersstrijd' te vervangen door 'autonoom volksverzet'.
Het is dus de verantwoordelijkheid van de IKS om op een eerlijke wijze, in alle openheid, al haar meningsverschillen naar buiten te brengen met als doel om, zo goed als zij dat kan, bij te dragen tot de versterking van het revolutionaire kamp. Net zoals het de verantwoordelijkheid is van de internationalistische anarchisten om door te blijven gaan hun kritiek op het marxisme tot uitdrukking te brengen. Dat moet op geen enkele wijze een belemmering zijn voor het houden van kameraadschappelijke debatten of een rem vormen op eventuele samenwerking, integendeel (9).
Bestaat er voor de IKS tussen de marxisten en de anarchisten een verhouding tussen meester en leerling?
Al deze kritieken van de IKS op het anarchisme richt ze niet op hen in de vorm van een meester die een leerling berispt. Tussenkomsten op ons Internet-forum hebben onze organisatie nochtans dikwijls verweten een 'meesterachtige' toon te hanteren. Buiten ieder verschil in smaak voor deze of gene literaire stijl, schuilt er achter die opmerkingen toch een reële theoretische kwestie. Is het de taak van de IKS om tegenover de CNT-AIT en, meer in het algemeen, het Linkskommunisme tegenover het internationalistisch anarchisme, de rol van 'gids' of van ‘model’ te spelen? Zijn wij van mening dat we een verlichte minderheid te vormen die anderen de waarheid, het bewustzijn moet influisteren?
Een dergelijke opvatting zou totaal in tegenspraak zijn met de eigenlijke traditie van het Linkskommunisme. En nog diepgaander toont zijn die tegenspraak in de band die de kommunistische revolutionairen verbindt met hun klasse.
Marx bevestigt dat in zijn Frans-Duitse Annalen: “Wij stellen ons niet voor aan de wereld als doctrinairen, gewapend met een nieuw beginsel: hier is de waarheid, op de knieën ervoor! Wij vertegenwoordigen voor de wereld nieuwe beginselen die wij halen uit de beginselen van de wereld zelf. Wij zeggen hem niet: “Stop met je strijd, het zijn kinderachtigheden; het is aan ons om de werkelijke raadgevingen voor de strijd te geven”. Al wat wij doen is aan de wereld laten zien waarom hij in werkelijkheid strijdt ”. (10)
De revolutionairen, marxisten en internationalistische anarchisten staan niet boven de arbeidersklasse, zij maken er integraal deel van uit, zij zijn door duizenden banden met haar verweven. Hun organisatie is het collectieve product van het proletariaat.
De IKS heeft zich dus nooit beschouwd als een organisatie die tot taak had om haar standpunt op te leggen aan de arbeidersklasse of aan andere revolutionaire groepen. Wij staan volledig achter de tekst van het Kommunistisch Manifest van 1848: “De kommunisten vormen geen partij die verschillend en tegengesteld is aan andere arbeiderspartijen. Zij hebben geen belangen die hen scheiden van het geheel van het proletariaat. Zij stellen geen bijzonder beginselen op waarnaar zij de arbeidersbeweging willen modelleren”. Het is hetzelfde beginsel dat Bilan, orgaan van de Italiaanse Linkskommunisten, tot leven brengt bij het verschijnen van haar eerste nummer in 1933:
“Zeker, onze fractie beroept zich op een lang politiek verleden, op een diepgaande traditie in de Italiaanse en internationale beweging, op een geheel van fundamentele politieke standpunten. Maar zij is niet van plan om deze politieke voorgeschiedenis te laten gelden als ze om instemming vraagt met de oplossingen die zij voorstaat voor de huidige toestand. Integendeel, zij nodigt de revolutionairen uit om de standpunten, die zij nu verdedigt, net als de politieke standpunten die zijn vervat in haar basisdocumenten, te onderwerpen aan een verificatie van de gebeurtenissen”.
Sedert haar oprichting heeft onze organisatie geprobeerd om diezelfde geest van openheid en diezelfde wil tot debat te in cultuur te brengen. Zo schreven wij al vanaf 1977:
“In onze relaties met [de andere revolutionaire groepen] die buiten de IKS staan, maar wel dichtbij, is ons doel duidelijk. Wij proberen een kameraadschappelijke en diepgaande discussie te bewerkstelligen over verschillende vraagstukken waarmee de arbeidersklasse wordt geconfronteerd.
“Wij kunnen onze functie tegenover hen pas echt vervullen (…) als wij tegelijkertijd in staat zijn:
Het gaat ons hier om een gedragsregel. Wij zijn overtuigd van de geldigheid van onze standpunten (en blijven tegelijkertijd openstaan voor een beargumenteerde kritiek), maar wij beschouwen ze niet als 'de oplossing voor de wereldproblemen'. Het gaat hier voor ons om een bijdrage aan de collectieve strijd van de arbeidersklasse. Om die reden hechten wij een heel bijzonder belang aan de debatcultuur. In 2007 heeft de IKS een hele oriënteringstekst gewijd aan dit vraagstuk alleen: 'De debatcultuur: een wapen in de klassenstrijd'. Wij stelden daarin: “Als de revolutionaire organisaties hun fundamentele rol willen spelen in de ontwikkeling en uitbreiding van het klassebewustzijn, is de cultuur van collectieve, internationale, kameraadschappelijke en publieke discussie absoluut essentieel” (12).
Bovendien zal de aandachtige lezer wel gemerkt hebben dat alle citaten, behalve het idee van de noodzaak tot debat, ook stellen dat de IKS vastbesloten is haar eigen politieke standpunten te verdedigen. Daar steekt geen tegenstrijdigheid in. In alle openheid willen discussiëren betekent niet dat men gelooft dat alle ideeën gelijk zijn, dat alle standpunten geldig zijn. Zoals wij het onderstrepen in onze tekst van 1977: “Verre van ze uit te sluiten gaan een ferme verdediging van de principes en een open houding hand in hand: wij hebben geen schrik om te discussiëren, juist omdat wij overtuigd zijn van de waarde van onze standpunten”.
Zowel in het verleden als in de toekomst heeft de arbeidersbeweging behoefte gehad aan vrije, open en kameraadschappelijke debatten tussen verschillende revolutionaire tendensen. Deze veelvuldigheid van standpunten en benaderingen zullen een rijkdom en onmisbare bijdrage vormen voor de strijd van het proletariaat en voor de ontwikkeling van zijn bewustzijn. Wij herhalen het nogmaals, maar binnen het gemeenschappelijk terrein van de revolutionairen kunnen er diepe meningsverschillen zijn. Deze moeten absoluut tot uiting komen en bediscussieerd worden. Wij vragen aan de internationalistische anarchisten niet dat zij afzien van hun eigen criteria, noch van wat zij beschouwen als hun theoretisch gedachtegoed. Integendeel, wij wensen vurig dat zij deze met helderheid uitleggen, als antwoord op de vraagstukken die zich aan allen opdringen. Wij wensen ook dat ze de kritiek de polemiek aanvaarden op dezelfde manier als waarop wij onze standpunten niet beschouwen als 'het laatste woord', maar als een open bijdrage aan elkaar tegensprekende argumenten. Wij zeggen niet tot deze kameraden: ‘geeft jullie wapens op tegenover de verkondigde superioriteit van het marxisme'.
Wij respecteren de diepgaande revolutionaire aard van de internationalistische anarchisten, wij weten dat wij zij aan zij zullen strijden als er bewegingen van massale strijd zich zullen voordoen. Maar wij zullen ook op overtuigde wijze (en hopelijk ook op overtuigende wijze) onze standpunten verdedigen over de Russische Revolutie en de Bolsjewistische Partij, de centralisatie, de overgangsperiode, de anti-arbeidersrol van het syndicalisme... Voor ons gaat het niet om een verhouding van tussen meester en leerling of de hoop enkele anarchisten te bekeren om hen in onze rijen in te lijven, maar om volop deel te nemen aan het noodzakelijke debat tussen de revolutionairen.
Zoals jullie zien kameraden kan dit debat wel eens heel geanimeerd … en begeesterend worden!
Als conclusie van deze serie van drie artikelen van 'Linkskommunisme en internationalistisch anarchisme', eindigen wij met deze enkele woorden van [de bekende anarchist] Malatesta:
“Als wij anarchisten de revolutie alleen zouden kunnen maken of als de socialisten (13) haar alleen konden maken, dan kon men zich de luxe veroorloven om ieder op zichzelf te ageren, en er misschien toe komen de handen ineen slaan. Maar de revolutie moet gemaakt worden door heel het proletariaat, het hele volk, waarvan de socialisten en de anarchisten in aantal slechts een minderheid vormen, zelfs als het volk veel sympathie lijkt te hebben voor de zowel de enen en voor de anderen. Als we onszelf verdelen, zelfs daar waar wij eensgezind kunnen zijn, dan zou dat neerkomen op het verdelen van het proletariaat, of beter gezegd, zijn sympathie doen afkoelen en het minder bereid maken om deze nobele gemeenschappelijke socialistische oriëntering te volgen, die socialisten en anarchisten met zijn allen zouden kunnen doen zegevieren van de revolutie. De revolutionairen en in het bijzonder de socialisten en de anarchisten, moeten ervoor waken, dat zij onderliggende motieven, die leiden tot onenigheid, niet opdrijven en zich vooral bezighouden met de feiten en de doelen die hen kunnen verenigen en hun het grootst mogelijke revolutionaire resultaat kunnen doen bewerkstelligen” (Volontà, 1 Mei 1920).
(1) Zie deel I van deze reeks in Wereldrevolutie nr.122 (september 2010): Wat wij gemeenschappelijke hebben.
(2) Zoals duizenden marxisten en miljoenen arbeiders in het algemeen, trouwens.
(3) Lees deel II van deze reeks in Wereldrevolutie nr.123 (december 2010): Over de moeilijkheden om te debatteren en hoe die te overstijgen.
(4)https://cnt-ait.info/article.php3?id_article=472&var_recherche=réformis... [6]
(5) Het gaat hier om een citaat van Rudolf Rocker dat de CNT-AIT overneemt
(6) In de Internationale Revue (Fr, Eng, Sp) nr. 79. Het kommunisme is geen mooi ideaal, maar een materiële noodzaak, deel 10: Anarchisme of Kommunisme?
(7) De Internationale Revue (Fr, Eng, Sp) nr. 102.
(8) Het gaat hier om de afdeling in Rusland van de AIT waar wij heel goede relaties mee onderhouden en waarvan wij reeds meerdere stellingnames in onze pers hebben gepubliceerd.
(9) Dit gezegd zijnde, hebben in de loop van de laatste maanden, kameraden (compagnons) anarchisten op juiste gronden geprotesteerd tegen overdreven formuleringen, die neerkwamen op een definitief en ongerechtvaardigd oordeel ten opzichte van het anarchisme. Als wij terugduiken in sommige van onze oude teksten, hebben wij op onze beurt passages aangetroffen die wij vandaag niet meer zouden schrijven:
– Zie: de Internationale Revue (Fr, Eng, Sp) nr. 102: “Arbeiderselementen, die denken de revolutie aan te hangen vertrekkend van het anarchisme, maar om een revolutionair programma te kunnen verdedigen moet men breken met het anarchisme”
– Révolution Internationale nr. 321, maart 2002: L'incapacité de l'anarchisme à offrir une perspective de classe contre la guerre impérialiste: “Om die reden moet het proletariaat zich resoluut afkeren van de anarchisten, die handelaars in illusies zijn”.
– In de Internationale Revue (Fr. Eng. Sp.) nr. 102 – 3e trimester 2000. Ons artikel Anarchisme en Kommunisme, dat nauwgezet de strijd van de 'Vrienden van Durutti' in de CNT in het Spanje van de jaren 1930 analyseert, maakt in een zinswending een karikatuur van de visie van de IKS op het anarchisme door te beweren dat er in 1936 'geen revolutionaire elan' meer bestond binnen de CNT. Onze recentere artikelen over het anarcho-syndicalisme, die wel degelijk opnieuw de integratie van de leiding van de CNT in de raderen van de staat en haar bijdrage tot de politieke ontwapening van de anarchistische arbeiders aanklagen (wat het werk van de stalinistische moordenaars vergemakkelijkte), heeft aangetoond hoe complex de toestand was. Er is binnen de CNT, op internationaal vlak, werkelijk strijd geleverd voor de verdediging van authentieke proletarische standpunten en tegen het verraad, waarop deze integratie in de Spaanse staat neerkwam. Lees daarvoor ook onze reeks over het revolutionair syndicalisme in de Internationale Revue (Fr, Eng, Sp) nr. 137, 141.
(10) Geciteerd door Franz Mehring in zijn biografie over K. Marx.
(11) In de Internationale Revue (Fr, Eng, Sp) nr. 11, 1977. The proletarian political groups.
(12) De Internationale Revue nr. 20: De Debatcultuur, een wapen in de klassenstrijd.
(13) Op het ogenblik dat Malatesta dit artikel schreef, groepeerde de Italiaanse Socialistische Partij, naast de reformisten, nog revolutionaire elementen die in januari 1921, op het Congres van Livorno, de PCI oprichtten.
Solidariteit van studenten met arbeiders van het GVB in Amsterdam. Utopia in Utrecht. Hoogleraren die in defilé door de straten van Den Haag trekken. Duizenden onderwijzers, ouders en scholieren van het passend onderwijs die protesteren in Nieuwegein. Ambtenaren, mensen van de sociale werkplaats, uitkeringstrekkers, enzovoort, die zich in een massaal protest verzamelen in Den Haag. Al deze volgden op de studentenacties, die een voorlopig hoogtepunt bereikten in een nationale manifestatie op 21 januari en waartegen zwaar intimiderend werd opgetreden door de repressiekrachten van de staat. Solidariteit van studenten met arbeiders van het GVB in Amsterdam. Utopia in Utrecht. Hoogleraren die in defilé door de straten van Den Haag trekken. Duizenden onderwijzers, ouders en scholieren van het passend onderwijs die protesteren in Nieuwegein. Ambtenaren, mensen van de sociale werkplaats, uitkeringstrekkers, enzovoort, die zich in een massaal protest verzamelen in Den Haag. Al deze volgden op de studentenacties, die een voorlopig hoogtepunt bereikten in een nationale manifestatie op 21 januari en waartegen zwaar intimiderend werd opgetreden door de repressiekrachten van de staat. De arbeiders in Nederland komen in beweging en volgen het voorbeeld van hun klassebroeders in Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en vele andere landen in de wereld.
De mensen in Nederland zijn het beu. Aan de aanvallen op de inkomens en de levensomstandigheden lijkt wel geen einde te komen. Al dertig, veertig jaar lang sleept de crisis zich voort en voortdurend wordt er van iedereen gevraagd om de broekriem aan te halen. Maar nu begint de broekriem te strak te zitten en is er geen enkel vooruitzicht op een moment waarop er nog weer eens vrij kan worden adem gehaald. De situatie waarin de meeste Nederlanders terecht zijn gekomen wordt als steeds pijnlijker ervaren. Absolute armoede is geen sprookje meer, maar een maatschappelijk feit (zie het artikel over Nederland in Wereldrevolutie nr. 123) voor steeds meer delen van de arbeidersklasse.
De onbeschaamde hypocrisie van de politici
De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn nooit heel erg populair geweest. Dit keer lijkt het wel of niemand zich er mee bezig houdt. Voor grote delen van de arbeidersklasse in Nederland stelt zich maar één vraag: hoe kan ik me verdedigen tegen de aanvallen van de politiek op mijn inkomen en daarbij interesseert ze de verkiezingen even helemaal niet meer. De campagnes van de politieke partijen voor de verkiezingen van 2 maart worden dan ook nauwelijks gevolgd. En niemand denkt aan de mogelijkheid dat een regering, samengesteld uit andere politieke partijen, geen massale bezuinigingen zal doorvoeren en de arbeiders niet voor steeds meer precaire toestanden zal plaatsen.
Cohen op de zeepkist, geëscorteerd door Roemer en Pas. De toespraken van Cohen en consorten bij de arbeiders van de GVB op 15 februari en werden dan ook met grote scepsis gevolgd en aangehoord. Cohen, die zich opeens solidair verklaarde met de arbeiders die een privatisering staat te wachten, terwijl Kok zijn voorganger binnen dezelfde PvdA, een kampioen geweest is op het gebied van deregulering (een tweede fase waarin reeds geprivatiseerde instellingen volledig overgeleverd werden aan een moordende concurrentie van de markt) van allerlei semi-overheidssectoren. De SP van Roemer, die vanaf het eerste moment vooraan stond tegen het ontslag van de arbeiders bij MSD (Organon) (1) heeft deze, toen het erop aankwam, volledig laten zakken, maar staat op 17 februari wel opnieuw vooraan bij de manifestatie van de werkers in de publieke sector op het Malieveld in Den Haag om daar een soortgelijk kunstje te flikken.
Toename van de strijdwil onder de jongeren
De Nederlandse staat heeft niet alleen een schuld openstaan van 60% van haar bruto intern product. Ze heeft ook nog eens garanties uitstaan voor meer dan 200 miljard euro. Vandaar de onvermijdelijkheid van massale bezuinigingen van tegen de 20 miljard euro voor de komende jaren. Daarbij zijn de voornaamste pijlen gericht op het overheidspersoneel. Bedreiging met massaal ontslag is er voor de werkers bij de UWV (tussen de 4000 en 8000 werknemers); de universiteiten (mogelijk 6000 man personeel); het ‘passend’ onderwijs (wellicht 6000 werknemers); de belastingdienst (honderden banen); het openbaar vervoer in de grote steden (1000 arbeiders via privatisering).
Maar wat er vooral hard inslaat is de van 3000 euro voor ieder student aan de universiteit of hogeschool, die een jaar moet overdoen. Het is vooral deze maatregel die onder de jongeren en hun ouders kwaad bloed zet. Het verzet ertegen is, net als in verschillende andere landen van West-Europa, in de loop van de afgelopen maanden dan ook taai en grimmig geworden.
Ondanks een opkomende woede hier en daar, wordt de algemene tendens momenteel vooral gekenmerkt door voorzichtigheid en een houding van ‘eerst de kat uit de boom kijken’. Dat was ook wat de manifestatie van 17 februari uitstraalde, alhoewel er ook interesse bestond voor andere en ook voor kommunistische standpunten. De reacties van de arbeiders laten zien dat ze op dit moment nog niet in staat te zijn als een eenheid, als een klasse, op te treden die voldoende de kracht ontwikkelt om de bezuinigingen te keren. Maar de situatie kan snel omslaan onder invloed van de internationale gebeurtenissen en door de impact van de strijd onder de studenten en jongeren.
Degenen die zich echter niet zo gemakkelijk laten ringeloren zijn de studenten en scholieren van de universiteiten en hbo’s. Deze verzetten de jongeren zich al maandenlang tegen de boete van 3000 euro voor een ´zittenblijver´ op de universiteit. Wetende dat de meeste studenten genoodzaakt zijn om er een baantje bij te nemen om hun studie te kunnen betalen en fatsoenlijk rond te kunnen komen, is ´zittenblijven´ een patroon waar de helft van de studenten in de tegenwoordige tijd niet aan ontkomt.
Vanaf begin december afgelopen hebben ze een ononderbroken reeks van acties gevoerd in de vorm van demonstraties, bezettingen, uitdelen van flyers, demonstratieve bijeenkomsten, enzovoort. De kerstvakantie heeft de acties even onderbroken, maar de strijdbaarheid geenszins getemperd. Want in de maand januari van dit jaar gingen de acties onverminderd en zelfs nog radicaler door in de vorm van een hele reeks van bezettingen van hogescholen en universiteitsgebouwen.
Uitbreiding naar andere delen van de klasse
Tijdens de eerste acties lieten de studenten zich vaak nog leiden door de directieven van de officiële studentenvakbonden: waarvan de LSVB de belangrijkste is. En ze voerden actie aan de hand van typisch universitair getinte leuzen, waarbij ‘Kenniscrisis’ het officiële motto was. Maar in de loop van de acties, en met name vanaf januari, veranderde de geest onder de studenten en werden andere leuzen op de voorgrond geplaatst zoals: “I am your future”, “Mijn moeder is schoonmaakster: wat nu?”, “Thomas More: Utopia”, “Het Kapitaal”, enzovoort.
Zeker na de grote manifestatie van de 21e januari, in Den Haag, waar de reguliere studentenvakbonden geen standpunt innamen tegen het intimiderende optreden van de ME, voor, tijdens en na die manifestatie, gingen er steeds meer stemmen andere wegen te zoeken. Meer en meer won het standpunt terrein om de eigen strijd niet teveel te idealiseren als de enige en de ware strijd, maar aansluiting te zoeken bij andere groepen van de maatschappij die door dezelfde bezuinigingsmaatregelen getroffen worden. Dit gebeurde vooral in kringen van de verschillende groepen Kritische Studenten, die naar het voorbeeld van Utrecht, in verschillende steden ontstonden. Zo verscheen er op de website van Kritische Studenten Utrecht (KSU) een artikel waarin naar voren werd gebracht dat “Om de overheid te verslaan moeten we de handen ineen proberen te slaan met andere groepen die getroffen worden. (…) Voor toekomstige generaties studenten, maar ook voor de rest van de samenleving.”
En dit was niet het eerste artikel dat dit idee naar voren brengt. Dit was zeker al de tweede of derde soortelijke bijdrage aan de discussie. De IKS heeft de ontwikkeling van deze overdenking begroet en naar voren gebracht de discussie hierover verder te zetten. Maar iets naar voren brengen betekent nog niet dat het ook in de praktijk wordt gebracht. Net zoals de solidariteitsverklaring van de bezetters van de ‘Universiteit van de Toekomst’ (voor wie is er nog een toekomst?) met de arbeiders van de GVB, geen vervolg kreeg door zich daadwerkelijk bij hun strijd te vervoegen, zo hebben de Kritische Studenten Utrecht ook nog niet de kans aangegrepen zich aan te sluiten bij die andere groepen. Zelfs niet toen de werkers van het ‘passend onderwijs’ op 9 februari massaal bij elkaar kwamen in Nieuwegein, bijna onder de neus van de KSU.
We begroeten resoluut de beweging onder de studenten. Naar de toekomst toe is het echter belangrijk dat het universitaire en hogeschoolse kader wordt overstegen en zich te beschouwen als deel van één en dezelfde arbeidersklasse. Dat ze jongeren zijn die nu nog studeren, maar straks zullen gaan werken, dat ze niet alleen nu al, in allerlei bijbaantjes, maar zeker in de toekomst hun arbeidskracht zullen moeten verkopen om hun inkomen te verzekeren, daar zou best nog wat meer bij stilgestaan worden. Ze zijn nog steeds de werkenden, werklozen of precairen van de toekomst en zullen zich op die manier bij de massa van de arbeiders vervoegen.
Ondanks de huidige zwakheden zijn het nu vooral de studenten, de jongeren, die nieuwe generatie die ons, met al hun elan, het voorbeeld geven. Net als in Groot-Brittannië in december en Italië in dezelfde maand laten ze ons niet alleen zien wat strijdwil is, maar proberen ze, door het gewoon te doen, de weg te vinden die hun strijd perspectief geeft. Studenten in Londen trokken ook gewoon naar de stakende arbeiders van de metro om solidariteit te betuigen met hun strijd.
Delix / 23.02.2011
Voetnoten
(1) “Van één ding kunt u op aan: wij staan achter u en zullen u helpen waar we kunnen!” , aldus Roemer in een toespraak aan de arbeiders van MSD tijdens een manifestatie op 17-07-2010 in Oss.
De openbare bijeenkomst van de IKS beperkt zich niet tot één of enkele toespraken, waarbij er na afloop enige vragen kunnen worden gesteld. Zij is allesbehalve een eenmalige krachtmeting tussen tegenover elkaar staande standpunten. Integendeel: zij maakt deel uit van een voortgaande, levendige overdenking binnen de klasse, die alleen vruchtbaar kan zijn in een kameraadschappelijke uitwisseling van standpunten. Haar doel is bij te dragen aan het debat over de fundamentele kwesties die de klasse aangaan en daarover zoveel mogelijkheid helderheid te scheppen onder de aanwezigen. De openbare bijeenkomst van de IKS beperkt zich niet tot één of enkele toespraken, waarbij er na afloop enige vragen kunnen worden gesteld.
Zij is allesbehalve een eenmalige krachtmeting tussen tegenover elkaar staande standpunten. Integendeel: zij maakt deel uit van een voortgaande, levendige overdenking binnen de klasse, die alleen vruchtbaar kan zijn in een kameraadschappelijke uitwisseling van standpunten. Haar doel is bij te dragen aan het debat over de fundamentele kwesties die de klasse aangaan en daarover zoveel mogelijkheid helderheid te scheppen onder de aanwezigen.
De openbare discussiebijeenkomst die op 11 december in Amsterdam plaatsvond leidde opnieuw tot een levendig debat op basis van twee inleidingen: de ene inleiding was een samenvatting van de tekst van de AAGU Hoe organiseer je verzet zonder afbreuk aan je idealen? (1) De andere inleiding werd gedaan door een sympathisant van de IKS en is in zijn geheel hieronder afgedrukt.
De discussie liet zien dat er tussen de standpunten van aanwezigen grote verschillen kunnen bestaan, maar dat zoiets geen enkel beletsel vormt voor een hele levendige en interessante discussie. Juist omdat er duidelijke verschillen bestonden, leverde de discussie de diepgang op, die het voor de aanwezigen na afloop duidelijker maakte, wat de overeenkomsten en de verschillen zijn onder de aanwezigen, wat betreft hun ideeën over de vluchtelingenkwestie. Behalve de nog bestaande meningsverschillen bleek aan het einde van de vergadering dat we het ook over een aantal kwesties met elkaar eens zijn:
Wat is de werkelijke oorzaak van de massale vluchtelingenstroom vandaag? Welke solidaire houding moeten we aannemen?
Eindelijk het onderwerp vluchteling. Het is een goed onderwerp omdat het een van de centrale kwesties voor de arbeidersklasse in de hele wereld is. Uit de vorige discussie (op de contactbijeenkomst in Antwerpen op 28 augustus 2010) is gebleken dat het een belangrijke kwestie is voor de arbeidersklasse, want het onderwerp wekte een grote betrokkenheid op bij alle aanwezigen. De discussie was levendig, behandelde veel aspecten van de vluchtelingenkwestie en bijna iedereen nam er aan deel.
1. Over de volksbeweging/volksverhuizingen in de geschiedenis.
De volksbewegingen hebben in de geschiedenis altijd plaatsgevonden. Zelfs al voordat het kapitalisme bestond.
Deze volksbewegingen kwamen ook onder het kapitalisme voor (mensen werden van huis en haard verdreven door ellende, ziektes, en dergelijke en miljoenen stierven van de honger).
Mensen die in deze volksbewegingen terechtkwamen, konden in opgaande periode van het kapitalisme (tot 1900 ongeveer) redelijk gemakkelijk in het productieproces worden opgenomen. Het kapitalisme verkeerde toen in fase, waarin het zich steeds meer uitbreidde over de hele wereld. Toen kon ze ontheemden, die hun arbeidskracht te koop aanboden, goed gebruiken.
De mensen die teveel waren om direct aan het werk gezet te worden, toch maakten deel uit van het kapitalistische productieproces, maar dan in de vorm van een arbeidsreserveleger.
2. Hoe de bourgeoisie de vluchtelingenkwestie in de huidige periode inzet in imperialistische confrontaties
De situatie, zeker de laatste vijftig jaar, als het kapitalisme volop in zijn vervalperiode verkeert, is compleet veranderd . Mensen die op drift zijn geraakt, kunnen niet meer in productieproces worden opgenomen. Van een voordeel wordt het een probleem voor het kapitalisme. Vanaf dat moment worden ze niet meer beschouwd als potentiële arbeidskrachten, maar als vluchtelingen waar je geen kant mee op kunt en die alleen maar overlast veroorzaken.
Die zogeheten vluchtelingen worden in de loop van laatste eeuw daardoor steeds meer gebruikt als een politiek instrument en worden uitgespeeld in de confrontatie en de oorlog tussen de verschillende imperialistische rivalen (om druk uitoefenen op een andere blok of op een andere land).
3. Over de kwestie van de solidariteit met alle vluchtelingen.
Over algemeen werd hier ontkennend op geantwoord. Lang niet alle vluchtelingen maken deel uit van de arbeidersklasse en hebben dezelfde klassenbelangen als de arbeiders. Degenen die – potentieel, eventueel in de toekomst – tot de arbeidersklasse behoren, zijn niet alleen te verdedigen, maar moeten ook door de arbeidersklasse verdedigd worden. Zoiets kan echter nooit op individuele basis gebeuren. Hoe solidair ieder van ons persoonlijk ook zou willen zijn met de vluchtelingen die deel uitmaken van de arbeidersklasse. Zoiets kan alleen door de arbeiders in haar strijd als klasse tot stand gebracht worden (zijn beslag krijgen). Tenminste als de strijd een bepaald niveau bereikt heeft, of anders gezegd: als de arbeidersklasse het initiatief heeft in de strijd.
4. De vluchtelingen zijn in het reëel een probleem voor de arbeidersklasse. Een deel daarvan behoort tot de arbeidersklasse. De bourgeoisie gebruikt kwestie tegen de arbeidersklasse door een negatief beeld van de vluchtelingen te geven; en zo de tegenstellingen tussen de arbeiders van de verschillende nationaliteiten en culturen aan te wakkeren.
5. Het is van groot belang om onze eenheid van klasse te verdedigen tegen alle verdelingen die aan haar worden opgedrongen. Als de krachtsverdeling gunstig is kan zij de kwestie van de vluchtelingen in strijd opnemen en in goede richting leiden.
Het is wellicht belangrijk nog even te benadrukken dat de arbeidersklasse van nature de historische klasse is die de internationale eenheid (internationalisme) in zich draagt. Vandaar dat ze in haar verzet tegen de aanvallen van de bourgeoisie ook altijd streeft naar uitbreiding en eenmaking van de strijd. Daarom ook dat arbeiders van de verschillende andere sectoren en regio’s dan altijd de neiging hebben om zich solidair te verklaren en tot uitdrukking te brengen. Dit in tegenstelling tot de bourgeoisie, die haar hoogste vorm van eenheid bereikt in de nationale staat en maar één uitweg kent: die van de oorlog van allen tegen allen.
6. De kwestie dat zelfs de meest radicale strijd voor de vluchtelingen, zoals die van de AAGU niets te maken heeft met anti-kapitalistisme of met internationalisme. Ook al mag de AAGU nog zo vaak beweren dat ze geen onderscheid maakt naar ras, kleur, nationaliteit of afkomst, haar strijd blijft gevangen in de kapitalistische verhoudingen en wordt uiteindelijk zelfs gebruikt door de bourgeoisie. (2)
7. Hoe gaat de arbeidersklasse om met multiculturele verschillen binnen haar gelederen? Dit is ook aan de orde geweest in de discussie bij de vluchtelingenkwestie. Wellicht toch belangrijk om hier toch nog enige aandacht aan te besteden. Moet de arbeidersklasse te culturele identiteit van de eenieder blijven benadrukken, zoals links dat doet, of moet de arbeidersklasse ook streven naar meer eenheid op dat vlak? Met andere woorden: moet de arbeidersklasse ernaar streven zoveel mogelijk hindernissen weg te nemen die haar strijd tot eenheid in de weg kunnen staan? Hoe is de arbeidersklasse in de geschiedenis omgegaan met de verschillen in taal en cultuur. Is dat een probleem geweest of niet en hoe heeft ze die kwestie opgenomen in haar strijd. Zie bijvoorbeeld de Oktoberrevolutie in Rusland in 1917, waar arbeiders en arbeidsters van meer dan 10 verschillende ‘nationaliteiten’ in betrokken waren en deelnamen aan algemene vergaderingen en massabijeenkomsten.
IKS
Voetnoten
(1) Zie de website van AAGU: https://www.aagu.nl/ [11]
(2) Noot van de IKS: we twijfelen op geen enkele wijze en op geen enkel moment aan de integriteit en de oprechtheid van de kameraden, die op de openbare bijeenkomst aanwezig waren en deelnemen aan de acties van de AAGU. Maar hoe goedbedoeld de acties van de AAGU ook zijn, op de een of andere manier slaagt de bourgeoisie er toch altijd weer in om ze te gebruiken ten eigen voordeel. Al is het alleen maar door te laten zien hoeveel er in een democratie mogelijk is je je mening tot uitdrukking wilt brengen; dan zijn zelfs tegen de democratie gerichte acties mogelijk.
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 222.4 KB |
“Het ergste valt te vrezen!” Daarmee is de toon gezet is zowel in de koppen van de kranten, als in alle media, als uit de mond van de leiders van de planeet zelf. Maar het ergste is al gebeurd! Want met de aardbeving, de tsunami die er op volgde en de nucleaire ongevallen die maar niet ophouden, bevindt de Japanse bevolking zich al in een verschrikkelijke toestand. En ook omdat miljoenen mensen op aarde van nu af aan leven onder het zwaard van Damocles van de kernwolk, die ontsnapt is uit de reactoren van Fukushima. Deze keer gaat het niet om een arm land als Haïti of Indonesië dat volop getroffen wordt, maar een van de meest geïndustrialiseerde landen van de wereld, die bijzonder gespecialiseerd is in spitstechnologie.
Een land dat de vernietigende gevolgen van de kernenergie kent, dat als eerste te leiden heeft gehad van de atoombommen, namelijk op Hiroshima en Nagasaki in 1945.
Het kapitalisme maakt de mensheid kwetsbaarder voor natuurrampen
Eens te meer komen de waanzin van het kapitalisme en de onverantwoordelijkheid van de bourgeoisie openlijk tot uitbarsting. De wereld werd zich er pas vandaag van bewust dat miljoenen mensen opeengestapeld leefden in houten woningen langs de kustlijn, onder de voortdurende dreiging van het risico op aardbevingen en reuzegolven die alles verzwelgen. En dat alles op het grondgebied van de derde economische wereldmacht!
Alsof dat nog niet voldoende was, werden er kerncentrales gebouwd, die eveneens blootgesteld staan aan aardbevingen en tsunami’s en die werkelijke tijdbommen vormen. Het merendeel van de kerncentrales van Japan zo'n 40 jaar geleden zijn gebouwd, niet alleen in zeer dichtbevolkte zones, maar ook nog dicht bij de kusten. Ze zijn bijzonder kwetsbaar voor overstromingen. Op de 55 Japanse reactoren, die verspreid staan over 17 vestigingen, zijn er 11 getroffen door de ramp.
Als onmiddellijk gevolg daarvan werd de bevolking, tot in Tokyo aan toe dat zich op 250 km van Fukushima bevindt, reeds blootgesteld aan een hoeveelheid straling, die officieel (1) 40 maal de norm overschreed. Hoeveelheid stralingen, die door de Japanse regering nochtans werd bestempeld als 'zonder risico'! En het zijn niet enkel de centrales die werden getroffen, maar ook de petrochemische complexen die eveneens aan de kustlijn zijn gebouwd en waarvan er een aantal in brand gevlogen zijn. En dat komt nog bovenop de ramp en de ecologische catastrofe, die al aan de gang is.
De bourgeoisie probeert nog om ons te laten geloven dat de schuld ligt bij de natuur, dat men de kracht van aardbevingen en de omvang van de tsunami's niet kon voorzien. Dat is waar. Maar wat vooral opvalt, is hoe het kapitalisme, dat sinds twee eeuwen op een fenomenale manier de wetenschappelijke kennis en de technische middelen heeft ontwikkeld, waarvan gebruik zou kunnen gemaakt worden om dit soort rampen te voorkomen, de mensheid toch voortdurend met monsterlijke gevaren opzadelt. De huidige kapitalistische wereld heeft enorme technologische middelen maar is er niet toe in staat om ze aan te wenden voor het welzijn van de mensheid. Het houdt enkel rekening met de winst van het kapitaal … ten koste van onze levens. Sinds de ramp van Kobé in 1995, heeft de Japanse staat bijvoorbeeld een politiek ontwikkeld waarbij gebouwen worden neergezet, die aardbeving bestendig zijn en die overeind zijn gebleven, maar die bestemd zijn voor de rijkeren en voor de kantoorgebouwen in de metropolen.
De grove leugens van de bourgeoisie
Er worden momenteel overvloedige vergelijkingen gemaakt met de vroegere omvangrijke kernrampen, in het bijzonder met de smelting zonder ontploffing van de reactor op Three Mile Island in de Verenigde Staten in 1979. Officieel had deze geen doden tot gevolg. Maar 'tot op heden' beweren alle politieke verantwoordelijken dat het nu niet gaat om een gebeurtenis die net zo ernstig is als de ontploffing van de centrale in Tsjernobyl in 1986. Moeten wij nu gerustgesteld zijn door deze bovenmatige optimistische verklaringen? Hoe kan men het werkelijke gevaar afmeten voor de bevolking die leeft in Japan, in Azië, in Rusland, in Amerika en in de wereld?
Het antwoord leidt geen enkele twijfel: de gevolgen zullen hoe dan ook dramatisch zijn. Er is nu al een belangrijke nucleaire vervuiling in Japan en de verantwoordelijken van Tepco, die de Japanse centrales uitbaten, kunnen het hoofd niet bieden aan het risico van een ontploffing door elke dag weer aan te klooien en door het leven van honderden werknemers en brandweerlieden schaamteloos bloot te stellen aan de fatale stralingsnormen. Hier komt een fundamenteel verschil naar voren tussen de bourgeoisie en het proletariaat. Enerzijds, een klasse die er niet voor terugdeinst om 'haar' personeel de dood in te sturen en, meer in het algemeen, tienduizenden personen in levensgevaar brengt ten gunste van haar heilige winst.
Anderzijds, de arbeiders die bereid zijn om zich op te offeren, om een trage en onomkeerbare dood tegemoet willen tredenvoor de mensheid.
Vandaag is de onmacht van de bourgeoisie zodanig dat haar specialisten, na een week van wanhopige pogingen om de beschadigde reactoren af te koelen, zich verplicht zien om leerling tovenaars te spelen door te proberen de verschillende koelsystemen van de kerncentrales weer aan de praat te krijgen via het elektrische netwerk. Niemand weet wat uitkomst hiervan zal zijn: ofwel werken de pompen correct en daalt de warmte daadwerkelijk, ofwel veroorzaakt de schade die toegebracht is aan de kabels en de apparaten kortsluitingen, branden en... ontploffingen! De enige oplossing zal dan zijn om de centrale te bedekken met zand en beton zoals... in Tsjernobyl (2). Geconfronteerd met dergelijke gruwelverhalen nu en in de toekomst blijven de praatjes van onze uitbuiters altijd dezelfde: leugens!
In 1979 had Washington gelogen over de radioactieve gevolgen van de smelting van de kern van de centrale, terwijl er ondanks alles toch 140.000 mensen werden geëvacueerd. Ook al vielen er niet direct doden te betreuren, dan vermenigvuldigden de kankers zich achteraf onder hen (2 tot 10 maal), iets wat de Amerikaanse regering nooit heeft willen erkennen.
Wat betreft de centrale van Tsjernobyl, die getroffen werd als gevolg van ernstige tekortkomingen in haar structuur en onderhoud, had de Russische regering de ernst van de toestand wekenlang verborgen gehouden. Het was pas na de ontploffing van de reactor en de ontsnapping van een onmetelijke nucleaire wolk, die zich kilometers hoog en over duizenden kilometers in de omgeving verspreidde, dat heel de wereld de omvang van de ramp besefte. Maar het draaide daar niet om iets specifiek stalinistisch. De westerse verantwoordelijken hebben hetzelfde gedaan. Indertijd onderscheidde de Franse staat zich trouwens in het bijzonder door haar grove leugens toen ze ons probeerde wijs te maken dat de wolk tot stilstand was gekomen aan de oostgrens van Frankrijk! Een ander, vandaag nog altijd, veelzeggend feit is dat de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie), die onmiskenbaar verbonden is aan het IAAE (Internationaal Agentschap voor Atoomenergie), een bespottelijke en belachelijke balans opmaakt van de ontploffing in Tsjernobyl: 50 doden, 9 kinderen die overleden zijn aan kanker en mogelijk 4000 mensen die getroffen zijn door een dodelijk kanker! In werkelijkheid zijn er volgens een studie van de wetenschappelijke academie van New York, als gevolg van dit nucleaire ongeval, 985.000 mensen omgekomen (3). En vandaag zijn het diezelfde instituten die belast zijn met het opmaken van de balans van Fukushima en ons te informeren over de risico's daarvan! Hoe kunnen wij aan hen ook maar het minste geloof hechten? Wat zal er bijvoorbeeld worden van de 'afhandelaars' (diegenen die in uiterste nood optreden) van Fukushima, wanneer wij weten dat “van de 830.000 'afhandelaars' die zijn opgetreden na de gebeurtenis, 112.000 tot 125.000 gestorven zijn” (4). Zelfs vandaag probeert de bourgeoisie weg te moffelen dat deze nog altijd een groot risico vormt, omdat het nog altijd nodig en dringend is om de kern van de reactor af te schermen onder een zoveelste laag beton. Net zo verbergt zij dat er in de centrales van Fukushima in de loop van de laatste tien jaar niet minder dan 200 incidenten hebben voorgedaan!
Alle landen liegen over de werkelijkheid van het nucleaire gevaar! De Fransen staat blijft maar doorgaan om met veel poeha te verklaren dat men de 58 kerncentrales van het land perfect onder controle heeft. En dat terwijl het merendeel van de centrales ofwel in aardbevingszones liggen, ofwel in maritieme en riviergebieden, die kunnen overstromen. Tijdens de storm van 1999, waarbij een geweldige storm belangrijke schade had toegebracht aan heel het nationale grondgebied en 88 doden veroorzaakte in Europa, had de overstroming van de centrale van Blayais, dichtbij Bordeaux, bijna de smelting van een reactor veroorzaakt. Weinig mensen hebben daar ooit weet van gehad. Laten wij het nog even hebben over de kerncentrale van Fessenheim, die zo stokoud is dat zij al jaren geleden gesloten had moeten worden. Maar met behulp van wisselstukken (die voor een groot deel niet homoloog zijn), blijft zij zo goed en kwaad als het kan doordraaien, met een ongetwijfeld rampzalige stralingsgraad voor het onderhoudspersoneel. Dat is de betekenis van 'onder controle hebben' en bewering 'transparant' te zijn.
Vanaf het begin van de aardbeving in Japan, op vrijdag 11 maart, hebben gezagsgetrouwe media ons zonder blikken of blozen, wat zo kenmerkend is voor hen, aangekaart dat de Japanse kerncentrales tot de 'veiligste' ter wereld behoren. Om ons twee dagen later het tegendeel te vertellen en ons er aan te herinneren dat de onderneming Tepco, die de Japanse kerncentrales beheert, in het verleden al eens bepaalde nucleaire incidenten met stralingen had verdoezeld. In welke mate zouden de kerncentrales in Frankrijk 'veiliger' zijn, als
“in een tijdsbestek van tien jaar de talloze kleinere incidenten en onregelmatigheden aan de kerninstallaties verdubbeld zijn” (5), zoals trouwens ook elders in de wereld? Op geen enkele manier.“Ongeveer 20% van de 440 civiele reactoren, die in zijn werking in de wereld zijn, volgens WNA (World Nuclear Association), een groepering van industriëlen, gelegen in 'belangrijke aardbevingszones’. Enkele van die 62 reactoren in aanbouw bevinden zich eveneens in zones met risico’s op aardbeving, net zoals 500 andere projecten, in het bijzonder in de landen, die een opkomende economie kennen. Talrijke kerncentrales - en daarbij inbegrepen de vier reactoren van Fukushima, die beschadigd zijn door de tsunami van 11 maart - bevinden zich dichtbij de 'vuurcirkel', een boog van 40.000 kilometer van aardkorstbreuken die de Stille Oceaan omsluiten” (6).
Serieuze informatiebronnen “laten vermoeden dat er steeds meer radioactieve elementen circuleren. Terwijl het plutonium voor 1945 niet voorkwam in de natuur, vindt men het voortaan in het gebit van de Britse kinderen” (7), en ondanks het feit dat Groot-Brittannië gestopt is met zijn civiel kernprogramma.
Het kapitalisme stuwt de mensheid naar meer en meer catastrofen
En in Japan is er niet alleen een nucleaire ramp aan de gang maar ook een menselijke catastrofe. Zo is de derde economische wereldmacht in een paar uur tijd in een, sinds de Tweede Wereldoorlog, nog nooit vertoonde crisistoestand verzopen. Dezelfde schrikbarende ingrediënten zijn weer aanwezig: massale vernietiging, tienduizenden doden en tot slot, stralingen, zoals na de atoombom-bombardementen op Hiroshima en Nagasaki.
Miljoenen mensen in het noordoosten van Japan leven zonder elektriciteit, zonder drinkbaar water, met hoeveelheden voedsel die steeds maar afnemen, als ze al niet besmet zijn. 600 000 mensen zijn verplaatst wegens de tsunami, die volledige steden aan de Stille Oceaan heeft vernietigd. Ze leven in de grootste ontberingen en lijden onder de kou en de sneeuw. In tegenstelling tot wat de Japanse regering - die voortdurend de ernst van de toestand heeft geminimaliseerd, het aantal slachtoffers lager ingeschat en slechts druppelsgewijs, van dag tot dag, mededeling doet over de toename van het aantal slachtoffers - aankondigt, kan er, over het hele land bekeken, zonder enige twijfel nu al gerekend worden op tienduizenden doden.
Vanuit zee spoelen er voortdurend lijken aan op de kusten. En op de achtergrond niets dan reuzengrote vernielingen van woningen, van gebouwen, van infrastructuren van hospitalen en scholen...
Dorpen, gebouwen, treinen, zelfs hele steden werden weggevaagd door de golven van de tsunami, die het noordwesten van Japan heeft geteisterd. In bepaalde steden, die bekneld zitten in meestal smalle valleien, zoals in Minamisanriku, is meer dan de helft van de 17.000 inwoners meegesleurd en omgekomen. Met een alarmeer-tijd van 30 minuten, afgekondigd door de regering, waren de wegen al vlug dichtgeslibd, en leverden ze de 'laatkomers' over aan 'genade' van de golven.
De bevolking werd door alle westerse media begroet vanwege van haar 'voorbeeldige moed' en haar 'discipline'. De Eerste Minister riept haar op “om het land van de grond af aan opnieuw op te bouwen”. Anders gezegd in duidelijke taal, de arbeidersklasse, die in dit land leeft, staat nu nieuwe ontberingen te wachten, een opgedreven uitbuiting en een verergering van de ellende. Natuurlijk is het mooi om het idyllische beeld voor te schotelen, dat men ons al tientallen jaren opdient, van een gedweeë bevolking, die 's morgens gaat sporten met de baas, die zijn bakkes houdt, zich in alle stilte laat uitbuiten, en die stoïcijns vriendelijk blijft terwijl de gebouwen boven haar hoofd aan het instorten zijn. De Japanse bevolking betoont heel zeker en buitengewone moed, maar de werkelijkheid van haar 'stoïcijns' gedrag, dat in de kranten wordt beschreven, is totaal anders. Buiten de honderdduizenden, die opeengepakt zitten in de sportzalen en andere gemeenschapsruimtes en bij wie de woede onvermijdelijk en terecht stijgt, proberen duizenden anderen weg te vluchten, waaronder een toenemend aantal van de rond de 38 miljoen inwoners van Tokyo en zijn voorsteden. En diegenen die blijven, doen dat niet om 'het gevaar en het noodlot te trotseren', maar omdat zij geen andere keuze hebben. Bij gebrek aan financiële middelen en waarheen? En om op welke manier 'opgevangen' te worden? In elk geval wordt een 'milieu-vluchteling' in de ogen van de bourgeoisie als een onfatsoenlijk iemand beschouwd. Ongeveer 50 miljoen mensen zullen in de komende jaren gedwongen worden om te migreren omwille van milieuredenen. Maar die hebben, volgens de Conventie van de Verenigde Naties, geen 'statuut', wanneer zij het slachtoffer zijn van een ramp, zelfs al is het een kernramp. Zonder er omheen te draaien betekent dit dat de Japanners zonder geld, die proberen te ontsnappen aan de kernramp, of eenvoudigweg ergens anders willen wonen, nergens ter wereld 'asiel' zullen krijgen.
Dit systeem van doorgedreven uitbuiting rekt zijn doodstrijd en wordt met de dag onmenselijker. Terwijl er door de mensheid onmetelijke kennis is vergaard en er reusachtige technologische middelen door de mensheid zijn vergaard, is de bourgeoisie er niet toe in staat om daaruit een kracht te ontwikkelen ten gunste van het welzijn van de mensheid, die ons de gelegenheid zou bieden ons te wapenen tegen de natuurrampen. Zij stevent nadrukkelijk alleen maar af op haar vernietiging, niet hier of daar, maar overal ter wereld.
“Wij hebben geen andere keuze tegenover deze kapitalistische hel: socialisme of barbarij. Er tegen strijden of sterven” (8)
Mulan /19.03.2011
Voetnoten
(1) De ervaring leert ons aan welke geloofwaardigheid wij moeten toekennen aan de officiële cijfers in het algemeen en aan die van de kernenergie in het bijzonder; leugen, manipulatie en onderschatting van de gevaren ervan is hier de gulden regel van de leiders van de hele wereld!
(2) De huidige ramp werd zelfs verwacht, zoals wordt gerapporteerd door Le canard Enchainé van 16 maart 2011: “De acht Duitse ingenieurs van Areva, die werkten op de vestiging van de centrale van Fukushima 1 (...) werden verrast door de aardbeving 'terwijl zij volop aan het werk waren aan een deel' van de reactor nummer 4, en dachten bij zichzelf “we zijn niet gek”. Op vrijdagavond (11 maart) werden ze in veiligheid gebracht op een veertigtal kilometer van de centrale” en vervolgens “op zondag 13 maart teruggebracht naar Frankfurt”.
(3) Bron: 'Troublante discrétion de Organisation mondiale de la santé'; Le Monde van 19 maart.
(4) https://www.monde-diplomatique.fr/2010/12/KATZ/19944 [14]
(5) "https://www.europe1.fr/France/" [15] France/les-accidents-nucléaires-en -hausse-455587
(6) https://www.monde.fr/depeches/2011/03/15/fukushima-eclaire-le-risque-d-u... [16]
(7) https://blog.mondediplo.net/2011/03/12/Au-Japon-le-seisme-declenche-l-al... [17]
(8) De woorden van iemand die tussenkwam op ons websiteForum in het Frans in de loop van een discussie over deze ramp: https://fr.internationalism.org/forum/312/tibo/4593/seisme-au-japon [18] .
Wij publiceren hieronder de vertaling van discussie die (onder de rubriek “Commentaar”) op onze Spaanstalige website plaatsvond, naar aanleiding van ons artikel over “Kommunistische Linkerzijde en Internationalistisch Anarchisme: wat we gemeenschappelijk hebben”. 1)
De eerste kameraad bevestigt punten, die niet overeenkomen met onze analyse over de natuur van het internationalistische anarchisme. In het bijzonder twijfelt hij zeer sterk aan de gegrondheid van de samenwerking met de anarchisten, zelfs “internationalisten”.
Wij publiceren hieronder de vertaling van discussie die (onder de rubriek “Commentaar”) op onze Spaanstalige website plaatsvond, naar aanleiding van ons artikel over “Kommunistische Linkerzijde en Internationalistisch Anarchisme: wat we gemeenschappelijk hebben”. 1)
De eerste kameraad bevestigt punten, die niet overeenkomen met onze analyse over de natuur van het internationalistische anarchisme. In het bijzonder twijfelt hij zeer sterk aan de gegrondheid van de samenwerking met de anarchisten, zelfs “internationalisten”.
De tweede probeert deels te antwoorden op deze kritiek en stelt vooral nieuwe vragen. Wij zullen deze vragen hier niet beantwoorden, wij laten deze momenteel open (en wij verwijzen onze lezers naar onze reeks van drie artikelen over “Kommunistische Linkerzijde en Internationalistisch Anarchisme”). Zij zijn volgens ons een bijdrage aan een open en kameraadschappelijk debat dat zich, over de meningsverschillen heen, op internationaal vlak moet ontwikkelen.
Eerste commentaar
Beste kameraden,
Allereerst stuur ik jullie van verre mijn zeer oprechte en hartelijke groeten. Ik schrijf jullie om verschillende redenen: onder andere, een kort commentaar op jullie onlangs gepubliceerde artikel in Acción Proletaria (2 ) getiteld: “Kommunistische Linkerzijde en Internationalistisch Anarchisme: wat we gemeenschappelijk hebben”.
Wat me in dat artikel is opgevallen, is de gezonde debatcultuur die jullie beoefenen ten opzichte van andere proletarische bewegingen, als men de wil heeft om “de standpunten van de andere te begrijpen, eerlijk de punten van overeenkomst en verschil te omlijnen”; anderzijds “moet men onderscheid kunnen maken tussen revolutionairen (zij die het perspectief verdedigen van de omverwerping van het kapitalisme door het proletariaat) en reactionairen (zij die op de ene of andere wijze bijdragen tot het bestendigen van dit systeem)”. En dit, steeds om de principes van de revolutionaire communisten voorop te stellen. Dit gezegd zijnde, en ik zou willen dat jullie dit als een gezonde kritiek opvatten, is er een punt in dat artikel dat ik helemaal niet deel . Jullie tekst zegt: “(Deze onhandigheden van onze kant) onthullen de moeilijkheid om, naast de meningsverschillen, de essentiële elementen te zien die de revolutionairen tot elkaar brengt.”
Ik ben van mening dat het kommunisme en het anarchisme geen essentiële elementen delen, maar eerder algemene perspectieven voor de mensheid en wellicht bepaalde onmiddellijke doeleinden, die maken dat sommige gemeenschappelijke interventies aanvaardbaar kunnen zijn. Ik denk dat de strijd voor de kommunistische revolutie in zulke troebele, koude en verraderlijke waters van het kapitalisme, met bewegingen die pretenderen revolutionair te zijn en een revolutionaire schijn ophouden, op lange termijn altijd gevaarlijk is.
Inderdaad, weet ik niet of dit “revolutionair” anarchisme ook als dusdanig kan worden bestempeld. In ieder geval zal men op lange termijn de praktijk van het “revolutionaire” anarchisme moeten bekijken, om er de gepaste conclusies uit te trekken alvorens een gemeenschappelijke interventie te ondernemen, steeds vanaf het begin duidelijk de begrenzingen vooropstellen, die tussen het kommunisme en het anarchisme bestaan.
Dit betekent niet dat ik me verzet tegen het feit dat men bepaalde “allianties” aangaat met de anarchisten om te strijden voor het algemeen belang van het proletariaat; wat ik wil zeggen is dat men nog essentiële elementen, waaruit het anarchisme bestaat, nog nauwkeuriger van elkaar moet onderscheiden.
Ik ben inderdaad van mening dat de elementen, die het anarchisme en het kommunisme dichter bij elkaar brengen, niet essentieel zijn, maar eerder schijnbare en voorbijgaande elementen zijn, ongeacht het gehalte aan eerlijkheid van het anarchisme.
Het zou niet te veel gevraagd zijn om de anarchisten er zelf aan te herinneren dat de weg naar de hel geplaveid is met goede voornemens.
Een revolutionaire organisatie bestaat maar echt in die mate, dat zij op de eerste plaats het revolutionaire perspectief nooit uit het oog verliest, dat erin bestaat het huidige productieregime, dat zorgt voor zoveel onderdrukking, kwalitatief te transformeren. Maar ook bestaat zij maar echt in die mate dat zij zich op een permanente wijze ontwikkelt op basis van programmatische principes, die noodgedwongen homogeen dienen te zijn; programmatische principes waarvan het onvermijdelijke doel de opheffing is van alles wat bestaat, met een strategie om deze tot het einde door te zetten: het kommunisme, een strategie die het anarchisme niet deelt als vorm en nog minder als principe.
Met andere woorden: indien men de kommunistische principes uit het oog verliest die aan een echte revolutionaire politieke structuur bezieling en leven geven, zou dit als gevolg hebben dat men de politiek transcendente verschillen vergeet die er bestaan ten opzichte van andere bewegingen op het moment van het veiligstellen van de revolutie zelf, die van een proletariaat georganiseerd in sovjets.
Ik zou willen dat, wat ik hier zeg, opgevat wordt als kameraadschappelijk kritiek, omdat ik juist met jullie niet alleen een flink aantal principes deel, maar ook concrete standpunten met betrekking tot concrete feiten.
Leon’s
Tweede commentaar
Men moet kameraad Leon’s kritiek verwelkomen betreffende het artikel over het anarchisme in Acción Proletaria. In dit artikel en ook in de kritiek van Leon’s wordt gesteld dat het internationalisme een klasse-grens is, zowel bij de marxisten als bij de anarchisten. Wat dikwijls voorkomt is dat men op een vage, abstracte wijze spreekt over internationalisme, wat aanleiding geeft tot meerdere dubbelzinnigheden. Ik verwijs helemaal niet naar de makke bourgeoisie-intellectuelen, marxisten of anarchisten, dat is een andere zaak. Ik spreek over kameraden die loyaal denken en ageren ,marxisten of anarchisten die zich momenteel bevinden op het terrein van het internationalisme. Hier stel ik me nu persoonlijk de volgende twee vragen:
1. Ik ken enkele eerlijke anarchistische kameraden, maar die niet denken dat de klassestrijd in het verloop van de geschiedenis een bepalend element is, die spreken over onderdrukkers en onderdrukten, volkeren uitgebuit door de rijken en de multinationals, maar die niet spreken over de klassestrijd als iets wat centraal staat. Dit is een logisch resultaat, gezien deze kwestie over de klassestrijd, historisch gezien, nooit helder gesteld is bij de anarchisten.
Voor mij is dus de concrete vraag, die noch in het artikel van de IKS, noch in de commentaar van Leon’s is gesteld, of die elementen die niet denken dat de klassestrijd een elementaire factor is in het verloop van de geschiedenis, deel uit kunnen maken van het internationalistische terrein. Ziehier een vraag die ik me stel en waarover ik graag zou willen discussiëren.
2. Anderzijds denk ik dat, zoals Lenin zei in verband met de waarheid, deze altijd concreet is, perfect tastbaar en meetbaar…of bestaan er verschillende vormen van proletarisch internationalisme? Daarom veroorloof ik me de aandacht van kameraden zoals Leon’s , maar ook deze van de IKS te verwijzen naar een deel van de inleiding (3) van de brochure “Natie of klasse”, waarin vermeld wordt dat het proletarisch internationalisme zich concretiseert in een aantal punten die ik me deels veroorloof te vermelden. Ziehier de aanhaling: “Maar wat is nu het echte internationalisme? Hoe kunnen we dit in de praktijk brengen? Het proletarisch internationalisme concretiseert zich in:
“1. De totale aanklacht tegen de imperialistische blokken, tegen de ideologieën die hen dienen als voedingsgrond, tegen de partijen die hen steunen.
“2. De aanklacht tegen de “neutraliteit”, de “derde wereld politiek”, de “derde weg”, enzovoort…die slechts valstrikken zijn, bedacht door tweederangs staten om hun eigen imperialistische behoeften te verdedigen.
“3. Radicale oppositie tegen elke vorm van nationale strijd, autonomie, federalisme, racisme (of zijn evenknie de “raciale strijd”), waarvan de functie steeds is om het proletariaat te verdelen en ze te verzwakken door allerlei frontvormingen tussen verschillende klassen.
“4. De onverzettelijke strijd tegen elke imperialistische oorlog, door in de praktijk daartegenover het “revolutionaire defaitisme” naar voren te schuiven. Met ander woorden, de verbroedering tussen arbeiders en onderdrukten van beide kampen door aan beide zijden het geweer te richten op de eigen bevelvoerders, op hun eigen respectievelijke nationale kapitaal.
“5. De oppositie tussen onze klassebelangen en het nationale belang van het kapitaal. Door onverzettelijk te strijden tegen elk ontslag, elke opoffering of agressie, die het kapitaal ons wil opleggen in naam van de “veiligstelling van de nationale economie” en andere gelijkaardige misleidingen.
“6.De totale steun aan de arbeidersstrijd van andere landen, door de ontwikkeling van de enige mogelijke vorm van solidariteit: hun strijd vervoegen door een nieuw strijdfront te openen tegen ons eigen nationale kapitaal.
“7. De zoektocht naar de internationale coördinatie en centralisering van de strijd.
“8. Eenheid in een internationale en gecentraliseerde organisatie van alle voorhoedekrachten van het proletariaat.
“9. Aan alle strijd die vandaag gevoerd wordt, het perspectief te geven van de proletarische wereldrevolutie die de burgerlijke staat in alle landen zal vernietigen. Het vooropstellen van de wereldmacht van de arbeidersraden, opent het proces van afschaffing van de koopwaar, van de loonarbeid en van de nationale grenzen, door de weg te effenen voor de menselijke wereldgemeenschap, het kommunisme. Het is duidelijk dat de revolutie waarschijnlijk zal starten in één land, maar dat ze zich de wereldwijde uitbreiding van de revolutie tot taak moet stellen, anders zal ze veroordeeld zijn tot de nederlaag.
Germán
Voetnoten
1)https://fr.internationalism.org/ri414/gauche_communiste_et_anarchisme [19] _internationaliste_ce_que_nous_avons_en_commun.html
2) Orgaan van de IKS-pers in Spanje.
3) Eerste editie in het Spaans, 1981; https://es.internationalism.org/folletos/nacion_introesp [20]
De laatste weken waren er bijzonder levendige en intensieve discussies op het IKS-websiteforum over een tragische gebeurtenis: de bloedige onderdrukking van de opstandelingen van Kronstadt.
90 jaar geleden, in 1921, kwamen arbeiders in opstand tegen de Bolsjewistische Partij en eisten onder meer de teruggave van de reële macht aan de sovjets, zonder de bolsjewistische partij. De Kommunistische Partij nam toen de vreselijke beslissing hen te onderdrukken.
Een deelneemster aan het debat, Youhou genaamd, stuurde ons een brief die we hieronder publiceren en die wij van harte verwelkomen. De brief is zowel een poging om een samenvatting te geven van de verschillende standpunten, die in de tussenkomsten aan de orde kwamen, als om zelf duidelijk stelling te nemen. Het gaat hier geenszins om een afsluiting van de discussie. Het lijkt ons integendeel dat de tekst, zoals geschreven in de geest van de kameraad, enkel een volgende stap in de discussie is. Tot slot gaan we helemaal met haar mee wanneer zij in de laatste regels schrijft:“Sluit je in dit levendige debat bij ons aan! Het kameraadschappelijk debat is ons beste wapen tegen de burgerlijke ideologie” (1).
Op het IKS-forum vindt nu, ter gelegenheid van de 90e verjaardag van de onderdrukking van Kronstadt, een zeer levendige discussie plaats die commentaar verdient. Ze is zeer interessant omdat ze tenslotte een goede afspiegeling vormt van de standpunten die over dit onderwerp in de arbeidersklasse bestaan. De verplettering van de arbeidersklasse in opstand van de Sovjet van Kronstadt door het revolutionaire leger op bevel van de Bolsjewistische Partij in 1921 wordt zonder taboes en twijfels op het forum naar voor gebracht. De wil om lessen te trekken uit deze slachting, zo belangrijk voor de toekomstige revolutie, verenigt alle kameraden op dit forum en bevestigt wat Rosa Luxemburg schreef over de Russische Revolutie: “Het is duidelijk dat enkel een diepgaande kritiek, en zeker geen oppervlakkige verontschuldiging, uit deze gebeurtenissen alle schatten van lering kan trekken die zij bevatten”. Dit debat wordt al tientallen jaren gekenmerkt door twee tendensen die lijnrecht tegenover elkaar staan: de trotskisten die menen dat de verplettering een 'tragische noodzakelijkheid' was en de anarchisten die denken dat de Bolsjewistische Partij als partij al de kiemen van deze ontaarding in zich droeg en die de noodzaak van het bestaan van een partij van de arbeidersklasse zelf in vraag stellen.
Was het dan een 'fout' of een 'tragische noodzaak'?
Hier volgt één van de ideeën die naar voor gebracht werd door Jeannotrouge: “Het proletariaat kan zich niet als klasse vormen en daarna, na de revolutie, als heersende klasse, tenzij na een hardnekkige politieke strijd in haar eigen schoot tegen de burgerlijke invloeden, die gedragen worden door verschillende instellingen, organisaties en partijen die zich het etiket 'arbeiders' toeeigenen, een strijd die onvermijdelijk episodes van confrontatie en geweld inhoudt.”
Mouhamed, die wat genuanceerder is, legt uit dat de Bolsjewiki geen andere keuze hadden. Maar op dit punt ben ik het volledig eens met Tibo en Underthegun: de verplettering van Kronstadt ging niet in de zin van de revolutie. Deze slachting was absoluut onnodig en heeft de nederlaag van de Russische Revolutie versneld. Waarom? Het waren arbeiders die afgeslacht en vermoord werden, geen witteboorden-contrarevolutionairen, zoals Trotski zelf zal toegeven: “We hebben zo lang mogelijk gewacht, opdat de matrozen, onze verblinde kameraden, hun ogen zouden openen en zien waartoe de muiterij hen leidde.”
De kommunistische samenleving kan niet geboren worden uit broederstrijd. Een dergelijke moordpartij kan geen deel uitmaken van de wapens van de revolutionairen. Terecht schrijft Tibo:“Ja, we hebben een 'eindelijk menselijke' wereld op te bouwen. En die kan niet als fundament hebben de kadavers van arbeiders, die door andere arbeiders gedood werden.” Ik zou daaraan toevoegen: en vooral niet op deze manier: door hun families te gijzelen, en door de soldaten van het rode leger te veroordelen, als die weigerden te schieten...
Klassegeweld is noodzakelijk, zeker, maar binnen de arbeidersklasse wordt dat bepaald door het einddoel, door de bevrijding van de mensheid van het juk van de uitbuiting. De kameraden die het op dit punt niet eens zijn, herinnerden terecht aan de bijdragen van de Bolsjewiki aan de arbeidersklasse. De Bolsjewistische Partij, onder leiding van Lenin, heeft nooit de belangen van het proletariaat verraden en door onvermoeibaar de noodzaak te herhalen geen vertrouwen meer te hebben in de sociaal-democraten door elke politieke alliantie af te wijzen en om geen massapartij te vormen, heeft ze ervoor gekozen een minderheid te blijven onder de arbeiders. Deze partij pleitte voor een internationalisme tot op het bot. De Bolsjewiki hebben de arbeiders in hun strijd gesteund door aan hun kant te blijven, zelfs toen ze zagen dat de arbeiders een fout begingen.
Hoe was het dan mogelijk dat deze partij, die zich volop bewust was van het feit dat het socialisme niet met dwang aan de arbeidersklasse opgelegd kan worden, en het de plicht van de partij is aan de zijde van de klasse te vechten, zich bewapend tegenover haar bevond?
Hoe is de Bolsjewistische Partij ertoe overgegaan een dergelijke misdaad te begaan?
Kameraad Mouhamed schrijft: “Voor mij, als er sprake geweest was van wereldrevolutie, dan zou Kronstadt niet gebeurd zijn, of iets in die aard”. Het klopt dat het isolement van Rusland een fundamentele oorzaak is voor de mislukking van de revolutie. Veel arbeiders zijn omgekomen in de burgeroorlog, de sovjets raakten ontvolkt, vaak bleven er alleen militaire comités over van enkele leden, die beslisten over de strategie die gevolgd zou worden. Wanneer de voorzitter van de Bund (de Joodse Kommunistische Partij) op het VIIe Congres van de Sovjets vraagt wat het Centraal Comité doet, antwoordt Trotski: “Het CEC is aan het front!” Voeg daar nog de drastische voedselrantsoenering aan toe omdat de Oekraïne, de graanschuur van Rusland, het land uithongert. Als het Duitse proletariaat zich bij de revolutie had aangesloten, daarmee de andere proletariërs van Europa en de wereld meetrekkend, dan zou dat een nieuw elan aan de Russische Revolutie gegeven hebben. In haar brochure over ‘De Overgangsperiode’ schreef de IKS:
“Maar het grootste gevaar van de contra-revolutie kwam noch van de 'koelaks', noch van de arbeiders van Kronstadt die jammerlijk vermoord werden, noch van de 'witte complotten' die de Bolsjewiki vermoedden achter die opstand. De contra-revolutie kreeg de overhand over de lijken van de Duitse arbeiders, die in 1919 vermoord werden, en heeft zich het krachtigst uitgedrukt door middel van het bureaucratische apparaat van wat de 'halfstaat' van het proletariaat moest voorstellen”. Doordat de sovjets, het fundament van de dictatuur van het proletariaat, uitgeput raakten, doordat zee opgesloten bleven binnen de nationale grenzen van Rusland, werd de Bolsjewistische Partij geconfronteerd met keuzen die uiterst zware gevolgen hadden en heeft ze de zwaarste fout begaan: haar klassebroeders fysiek te elimineren.
Het isolement van Rusland in de ontwikkeling van de wereldrevolutie verklaart de houding van de Bolsjewiki gedeeltelijk. Het verklaart echter niet waarom de sovjets zich tegen de partij keerden Als ze niet in opstand waren gekomen, dan zou de kwestie nooit aan de orde zijn gekomen. Zoals ik het verdedig, net als Underthegun, zien we zeer duidelijk, zowel in de eisen van de Sovjet van Kronstadt (“alle macht aan de sovjet”), maar ook in de stakingsgolven die uitbraken in Moskou en Petrograd (drie regio’s, het zij terloops opgemerkt, die in de voorhoede stonden van de Oktoberrevolutie), dat er een kloof ontstaan is tussen partij en arbeidersklasse. Ziehier een radioboodschap gericht 'aan de arbeiders van de gehele wereld' die op 6 maart 1921 ontvangen werd:
“Wij zijn aanhangers van de macht van de sovjets, niet van de partij. Wij zijn voor de vrije verkiezing van vertegenwoordigers van de werkende massa's. De marionettensovjets, die gemanipuleerd worden door de kommunistische partij, zijn altijd doof geweest voor onze behoeften en onze eisen; wij hebben slechts één antwoord gekregen: kogels (...). Kameraden! Niet alleen bedriegen ze jullie, maar ze verdraaien opzettelijk de waarheid en belasteren ons op de meest verachtelijke manier (...). In Kronstadt is de gehele macht uitsluitend in handen van de revolutionaire matrozen, soldaten en arbeiders (...) Lang leve het revolutionaire proletariaat en de boeren! Lang leve de vrij gekozen sovjets!”
Of men het nu eens is met die eisen of niet, het staat buiten kijf dat de sovjets zich vierkant tegen de partij keerden, die zij nu als vijand beschouwen. Voor mijn part denk ik dat de assimilatie van de partij met de staat, een orgaan dat van nature reactionair en conservatief is, de Bolsjewiki ertoe gebracht heeft zich van de klasse te verwijderen. Tenslotte is dat het isolement binnen het isolement. De partij was tegelijkertijd rechter en partij en kon daarom de revolte niet begrijpen van haar kameraden in de sovjets. Underthegun schrijft terecht:
“De 'bolsjewistische regering', maar dat is juist het probleem van deze geïsoleerde revolutie, werd van alle kanten belegerd. De urgentie van de situatie, de talrijke gevaren, hebben de Bolsjewiki er vanaf Brest-Litovsk, in 1918, toe gebracht de uitoefening van de macht voor hun rekening te nemen. Maar (...) de dictatuur van het proletariaat is niet de dictatuur van de partij”.
Indien de partij niet de belangen vertegenwoordigt van een sovjet of van een deel van de arbeidersklasse, dan moet ze de belangen verdedigen van het wereldproletariaat, en juist omdat de partij verstrikt raakte in de staat miste zij de heldere visie om oriëntaties te geven, die voortkwamen uit de internationale arbeidersbeweging. Gevangen in de valstrik van de onmiddellijke vooruitzichten, verbonden met de organisatie van de revolutie, verloor de partij uit het oog wat het einddoel moest zijn: de bevrijding van de mensheid. Daarom gaat het hier niet om een terloops foutje, maar wel om het inzicht dat, in het kader van een wereldrevolutie, de dictatuur van het proletariaat uitgeoefend moet worden door de sovjets. Daarmee zijn de materiële en objectieve redenen gegeven voor deze broedermoord, maar het moet duidelijk zijn dat, in tegenstelling tot wat Prodigy, Jeannotrouge en Mouhamed denken, de materiële voorwaarden, die we op deze manier schetsen, niet compleet zijn als we er geen ethische dimensie aan toevoegen.
De vraag 'hebben we het recht een morele balans
op te maken van dit drama?' werd langdurig bediscussieerd
Underthegun legt veel nadruk op het feit dat er geen determinisme bestaat en dat onder de revolutionairen in de partij sommigen, in identieke urgente omstandigheden, de keuze gemaakt hebben hun kameraden in Kronstadt te verdedigen. De Lenins en de Trotski's hadden een keuze en zij kozen ervoor hun kameraden te vermoorden. Naar mijn mening is het de moeite waard de vraag te stellen, maar kameraden Mouhamed en Prodigy wierpen daar in hun tussenkomsten tegenin dat “een marxistische analyse er niet in bestaat een morele balans op te maken; maar wel een objectieve en materialistische balans. Het gaat er niet om te veroordelen, te zeggen wat immoreel is of niet. Het gaat erom lessen te trekken zonder humanistische gevoelens.”
Morele balans en een analyse van de omstandigheden staan niet tegenover elkaar, maar vullen elkaar aan. De moraal is niet de manicheïstische burgerlijke moraal, maar de vrucht van een lange evolutie, die rechtstreeks voorkomt uit het feit dat de mens voor de beschaving gekozen heeft en het behoud van de soort uitdrukt in solidariteit: ze is dus inherent aan de materiële voorwaarden. De Bolsjewistische Partij is ontaard en kwam in nieuwe situaties terecht waarvoor geen recept bestond. Dus, ja, ze koos de weg die naar haar ondergang zou leiden, en nee, de verplettering van Kronstadt ging niet in de richting van de revolutie. Kon zij anders gehandeld hebben? Misschien. Had ze dat moeten doen. Dat is zeker!
Waarom hebben sommigen opdracht gegeven tot deze moordpartij en hebben anderen zich ertegen verzet? Gewoon omdat ten opzichte van eenzelfde situatie het bewustzijn niet homogeen is, dat de band tussen bewustzijn en materiële voorwaarden niet mechanisch is. Daarom moeten we op de onderdrukking van Kronstadt niet de blik werpen van een onberispelijke moraal, gesmeed in negen decennia proletarische strijd. De revolutionairen zullen voor keuzes gesteld worden die even essentieel zijn in de komende strijd en Kronstadt is een 'donkere schat van lessen' want zij draagt in haar ongelukkig noodlot een wezenlijke les aan: “geen geweld binnen de arbeidersklasse!” Als het doel de middelen niet heiligt, dan bepaalt het ze toch wel!
We konden deze kwestie niet bediscussiëren zonder onze standpunten over het marxisme te verduidelijken, maar ook die over het trotskisme en het anarchisme. Sluit je aan bij dit hartstochtelijke debat! Het kameraadschappelijk debat is onze beste wapen tegen de burgerlijke ideologie.
Met kameraadschappelijke groeten, Youhou
Voetnoten
(1) Daarom antwoorden we hier niet op kameraad Youhou. Niet alleen zijn we het eens met de essentie van haar analyse, maar het debat kan en moet ook verdergaan. Om het standpunt van de IKS te vernemen over deze tragische gebeurtenis verwijzen we de lezer naar twee van onze artikels:
a) 'De repressie van Kronstadt in maart 1921: een tragische vergissing van de arbeidersbeweging'.
b) '1921: Understanding Kronstadt', International Review nr. 104.
“De veiligheidsraad van de VN:
Eens te meer gebruiken de hoogste gezagsdragers van deze wereld mooie humanitaire formules, ze steken speechen af met trillende stem, over de 'democratie', de 'vrede' en de 'veiligheid van de bevolking', om beter hun imperialistische avonturen te rechtvaardigen.
Zo komt het dat er sinds 20 maart een 'internationale coalitie' in Libië een militaire operatie van grote omvang leidt, die door de Verenigde Staten dichterlijk 'Dageraad van Odysseus' genoemd wordt. Elke dag stijgen tientallen vliegtuigen op vooral vanaf de twee krachtige Franse en Amerikaanse vliegdekschepen om een bommentapijt uit te zaaien over de streken die de strijdkrachten herbergen die trouw zijn aan het regime van Kadhafi (2).
In duidelijke taal, het is oorlog!
Alle staten verdedigen hier enkel hun eigen belangen… met bommen.
Natuurlijk is Kadhafi een gekke en bloeddorstige dictator. Na weken van strategisch terugplooien voor de opstand, heeft de zelfverklaarde 'Libische Gids' zijn elitetroepen weten te reorganiseren om in de tegenaanval te gaan. Dag na dag is hij er in geslaagd om terrein terug te winnen, waarbij alles verpletterd werd, de 'rebellen' net zo goed als de bevolking. En hij was vast en zeker van plan om de bewoners van Benghazi in hun eigen bloed te laten verdrinken, toen de operatie Dageraad van Odyseus werd gelanceerd.
De luchtaanvallen van de coalitie hebben de repressiekrachten parten gespeeld en hebben dus effectief de aangekondigde afslachting vermeden.
Maar kan men ook maar één ogenblik geloven dat deze ontplooiing van strijdkrachten echt het welzijn van het Libische volk tot doel heeft?
Waar was diezelfde coalitie toen Kadhafi 1.000 gevangenen liet ombrengen in de gevangenis van Abu Salim in Tripoli in 1996? In werkelijkheid worden in dit regime al veertig jaar mensen opgesloten, gemarteld, geterroriseerd, verdwijnen ze en worden geëxecuteerd... allemaal volkomen straffeloos.
Waar was diezelfde coalitie gisteren toen Ben Ali in Tunesië, Moebarak in Egypte of Bouteflika in Algerije, op de menigte lieten schieten tijdens de opstanden in januari en februari ?
En wat doet diezelfde coalitie tegenover de slachtpartijen die plaatsgrijpen in Jemen, Syrië of Bahrein? O sorry... wij kunnen ook niet zeggen dat zij geheel afwezig is : een van haar leden, Saoedi-Arabië komt daadwerkelijk tussen om de staat Bahrein te steunen... om betogers te onderdrukken! En haar medeplichtigen om de ogen te sluiten.
Lui als Sarkozy, Cameron, Obama en consorten kunnen zich dan wel trots als redders gaan voordoen, als verdedigers van de weduwen en wezen, maar het lijden van de 'burgerbevolking' van Benghazi is voor hen slechts een alibi geweest om ter plekke militair in te grijpen en hun respectievelijke smerige imperialistische belangen te verdedigen. Al deze gangsters hebben een reden die niets te maken heeft met het altruïsme, namelijk zich lanceren in deze imperialistische kruistocht.
In tegenstelling tot de laatste oorlogen zijn de Verenigde Staten nu niet het speerpunt van de militaire operatie. Waarom? In Libië is de Amerikaanse bourgeoisie verplicht om evenwichtskunsten uit te halen.
Enerzijds kan zij het zich niet veroorloven om over land massaal in te grijpen op Libische bodem. Dat zou door heel de Arabische wereld aanzien worden als een agressie en als een nieuwe invasie. De oorlogen van Irak en Afghanistan hebben inderdaad de veralgemeende aversie versterkt voor het 'Amerikaanse imperialisme, de bondgenoot van Israël'. En de wissel van het regime in Egypte, de traditionele bondgenoot van Oom Sam, heeft nog meer geknaagd aan hun positie in de regio (3).
Maar anderzijds kunnen zij zich niet afzijdig houden zonder te riskeren om totaal hun statuut van 'strijders voor de democratie in de wereld' te verliezen. En het staat voor hen buiten kijf om het terrein niet over te laten aan de tandem Frankrijk / Groot-Brittanië.
– De deelname van Groot-Brittannië heeft een dubbel doel. Ook zij proberen om, bij de Arabische landen, opnieuw hun blazoen op te poetsen, dat zo erg gehavend was door hun tussenkomsten in Irak en Afghanistan. Maar zij proberen ook hun eigen bevolking te laten wennen aan buitenlandse militaire tussenkomsten die zeker zullen toenemen in de toekomst. 'Het Libische volk redden van Kadhafi' biedt daarvoor de perfecte kans (4).
– Het geval van Frankrijk verschil een beetje. Het gaat om het enige grote westerse land dat van een zekere populariteit geniet in de Arabische wereld. Die heeft het verworven onder generaal De Gaulle en werd aangedikt door zijn weigering om in 2003 deel te nemen aan de invasie van Irak.
Door in te grijpen ten voordele van 'het Libische volk', wist president Sarkozy perfect dat hij door de bevolking met open armen zou verwelkomd worden en dat de buurlanden deze interventie tegen een Kadhafi, die veel te onberekenbaar en onvoorspelbaar is naar hun zin, zouden goedvinden. En men heeft inderdaad in Benghazi 'Leve Sarkozy' en 'Leve Frankrijk' horen weerklinken (5). Eenmaal is geen scheepsrecht, maar de Franse staat is er hier in geslaagd om even te profiteren van het slappe figuur dat de Amerikanen geslagen hebben.
De president van de Franse republiek heeft er ook van geprofiteerd om zich te herstellen van de opeenvolgende stommiteiten van zijn regering in Tunesië en Egypte (steun aan dictators die uiteindelijk verjaagd werden door sociale opstanden, die tijdens de gevechten gepaard gingen met slaande ruzies onder zijn ministers en de locale regimes, het voorstel om politietroepen te sturen om de repressie in Tunesië ruggesteun te verlenen...).
Wij kunnen hier niet in detail de belangen opsommen van elke staat van de coalitie, die vandaag in Libië toeslaat, maar één zaak is zeker, het draait hier helemaal niet om humanisme of menslievendheid! En dat geldt net zo voor diegenen die veel weigerachtiger stonden en zich onthouden hebben bij de stemming van de resolutie van de UNO of die dat schoorvoetend gedaan hebben:
Tenslotte lijkt Libië, zoals heel het Midden-Oosten, vandaag op een onmetelijk groot schaakbord waarop de grootmachten proberen hun pionnen naar voren te schuiven.
Waarom komen de grootmachten nu pas tussen?
Al weken waren de troepen van Kadhafi aan het oprukken naar Benghazi, het bolwerk van de rebellen, en moordden daarbij alles wat bewoog uit. Waarom hebben de grootmachten zo lang gewacht, als zij zo'n groot belang hadden bij de militaire tussenkomst in de regio?
In de eerste dagen waaide de wind van de opstand in Libië vanuit Tunesië en Egypte. Eenzelfde woede tegen de onderdrukking en ellende stak alle lagen van de maatschappij aan. Het stond dus buiten kijf dat 'de Grote Democratieën van deze wereld' niet stonden te springen om deze werkelijke sociale bewegingen te ondersteunen, ondanks hun mooie praatjes waarin ze de repressie veroordeelden.
Hun diplomatie weigerde op een schijnheilige manier elke inmenging en beriep zich 'op het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren om hun eigen geschiedenis te bepalen'. De ervaring toont aan dat dit zo is bij elke sociale strijd: de bourgeoisie van alle landen sluit de ogen voor de meest afgrijselijke repressie, als zij er niet direct steun aan verlenen!
Maar in Libië is wat aanvankelijk begonnen was als een werkelijke volksopstand 'van onderop', met ongewapende burgers, die met heldenmoed vertrokken om de kazernes van de militairen en de zogenaamde hoofdkwartieren van de 'Volkscomités' aan te vallen, vlug omgevormd tot een bloedige 'burgeroorlog' tussen fracties van de bourgeoisie. Anders gezegd, de beweging is de niet-uitbuitende lagen uit de handen geglipt. Het bewijs ervan is dat een van de opperhoofden van de opstand en van de CNT-NOR (Nationale OvergangsRaad) Al Jaleil, de oud-minister van Justitie was van Kadhafi! Deze man heeft natuurlijk evenveel bloed aan de handen als de oude 'Gids' die nu zijn tegenstander geworden is. Een andere aanwijzing is dat, terwijl de 'arbeiders geen vaderland hebben', de voorlopige regering de vlag van het vroegere koninkrijk van Libië als nationaal embleem heeft gekozen. En tenslotte heeft Sarkozy de leden van de CNT-NOR erkend als 'wettelijke vertegenwoordigers van het Libische volk'.
De opstand in Libië heeft dus een diametraal tegengestelde wending genomen dan die van haar grote Tunesische en Egyptische broers. Dit is vooral te wijten aan de zwakte van de arbeidersklasse van dit land. De belangrijkste industrie, de olie-industrie, stelt bijna uitsluitend arbeiders te werk afkomstig uit Europa, uit de rest van het Midden-Oosten, uit Azië en Afrika. Die namen, van bij het begin, niet deel aan de beweging van sociaal verzet. Als resultaat daarvan is het de locale kleinburgerij die de strijd heeft gekleurd en vandaar het naar voren schuiven van de nationale vlag bijvoorbeeld. Erger nog! De 'vreemde' arbeiders die zich dan ook niet konden herkennen in deze strijd, zijn op de vlucht geslagen. Er zijn zelfs vervolgingen geweest van zwarte arbeiders door de 'rebelse' strijdkrachten, want er deden talrijke geruchten de ronde dat het regime speciaal huurlingen uit Afrika gerekruteerd had om de betogingen te verpletteren, wat dan weer alle immigranten die vandaar kwamen,verdacht maakte.
Arbeidersstrijd tegenover imperialistische oorlogen
Deze omkering van de toestand in Libië heeft gevolgen die ver over de grenzen heen gaan. De repressie van Kadhafi eerst en daarna de tussenkomst van de internationale coalitie hebben alle sociale bewegingen van de regio afgeremd. Dat stelt zelfs andere dictatoriale regimes, waar verzet tegen is, in staat om zich ongebreideld te laten gaan bij de bloedige repressie: dat is het geval in Bahrein waar het Saoedische leger hardhandige steun verleent aan het heersende regime om de betogingen gewelddadig neer te slaan. (7) ; in Jemen waar op 18 maart de regeringsstrijdkrachten niet hebben geaarzeld om te schieten op de menigte, met nog eens 51 doden ; en meer recent in Syrië.
Maar toch kan niet met zekerheid gesteld worden dat dit een fatale slag is. De toestand in Libië weegt door, als een blok aan het been van het wereldproletariaat, maar de ontwikkeling van de ellende wekt zo'n diep gewortelde woede op, dat deze toestand haar niet totaal verlamt. Bij het opstellen van dit artikel, werden betogingen verwacht in Ryad, terwijl het regime zelf heeft verklaard dat alle betogingen tegenstrijdig zijn met de sjaria. In Egypte en Tunesië, waar de 'revolutie' verondersteld wordt reeds getriomfeerd te hebben, zijn er voortdurend botsingen tussen de betogers en de staat, die nu 'democratisch' is, die bestuurd wordt door krachten die min of meer dezelfde zijn als diegenen die de lakens uitdeelden voor het vertrek van de 'dictators'. Ook in Marokko duren de betogingen voort, ondanks het feit dat de koning Mohammed VI een constitutionele monarchie heeft aangekondigd.
Wat er ook van zij, voor al deze bevolkingen die vandaag onder het juk leven van repressie, en soms onder de democratische bommen, van de verschillende internationale coalities, zal de lucht pas opklaren wanneer het proletariaat uit de centrale industriële landen, en vooral uit West-Europa, op zijn beurt massale en vastberaden strijd zal ontwikkelen. Dan zal het, gewapend met zijn historische ervaring en na de breuk met de valstrikken van het syndicalisme en de burgerlijke democratie, zijn capaciteiten ontwikkelen om over te gaan tot zelf-organisatie en een werkelijk revolutionair perspectief te openen, de enige toekomst voor heel de mensheid.
Solidair zijn met diegenen die vandaag vallen onder de kogels, komt niet neer op het steunen van het regime van Kadhafi, noch dat van de 'rebellen', noch van de coalitie van de UNO! Ze moeten in tegendeel allemaal worden aangeklaagd als imperialistische honden!
Solidair zijn betekent het kamp kiezen van het proletarisch internationalisme, strijden tegen onze eigen uitbuiters en moordenaars in alle landen, deelnemen aan de ontwikkeling van de arbeidersstrijd en aan het klassebewustzijn overal ter wereld!
Pavel / 25.03.2011
Voetnoten
(1) Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten in het bijzondere, maar ook Italië, Spanje, België, Denemarken, Griekenland, Noorwegen, Nederland, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar.
(2) Als wij de westerse media moeten geloven zouden enkel de handlangers van Kadhafi sterven onder de bommenregens. Maar denken wij even terug aan de Golfoorlog. Diezelfde media hebben ons toen wijsgemaakt dat het een 'propere oorlog' was. In werkelijkheid maakt in 1991 de oorlog, in naam van de bescherming van het 'kleine Koeweit', dat onder de voet gelopen was door de 'slachter' Saddam Hoessein, meerdere honderdduizenden slachtoffers.
(3) Zelfs al is de Amerikaanse bourgeoisie er in geslaagd om de schade in te perken door het regime, dat door de bevolking gehaat werd, te vervangen
(4) Wij moeten maar even terugdenken aan 2007, in Tripoli, toen de Britse ex-premier Tony Blair kolonel Kadhafi hartelijk omarmde als dank voor de ondertekening van een contract met BP. De huidige aanklachten over de gekke dictator zijn slechts zuiver cynisme en schijnheiligheid!
(5) Laten wij er even aan herinneren dat de Franse bourgeoisie op haar beurt ook niets anders doet dan eens te meer haar huik naar de wind te zetten, in 2007 heeft zij Kadhafi nog met grote sier ontvangen. De beelden van zijn tent die opgesteld stond midden in Parijs zijn de wereld rond gegaan en hebben Sarkozy en zijn kliek nog meer in hun hemd gezet. Maar vandaag wordt ons een nieuwe film gespeeld: 'NAVO blaast de luifel weg'
(6) https://www.elpais.com/articulo/internacional/guerra/europa/elpepuint/20... [21]
(7) Hier ook begunstigt de zwakte van de arbeidersklasse deze repressie. De beweging wordt er gedomineerd door een sjiïtsche meerderheid.
Sinds enkele jaren komt de arbeidersklasse, al of niet ‘vergezeld’ van niet-uitbuitende lagen van de bevolking, steeds openlijker in opstand en steeds massaler in verzet tegen een systeem dat ons niets meer te bieden heeft dan meer armoede, volksverhuizingen, meer ‘precariteit’, meer repressie, meer oorlogsellende, een onzekere toekomst, enz. Een en ander is niet alleen tot uitdrukking gekomen in de revoltes van de bevolking in de Arabische landen en in die van Noord-Afrika, maar ook in demonstraties, stakingen, bezettingen en sit-ins in de centrale landen zoals Portugal en Groot-Brittannië.
Deze nieuwe gebeurtenissen, die vaak een massaal karakter hebben, leiden niet alleen tot meer vertrouwen van de arbeidersklasse in haar eigen kracht, maar ook in het ontstaan van minderheden binnen de klasse die zich steeds meer politieke vragen beginnen te stellen. Wat is dat eigenlijk voor systeem waarin we leven, dat alleen maar overleeft ten koste van meer vernietiging, meer mensen die van de honger sterven, de helft van de wereldbevolking in een permanente staat van complete uitzichtloosheid dompelt en alleen maar bezig met haar eigen overleven.
De onvolkomen breuk met het nationalisme door AAGU
Ook in Nederland is dit het geval. Enkele maanden geleden hebben we, naar aanleiding van een openbare bijeenkomst van de IKS in Amsterdam, waar enkele medestanders van de AAGU (Anarchistische Antideportatie Groep Utrecht) aan deelnamen, onze gedachten naar voren gebracht over deze groep (1). Hoewel deze groep vooral als een soort van strijdcomité functioneert, probeert ze haar solidariteit met de immigranten toch vorm te geven op basis van enkele heldere principes. Principes die we grotendeels kunnen onderschrijven. Zo verklaart ze in haar tekst: “Uitgangspunten van de AAGU”:
"De vrije samenleving, die wij nastreven, kan alleen bestaan als die vrijheid voor iedereen geldt: een mens kan alleen echt vrij zijn als alle andere mensen ook vrij zijn. Het streven naar vrijheid betekent daarom automatisch een strijd tegen staat en kapitaal wereldwijd. Wat in Nederland 'recht' en 'democratie' wordt genoemd, is in werkelijkheid het onrecht en de dictatuur van de bezittende en heersende klasse. Dit onrecht kan niet beter worden aangetoond dan aan de hand van de algehele rechteloosheid van mensen die uit het maatschappelijke leven verbannen zijn, zoals geïllegaliseerden. De strijd tegen staatsrepressie beginnen wij daarom bij het bestrijden van nationalisme, wat alleen mogelijk is als dat antinationalisme vergezeld gaat van een streven naar economische gelijkheid wereldwijd.(…) We zijn voor open grenzen en een solidaire wereld waarin er genoeg is voor iedereen."(2)
Hoewel ze streeft naar open grenzen en anti-nationalistisch zegt te zijn, stelt de groep zich niet definitief en ondubbelzinnig op het standpunt van het internationalisme. Ze is slechts tegen het nationalisme voor zover die ervoor zorgt dat er grenzen bestaan. De groep wenst dat grenzen tussen die landen opengaan, maar laat daarbij buiten beschouwing dat die grenzen binnen Europa eigenlijk al zijn opengegaan en dat er desondanks in de grond toch niets veranderd is.
Ondanks dat grenzen nauwelijks nog bestaan, kunnen we binnen Europa onmogelijk spreken van internationalisme. De nationale staten, als hoogste vorm van eenheid en organisatie die het kapitalisme kan realiseren, bestaan ook in Europa nog steeds en ieder nationaal kapitaal probeert nog steeds zijn belangen met alle middelen te verdedigen ten koste van ieder ander kapitaal.
Het proletarische internationalisme van de ASB
Anders is het standpunt van een andere groep in Nederland die zich, naast de IKS op een openlijk internationalistisch standpunt stelt, met name de ASB (Anarcho Syndicalistische Bond) (3). Dit blijkt sowieso uit het pamflet van KRAS, een internationalistisch anarchistische groep uit Moskou waarvan we eerder al verklaringen van gepubliceerd hebben (4), dat ze onlangs op haar website heeft geplaatst “Weg met de nieuwe oorlog in Noord-Afrika”. Het pamflet eindigt haar oproep niet alleen met een ondubbelzinnig standpunt tegen de oorlog, maar ook tegen de staat, welke regering dan ook en (niet onbelangrijk) zelfs tegen de democratie: "Weg met de oorlog! Weg met alle staten en legers! Geen enkel druppel bloed voor dictatuur of democratie! Nee tegen alle regeringen en “opposities”!"
De ASB, die zich presenteert als een anarcho-syndicalistische bond naar het voorbeeld wellicht van de CNT, zoals dat in de jaren twintig en dertig bestond in Spanje, heeft niettemin hele duidelijke politieke gedachten. Ze noemen hun anarchistische beginselen “ons gezamenlijke vertrekpunt”, maar staan daarmee heel dicht bij die van andere politieke stromingen die het proletarisch internationalisme verdedigen. In het boekje, dat ze op hun website hebben gepubliceerd, komt het begrip proletarisch internationalisme nergens voor, maar het hele boekje is doortrokken van de gedachte dat er maar één enkele klasse bestaat in de hele wereld die een einde kan maken aan het kapitalisme: de internationale arbeidersklasse
“De groep mensen, het gros van de wereldbevolking, dat echter onderworpen is aan de condities die deze maatschappij hen oplegt, heeft baat bij de afschaffing van staat en kapitaal. Dit is het fundament van klasse: een gedeelde positie binnen de kapitalistische maatschappij die om haar eigen opheffing schreeuwt. (….) De arbeidersklasse heeft niet zo'n gezamenlijk project binnen de klassenmaatschappij. Ze wordt immers niet gedefinieerd door wat ze doet, maar door wat ze aangedaan wordt. De enige gemeenschap die ze kennen is de gemeenschap vormgegeven door staat en kapitaal, door de klassenmaatschappij. Valse identiteiten als 'het volk', 'de burgers' of 'wij Nederlanders' bestaan dan ook niet.”
Maar het “gezamenlijk vertrekpunt” van de ASB houdt het daar niet bij. Als het gaat om vluchtelingen en immigranten, dan heeft ze ook een duidelijke mening: “In de 'Derde Wereld' waar land en natuurlijke bronnen letterlijk door de machines van staat en kapitaal weggeroofd worden, worden mensen gedwongen naar de steden te trekken om onder miserabele toestanden werk te vinden of in sloppenwijken te eindigen. Dat of een wanhopige poging te migreren naar de 'Eerste Wereld', op zoek naar een beter bestaan. Dus, naast hun onteigende bestaan, zijn onzekerheid en vervangbaarheid ook meer en meer de gedeelde eigenschappen van de uitgebuitenen.”
Als reactie op de verdelingen van de arbeiders in bijvoorbeeld ‘illegalen en niet-illegalen’, in ‘allochtonen en autochtonen’, of in ‘precariaat en witte arbeiders’, die door bepaalde groepen als Doorbraak gepropageerd worden, zegt het “gezamenlijk vertrekpunt” van de ASB ons het volgende:
“Het kanaliseren van onze activiteit in het algemeen en woede in het specifiek verloopt altijd via vastgelegde sociale 'rollen'. Ras, geslacht, religie, seksuele voorkeur, subcultuur, al deze dingen kunnen zaken aangeven die wel degelijk verschillen, maar de sociale 'rol' die daarbij hoort, is een heel andere zaak. Zo verschillen mannen en vrouwen wel degelijk biologisch, maar is de traditionele rolverdeling die daarbij hoort, slechts een sociale 'rol'. Sociale rollen, het product van de klassenmaatschappij door de geschiedenis heen, dwingen ons in een keurslijf wat slechts de heersende klassen dient, wat ons niet alleen verdeelt maar ook ons van onszelf vervreemdt. Het is daarom ook belangrijk voor revolutionairen om deze sociale rollen te analyseren, te ontmantelen en ons niet te laten verdelen”.
Uit het boekje van de ASB blijkt dat ze zich op een terrein plaatst, dat de IKS volledig met haar deelt: het terrein van de arbeidersklasse. Ook al spreekt de IKS over het kommunisme en de ASB over libertair-kommunisme, dat verandert niets aan de zaak. Neem bijvoorbeeld iemand als Erich Mühsam, die ook streefde naar een anarcho-kommunistische maatschappij. Dat belette hem niet om in de revolutie van 1918 in Duitsland samen op te trekken met de kameraden van de Duitse Kommunistische Partij, zoals Rosa Luxemburg, Anton Pannekoek, en Johan Knief, in een poging de burgerlijke staat te vernietigen en een nieuwe vrije maatschappij op te bouwen.
Ondanks de vele overeenkomsten tussen de ASB en de IKS, zou het vreemd zijn als er toch geen meningsverschillen bestaan. En volgens de IKS zijn die er ook,. Het belangrijkste verschil van mening, dat er tussen beide groepen bestaat, is dat met betrekking tot directe actie. Om te beginnen zijn we volledig akkoord met de volgende zinsneden, die de ASB naar voren brengt in relatie tot directe actie.
- “Directe actie heeft niks te maken met stemmen, partijpolitiek of publiciteitsstunts gericht op media-aandacht. Het heeft niks te maken met individuele activisten die hopen dat de heersende klassen naar hen luisteren door een 'ludieke actie'”
- “100,000 proletariërs, tot de tanden bewapend, zijn niks als ze hun vertrouwen in iets anders plaatsen dan hun eigen macht om de wereld te veranderen”.
- Directe actie “betekent dat de arbeidersklasse, in constant verzet tegen de bestaande orde, geen hulp van 'buiten' verwacht maar haar eigen condities van de strijd bepaalt en naar zichzelf kijkt voor haar actiemiddelen”.
“Het proces van onze strijd is zowel de confrontatie met de heersende klassen als de opbouw van onze eigen nieuwe orde. Dit kan echter alleen als we de strijd zelf in de hand houden en niet delegeren aan functionarissen van staat en kapitaal.”
Wellicht zijn we het ook eens over vele vormen van actie die ASB in dit kader naar voren brengt. De ASB spreekt over directe acties als “walkouts, prikacties, stakingen en bezettingen tot economische blokkades, sabotage en autonome productie en alles daar tussen in”.
Als de IKS denkt aan vormen van strijd dan denkt ze vooral aan demonstraties, blokkades, stakingen, bezettingen, sit-ins, enzovoort. De IKS verwacht hierbij echter niet dat één ‘directe actie’ de heersende klasse zal doen sidderen, de staat op de knieën zal krijgen en de eisen onmiddellijk ingewilligd zullen doen worden. De arbeidersklasse zal onder omstandigheden van een nog nimmer vertoonde economische crisis van het kapitalisme de aanvallen van de bourgeoisie op haar levensomstandigheden in de veel gevallen alleen maar tijdelijk een halt kunnen toeroepen. Zij zal op het materiële vlak ook nog vele nederlagen moeten slikken en zelfs ‘directe actie’ zal daar niets aan kunnen veranderen. Zoals Rosa Luxemburg in “Orde heerst in Berlijn” stelt
".... de [proletarische] revolutie de enige vorm van ‘oorlog’ is (...) waar de eindoverwinning slechts door een reeks van ‘nederlagen’ kan worden voorbereid!” En als “de bourgeoisie (vakbonden en/of ondernemers) zich wel terugtrekt, zal het moment van de aanval alleen maar uitgesteld worden. De aanvallen tegen de levensomstandigheden kennen geen uitstel”.
Maar de grote winst voor de arbeidersklasse is gelegen in het feit, niet dat ze alle aanvallen op onmiddellijke vlak weet af te slaan, maar in het gegeven dat “de arbeidersklasse, dankzij de strijd, beetje bij beetje weer meer vertrouwen in zichzelf krijgt. De arbeiders (aan het werk of werkloos, met pensioen of in de collegezalen) herkennen zich opnieuw als behorend tot een klasse, die gemeenschappelijke belangen heeft en de mogelijkheid bezit om zich collectief te verdedigen". (“De beweging tegen de CPE in 2006. Een voorbeeldige strijd voor de arbeidersklasse” Wereldrevolutie nr. 124)
Wat we in en via de strijd wel kunnen bereiken is het vergroten van de eenheid binnen de klasse en een solidariteit tussen steeds grotere delen van de klasse. Een voorwaarde hierbij is echter wel dat de strijd plaatsvindt onder controle van de arbeiders zelf, verenigd in algemene vergaderingen en gekozen afgevaardigden, die ieder moment afgezet kunnen worden.
In de uitgangspunten van de ASB lezen we verder, dat “Directe actie is het uitbouwen van ons eigen project, (….) waarbij we onszelf onder staat en kapitaal uitvechten en daarmee de klassenmaatschappij doen afbrokkelen vormt de basis van de nieuwe maatschappij: de libertair communistische maatschappij”. Maar de grote vraag hierbij is: hoe kan het “afbrokkelen van de klassenmaatschappij” de grondslag vormen van “ons eigen project” (…) “van de nieuwe maatschappij”?
Want hieraan ten grondslag ligt de veronderstelling dat de libertair-kommunistische opvattingen en ideeën al in de hoofden van de arbeiders zitten en de materiële omstandigheden, waaronder we gebukt gaan, alleen nog maar bevrijd hoeven te worden van hun repressieve omhulsel, opdat deze ideeën de volle ‘vrijheid’ krijgen om zich vanzelf in libertair-kommunistische richting te ontwikkelen en te uiten? Gaat dit in de ogen van ASB vanzelf of moeten daarvoor ook niet bijvoorbeeld geslaagde voorbeelden uit het verleden naar voren worden gebracht, de opvattingen van bekende anarcho-syndicalisten (-kommunisten) worden uiteengezet en de principes van de zelforganisatie van de klasse onder de arbeiders worden uiteengezet en in de strijd worden verdedigd
Dixoff / 25.04.2011
Voetnoten
1)Zie ook “Levendig debat over de kwestie van de vluchtelingen”, Wereldrevolutie nr.124
2)Zie de website van AAGU: https://www.aagu.nl/ [11]
3)Zie de website van ASB: https://anarcho-syndicalisme.nl/wp/?p=591 [22], en ook de IKS website: “Weg met de nieuwe oorlog in Noord-Afrika!” https://nl.internationalism.org/node/854 [23]
4)Zie o.m.over de KRAS onze website: https://nl.internatiolism.org [24]
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 312.15 KB |
De ellende en het onrecht in Griekenland staan op het punt eenvoudigweg ondraaglijk te worden in de ogen van de uitgebuitenen. De soberheidsplannen, een voor een ongelooflijk brutaal, volgen elkaar met een hels ritme op. Elke nieuwe regeringsmaatregel met het oog tijdelijk het bankroet van het land af te wentelen, betekent in werkelijkheid een zoveelste nieuwe opoffering voor heel de bevolking. En ondanks alles duikt de nationale economie steeds meer de dieperik in. Met als resultaat, de uitbarsting van de ellende en de woede!
Het land bezwijkt onder de schulden. De staat, de banken en de bedrijven staan op de rand van de verstikking. En alle maatregelen die genomen worden door de socialistische regering van Papandreoe om een ingebrekestelling van betaling te vermijden, verergerden de situatie alleen maar en kondigen een nog pijnlijkere toekomst aan. Om vers geld te verkrijgen van de Europese Unie, want de staat zou eenvoudigweg zonder vers geld niet meer kunnen functioneren, worden de werk- en levensomstandigheden van de bevolking letterlijk opgeofferd. Het aantal ambtenaren daalt voortdurend, net zoals de lonen. De ouderdomspensioenen, de werklozen- en sociale bijstand, de hulp bij de gezondheidszorg zijn aan het wegkwijnen. Maar deze explosie van ellende drijft het land enkel dieper de recessie in, wat op zijn beurt... de schulden verzwaart! Het is een vicieuze cirkel waaruit Griekenland niet uit kan komen.
De Griekse bourgeoisie wijst met een beschuldigende vinger naar het IMF, de Europese Unie, de rating-agentschappen, Duitsland... . Ze wil doen geloven dat zij, en enkel zij, verantwoordelijk zijn voor deze rampzalige economische toestand. In de rest van de wereld daarentegen, wordt net het tegendeel verkondigd: Griekenland zou zich in een 'uitzonderlijke', 'buitengewone' situatie bevinden door de laksheid van haar leiders, door de veralgemeende corruptie van de Griekse maatschappij (fiscaal bedrog wordt voorgesteld als een nationale sport) en door de luiheid van de Griekse werknemers (volgens een uitlating van de Duitse kanselier Angela Merkel).
Deze leugenachtige en weerzinwekkende propaganda kent een zeker succes, aangezien bij de betogingen in Athene het nationalisme dikwijls op de spits wordt gedreven. (de Griekse vlaggen wapperen over de optochten, slogans als "IMF rot op!" of "Duitsland rot op!", worden gescandeerd), en in andere landen zoals Duitsland wordt het idee van "wij zien niet in waarom wij voor de Grieken zouden betalen", onder de bevolking verspreid. Anders gezegd, de heersende klasse zet de uitgebuitenen tegen elkaar op!
In werkelijkheid, staat Griekenland symbool voor het historisch bankroet van het kapitalisme. Vanuit economisch gezichtspunt, geeft het de richting aan die de andere nationale economieën, één na één gaan inslaan. In afzienbare tijd zal Spanje ook die weg opgaan.
Ook al is het nationalisme een gif dat de arbeiders in Griekenland in het bijzonder raakt, toch zijn er stilaan krachtlijnen die zich in de beweging beginnen af te tekenen.
Het is vooral de geprecariseerde jeugd die over de nationale grenzen heeft weten te kijken om zich te inspireren op de beweging van de Verontwaardigden in Spanje. Vanaf einde mei zijn duizenden Aganaktismeni (het Griekse word betekent zowel verontwaardiging als woede) (1), op het Syntagma-plein samen gekomen om te discussiëren en de strijd collectief aan te pakken. Zoals in Spanje, is het kenmerk van deze beweging ook daar, het enorme wantrouwen tegenover de partijen (in het bijzonder de Socialistische Partij, die aan de macht is) en de vakbonden ( de GSEE, de belangrijkste nationale vakbond, die zelfs aangeklaagd wordt als een agent van de bourgeoisie). De gelijkenis met het nadenken dat door de hoofden gaat van de geprecariseerde jeugd in Spanje en Griekenland, is treffend. Op 25 mei bijvoorbeeld, was er op het Syntagma-plein een drie uur durende discussie, waarop 83 personen hun mening hebben gegeven.
Bepaalde tussenkomsten hebben gewezen op het belang van de zelf-organisatie van de arbeidersklasse en op de noodzaak van een revolutionaire strijd. Deze rijping en overdenking is erg veelbetekenend, ook al wordt ze nog maar door een kleine minderheid verwoord. Het simpele feit dat bepaalde mensen het aandurven om in het openbaar uitlatingen te doen ten gunste van de revolutie, onthult dat het klimaat aan het veranderen is. Ze vinden de moed om, zeker nog op een vage manier, luidop te zeggen wat een goed aantal denkt. Trouwens, in zowat alle bijeenkomsten van de Verontwaardigden in Europa, in Griekenland net zoals in Spanje, in Frankrijk net zoals in Groot-Brittannië, zijn deze tussenkomsten die oproepen tot zelfstandige-organisatie van de massa's en voor de afschaffing van het kapitalisme dikwijls diegene die het meeste applaus krijgen.
Griekenland is dus geen geval apart ! De crisis die daar in alle hevigheid woedt schudt heel het kapitalistische wereldsysteem door elkaar. En de strijd die zich ontwikkelt is een van de vele radertjes in het raderwerk van de strijd van de arbeidersklasse op wereldvlak
Laurence / 1.07.2011
Voetnoten
(1) En de woede is des te groter omdat de armoede vergezeld gaat van een wrede en moorddadige repressie.
Achter het zogezegde 'mirakel' van de Chinese groei verbergt zich een werkelijkheid die niets aanlokkelijks te bieden heeft. Ze is zo weinig aantrekkelijk dat de heersende klasse en de media, die haar ten dienste staan, haar compleet verborgen houden. In het land waar het buskruit uitgevonden werd, staat de toestand echt op ontploffen!
Sinds begin juni breken in het zuiden van het land gewelddadige protesten uit, waarin de migranten, die van het platteland komen (mingongs), het aan de stok krijgen met de politie en soms ook met het leger. Blijkbaar was een confrontatie tussen een koppel bescheiden rondtrekkende verkopers afkomstig uit Sichuan en de 'hengguan' (zoiets als onze lokale politieagenten, die hartgrondig verafschuwd worden) in de stad Xintang de aanleiding tot deze golf van woede.
Onder het voorwendsel dat clandestiene verkoop illegaal is, wilden de politiemannen het koppel wegsturen en zouden daarbij de jonge vrouw, die zwanger was, hard aangepakt hebben. Onmiddellijk heeft de massa mensen, die erbij stond, zich gegroepeerd en heeft ze haar woede geuit tegen dergelijk optreden. In een klimaat dat explosief gemaakt wordt door de toestand die in het land heerst, liep de beweging snel uit op een rel. Volgens het officiële nieuwsagentschap Nieuw-China gooiden honderden mensen bakstenen en flessen naar de politiemannen. In de dagen daarna bleef de situatie in de regio van Xintang gespannen, ondanks de massale interventie van de politie, gesteund door pantserwagens, de sluiting van wegen voor het verkeer en de aanhouding van 25 personen. Talrijke betogers bleven actief en (volgens de site Radio Free Asia) de vrijlating van hun 25 aangehouden makkers vragen.
Dit verschijnsel is geen alleenstaand feit. Verre van. Voor de overgrote meerderheid van het Chinese volk en in het bijzonder voor de arbeiders die naar de grote steden getrokken zijn in de hoop daar werk te vinden, zijn de levensomstandigheden steeds minder draaglijk. Binnen de muren van 'de fabriek van de wereld' lijken het cynisme en het misprijzen van de kapitalistenklasse voor de arbeiders, net zo goed als elders, geen grenzen te kennen. Onlangs vroeg een Chinese arbeider dat hem zijn onbetaalde loon zou uitbetaald worden. In plaats daarvan kreeg hij, in naam van zijn baas, een messteek toegediend! De laagheid van die afschuwelijke daad heeft zonder twijfel het gevoel van revolte aangewakkerd, dat zich geleidelijk aan over het land uitbreidde.
Maar die feiten volstaan niet om de diepere oorzaken te begrijpen van de explosieve aard van het sociale klimaat. In een artikel in Les Echos van 15 juni lezen we bijvoorbeeld: "Plaatselijke problemen hebben de neiging uit de hand te lopen als gevolg van de groeiende ongerustheid, die gewekt wordt door andere kwesties zoals de inflatie", legt de analist Russell Leigh-Moses, werkzaam in Peking, uit aan AFP.
"(...) De inflatie in China bereikte in mei haar hoogste peil in bijna drie jaar, en de stijging van de prijzen is potentieel explosief. Talrijke categorieën Chinezen ondergaan volop de gevolgen van de prijsstijgingen, onder meer de boeren, de gepensioneerden en de arbeiders-migranten." Tegenover die diepe malaise moet de staat grote middelen inzetten om een schijn van stabiliteit te bewaren in de regio die een jaar geleden al overspoeld werd door een reeks stakingen en betogingen (1).
Op de website Rue '89 verduidelijkt een goed gedocumenteerd artikel van 14 juni 2011: "ook al hebben ze loonsverhogingen gekregen en in sommige gevallen een relatieve verbetering van hun werkvoorwaarden, dan blijft hun situatie toch weinig benijdenswaardig". En tot slot verklaart Jeffrey Crothall, woordvoerder van de NGO China Labor Bulletin: "Ze hebben zeer zware werkuren en leiden onder discriminaties. Het klopt dat door het gebrek aan arbeidskrachten de arbeiders in sommige sectoren meer onderhandelingsvermogen gewonnen hebben. Maar in vele plaatsen worden ze nog zeer slecht behandeld door hun bazen die vaak weigeren hen te betalen. En wat de loonsverhogingen betreft: het effect daarvan wordt grotendeels tenietgedaan door de inflatie."
Alles bij elkaar toont de werkelijkheid van het 'Chinese mirakel' ons een stap verder in de veralgemening van de ellende.
Maxime / 24.06.2011
Voetnoten
1) Zie RI nr. 415 en RI nr. 422, Deze artikels zijn te lezen op onze Internetsite.
Het collectief 'Democracia Real Ya!' ('Echte Democratie Nu!') heeft de beweging van de Verontwaardigden, zowel in Spanje, in Frankrijk als in diverse andere landen, de legitieme afkeer van de jongeren tegen de burgerlijke politieke partijen (en de corruptie van de politici) uitgebuit om een extreem gevaarlijke ideologie aan te moedigen: deze van een apolitieke houding.
Zo heeft men overal de mentors van de Democracia Real Ya! (DRY) kunnen aanhoren, hoe ze de beweging van de Verontwaardigden deden geloven dat hun protestbeweging tegen de gevolgen van de crisis van het kapitalisme (in het bijzonder de werkloosheid van de jongeren) een apolitieke beweging moest blijven, buiten en tegen alle partijen, organisaties en vakbonden. Overal moesten de politieke elementen dus het gebod naleven: niet het woord nemen uit naam van hun politieke groep, maar enkel als eenvoudige "burger". Iedereen die politiek actief is, werd er aldus van verdacht de beweging te willen verdelen of over te nemen ten gunste van hun eigen 'zaak'.
De onbegrensde hypocrisie van DRY bereikt haar hoogtepunt, als men weet dat er achter deze zogenaamde "apolitieke" façade, niet alleen een handvol linkse partijen van het kapitaal (Socialistische Partij, Communistische Partij, Nieuwe Anti-kapitalistische Partij, Links front, enzovoort) verbergen, maar eveneens rechtse en extreem-rechtse partijen (daar hun militanten zich in de algemene vergaderingen kunnen voordoen als "burgers, boven alle verdenking" verheven.
In feite levert de politieke demagogie en populisme van de DRY ons over aan het heilige verbond van alle gedienstige zielen met respectvolle kapitalistische "burgerzin" . In werkelijkheid beogen de leiders van de DRY om de jonge proletariërs te binden aan de kar van de kapitalistische orde. Als DRY oproept tot hervorming van de kieswet in Spanje, als ze ons vraagt om te gaan stemmen en aldus goede "burgers" te blijven, als hun bedrieglijke leuzen ons oproepen te vechten tegen de "dictatuur van de banken" en ons doet geloven dat een kapitalisme mogelijk is met een "schoon", "ethisch", en menselijk gezicht, doet de DRY aan niets anders dan aan "politiek!". En deze reformistische politiek van het beheer van de economische crisis is deze van de linkse partijen van het kapitaal met hun min of meer "schone" en corrupte politici (zoals Strauss-Kahn, Zapatero, Papandréou en consorten).
Het 'a-politisme' is een pure misleiding en een gevaarlijke valstrik voor de uitgebuitenen! Deze hypocriete ideologie beoogt niet anders dan de bezitlozen hun eigen strijdmiddelen te ontnemen om hen vervolgens samen te drijven naar het terrein van de "legaliteit" van de burgerlijke "democratie".
De linkse partijen en vakbonden hebben het steeds moeilijker om hun gif te verspreiden nadat ze al zoveel aanslagen op onze klasse geleverd heeft: corporatistische of sectoriële verdelingen, infiltraties in de strijd en de algemene vergaderingen en, vooral, de reformistische en electorale illusies. De uitgebuitenen zijn bezield met een steeds groter wantrouwen ten opzichte van hen, zelfs met een reflex van afwijzing; ze hebben geleerd de geur van hun gif waar te nemen. 'Het a-politisme' van het alter-mondialisme heeft dus als doel ons opnieuw op te zadelen met hetzelfde gif, maar door het eerst reukloos te maken! Het gaat dus zonder meer om een truc die uiteindelijk ten doel heeft om de proletariërs in het kader te brengen van de vijanden die officieel door hen verworpen zijn: de linkse partijen en de vakbonden!
De uitgebuite klasse mag niet vergeten dat in naam van het 'a-politisme' het fascisme in de jaren 1930 aan de macht is gekomen. Onder het mom van 'a-politisme' werden de sociale bewegingen steeds gerecupereerd door hen die zich voordoen als de enige en echte uitvinders van deze ideologie, zoals de 'alter-mondialisten' van de DRY of ATTAC.
Dat is wat we bijvoorbeeld hebben gezien in Frankrijk, bij de studentenbeweging tegen de startbanen-contracten (CPE) in de lente van 2006, waarbij vele kinderen van de arbeidersklasse, in het vooruitzicht van de presidentiële verkiezingen van 2007, werden gerecupereerd onder andere door de Nieuwe Anti-kapitalistische Partij. Zij werden afgeleid naar het stemhokje achter een eenheidsfront 'anti-Sarko'.
Om zich niet te laten 'recupereren' en verslinden door wolven in schaapsvacht moet de jonge generatie zich de leuzen te herinneren van Mei 68: "Als je je niet bemoeit met politiek, zal deze zich met jou bemoeien". Je moet je met "politiek" bezighouden! Confrontatie van politieke ideeën tijdens de algemene vergaderingen is het enige middel om onze valse vrienden te ontmaskeren, om hun valstrikken te doorzien en onze strijd niet te laten inpalmen door "gespecialiseerde" politici van de onderhandeling en het gesjoemel.
De strijdende uitgebuitenen kunnen het onderscheid zien tussen de politieke groepen die werkelijk hun belangen verdedigen en zij die de rol van waakhond van het kapitaal spelen alleen zien tijdens de confrontatie en het politieke debat in de soevereine vergaderingen.
De strijd van de uitgebuite klasse tegen de uitbuitende klasse is steeds een politieke strijd geweest. Uitsluitend in deze strijd, door middel van een zo breed mogelijk debat, kunnen de uitgebuitenen een krachtsverhouding in hun voordeel opbouwen tegenover de schandalige handelingen van het kapitaal met zijn politici van allerhande pluimage. In deze politieke strijd, in de straat en in de massale vergaderingen, kunnen ze hun klasse-identiteit terugvinden, hun solidariteit ontwikkelen, hun eenheid terugvinden en vertrouwen in eigen kracht herwinnen.
De uitgebuite klasse, of ze nu loontrekkend of werkloos is, is de enige politieke kracht die de wereld kan veranderen, het kapitalisme omver kan werpen en een waarachtige menselijke wereld kan opbouwen zonder crisis, oorlog of uitbuiting.
Sofiane / 29.6.2011
In verschillende publicaties van ultralinks werden de ontwikkelingen van de afgelopen half jaar in de landen rond de Middellandse Zee gekenschetst als "revolutionair". Zowel trotskisten, stalinisten, anarchisten schroomden niet om bijna elke revolte daar (en met name die in Noord-Afrika) te beschouwen als "een revolutionaire stemming" "opstanden die uitgroeiden tot een … revolutie" of dat er "……een revolutie is uitgebroken". Sommigen van hen gingen nog verder, zoals de groep die de website Christianarchie (1) beheert en een "revolutie in Griekenland" zag ontstaan. Op deze titel, die een gevaarlijke stellingname inhoudt, zijn op hun website verschillende reacties verschenen waarvan we er hier enkelen aanhalen.
Een eerste reactie is die van Siawash:
"Oproep tot revolutie in Griekenland, is een uitnodiging tot een politieke zelfmoord! Wat wordt er verstaan onder revolutie? Welke revolutie: burgerlijke revolutie of socialistische revolutie? De vraag is of een revolutionaire situatie in Griekenland bestaat? Bestaan er in Griekenland de materiële omstandigheden voor de revolutie, waarin een conflict tussen de productiekrachten met betrekking tot de productieverhoudingen in een historische confrontatie met de arbeidersklasse zijn hoogtepunt bereikt? Sociale Revolutie betekent:
Het is van belang om te weten, dat de revolutie zonder een revolutionaire situatie niet mogelijk is. De revolutionaire situatie is het gevolg van bepaalde objectieve veranderingen in het sociale leven. De vraag is of het Griekse proletariaat onafhankelijk is, dankzij de algemene vergaderingen en de arbeidersraden. De vraag is of de internationale arbeidersklasse zijn strijd om de wereldheerschappij tot uitdrukking brengt in de strijd in Griekenland, want sociale revolutie is een bewuste aangelegenheid. De oprichting van de internationalistische partij is het resultaat van een ontwikkeling van strijd van de arbeidersklasse en haar klassebewustzijn op wereldschaal. Dan pas kan hij zijn historische rol met name 'de vernietiging van het bestaande systeem' realiseren. Wie bovengenoemde feiten ontkent, moet vooral beseffen dat hij de arbeidersklasse meevoert in een wanhopige strijd om de macht in Griekenland en tegen het Griekse (en internationale) repressie-apparaat van de bourgeoisie. Een strijd die bij voorbaat al verloren is en de "belle-fleur" van de arbeidersklasse volkomen kan vernietigen. Die neemt dus een demagogisch standpunt in. Dus welke politieke organisatie en met welke bedoeling die op dit moment de bevolking in Griekenland tot revolutie oproept, weet ik niet, maar hij nodigt wel de bevolking uit tot een politieke zelfmoord."
Tot zover de eerste reactie die terecht een aantal voorwaarden formuleert en wijst op de gevaren van iedereen die lichtzinnig omspringt met het begrip 'revolutie'.
Christiananarchie vraagt zich daarop af waarom er geen revolutie in Griekenland mogelijk zou zijn:
"Er zijn twee niveaus waarop men een maatschappelijk begrip als revolutie kan benaderen. Een wisseling van de macht, een breuk in het bestaande systeem enerzijds, en het proces op weg daarheen anderzijds. Er zijn vele gevaren op de weg in Griekenland maar dat er een revolutionair proces gaande is lijkt mij onweersprekelijk. Er zijn gevaarlijke kanten - militaire staatsgreep, militaire interventie vanwege de EU, repressie door het huidige regime, het is duidelijk. Griekenland staat niet alleen. Massale protestbewegingen zijn evenzeer aan de gang in Spanje en Italië en natuurlijk aan de overzijde van de Middellandse Zee, waar zowel in Tunesië als in Egypte radenstructuren worden gevormd "voor de volgende ronde". De kapitalistische (wan)orde breekt op het zwakste punt, en dat is binnen de EU nu Griekenland. Waarom uitsluiten dat er geen raden opgebouwd zullen worden in mogelijk betrekkelijk korte tijd? De verzetsbeweging gaat hoe dan ook toch door. Ik geef er de voorkeur aan de ontwikkeling optimistisch te bekijken tot nader order."
Arjan toont tenslotte in zijn reactie aan dat het idee van een revolutie in Griekenland onzinnig is:
"Ik ben verre van negatief, maar wil me niet laten leiden door illusies. We zijn het in ieder geval met elkaar eens dat "er vele gevaren zijn op de weg in Griekenland". Het is volkomen correct dat er "twee niveaus zijn waarop men een maatschappelijk begrip als revolutie kan benaderen. Een wisseling van de macht, een breuk in het bestaande systeem enerzijds, en het proces op weg daarheen anderzijds." In zijn artikel uit 1844, Kritische nota's bij het artikel De koning van Pruisen en de Sociale hervorming. Door een Pruis, analyseert Marx de zin "Een sociale revolutie met een politieke ziel" en concludeert hij dat "elke revolutie de oude maatschappij ontbindt; en in die zin is ze sociaal. (Dat) elke revolutie de oude macht omver werpt; en in die zin is ze politiek". Hij gaat verder: "Maar of het idee van een sociale revolutie met een politieke ziel nu omhaal van woorden of nonsens is, wat wel zeker is, is de redelijkheid van een politieke revolutie met een sociale ziel. Elke revolutie – de omverwerping van de bestaande heersende macht en de ontbinding van de oude orde – is een politieke daad. Maar zonder revolutie kan het socialisme geen realiteit worden."
Maar we verschillen van mening daar waar u opmerkt dat er onweersprekelijk een revolutionair proces gaande is. U bent ervan overtuigd dat er "zowel in Tunesië als in Egypte radenstructuren worden gevormd "voor de volgende ronde". Ik heb die radenstructuren niet gezien en volgens mij bent u de enige die ze gezien heeft. En vervolgens vraagt u zich, tegen de achtergrond van de protesten die gaande zijn in Italië, Spanje, doodgemoederd af waarom er ook geen raden opgebouwd zullen worden in Griekenland! In tegenstelling tot wat u suggereert kunnen we niet spreken over de eerste ronde, die een soort van voorbereiding is en daarna gevolgd wordt door een tweede ronde: in de eerste fase van de strijd, de opbouw van de radenstructuren stelt de arbeidersklasse onmiddellijk de kwestie van de dubbelmacht. Het is een proces waarbij de twee niveaus (de politieke en de sociale) tegelijkertijd plaatsvinden. Als dat niet gebeurt, dat krijgen we een situatie zoals in Spanje in de jaren '30, waar wel collectieven werden gevormd, maar waar de macht (met behulp van de top van de FAI-CNT!) in handen bleef van de bourgeoisie. En het gevolg was dat de opstand van de arbeiders in de kiem werd gesmoord.
Het is heel terecht wat u suggereert: dat de revolutie iets is wat in meerdere landen tegelijkertijd moet plaatsvinden. Maar ik zou nog iets verder willen gaan: opdat ze kan slagen, moet de revolutie in de hele wereld plaatsvinden. Het moet en kan niet anders dan een wereldrevolutie zijn. Het kan zich onmogelijk beperken tot enkele landen, zelfs als daar "het zwakste punt" bijzit, waar volgens u "de kapitalistische (wan)orde breekt" (2)
U bent niet de enige anarchist in Nederland die beweert dat er een revolutie op het punt stond te beginnen in Griekenland. Optimistisch zijn is een goede eigenschap, illusies verspreiden is echter kwalijker. Dat kan anderen (in Nederland, Griekenland en elders) inclusief gepolitiseerde minderheden binnen de klasse op het verkeerde been zetten en ertoe aanzetten activiteiten te ontwikkelen, waar de voorwaarden nog niet voor aanwezig zijn en die tot een jammerlijke nederlaag leiden. Met alle gevolgen van dien."
We zijn het dan ook helemaal eens met deze tussenkomst van Arjan.
Wereldrevolutie
Voetnoten
(1) https://christianarchie.blogspot.com/2011/06/de-revolutie-in-griekenland... [28]
(2) Al in de jaren 1980, na de grote stakingsbeweging in Polen, heeft de IKS aangetoond dat Lenin geen gelijk had dat het kapitalisme op "zijn zwakste schakel" zou breken. Zie hiervoor Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 31, vierde kwartaal 1982; en in Internationale Revue, 2005, nr. 17; Kritiek van de theorie van de 'zwakste schakel': Het proletariaat van West-Europa in het hart van de klassenstrijd
"A-sociale plannen van Bruin!" "Kabinetsbeleid is a-sociaal!. "Kabinetsbesluit AOW en pensioen is een oorlogsverklaring!"
Alle linkse krachten, van de PvdA tot zelfs de buitenparlementaire groepen, halen het beleid van huidige regering Rutte 1 over de hekel. Maar niemand, maar dan ook niemand durft te beweren dat als "zijn" partij in de regering zit, er dan geen maatregelen genomen gaan worden, of dat de AOW, de pensioenen, de gehandicapten, de bezuinigen op de bibliotheken, op de Melkertbanen dan wel ontzien worden.Want iedereen, geen enkele politieke partij uitgezonderd, is het erover eens dat de kosten voor de gezondheidszorg, het onderwijs, en de ouderen te hoog oplopen!!
De economische crisis maakt de aanvallen door de staat onontkoombaar
Het is duidelijk: het gros van de aanvallen op onze inkomens en levensomstandigheden komen van de staat of van provinciale, gemeentelijke vertegenwoordigers van de staat. Het is de staat, als de universele kapitalist, die de spil vormt van de "machinerie" die de aanvallen op de arbeidersklasse en alle niet-uitbuitende delen van de bevolking ontketent. En vlak voor de zomervakantie hebben we enkele voorbeelden daarvan gezien: delen van de bevolking en de arbeidersklasse die protesteerden tegen de korting op hun uitkering, tegen een dreigend ontslag, tegen een aftakeling van hun zorgfunctie, enzovoort.
Een eerste centrale functie van de staat bestaat in het aangeven van het kader waarbinnen de arbeidsvoorwaarden voor alle arbeiders in Nederland zich mogen bewegen. Het is aan de vakbonden om dit kader, dat wil zeggen: de achteruitgang van de lonen actief te verdedigen binnen de arbeidersklasse.
Een tweede functie van de staat bestaat in het vaststellen van de uitkeringen. Hieronder valt de uitkering voor de ouderen: de invoering van de "Bosbelasting", de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar, de afschaffing van de partnertoeslag, een korting op de pensioenen, een vermindering van de uitkering van ouderen, die bij hun kinderen in huis wonen. Een ongekende stijging van de zorgkosten en een hoger eigen risico.
Een derde rol, die van de "algemene kapitalist" ligt op het vlak van de korting op de kosten voor de zorg. Het drastisch terugdringen met 800 miljoen euro van de kosten van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De PGB die bijna geheel afgeschaft wordt. Minimaal 60.000 mensen, die vanaf in 2010 geen gebruik meer kunnen maken van de AWBZ. Zelfs het dreigende ontslag van de 600 medewerkers van Viva! Zorggroep is het indirecte gevolg van de bezuiniging van de regering, die gemeente Haarlem en Velsen op rantsoen heeft gezet wat betreft de financiering van de zorg voor de mensen thuis.
Een vierde tak is het massale ontslag van ambtenaren: in totaal een kleine 100.000. Daarvan 5000 bij de UWV, 500 bij de rijksbelasting, 13.000 bij de rijksoverheid, enkele honderden door de regionalisering van de brandweer diensten, 2500 hoogleraren en docenten aan de universiteiten, het drastisch verminderen van het aantal studieplaatsen, enzovoort.
Ultralinks houdt ons voor dat het financiële kapitaal verantwoordelijk is voor de crisis
Als het overduidelijk is dat het de staat is, die voor het gros van de aanvallen op onze levensomstandigheden verantwoordelijk is, wie of wat heeft dan de crisis veroorzaakt? Is het niet ook de staat, die de uitbarsting van de crisis veroorzaakt heeft? Of ligt het aan het systeem? Of ondervinden we nu de gevolgen van een neo-liberaal beleid dat, in de jaren 1980 is ingezet en dat nu volledig is vastgelopen en waarvan we nu de gevolgen van ondervinden?
Volgens links "is de crisis het gevolg van de zogenaamde neoliberale deregulering en de groeiende dictatuur van het financiële kapitaal dat in de jaren 1980 begon. Bezuinigingen, financiële instabiliteit, recessie, crisis zijn het gevolg van de verandering van een krachtsverhouding binnen de bourgeoisie ten gunste van het woekerkapitaal."
Als deze algemene deregulering het gevolg is van liberalisering van de financiële markt door rechtse regeringen zoals die van Thatcher en Reagan, dan kan deze, in hun gedachtegang, ook weer ongedaan gemaakt worden. Het kapitalisme kan menselijker en meer democratisch gemaakt worden als een 'goed gereguleerd kapitalisme' het 'slechte' financiële kapitaal maar kan uitbannen, zodat haar rijkdom ten goede komt aan iedereen.
Maar links sluit de ogen voor het feit dat de staat, na de crash van 1929, de macht van het financiële kapitaal drastisch heeft ingeperkt. Van toen af aan heeft de nationale staat zichzelf aan het hoofd gesteld van het beheer van het kapitalisme en niet een of ander internationaal spook van financiële oligarchie. En toen in het begin van de jaren 1980 de zogenaamde politiek van neo-liberalisme werd ingezet, heeft deze de macht van de staat over de economie ook op geen enkel moment fundamenteel in vraag gesteld.
Aan het begin van de jaren 1980 nam de crisis opnieuw ernstige vormen aan en het gewicht van de schulden dreigde de staat te verstikken. Het was toen de staat die het initiatief nam tot de doorvoering van de enige mogelijke politiek die haar nog overbleef, die van het neo-liberalisme. Het neo-liberalisme ontspruit niet spontaan uit het marktmechanisme en is ook niet het gevolg van een verandering in de krachtsverhouding tussen de burgerlijke fracties, maar is het resultaat van een bewuste politiek van de bourgeoisie, geconfronteerd met de dringende noodzaak om de toenemende inflatie om te buigen en de uitbuitingsgraad te verhogen.
Als ultralinks dus vertelt dat het neo-liberalisme aan de 'overheid' werd opgedrongen door het internationale financieringskapitaal, dan vertelt ze louter sprookjes.
Toch heeft deze campagne van ultralinks invloed op het bewustzijn binnen de arbeidersklasse. Haar mooie verhaaltjes over de commercialisering van de maatschappij waarin de bankenwereld, met medeplichtigheid van Bruin I, aan de touwtjes trekt, slaan nog wel aan. De belangen van de financiële sector en de rechtse regeringsfracties van de bourgeoisie zouden volgens ultralinks hier samenvallen, waarbij de eerste er vooral op uit zou zijn hun eigen macht en invloed te vergroten en de tweede er alle belang bij heeft om de banken overeind te houden om hun privé-beleggingen veilig te stellen.
Natuurlijk kan je daarbij van deze regering Rutte niets verwachten. Want we worden nu eenmaal geconfronteerd met "een tot op het bot crimineel systeem dat met behulp van wetten (en dus overheden) in stand gehouden wordt, en dat uiteindelijk tot niets anders kan leiden dan totale onderwerping van iedereen aan die banken. Een systeem dat bovendien onze overheden en regeringen ontmaskert als collaborateurs aan deze misdaad.(…) Dit systeem zorgt ervoor dat letterlijk ALLES van waarde, dus ALLES waarvoor ooit arbeid geleverd is, en waarvoor in de toekomst arbeid geleverd gaat worden, uiteindelijk eigendom van de banken wordt." (Pieter Stuurman, De Griekse Crisis,10.05.2011 op www.anarchiel.com [30])
De democratische campagnes leiden de arbeidersklasse in het parlementaire vaarwater
De belangrijkste bedoeling van ultralinks om vast te houden aan deze analyse is om de verantwoordelijkheid van de kapitalistische staat aan het gezicht te onttrekken. Want met een regering die haar rug recht kan houden, zo houdt ze ons voor, is het helemaal niet nodig om zoveel toegevingen te doen aan de financiële oligarchieën. We kunnen ons vertrouwen stellen in de overheid. Zo probeert ultralinks in de klasse de illusies te versterken over een mogelijke oplossing van hun problemen in Den Haag: bij de regering, bij het parlement, eventueel bij de rechter…
De democratische staat, de 'overheid', kan volgens ultralinks niet beschouwd worden als de werkelijke schuldige voor de ellende, want de 'overheid': dat zijn wij. Dat zijn niet alleen 'onze plichten', maar ook 'onze rechten'. Want dat we rechten hebben, dat is zeker, want we leven toch in een rechtsstaat. Anders hadden we geen democratie. Zo is de cirkelredenering rond.
Zelfs sommige anarchisten weten tegenwoordig goed te verwoorden hoe de burgerlijke staat door hen ervaren wordt:
- "Je kunt drie soorten recht onderscheiden: gewoonterecht, dat in de regel ongeschreven is; gekozen recht, dat geschreven is door de rechtsgenoten zelf; en bevolen recht, het door een overheid aan de onderdanen opgelegde recht." Als kritische theorie blijft het anarchisme altijd overeind staan; interview met de anarchist Thom Holterman, P'tje , 28 februari 2003
- Naar aanleiding van een bijeenkomst over illegale migratie schrijft de verslaggever: "In de discussie die volgde was met name de rode draad: "Hebben acties effect, en waar komt de behoefte van de overheid vandaan om zo`n negatief beeld te schetsen van vluchtelingen?" AAGU bij discussiebijeenkomst over illegale migratie; 3 oktober 2009.
In de mate waarin de noodzaak tot ontwikkeling van de solidariteit over de grenzen van de landsgrenzen en naties heen, in dezelfde mate wordt de democratische staat door ultalinks wordt steeds meer in bescherming genomen. Zelfs stromingen binnen het anarchisme, die de marxisten altijd hebben verweten de staat niet echt te willen vernietigen, spreken tegenwoordig steeds meer over 'overheid' in plaats van burgerlijke staat.
De klassesolidariteit over de grenzen van de sectoren en bedrijven heen
In maart schreven we (in Wereldrevolutie nr. 124) nog dat: "Ondanks een opkomende woede hier en daar, wordt de algemene tendens momenteel vooral gekenmerkt door voorzichtigheid en een houding van 'eerst de kat uit de boom kijken'. (….) De reacties van de arbeiders laten zien dat ze op dit moment nog niet in staat te zijn als een eenheid, als een klasse, op te treden die voldoende de kracht ontwikkelt om de bezuinigingen te keren. Maar de situatie kan snel omslaan onder invloed van de internationale gebeurtenissen en door de impact van de strijd onder de studenten en jongeren."
De situatie is volop aan het omslaan. De geest van de strijd is duidelijk anders dan die van het begin van dit jaar. De strijdbaarheid in de hele klasse heeft een stap vooruit gemaakt: er is minder angst in de klasse. Dat hebben de thuiszorgmedewerkers van Viva! Zorggroep (1) in de afgelopen maanden duidelijk laten zien. Dat biedt perspectieven voor de komende periode. Dit is de weg waarop de arbeidersklasse in Nederland voort moet gaan. Belangrijk is dan echter wel dat ze ook probeert een stap vooruit te maken op het vlak van haar democratische illusies, haar vertrouwen in eigen kracht en haar identiteit als klasse van loonarbeiders tegenover het kapitaal.
De vakbonden hebben aangekondigd dat ze acties gaat voeren met de rijks- en gemeenteambtenaren, met de chauffeurs van het openbaar vervoer van de grote steden, met de werkers bij de sociale werkplaatsen, enzovoort. De hele gezondheidssector, met de thuiszorg voorop, laat opnieuw geluiden van protest horen. Maar de bourgeoisie, middels de vakbonden, zal natuurlijk proberen de reacties van elkaar te scheiden, en iedere poging tot éénmaking van de strijd tussen de verschillende sectoren tegen te gaan. Ultralinks zal proberen de protesten in de 'vertrouwde banen' van het parlementarisme te voeren.
Ze zullen proberen de rijksambtenaren, zoals die van de Belastingdienst, de Rijksoverheid, en UWV uit te spelen tegen de privé- c.q. geprivatiseerde sectoren. We hebben daar begin augustus al een klein voorbeeld van gezien. Terwijl de pas geformeerde "Wij zijn de Thuiszorg" uit Breda opriep om met z'n allen naar Utrecht te gaan, werd deze oproep enkele dagen laten door de AbvaKabo doorkruist door de thuiszorgmedewerkers 'vast te ketenen' aan twee informatiebijeenkomsten in Breda die op dezelfde dag plaatsvonden.
Het begin van de manoeuvres van deze herfst wordt gevormd door een pleindemonstratie georganiseerd door 'Verontwaardigd Nederland' (2). Maar we kunnen ons niet tevreden stellen met zo'n 'pretentieloze' protestbijeenkomst. We zullen het initiatief in eigen hand moeten nemen. Zelf de strijd aangaan en ons in de beweging organiseren als uitgebuitenen, onderdrukten, precairen, werklozen van dit systeem, die proberen hun strijd te verenigen over de grenzen van de sectoren en bedrijven heen.
Dixoff / 05.09.2011.
Voetnoten
(1) Zie de "Solidariteitverklaring met de medewerkers van de Viva! Zorggroep in IJmond en in Haarlem Viva!", onderschreven door zowel de ASB, de KSU als de IKS.
(2) 'Samen Sterk' (de AbvaKabo), Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad (ZG), en de 'Walk of Shame Tour' (Een bundeling van ultralinkse groepen en burgerinitiatieven), waar 'Rekening Retour' zich inmiddels bij heeft aangesloten.
In het verlengde van de lenteopstanden in de Arabische landen, ging de Syrische bevolking medio maart eveneens de straat op om het vertrek te eisen van haar opperste leider en voor een 'democratische' regime. Deze beweging onder het volk, die haar buik meer dan vol heeft van de steeds ondraaglijkere levensomstandigheden die hen worden opgelegd door de junta - de navolger van het regime van Hafez-al-Assad, 'de woestijnvos', en vader van de huidige dictator - wordt sedertdien onophoudelijk beantwoord met een gewelddadige repressie.
In het verlengde van de lenteopstanden in de Arabische landen, ging de Syrische bevolking medio maart eveneens de straat op om het vertrek te eisen van haar opperste leider en voor een 'democratische' regime.
Deze beweging onder het volk, die haar buik meer dan vol heeft van de steeds ondraaglijkere levensomstandigheden die hen worden opgelegd door de junta - de navolger van het regime van Hafez-al-Assad, 'de woestijnvos', en vader van de huidige dictator - wordt sedertdien onophoudelijk beantwoord met een gewelddadige repressie. Tot nu toe zijn er 1600 doden, men weet niet hoeveel gewonden, en 12.000 vluchtelingen, die hoofdzakelijk naar Turkije maar ook met honderden naar Libanon zijn gevlucht. Deze blinde repressie wil terreur zaaien en ten overstaan van de wereld duidelijk laten zien dat Bachar al-Assad vast van plan is om, ondanks alle tegenkanting, te blijven zitten. De water-, elektriciteit- en voedselvoorziening wordt in hele dorpen en stadjes, 'als voorbeeld', dat wil zeggen zomaar, afgesneden. En terwijl de inwoners op hun vlucht voor het machtsmisbruik door de Syrische soldatenbendes worden omgebracht. De 'opstandige' steden worden gebombardeerd. De toevlucht tot folterpraktijken, voorheen al dagelijkse kost, neemt nu afschuwelijke proporties aan. Laten we niet vergeten dat het juist die praktijken waren, waar vijf kinderen aan blootgesteld werden die, medio maart, mede het lont hebben aangestoken van de volksopstand. De ordestrijdkrachten schieten er tijdens de betogingen systematisch op los. In de buitenwijken van Damascus nemen de wraakacties van het leger in intensiteit toe of liggen de inwoners onder het vuur van sluipschutters, die voor de gelegenheid gerekruteerd zijn.
De situatie is zelfs zo afschuwelijk geworden dat militairen blijken te deserteren. Deze desertie wordt in bloed gesmoord, zoals op 5 juni van Jisr Al-Chouhour waar het ernaar uit zag dat 120 deserteurs door het leger zelf werden omgebracht. De regering heeft zich natuurlijk gehaast om deze moorden op de rekening van "de gewapende terroristen te zetten die overal chaos zaaien". Dit is trouwens het voorwendsel dat, in zijn toevlucht tot repressie, voortdurend door het Syrische regime wordt gebruikt. Het doet ons al gauw denken aan de Verenigde Staten en zijn bondgenoten om de oorlog in Irak en in Afghanistan te rechtvaardigen, aan Rusland in Tsjetsjenië, enzovoort.
Momenteel speelt de Syrische staat de kaart van de verwarring. Terwijl de repressie onverbiddelijk tot heel het land wordt uitgebreid, belooft Bachar al-Assad voor 10 juli hervormingen, een hervormingsprogramma waarvan nog geen enkele regel officieel op werd papier gezet. Gezien de rampzalige economische situatie kan men zich afvragen wat hij anders zal kunnen bieden dan nog meer kogels voor de demonstranten. Bovendien, in een poging om elke tegenstand beter de mond te snoeren, probeert hij betogingen ten gunste van zijn persoon te organiseren, maar waarvan men niet goed weet of de deelnemers er echt vrijwillig aan deelnemen. Net zoals ten tijde van de massale manifestaties 'ter ere' van het stalinisme met het geweer in de rug; een stalinisme waarmee zijn vader, tijdens 'de Koude Oorlog' die de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tegenover elkaar plaatste, lang heeft geflirt. Op 26 juni werd in Damascus zelfs een schijnbijeenkomst van 'tegenstanders' van het regime belegd, onder welwillend toezicht van de ordestrijdkrachten. Geen reden echter voor deze laatste om niet langer een hele bevolking 'tegenstanders' af te tuigen en te vermoorden. Dat alles lokt niemand, maar maakt het mogelijk om tijd te winnen.
Syrië dreigt eveneens en vooral de kaart te spelen van de uitbreiding van de chaos tot de ganse regio. De massale mobilisatie van het leger aan de Turkse grens, zijn brutale militaire expedities in dorpen, steeds dichter bij de grens met Turkije, terwijl deze zone verre van het epicentrum van de opstand is, zijn een duidelijk bericht van al-Assad aan de ganse 'internationale gemeenschap': geen inmenging of ik zaai wanorde. Terwijl Turkije zijn handen reeds vol heeft aan de gebieden die grenzen aan Iraaks en Iraans Kurdistan, terwijl het Turkse staatshoofd, Erdogan, zich ongerust maakt over een oplaaiend conflict aan zijn grenzen met Syrië en de reële humanitaire ramp die daar het gevolg van is, dreigt Damascus om het lont aan te steken en een nieuw front van militaire spanningen te openen. In dit steekspel staat Syrië in een machtspositie want de Turkse staat kan zich niet de minste uitglijder veroorloven, en ziet zich verplicht, ter verdediging van zijn eigen belangen, om de imperialistische orde ten noorden van het Midden-Oosten te handhaven. Hetzelfde geldt voor de druk die wordt uitgeoefend op Libanon. Door middel van de aanvallen op Kseir, in het gebied van Syrië dat grenst aan de Golanhoogte, maakt Damascus haar historische aanspraak bekend op het gebied dat reeds sinds de jaren 1970 oorzaak is geweest van tientallen jaren van oorlog en moordpartijen. En achter Libanon, schuilt nog een enorm probleem, namelijk Israël, dat zich onlangs hard heeft opgesteld met betrekking tot de Palestijnse kwestie en Libanon. Door spanningen in het zuiden van zijn territorium op te wekken, dreigt Syrië ook daar met een verergering van de oorlogsspanningen, die zonder twijfel meer gevolgen zullen hebben, alleen al door het feit dat het Israëlische staatshoofd, Netanyahou, een uitgesproken provocerend anti-Arabisch en anti-Palestijns beleid voert.
De ontwikkelde landen (Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Portugal), waarvan sommige reeds een maand geleden bij de VN 'een voorstel' hebben ingediend om tot een oplossing te komen, hebben goed begrepen dat men de situatie met handschoenen moest aanpakken. Want achter de potentiële chaos, die een verandering van regime in Syrië met zich kan meebrengen, dreigt de ganse regio immers plotseling terecht te komen in een ergere en oncontroleerbare barbarendom. Daarbij denken zij natuurlijk niet aan de bevolkingen noch aan hun welzijn, maar gaat het hen erom te proberen een zeer gevaarlijke situatie in bedwang te houden … gevaarlijk voor hun verschillende imperialistische belangen in de regio. Dat verklaart waarom al deze gepatenteerde 'mensenvrienden' in de wandelgangen op de borst kloppen (1) maar zonder te ver te gaan, want zij weten dat een militaire tussenkomst in Syrië een doos van Pandora opent, waarvan de afloop, met een stevig en geoefend Syrisch leger tegenover hen, meer dan onzeker is.
Niemand kan de toekomst voorspellen die voor bevolking van Syrië is weggelegd, en of de westerse staten, zoals Amerika dat 'de oppositie' sinds jaren ondersteunt, zich zullen inmengen. Waar geen twijfel over bestaat is dat de huidige ontwikkeling van de situatie in dit land en, zoals bepaalde commentatoren beweren, al of niet het directe resultaat van de actie van de Verenigde Staten, het centrum zal zijn van een gevecht tussen grote en kleine imperialisten, waarvan de bevolking de kosten zal mogen betalen. De formele tegenstand tegen elke tussenkomst door Rusland en China binnen de VN is een voorafspiegeling ervan. En, ongeacht het kamp dat de ene of de andere verdedigen, gaat het er slechts over om hun pionnen vooruit te schuiven en hun eigen belangen te beschermen, en niet om het lot van al degenen te verbeteren die de ellende en het geweld van de staatsrepressie ondergaan.
Wilma / 28.06.2011
Voetnoten
1) Men kan hier gewag maken van de brief gericht aan de Veiligheidsraad van de VN, die onder meer werd ondertekend door Woody Allen, Umberto Eco, David Grossman, Bernard-Henry Levy, Amos Oz, Orhan Pamuk, Salman Rushdie en Wole Soyinka. Van al deze ondertekenaars, wier goede bedoelingen we niet in twijfel trekken, moet men die van Bernard-Henry Levy toch naar waarde schatten, wiens 'filosofische' werk al 20 jaar daarin bestaat om (op de diverse televisiekanalen) het Westen aan te sporen om zich te ontdoen van allerlei 'gespuis': Serviërs, Albanezen, Irakezen, Afghanen (aanhangers van Al-Qaïda en de Taliban) en nu Syriërs.
Onze lezers hebben ongetwijfeld de beweging “OWS” (Occupy Wall Street) gevolgd. Sinds midden september bezetten betogers het Zuccotti Park in Manhattan, op enkele blokken verwijderd van Wall Street. De manifestaties hebben zich ondertussen uitgebreid naar honderden steden over heel de Verenigde Staten. Tienduizenden mensen hebben deelgenomen aan de bezettingen, aan de betogingen, aan de algemene vergaderingen (AV’s) die aangetoond hebben dat men in staat was tot zelf-organisatie en directe deelname aan politieke activiteiten, die tientallen jaren lang ongezien waren in de Verenigde Staten. De uitgebuiten en de woedende bevolking hebben hun stem, hun verontwaardiging tegen de kwalen van het kapitalisme laten horen. De internationale weerslag van de OWS op de wereld moet niet onderschat worden: de betogingen hebben plaatsgevonden in de belangrijkste centra van het wereldkapitalisme. Ze zwaaiden met spandoeken en uitdrukkingen van onvrede, die een weerklank waren van de leuzen die opgedoken waren in Europa en Noord-Afrika. (...)
De IKS heeft aan deze gebeurtenissen in New York kunnen deelnemen, waarvoor meerdere militanten en nauwe sympathisanten een aantal reizen hebben gemaakt naar het Zuccotti Park om te gaan praten met de bezetters en deel te nemen aan de AV’s. Sympathisanten van de IKS hebben ons ook verslagen toegestuurd van hun ervaringen in deze bewegingen in hun eigen steden. Er was ook een geanimeerde discussie begonnen op het discussie-forum van onze site. Dit artikel is een bijdrage aan het debat en wij nodigen onze lezers uit om de discussie te vervoegen.
Eerst en vooral moet erkend worden dat de huidige bezettingsbeweging uit dezelfde bron ontspruit als alle massale sociale revoltes die wij meegemaakt hebben in 2011. Van de bewegingen in Tunesië en in Egypte tot het opduiken van de Indignados in Spanje, de bezettingen in Israël en de mobilisaties tegen de soberheid en het anti-syndicalisme in Wisconsin en andere staten, de frustratie en de wanhoop van de arbeidersklasse, in het bijzonder van de jongere generaties die heel hard getroffen worden door de werkloosheid. Zo zien wij een direct verband tussen de OWS en de groeiende wil van de arbeidersklasse om te vechten tegen de aanvallen van het kapitalisme op wereldschaal. Het is duidelijk dat de OWS geen burgerlijke campagne is om de strijd van de arbeidersklasse te doen ontsporen en te recupereren. (...) De beweging moet begroet worden als een teken dat het proletariaat in Noord-Amerika niet volkomen overwonnen is en dat het niet bereid is om eindeloos lang de aanvallen van het kapitalisme te ondergaan. Toch moeten wij ook erkennen dat er verschillende tendensen bestaan in de beweging en dat er in haar schoot zich een strijd afspeelt. De heersende tendensen wijzen op een zeer reformistische houding en de meest proletarische tendensen hebben de grootste moeite om het klasse-terrein van de strijd op de kaart te zetten.
Het meest positieve aspect van de eis van de OWS is waarschijnlijk de opkomst geweest van de algemene vergaderingen (AV’s) als onafhankelijke organen van de beweging. Dit betekent een vooruitgang in verhouding tot de mobilisaties in Wisconsin, die, ondanks hun oorspronkelijke spontaniteit, snel werden overgenomen door het vakbondskader en door de linkervleugel van de Democratische Partij.Het opduiken van AV’s betekende een voortzetting van de bewegingen in Spanje, Frankrijk en elders, en is het bewijs dat de arbeidersklasse in staat is om de controle te nemen over haar eigen strijd en te leren van bewegingen uit andere delen van de wereld. De internationalisering van AV’s, als strijdvorm, is inderdaad één van de meest indrukwekkende kenmerken van de huidige fase van de klassestrijd. De AV’s zijn bovenal een poging van de arbeidersklasse om haar zelfstandigheid te verdedigen door het geheel van de beweging te betrekken bij het beslissingsproces en er over te waken dat deze discussies zo breed mogelijk gevoerd worden. Ondanks het belang van de AV’s in deze beweging, zijn ze er nochtans niet in geslaagd om te functioneren zonder aanzienlijke vertekeningen en zonder de manipulaties van professionele activisten en ultralinks, die ruimschoots controle hadden over de verschillende werkgroepen en comités, die in naam verantwoording verschuldigd waren aan de AV’s. Dit gewicht vormde een ernstige moeilijkheid voor de beweging om een open discussie te houden. Deze controle droeg er ook toe bij om te beletten dat de discussies zich open gingen stellen naar diegenen die niet aan de bezetting deelnamen, om het geheel van de arbeidersklasse te bereiken. De beweging van ’15 Mei’ is Spanje is ook op gelijkaardige problemen gestoten.
In het begin van de bezetting, en als antwoord op de aandrang van de media opdat de beweging haar doelstellingen en eisen kenbaar zou maken, werd er een perscomité gevormd met de bedoeling om een ‘Occupy Wall Street-krant’ te publiceren. Een van onze kameraden was aanwezig op de AV toen het eerste nummer van die krant bekritiseerd werd, die door het perscomité was opgesteld en aan de media was uitgedeeld. Op de AV overheerste het gevoel van verontwaardiging omdat de krant gemaakt en verspreid was aan de media terwijl zijn inhoud geen afspiegeling vormde van de consensus van de beweging, maar eerder een persoonlijk gezichtspunt verwoordde. Er werd beslist om de persoon die verantwoordelijk was voor de productie en verspreiding van de krant uit het perscomité terug te trekken. Deze actie toont aan dat de AV in staat was haar beslissingsrecht te laten gelden over de comités en werkgroepen. Dat vormde, in embryonale vorm, een uitdrukking van het recht op onmiddellijke afzetbaarheid van een lid van het perscomité dat in de fout ging en snel werd teruggefloten omdat hij de grenzen van zijn mandaat had overschreden.
Een week later (...) werd onze kameraad, in een AV van de bezetters van het Zuccotto-park, echter geconfronteerd met een heel andere sfeer. Er was praktisch geen constructieve discussie meer. (...) Bovendien had deze AV het vraagstuk van de toekomst van de beweging niet eens aangekaart. Ze heeft zelfs de kwestie van de uitstippeling van een strategie en tactiek om de beweging uit te breiden buiten haar huidige grenzen niet aangekaart en hoe zich voor te bereiden op haar bijna voldongen verwijdering uit het Zuccotti-park.
Tijdens deze AV heeft een van onze kameraden geprobeerd om vooruit te kijken, buiten de grenzen van het park, naar de arbeidersklasse van de stad, bij wie zij verzekerd waren van een hartelijke ontvangst. Onze kameraad kreeg te horen dat zo’n tussenkomst niet aan de orde was. (...)
Hoe kan men dan de tendens verklaren van de werkgroepen, comités en animatoren om naarmate de tijd verstrijkt geleidelijk de controle over de beweging te verwerven?
Van bij het begin werd de OWS-beweging gekenmerkt door een zekere a-politieke geest die gediend heeft om de discussie te smoren, van tegenstrijdige ideeën te polariseren en de ontwikkeling van klasse-eisen te beletten. Dit werd mogelijk gemaakt door ultralinks, politieke beroemdheden en politici van allerlei pluimage die konden tussenkomen en spreken in naam van de beweging. Zij hebben het de media mogelijk gemaakt om de beweging voor te stellen als een eerste fase van een linkervleugel van de Tea Party.
De weigering van bijna alle manifestanten van de OWS om het vraagstuk op te werpen van de doelstellingen en de eisen, die naar onze opvatting neerkomt op een algemene terughoudendheid om de kwestie van de macht te stellen, is voor de revolutionairen een raadsel. Hoe kunnen wij dit verschijnsel begrijpen, dat bij de andere bewegingen in de wereld ook speelde? Wij denken dat dit in grote mate voortvloeit uit de volgende factoren.
Ook al blijkt te zijn de belangrijkste sociale kracht achter deze bewegingen de jonge generatie te zijn van werkers, waarvan velen geboren werden na 1989, toch blijft er nog steeds een echte vrees binnen de arbeidersklasse bestaan om zich het vraagstuk van het kommunisme weer eigen te maken. Terwijl Marx, vanwege van zijn kritiek op het kapitalisme, dikwijls betrokken werd in het proces van rehabilitatie, heerst er nog steeds een grote vrees om geassocieerd te worden met een systeem waarvan velen menen dat het ‘al uitgeprobeerd en mislukt is’ en dat het indruist tegen het doel ‘een ware democratie’ in te voeren.(...)
Over het algemeen worden deze bewegingen gedragen door de jonge generatie van werkenden. Ook al zijn de oudere werknemers, die getroffen zijn door het massale tewerkstellingverlies in de Verenigde Staten, eveneens aanwezig in de bewegingen, toch wordt de drijvende kracht van deze manifestaties gevormd door proletariërs van tussen de twintig en dertig jaar. Het merendeel heeft vorming genoten, maar velen hebben nog nooit in hun leven een stabiele loopbaan gekend. Zij zijn diegenen die het hardt getroffen worden door de massale langdurige werkloosheid, die voortaan de Amerikaanse economie teistert. Er zijn er maar weinigen onder hen die ervaring hebben met geassocieerde arbeid, behalve dan op precaire basis. Hun identiteit is niet geworteld in hun werkplaats of in de aard van hun werk. Hoewel deze sociologische kwaliteiten hen gevoelig maken om meer open te staan voor een brede abstracte solidariteit, betekenen deze ook dat het merendeel onder hen geen ervaring heeft met strijd ter verdediging van levens- en werkomstandigheden door de opstelling van eisen en eigen doelstellingen. Daar zij voor een groot deel uitgesloten werden van het productieproces, weten ze te weinig af van de concrete werkelijkheid om iets anders te verdedigingen dan hun waardigheid als menselijke wezens! De noodzaak om speciale eisen en doelstellingen te ontwikkelen is dus niet zo evident. (...)
Een ander aspect dat niet kan genegeerd worden is het gewicht van het post-modernistische taalgebruik, in het bijzonder van diegenen die een cursus hebben doorlopen in het Amerikaanse universitaire systeem, dat een ‘traditioneel’ wantrouwen tegen een klasse-politiek en de verwerping ervan inboezemt.
Men kan ‘van een kind niet vragen om zich te gedragen als een volwassene’. Het loutere bestaan van algemene vergaderingen is op zichzelf al een overwinning, en deze AV’s zijn uitstekende scholen waar de jongeren hun ervaring kunnen opdoen en kunnen leren om de linkse krachten van de bourgeoisie te bevechten. Dat alles is van levensbelang voor de strijd in de toekomst
De OWS blijft koppig vasthouden aan de politieke en historische context van de Verenigde Staten. De oorzaken van de internationale crisis en de sociale bewegingen van andere landen worden zelden vermeld. Het overheersende geloof van de beweging is nog altijd dat de onmetelijke problemen, waarmee de wereld in de ene of andere vorm geconfronteerd wordt, allemaal het gevolg zijn van het onethische gedrag van de bankiers van Wall Street, geholpen en aangemoedigd door de Amerikaanse politieke partijen. (...)
Tenslotte de belangrijkste kwestie: ‘het niet-gereglementeerde financierskapitaal’ heeft gediend om de illusies in stand te houden over de, in laatste instantie, onbaatzuchtige aard van de Amerikaanse burgerlijke staat. Het is overduidelijk dat de a-politieke ethiek van de OWS ertoe gediend heeft om te verhinderen dat het niveau van de beweging zelf werd overstegen. Uiteindelijk heeft ze er alleen maar toe gediend om de politieke overheersing te reproduceren, waarvoor zij terecht het meest vreesde. Dat zou een les moeten zijn voor bewegingen in de toekomst. Terwijl de beweging sceptisch mag zijn ten opzichte van al diegenen die proberen om in haar naam te spreken, kan de arbeidersklasse zichzelf niet laten beroven van de open discussie en confrontatie van ideeën. Het proces van polarisatie, het werken aan doelstellingen en concrete eisen kan, hoe moeilijk het ook zij, niet vermeden worden als de beweging wil vooruit gaan. (...)
Er bestaat een groot risico dat de voornaamste fracties van de bourgeoisie er in slagen om deze beweging te oriënteren in een richting die hun eigen belangen dient, tegen de wedergeboorte van rechts in de strijd tussen de klieken. Toch betekent het uiteindelijke onvermogen van de bourgeoisie om haar dodelijke crisis op te lossen, het einde van de illusies over de ‘Amerikaanse Droom’, welke vervangen zal worden door de nachtmerrie van een bestaan onder het kapitalisme.
Ondanks al hun zwakheden moeten wij de grondige lessen erkennen, die de OWS-protesten behelst, voor het vervolg van de klassenstrijd. Het ontstaan van AV’s, die waarschijnlijk sinds tientallen jaren voor het eerst het licht zagen op Amerikaans grondgebied, betekent een belangrijke stap vooruit voor de arbeidersklasse. Zij is namelijk op zoek naar de uitbreiding van haar strijd voorbij de grenzen die zijn afgebakend door de linkerfractie van de bourgeoisie en door de vakbonden. Wij moeten ook nogmaals bevestigen dat een beweging die op zichzelf terugplooit in plaats van de uitbreiding te zoeken in de richting van het geheel van de klasse, tot mislukken gedoemd is. Dit kan zowel het gevolg zijn van repressie, van demoralisatie of van inkapseling achter de campagnes van de linkse bourgeoisie. (...)
In de Verenigde Staten hebben de niet-aflatende campagnes van rechts om de vakbonden te verpletteren trouwens daadwerkelijk tot resultaat gehad dat het keurslijf van de vakbonden in de ogen van de arbeiders in zekere zin opnieuw geloofwaardig werd. Ze heeft het deel van de arbeidersklasse, dat wel ervaring heeft met de concrete strijd voor de verdediging van de levensvoorwaarden, nog meer van de wijs gebracht. De arbeidersklasse heeft tot op zekere hoogte deelgenomen aan de OWS-beweging, maar dan wel voornamelijk achter de vlaggen van de vakbonden, die zich systematisch ingespannen hebben om hun leden af te zonderen van de bezetters. Het is duidelijk dat de arbeiders, onder de invloed van de vakbonden, slechts gekomen waren om de bezetters te ondersteunen, maar niet om ze te vervoegen! Alleen in de strijdbeweging van de arbeidersklasse ter verdediging van haar levens- en arbeidsomstandigheden, kunnen organen kunnen opduiken die werkelijk een overgang op gang kunnen brengen naar een maatschappij van geassocieerde producenten – de arbeidersraden. (...)
Wij zijn van mening dat de OWS zich in deze eerste etappe heeft laten vangen op het burgerlijk ideologisch terrein, maar desondanks heeft ze de onmetelijke verdienste gehad een glimp te laten zien van de wijze waarop de arbeidersklasse de controle kan krijgen over haar eigen strijd
Naar Internationalism / 19.10.2011in het Engels.
PS. Voor het volledige artikel, plus de voetnoten, alsook de discussie op het Forum zie www.internationalism.org [34] in het Engels.
De omvang van de nog steeds voortdurende ramp in Fukushima toont eens te meer de roofzuchtige uitbuiting van de natuur door het kapitalisme. Om te overleven werd de mensheid er altijd al toe gedreven de natuur te veranderen. Maar het kapitaal stelt vandaag een nieuw probleem: dit systeem produceert niet om de behoeften van de mensheid te bevredigen, maar voor de winst. Het is daarvoor tot alles bereid. Wanneer het aan zijn eigen logica wordt overgelaten, zal dit systeem dus uiteindelijk onze planeet vernietigen.
In deze nieuwe reeks willen we dus eerst kort de geschiedenis schetsen van de relaties die de mens onderhoudt met de natuur, teneinde beter de gevaren van vandaag te begrijpen, maar ook om inzicht te krijgen in de nieuwe energiemogelijkheden die zich voor de mens kunnen openen in de toekomstige maatschappij, het kommunisme.
De ramp met de kernreactor van Fukushima in Japan in maart jongstleden heeft opnieuw het debat geopend over de rol van kernenergie in energiebehoeften van de wereld. Vele landen, inclusief China, hebben aangekondigd dat ze de bouw van kerncentrales gaan herzien of tijdelijk stil gaan leggen, terwijl Zwitserland en Duitsland verder gegaan zijn en van plan zijn hun nucleaire capaciteit te vervangen. In Duitsland zullen 8 van de 17 centrales dit jaar gesloten worden en in 2022 alle centrales stilgelegen, om ze te vervangen door hernieuwbare energiebronnen. Deze koersverandering heeft felle waarschuwingen uitgelokt van de kernindustrie en sommige grote energiegebruikers dat problemen met energiereserves et grote prijsstijgingen zullen ontstaan. De afgelopen jaren verschenen er rapporten die spraken over de wedergeboorte van de kernindustrie met de bouw van 60 nieuwe centrales en werd volgen de industriegroep World Nuclear Association (1) de 493e centrale gepland. In Groot-Brittannië was er een debat over de risico's en voordelen van kernenergie vergeleken met die van de meest winstgevende vormen van groene energie. George Monbiot, bijvoorbeeld, heeft niet alleen bekend gemaakt dat hij zich 'bekeert' tot de kernenergie als enige realistische weg om de opwarming van de aarde tegen te gaan (2), maar is bovendien overgegaan tot een aanval op zijn voormalige collega's van de anti-nucleaire beweging, omdat die de wetenschappelijke benadering van het werkelijk gevaar van kernenergie zouden negeren. (3)
In werkelijkheid kan de nucleaire kwestie niet begrepen worden als een louter technische kwestie, of als een afweging die bepaald wordt door de verschillende kosten en baten van kernenergie, fossiele brandstoffen en hernieuwbare energie. Het is nodig even stil te staan om het geheel van het vraagstuk van het energiegebruik te bekijken in het historisch perspectief van de evolutie van de menselijke samenleving en de verschillende productiewijzen die bestaan hebben. Wat volgt is bedoeld als een noodzakelijkerwijze korte schets van een dergelijke aanpak.
De geschiedenis van de mensheid en van de verschillende productiewijzen is ook een geschiedenis van de energie. De eerste gemeenschappen van jagers-verzamelaars leefden hoofdzakelijk van de menselijke energie, en de energie van dieren en planten, zoals die door de natuur voortgebracht werden, met een vrij beperkte tussenkomst van de mens, ook al brachten sommige gebruiken met zich mee dat vuur ingezet werd voor ontbossing voor de landbouw en om bomen neer te halen. De ontwikkeling van de landbouw in het neolithicum markeert een fundamentele verandering in het energiegebruik door de mensheid en in haar relatie met de natuur. De menselijke arbeid werd toen op systematische basis georganiseerd om de aarde om te vormen, met bossen die geruimd en muren die gebouwd werden om huisdieren te kweken. Men begon dieren te gebruiken voor de landbouw en in sommige productieprocessen, zoals graanmolens. Vuur diende om zich te verwarmen en om te koken en voor industriële processen zoals pottenbakken en metaal te smelten. De handel kwam ook tot ontwikkeling, gebaseerd zowel op spierkracht en de kracht van dieren als op het gebruik van de wind om oceanen over te steken.
De neolithische revolutie veranderde de menselijke samenleving. De toename van de voedselbronnen, die ze meebrengen, leidt tot een aanzienlijke groei van de bevolking en een grotere complexiteit van de maatschappij, met een toenemend deel van de bevolking dat geleidelijk aan overstapt van de directe productie van voedsel naar meer gespecialiseerde functies in verband met nieuwe productietechnieken. Sommige groepen werden ook vrijgesteld van productietaken om militaire en religieuze functies op zich te nemen. Zo verandert het primitieve kommunisme van de gemeenschappen van jagers-verzamelaars in een klassenmaatschappij, waarin de militaire en religieuze elites ondersteund worden door de arbeid van de anderen.
De verwezenlijkingen van de samenlevingen met landbouw, architectuur en religie vereisten een maximaal geconcentreerd en georganiseerd gebruik van de menselijke arbeid. In de eerste beschavingen waren die het resultaat van de massale uitoefening van het dwang op de menselijke arbeid, wat zijn typische uitdrukking vond in de slavernij. Het onder gebruik van geweld gebruik maken van de energie van een onderworpen klasse stelt een minderheid in staat zich van de arbeid te bevrijden en een leven te leiden, dat het gebruik vereiste van een energieniveau, dat veel hoger was dan wat een individu voor zichzelf ooit zou hebben kunnen realiseren. Om een voorbeeld te geven: één van de heerlijkheden van de Romeinse beschaving was de verwarming van de villa's met warme lucht die onder vloeren en in muren circuleerde; wat in de latere eeuwen te zien was, was in vergelijking daarmee niets, toen zelfs koningen in gebouwen leefden die zo koud waren dat men vertelt dat wijn en water ’s winters op tafel bevroren (4). Die verwarmingssystemen werden meestal gebouwd en onderhouden door slaven en verbruikten grote hoeveelheden hout en steenkool. De warmte waarvan de heersende klasse genoot kwam voort uit het zich toe-eigenen van menselijke en natuurlijke energie.
De ontwikkeling van de productiekrachten en de klassenmaatschappijen die tegelijkerd gevolg en impuls van die laatste was, veranderde de relatie tussen mens en natuur zoals ze ook de relatie tussen de mensen veranderde. De samenlevingen van jagers-verzamelaars leefden ondergedompeld in de natuur en werden erdoor beheerst. De landbouwrevolutie zette ertoe aan de natuur te beheersen met teeltgewassen en gekweekte dieren, het ontginnen van bossen, het beïnvloeden van de bodem door het gebruik van meststoffen en het beheer van de watertoevoer. Menselijke arbeid en arbeid van de natuurlijke wereld werden middelen die geëxploiteerd konden worden, maar ook bedreigingen die beheerst moesten worden. Het gevolg was dat de Mensen - uitgebuiten en uitbuiters - zich losmaakten van de natuur en van elkaar. Halverwege de 19e eeuw wees Marx op de nauwe samenhang of interrelatie tussen mensheid en natuur die hij zag als het 'leven der soorten': “Fysiek leeft de mens enkel van die natuurlijke producten, of die nu verschijnen onder de vorm van voedsel, verwarming, kleding, huisvesting, enz. De universaliteit van de mens verschijnt in de praktijk precies in de universaliteit die van de gehele natuur zijn niet-organisch lichaam maakt, evenzeer in de mate waarin ze, in de eerste plaats, een middel tot onmiddellijk overleven is, als in de mate waarin ze [in de tweede plaats] materie, object en instrument is van zijn levensactiviteit. De natuur, dat wil zeggen de natuur die niet zelf het menselijk lichaam is, is het niet-organisch lichaam van de mens. De mens leeft van de natuur betekent: de natuur is zijn lichaam waarmee hij een voortdurend proces moet onderhouden om niet te sterven. Zeggen dat het fysieke en intellectuele leven van de mens onlosmakelijk verbonden is aan de natuur betekent niets anders dan dat de natuur onlosmakelijk verbonden is met zichzelf, want de mens is deel van de natuur.” (5) Het kapitalisme, de loonarbeid en de privé-eigandom scheuren dat alles uiteen, door de productie van het werk van arbeiders af te leiden naar “een macht die losstaat van hemzelf” en de natuur te veranderen tot iets “dat zich tegenover hem stelt, vijandig en vreemd”. (6)
Vervreemding, die Marx beschouwde als een kenmerk van het kapitalisme waarmee de arbeidersklasse op een zeer schrille wijze te maken heeft, ontstond in feite met het verschijnen van de klassenmaatschappijen, maar nam sterk toe met de overgang naar het kapitalisme. Terwijl de gehele mensheid aangetast wordt door vervreemding, is haar impact en rol niet dezelfde naargelang het gaat om de uitbuitende of de uitgebuite klasse. De eerste, als klasse die heerst over de maatschappij, stuwt het proces van vervreemding verder, net zoals ze het proces van uitbuiting stimuleert en ze zelden gewaarwordt wat dit veroorzaakt, ook al kan ze zich aan de gevolgen ervan niet onttrekken. De tweede voelt de impact van de vervreemding in haar dagelijks leven aan als een gebrek aan controle over wat ze doet en is, maar neemt tegelijk de ideologische vorm die de vervreemding aanneemt in zich op en reproduceert die in haar menselijke relaties en in haar relatie met de natuurlijke wereld.
Sinds Marx het beschreven heeft is het proces voortgegaan. In de vorige eeuw heeft de vervreemde mensheid zich onderling verscheurd in twee wereldoorlogen en heeft ze systematische inspanningen gedaan om delen van zichzelf te vernietigen in de holocaust van de WOII en in de 'etnische zuiveringen' van de laatste twintig jaar. Ze heeft ook op brutale wijze de natuur geëxploiteerd en vernietigd tot op het punt waarop de natuurlijke wereld en elk leven dreigen uit te doven. Het is echter niet de mensheid, beschouwd als abstractie, die dit aangericht heeft, maar wel een bijzondere vorm van de klassenmaatschappij, die erin geslaagd is de planeet te overheersen en in gevaar te brengen: het kapitalisme. Het zijn evenmin al degenen die in deze maatschappij leven die hiervoor de verantwoordelijkheid dragen: tussen uitbuiters en uitgebuiten, tussen bourgeoisie en proletariaat is er geen gelijkheid in macht. Het zijn het kapitalisme en de burgerlijke klasse die deze wereld geschapen hebben en er de verantwoordelijkheid voor dragen. Dat kan degenen storen, die ons allemaal in hetzelfde schuitje van het 'algemeen belang' willen zetten, maar de geschiedenis heeft aangetoond dat onze conclusie de juiste is.
North / 19-6-2011
(1) Financial Times du 6 juin 2011, Nuclear power: atomised approach.
(2) Guardian du 22 juin 2011, Why Fukushima made me stop worrying and love nuclear power.
(3) Guardian du 5 avril 2011, The unpalatable truth is that the anti-nuclear lobby has misled us all.
(4) Fernand Braudel, Civilisation and Capitalism 15th-18th Century, Volume one: The Structures of Everyday Life, p.299. William Collins Sons and Co. Ltd, London.
(5) Marx, Parijse Manuscripten van 1844, De vervreemde arbeid (www.marxists.org [36])
(6) Ibid.
Deetman van het CDA: “Verhagen is de voorman, maar voor mij is hij niet de ideale voorman.”; PvdA-kopstuk Bram Peper ziet het niet meer zitten met Cohen; Minister-President Rutte volgt een te ‘linkse’ koers volgt. Jelle Hiemstra van de PVV is opgestapt en Rita Verdonk gooit het bijltje erbij neer; Deetman: “Het CDA moet de gedoogconstructie met de PVV opzeggen”; Minister voor Immigratie en Asiel, Gerd Leers (CDA), moet door het stof voor Geert Wilders bijleggen; Van Tijn van de PvdA: “Cohen er nu een ‘enorme schep bovenop moet doen of de pijp aan Maarten moet geven”; enzovoort.
Niemand is tevreden met de politieke constellatie zoals die nu bestaat, maar de bourgeoisie heeft geen andere keus. De escapades en het minachtende optreden van Wilder moet wel geslikt worden ondanks het feit dat zelfs de CDA zich in het kamerdebat van 22 september jongstleden opnieuw ,"groen en geel geërgerd’’ heeft aan het optreden van Wilders. (22-09-2011) De PVV wordt wel getolereerd worden, vooral nu ze in opiniepeilingen alleen maar groter wordt en de CDA en de PvdA steeds maar kleiner worden.(1)
Centraal in de situatie in Nederland staat de eurocrisis. Alles wat daarvoor en over besloten wordt is de inzet van een hevige strijd binnen het parlement. Dat komt niet alleen omdat de crisis ernstig is, maar ook omdat een groot deel van het parlement tegen Europa is. En daarbij hoort ook de gedoogpartij, de PVV van Wilders. De politieke constellatie van de bourgeoisie in Nederland is daardoor wankel. De regering onder leiding van Rutte danst voortdurend op het slappe koord. Er worden veel maatregelen genomen, maar vaak moet dat gebeuren met toestemming van partijen in de oppositie.
VVD en CDA hebben samen maar 52 zetels, de PVV heeft 24 zetels. Omdat een partij als de PvdA nog minder zetels heeft, hebben ze de PVV dus nodig. Die heeft zich gelieerd aan het regeerakkoord. Het is en soort van gedoogakkoord, waarbij de PVV wel op alle punten kan tegenstemmen, maar beloofd heeft nooit een motie van wantrouwen tegen de regering te steunen.
Geert Wilders heeft premier Rutte in mei gedreigd met een breuk in de politieke samenwerking als steunoperaties zoals momenteel aan Griekenland, voor rekening komen van de belastingbetaler. Rutte zei dat alleen nog maar te willen doen als ze in het belang van Nederland zijn, maar Wilders ziet ook daar geen heil in. “De premier speelt met vuur”, zei hij. (1)
In juni bracht de gedoogpartij PVV, niet voor de eerste keer, naar buiten dat ze zich “serieus zal herbezinnen” op steun aan het kabinet-Rutte als dat besluit tot nieuwe bezuinigingen vanwege geld dat aan Griekenland is verloren. “Als blijkt dat we ons geld niet terugkrijgen en we mogelijk opnieuw moeten gaan bezuinigen, dan passen wij daar voor.”
Daarop verklaarden een aantal CDA prominenten, waardonder Veerman, dat het beter is om maar helemaal met de PVV te stoppen. Vervolgens lanceerden enkele leden in Friesland, die zich niet kunnen vinden in de huidige koers van de landelijke partij, de website CDAlert.nl. ,"Wij willen vooral snel reageren op de actualiteit.”(2) (24-10-2011)
Ondanks alle kritiek op haar houding weigert de PVV, die qua populisme en anti-Europahouding het broertje van de SP kon zijn, systematisch om voor te stemmen als het gaat om grotere financiële steun aan Europa. Als gevolg daarvan is het de PvdA die, zij het onder bepaalde voorwaarden, meestal met de beide regeringspartijen mee moet stemmen. Zo stemde de PvdA voor de uitbreiding van het Europese noodfonds en andere belangrijke beslissingen aangaande de eurocrisis. GroenLinks volgde in de meeste gevallen dezelfde lijn. Het gevolg is dat een echte oppositie in het parlement nauwelijks bestaat.
Het gevolg van de zwakke oppositie in het parlement is dat deze voor een groot deel moet komen van buiten het parlement. Buiten het parlement bestaan er op het moment globaal twee vormen van oppositie.
De eerste en belangrijkste vorm van buitenparlementaire oppositie bestaat in solidariteitscomités, platforms, steuncomités e.a., die vooral ontstaan op initiatief van linkse parlementaire partijen (GroenLinks, SP), buitenparlementaire partijen (de GIS), instellingen en instanties uit de diverse sectoren, de vakbonden, cliëntenorganisaties, enzovoort. Er bestaan ontelbaar veel van dit soort zelfbenoemde comités, die de indruk wekken dat ze de arbeiders en de niet-uitbuitende bevolking vertegenwoordigen en verenigen. Ze schieten als paddenstoelen uit de grond en zijn terug te vinden op alle vlakken en in alle sectoren in de maatschappij: bij de schoonmakers, de ambtenaren, de sociale werkplaatsen, de gesubsidieerde banen, de gezondheidszorg, de huursector, enzovoort.
Er doen allerlei namen de ronde zoals ‘Steuncomité sociale strijd’, ‘Rekening Retour’; ‘Platform Red het OV’, ‘Change the world’;‘Maak je sterk voor het publieke werk’, ‘Platform Groningen Sociaal en Leefbaar’ (PGSL), ‘WijzijndeThuizorg’, ‘De Alliantie voor Solidariteit’ in Rotterdam, ‘Eigen regie Nu’, ‘Mijn werk is een baan waard’, Onafhankelijk leven’; ‘Walk of Shame’; ‘Platform Verontruste Ouders’, ‘Terug naar de bossen’, en nog diverse anderen.
Maar alles wat ze ook doen, ze komen op geen enkele wijze werkelijk op voor de belangen van de arbeiders en de niet-uitbuitende bevolking Al die mooie namen zijn niet meer dan een misleiding voor een politiek, die probeert ieder klasseverzet tegen de gevolgen van de economische crisis voor onze levensomstandigheden in te kaderen. Ze raken op geen enkele wijze de wortels van het kapitalistische systeem. Dat is ook niet meer dan logisch, want hun belangrijkste taak bestaat er in om de toenemende vormen van strijdwil, onder de diverse lagen van de maatschappij te leiden in het reformistische politieke vaarwater of te laten verworden in machteloze woede, die dan weer door de tweede vorm van oppositie kan worden gebruikt .
De tweede vorm van oppositie tegen de maatregelen van de regering, die een aanvulling vormt op de eerste, is die van de schijnradicaliteit. Daartoe behoren ultralinkse groepen zoals de GIS en Doorbraak (niet openlijk), persdiensten als Klasse, de ANG, de Autonomengroep, DNet, maar ook via enkelen door hen gestuurde initiatieven als ‘Plein der Beschaving’ en ‘Amsterdam#Occupy’. Karakteristiek voor de activiteiten van deze voornoemde groepen is dat ze de ongerichte verontwaardiging en machteloze woede, schaamteloos gebruik makend van het in zwang zijnde a-politisme, proberen te bundelen in wilde, klasseloze protesten. Uit naam voor een ‘eerlijkere’ kapitalistische samenleving, waarin het geld niet langer haar verrottende werking kan doen, leiden ze de ontevredenheid, via een ‘echte democratische strijd’ van onderaf waarin geen leiders bestaan, naar een gebeuren dat slechts trappelt op zijn plaats en waarin geen enkele beweging zich kan ontwikkelen.
“De Occupybeweging (…) is een nieuwe vorm in een lange lijn van verzet en zoeken naar een wereld die op ander wijze georganiseerd is als de huidige. Ook het zoeken naar basisdemocratie en niet-hiërarchische structuren heeft zijn historie. Veel van de wijzen van organiseren en vergaderen zagen we al in de globaliseringsbeweging en de beweging voor open grenzen opkomen. Wij maken deel uit van die lijn ….” (Dnet4 in Occupy College 31-10-2011)
“Laat deze beweging niet kapen door politieke partijen, vakbonden of commercie. (...). Op die manier wordt sociale onvrede beteugeld en worden demonstranten gereduceerd tot klapvee voor de een of andere politicus en haar of zijn carrière(…) Waar zij de voortzetting van dit systeem voorstaan,zouden jij en deze nieuwe beweging een werkelijke verandering kunnen zijn." ( Occupy Everything! – ‘Beste Bezetter’; AGN; 20-10- 2011)
- “Misschien begint het probleem al bij wie zich deel voelt uitmaken van dat ‘onderop’ …. alle niet-westerse migranten, iedereen die niet productief is volgens het absurde neoliberale wereldbeeld, iedereen die links is, iedereen die meer dan de gemiddelde zorg nodig heeft, alle krakers en alternatievelingen, iedereen die een samenleving wil opbouwen buiten de commerciële wereld om, iedereen die oud is, kunstenaars en ‘a-socialen’, iedereen die huur betaalt, alle arbeiders die van hun loon niet alle levenskosten kunnen betalen en degenen die binnenkort ontslagen zullen worden. Nu al deze mensen naar de maatschappelijke onderkant gedreven worden, zullen ze zich ook van onderop moeten organiseren.” (Polderzapatistas, Klasse, zomer 2011)
De groepen en organisaties houden hun vorm van schijnradicaliteit voor aan de meest wanhopige en meest getroffen delen van de arbeidersklasse en de niet-uitbuitende bevolkingslagen, die de grootste moeite hebben om met elkaar op te trekken, om samen te komen, elkaar te ontmoeten, gemeenschappelijke punten van strijd te vinden waarop ze zich kunnen verenigen. Door hun voornamelijk, machteloze, woede zijn dat gemakkelijk te manipuleren lagen van de bevolking, die ze voor hun – net zo politieke - hun karretje weten te spannen.
Daarmee zetten ze iedere verdere overdenking in de klasse over het kapitalistische verhoudingen, als oorzaak van de aanvallen, op het verkeerde been. In wezen zeggen ze: als er maar een ‘echte basisdemocratie’ heerst, waar beslist wordt van onderop, dan zouden dit soort maatregelen van de regering Rutte niet nodig zijn. Je zou gewoon het geld kunnen halen waar het zit. Je zou sowieso alle bonussen kunnen verbieden en daarmee al genoeg geld vrij kunnen maken om het tekort op de betalingsbalans van de Nederlandse ‘overheid’ weg te werken.
Laten we ons ook niet misleiden door deze vorm van protest die ons voorgehouden wordt door deze ideologische handlangers van de heersende klasse. Uiteindelijk kunnen we alleen op onszelf vertrouwen, op ons eigen vermogen tot organisatie, op de ontwikkeling van ons denken Alleen een grondig inzicht inzicht in de uitbuitingsverhoudingen, stelt ons in staat stelt om het werkelijke onderscheid te bespeuren tussen onze klassebroeders en de, niet openlijke, politieke tegenspelers van de bourgeoisie.
Dixoff / 28.10.2011
(1) De bourgeoisie deinst er niet voor terug om chantagemiddelen te gebruiken om de PVV in het gareel te houden
(2) In de peiling van Maurice de Hond staat het CDA nu op dertien zetels en de PVV op dertig.
“Er zal een ineenstorting komen en het zal een flinke zijn”. “Absoluut niemand gelooft nog in reddingsplannen”. “Ze weten dat de markt belazerd wordt en dat de beurs aan zijn einde is”. “Het interesseert de traders geen moer hoe de economie gered kan worden”. “Deze economie is een kanker”. “Bereid je erop voor. We moeten er niet op hopen dat de regering de problemen zal oplossen. Regeringen regeren de wereld niet. Goldman Sachs regeert de wereld. Deze bank is niet geïnteresseerd in reddingsplannen”. “In minder dan 12 maanden, voorspel ik, zullen de spaartegoeden van miljoenen mensen verdwenen zijn en dat is nog maar het begin”. Deze uitspraken zijn gedaan door van een trader in Londen, Alessio Rastani, in een uitzending van de BBC op 26 september (1)
Natuurlijk zijn we het eens met het sombere vooruitzicht dat deze econoom schetst. Het kapitalisme zal een duik maken, de crisis zal erger en nog vernietigender worden en een groeiend deel van de mensheid zal de gevolgen ervan voelen. Deze verklaring van Alessio Rastani geeft vooral voeding aan een van de grootste leugens van de laatste jaren: dat de wereld in de problemen is door de financiën en enkel door de financiën, dat: ‘Goldman Sachs de wereld regeert’. En alle linksen, ultralinksen en ‘antiglobalisten’ roepen in koor: “Het is verschrikkelijk. Hier ligt de oorzaak van al onze moeilijkheden. We moeten de controle over de economie terugnemen. We moeten grenzen stellen aan de banken en de speculatie. We moeten vechten voor een sterkere en meer menselijke staat!”
Het gaat hier niet om een kwestie van nuancering of terminologie. Er bestaat een fundamenteel verschil tussen de schuld geven aan het neoliberalisme of aan het kapitalisme. In het eerste geval heb je de illusie dat het uitbuitingssysteem hervormd kan worden. In het andere geval begrijp je dat het kapitalisme geen toekomst heeft en totaal vernietigd moet worden en vervangen door een nieuwe maatschappij. Als de heersende klasse, haar media en specialisten zoveel moeite doen om met de vinger te wijzen naar de onverantwoordelijkheid van het financiële systeem, dan proberen ze daarmee de overdenking over de noodzaak van een radicaal ander systeem af te leiden.
“Het is de schuld van de traders”: De bedroevende zoektocht naar het zwarte schaap
In de laatste jaren is iedere ineenstorting van de beurs gepaard gegaan met een affaire over een bedrieglijke trader. Naar aanleiding van het fiasco van de Franse Bank Société Générale in januari 2008, waarbij 4,82 miljard euro’s verdwenen waren, werd Jerome Kirviel aan de schandpaal genageld. De werkelijke reden, de bel op de huizenmarkt in de VS, werd daardoor naar de achtergrond gedrongen. In december 2008 werd er onderzoek gedaan naar de 65 miljard dollar fraude van Bernard Madoff, waardoor de aandacht werd afgeleid van de ineenstorting van de bankenreus Lehman Brothers. In september 2011 werd de trader Kweku Adoboli, verbonden aan de Zwitserse bank UBS, beschuldigd van een fraude van 2,.3 miljard dollar. Deze affaire kwam ‘bij toeval’ aan het licht toen de wereldeconomie opnieuw in volledige verwarring was.
De touwtjes, waar de banken aan trekken om hun eigen wandaden te rechtvaardigen, zijn juist een beetje te dik om niet op te vallen. Maar de intensieve mediacampagne maakt het mogelijk om de aandacht van iedereen te vestigen op de verrotte financiële wereld. Het beeld van deze speculerende haaien wordt gebruikt om onze hoofden te vullen en onze gedachten te benevelen.
Laten we een stap terugdoen en een ogenblik nadenken: hoe kunnen al deze verschillende gebeurtenissen enigszins verklaren dat de wereldeconomie op het punt staat ineen te storten? Hoe weerzinwekkend deze miljarden aan fraudes ook mogen zijn op een moment dat miljoenen mensen in de hele wereld doodgaan van de honger; hoe cynisch en schaamteloos de woorden van Alessio Rastani ook mogen zijn, niets van dit alles verklaart de omvang van de crisis die momenteel iedere sector en alle landen raakt. Er is niets nieuws onder de zon. Vanaf het moment van zijn ontstaan is het kapitalisme nooit anders dan een systeem van onmenselijke uitbuiting geweest.
De barbaarse en bloedige plundering van Afrika en Azië in de 18een 19eeeuw is daar een tragisch bewijs van. Het schofterige bewind van de traders en de bankiers zegt ons dus niets over de huidige crisis. Als scheefgelopen financiële overeenkomsten nu resulteren in kolossale verliezen en banken soms op de rand van de afgrond brengen, is dat werkelijk het gevolg van de kwetsbaarheid van de economische crisis en niet andersom. Toen Lehmnan Brothers in 2008 bankroet ging was dat niet het gevolg van een onverantwoordelijk investeringspolitiek maar omdat de Amerikaanse huizenmarkt in de zomer van 2007 ineenstortte en omdat deze bank nog massa’s schulden had uitstaan, die waardeloos waren geworden.
De kredietbeoordelaars liggen ook onder vuur. Aan het eind van de 2007 werden ze beschuldigd van incompetentie omdat ze de omvang van de schulden van de nationale staten negeerden. Momenteel worden ze beschuldigd van het tegenovergestelde, van teveel aandacht te schenken aan de schulden in de Eurozone (Moody’s) en aan die in de VS (Standard and Poor’s).
Het is waar dat deze beoordelaars bijzondere belangen hebben, en dat hun beoordeling niet neutraal is. De Chinese kredietbeoordelaars waren de eerste om de kredietwaardigheid van de Amerikaanse staat naar beneden bij te stellen, en de Amerikaanse kredietbeoordelaars zijn het strenger voor Europa dan voor hun eigen land. Het is waar dat met iedere bijstelling naar de beneden, de financiers de gelegenheid aangrepen om te speculeren, en eerder de verslechteren van de economische situatie nog versnelden.
Maar de werkelijkheid is dat de beoordelingen die al deze kredietbeoordelaars geven, veel te gunstig zijn in verhouding tot het werkelijke vermogen van de banken, de bedrijven en de landen om hun schuld terug te betalen. Om paniek te voorkomen hebben deze kredietbeoordelaars er belang bij niet al te kritisch te zijn.
Als ze de beoordelingen naar beneden bijstellen, dan doen ze dat om een minimum aan geloofwaardigheid te handhaven. De ernst van de situatie, waar de wereldeconomie mee geconfronteerd wordt, helemaal te ontkennen zou te grotesk zijn en niemand zou hen geloven: om de wezenlijke problemen van het systeem toe te dekken van het standpunt van de heersende klasse is het slimmer om bepaalde zwakheden te erkennen. Allen die de kredietbeoordelaars nu beschuldigen zijn zich daar goed bewust van. Als ze klagen over de kwaliteit van de thermometer, dan is dat om iedere overdenking te voorkomen over de vreemde ziekte die het wereldkapitalisme treft, uit angst om toe te geven dat de ziekte niet te genezen is en steeds erger wordt.
De kritiek op de traders en de rating agentschappen is een deel van een veel groter propagandacampagne over de gekte en de oververhitting van de financiële sector, zoals altijd is de leugenachtige ideologie gebaseerd op een element van waarheid; het kan niet ontkend worden dat de wereld van de financiën inderdaad een zwaarlijvig en toenemend irrationeel monster is geworden.
Bewijzen zijn er ten overvloede. In 2008 was de som van de wereldwijde financiële transacties toegenomen tot 2.200.000 miljard dollar, tegen een Bruto Nationaal Product op wereldschaal van 55.000 miljard. (2) De speculatieve economie is daardoor 40 keer groter dan de zogenaamde ‘echte’ economie. En deze miljarden zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate geïnvesteerd in dolle en zelfvernietigende beleggingen. Een sprekend voorbeeld: het short sale-mechanisme. Waar draait dit om? “Bij short sale begint men met het verkopen van een waarde dat men niet bezit voor een bepaalde prijs om het later terug te kopen voor een lagere prijs. Het doel van deze truc is klaarblijkelijk het verkopen van een aandeel voor een bepaalde prijs om het later terug te kopen voor een lagere prijs om het verschil te incasseren. Zoals we zien is dit precies het tegenovergestelde van iets kopen en het dan verkopen”(3)
Concreet, short sale betreft een enorme stroom van financiële speculatie rondom bepaalde waarden, gokkend op een daling van haar waarde en dit kan soms leiden tot een val van het beoogde aandeel. Dit is nu een schandaal geworden en een heleboel politici en economen vertellen ons nu dat dit het grootste probleem is, DE oorzaak voor het bankroet van Griekenland of de val van de euro. Hun oplossing is eenvoudig: verbied short sale praktijken en alles zal beter gaan dan het ooit is geweest in de wereld.
Het is waar dat short sale een pure dwaasheid zijn en dat het de vernietiging versnelt van hele delen van de economie. Daar gaat het ze om: het doet het louter versnellen en het is niet de oorzaak. Er is allereerst een om zich heen grijpende economische crisis voor nodig om dit soort deals zo winstgevend te kunnen maken.
De kapitalisten spelen in toenemende mate in op een inkrimpende markt en niet langer op een stijging. De investeerders zijn erop uit om op korte termijn ‘te scoren’, zonder enige zorg om levensvatbaarheid op de lange termijn van ondernemingen en in het bijzonder fabrieken, omdat er bijna geen industriële sectoren zijn die op lange termijn winst kunnen verzekeren. En hier raken we, uiteindelijk, het hart van het probleem: de zogenaamde ‘werkelijke’ of ‘traditionele’ economie die al tientallen jaren een troep is. Kapitaal vlucht uit deze sfeer omdat daar steeds minder winst te behalen valt De wereldeconomie is verzadigd en de waren kunnen niet meer worden verkocht, de fabrieken produceren en accumuleren niet voldoende meer. Het resultaat is dat de kapitalisten hun geld investeren in speculatie, de ‘virtuele’ economie. Vandaar de oververhitting van de financiële sector, die juist een symptoom is van de ongeneeslijke ziekte van het kapitalisme: de overproductie.
Zij die strijden tegen het neoliberalisme zijn het er ook mee eens dat de werkelijke economie in diepe moeilijkheden verkeert. Voor hen, ‘is het Goldman Sachs die de wereld regeert’. Zij zetten zich in voor een beetje meer staat, meer legale kaders, meer sociale politiek. “Met meer staatscontrole over de financiën, kunnen we een nieuwe economie opbouwen, socialer en meer welvarend”.
Een beetje ‘meer staat’ maakt niet mogelijk om de economische problemen van het kapitalisme op te lossen. Laten we het nog maar een keer zeggen: wat dit systeem ondermijnt is haar tendens om meer waren te produceren dan de markt kan opnemen. Tientallen jaren zijn ze erin geslaagd om de verlamming van de economie te voorkomen door een kunstmatige markt te scheppen, gebaseerd op schuld. Met andere woorden: sinds de jaren 1960 heeft het kapitalisme op krediet geleefd. Dit is de reden waarom huishoudens, ondernemingen, banken en staten gebukt gaan onder een grote berg schulden waarom de huidige recessie de ‘kredietcrisis’ wordt genoemd. Wat hebben de staten, sinds de ineenstorting van Lehman Brothers nu gedaan via hun centrale banken, in het bijzonder de FED en de ECB? Ze hebben miljarden dollars in de economie gepompt om verdere faillissementen te voorkomen. En waar komen al die miljarden vandaan? Van nieuwe schulden! Alles wat ze doen is het verplaatsen van privé-schulden naar de publieke sector, en bereiden zo de grond voor het faillissement van gehele staten, zoals we al zien met Griekenland. (4)
“Maar als het de crisis niet kan bezweren,dan zou de staat ons toch op z’n minst kunnen beschermen” zingt heel links in koor.
Niet zo vlug! De staat is altijd al de slechtste van de bazen geweest. Nationaliseringen zijn nooit goed nieuws geweest voor de arbeiders. Na de WOII had de grote golf van nationalisaties tot doel het industriële apparaat nieuw leven in te blazen, dat vernietigd was en dat gepaard ging met een opdrijving van het werktempo. Thorez van de Kommunistische Partij van Frankrijk en vicepresident in de regering De Gaulle lanceerde de beroemde oproep aan de arbeiders: “Als de mijnwerkers sterven, zullen de vrouwen hen vervangen” en “haal de buikriem aan voor de nationale wederopbouw”.
Sinds de ervaring van de Commune van Parijs in 1871hebben de kommunisten altijd de nadruk gelegd op de diepgewortelde rol van de staat tegen de arbeiders. “De moderne staat is, hoe zijn vorm ook moge zijn, in wezen een kapitalistische machine, de staat van de kapitalisten, de ideële universele kapitalist. Hoe meer productiekrachten hij als eigendom overneemt, des te meer wordt hij werkelijk universeel kapitalist en des te meer staatsburgers buit hij uit. De arbeiders blijven loonarbeiders, proletariërs. De kapitaalsverhouding wordt niet opgeheven, zij wordt veeleer op de spits gedreven.” Engels schreef deze regels in 1878, die laten zien dat de staat toentertijd al bezig was de hele economie over te nemen. Sinds die tijd is het staatskapitalisme alleen maar sterker geworden: elke nationale bourgeoisie is gerangschikt achter haar staat om de ongenadige internationale handelsoorlog te voeren.
Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (de BRICS) hebben in de laatste jaren een opmerkelijk economisch succes laten zien. China in het bijzonder wordt nu beschouwd als de tweede economische macht in de wereld en velen denken dat het de VS spoedig zal onttronen. Deze flamboyante prestatie bracht de economen ertoe hun hoop te stellen op deze groep landen als de nieuwe locomotief voor de wereldeconomie. De antiglobalisten zien hierin wel een reden in om zich te verheugen; omdat naar hun mening het overwicht van het neoliberalisme van de VS de ergste plaag is. De opkomst van de BRICS zou leiden tot een meer evenwichtige eerlijkere wereld. Deze hoop in de ontwikkeling van de BRICS, gedeeld door de bourgeoisie en de ‘anders-globalisten’, is niet alleen komisch; het laat ook zien hoe diep zij verankerd zitten in de kapitalistische wereld
Deze hoop zal vervliegen. Er is een vleugje déjà-vugevoel wat betreft dit ‘economische wonder’ gedoe. Argentinië en de Aziatische tijgers in de jaren 1980 en 1990, of meer recent Ierland, Spanje, IJsland werden allen op verschillende momenten voorgesteld als ‘economische wonderen’. En net als alle wonderen, bleken ze bedriegerij te zijn. Al deze landen dankten deze snelle groei aan de ongebreidelde toename van de schulden. Ze kwamen daarom allemaal aan hetzelfde hachelijke einde: recessie en faillissement. En het zal hetzelfde zijn met de BRICS. De president van China’s Intvestment Corp, Gao Xiping, heeft onlangs verklaard: “Wij zijn geen verlossers. We moeten eerst onszelf verlossen.” Duidelijker kan het niet gesteld worden!
Het kapitalisme kan niet langer hervormd worden. Om realistisch te zijn moet je toegeven dat alleen de revolutie de ramp kan voorkomen. Het kapitalisme is, net als de slavenmaatschappij en de lijfeigenschap voor hem, een systeem van uitbuiting, dat gedoemd is om ten onder te gaan. Nadat het zich tweehonderd jaar had ontwikkeld en uitgebreid, vooral in de 18e en 19e eeuw, nadat het de hele wereld had veroverd, opende het kapitalisme met veel geraas haar periode van verval, toen het WOI ontketende. De grote depressie van1930 en de verschrikkelijke slachting van de WOII bevestigde dat het systeem out of date was. Maar vanaf de jaren 1950 hebben zich niet meer van die ernstige crises voorgedaan als die in 1929. De bourgeoisie heeft geleerd hoe ze de schade kan beperken en de economie kan doen herleven, iets wat velen doet geloven dat de crisis van vandaag een zoveelste nieuwe episode is in de reeks van op en neergaande bewegingen en dat de groei eens weer terug zal komen, zoals die het de laatste 60 jaar zo een beetje heeft gedaan.
In feite hebben de achtereenvolgende recessies het pad geëffend voor het drama van vandaag. Iedere keer is de bourgeoisie er in geslaagd om de economie weer aan de gang te krijgen door de sluis van krediet open te zetten. Ze is er echter nooit in geslaagd tot de wortel van het probleem door te dringen: de chronische overproductie. Alles wat ze gedaan heeft is de dag van de afrekening uit te stellen door haar toevlucht te nemen tot het krediet en nu verstikt het systeem onder het gewicht van al die schulden. Geen enkele sector of staat wordt gespaard. Deze vlucht vooruit in de schulden bereikt haar grenzen. Betekent dit dat de economie volledig tot staan gaat komen? Zeer zeker niet. De bourgeoisie heeft slechts de keuze tussen de cholera en de pest: drastische bezuinigingen of een monetaire impuls. De eerste leidt tot een omvangrijke recessie, de twee tot een oncontroleerbare inflatie.
Van nu af aan is de periode van de korte periodes van recessie en lange periodes van opleving, gefinancierd door het krediet, achter ons: werkloosheid zal de pan uitrijzen en armoede en barbarendom zal dramatisch om zich heen grijpen. Als er al perioden van herstel zijn dan zullen ze niet veel meer voorstellen dan een kortstondig buiten adem geraken, gevolgd door nieuwe economische rampen. Iedereen die het tegendeel beweert, is een beetje als de zelfmoordenaar die van de top van de Empire State Building afspringt en bij ieder verdiep in zijn val verklaart ‘dat het tot zover wel goed gaat’. Zal de mensheid ten onder gaan of zal ze in staat zijn een nieuwe wereld op te bouwen van solidariteit en wederzijds dienstbetoon, zonder klassen, staat, uitbuiting. Zoals F. Engels meer dan een eeuw geleden schreef “de burgerlijke maatschappij wordt geconfronteerd met een dilemma: overgang naar het socialisme of terugval in het barbarendom”.De sleutel naar de toekomst ligt in de handen van de arbeidersklasse, van haar strijd om de werkenden, de werklozen, de gepensioneerden en jonge mensen in precaire banen te verenigen.
Naar een artikel van Pawel / 29.09.2011(5)
(1) https://www.bbc.co.uk/news/business-15059135 [40]
(2) https://www.jacquesbgelinas.com/index_files/Page3236.htm [41]
(3) https://www.abcbourse.com/apprendre/1_vad.html [42]
(4) Het idee van ‘meer Europa’ of ‘meer wereldregering’ is nog een impasse. Of ze alleen handelen of met anderen, staten hebben geen werkelijke en duurzame oplossing. Hun samenwerking mag hen in staat stellen de toename van de crisis een beetje te verlangzamen, net zoals hun onderlinge verdeeldheid haar versnelt.
(5) het volledige artikel staat op https://fr,internationalism.org [43]
De tekst die hier volgt, baseert zich voor een groot deel op een artikel van Internationalismo - de krant van de IKS in Venezuela. De feiten die onze kameraden rapporteren laten zien dat in alle landen dezelfde economische crisis heerst en dezelfde bezuinigingsmaatregelen worden doorgevoerd. De fracties, die aan de macht zijn, kunnen zich ‘liberaal’,’ progressief’ of ‘revolutionair’ voordoen, overal op de planeet worden de werkers aangevallen door hetzelfde ongebreidelde kapitalisme.
De staat van Chavez ontkent het bestaan van de economische crisis in Venezuela, maar dat belet de harde werkelijkheid niet om de bevolking ongenadig te raken. De gevoerde ‘socialistische’ politiek richt niet minder schade aan dan het Amerikaanse ‘liberalisme’. Immers in werkelijkheid, in beide gevallen, is sprake van eenzelfde staatskapitalisme. In Venezuela is het staatskapitalisme niet alleen meer karikaturaal dan elders en … minder geavanceerd, doordat het slaagt in de krachttoer om zowel het privé- als het staatskapitaal te verzwakken.
Het land moet momenteel bijna alle essentiële consumptiegoederen importeren, iets wat paradoxaal is voor een land dat pretendeert een continentale “revolutie” te ontwikkelen door zijn label ‘socialisme van de 21e eeuw’ te verspreiden. Voor het oog van de wereld gaat Chavez voortdurend de strijd aan met de Verenigde Staten, dat door hem wordt aangemerkt als de grote kapitalistische satan, maar achter de coulissen is het de belangrijkste handelspartner van Venezuela (1)
De officiële cijfers zelf en die van de CEPAL (Economische Commissie voor Latijns Amerika) en van de IMF, zijn allen genoodzaakt om de ernst van de economische crisis van het land te erkennen: Venezuela en Haïti (een van de armste landen van de wereld) waren de enige landen in Latijns-Amerika en in het Caribisch gebied, die in 2010 geen groei kenden. Voor Venezuela betekent dat het derde achtereenvolgende jaar van een achteruitgang van de BIP. Het land heeft de hoogste inflatie in de regio en één van de hoogste in de wereld: voor ieder van de afgelopen drie jaren, was die gemiddeld 27% en men schat dat hij in 2011 hoger zal zijn dan 28%. Ziedaar het inflatiepercentage dat de lonen en pensioenen van de werkers verandert in ‘zout en water’, evenals de hulp, die de staat uitgeeft aan sociale ondersteuning!
De maatregelen, die door Chavez genomen worden, verschillen in geen enkel opzicht van die van de meest ‘harde en reactionaire’ rechtse fracties van de planeet. De inkomsten uit de olie, die in 2011, na de Libische crisis, aanzienlijk zijn toegenomen, zijn niet voldoende om de vraatzucht van de staat verzadigen. Ze verdampen in ‘alternatieve’ plannen van de nationale begroting, direct en op een eigengereide manier gemanipuleerd door de regering (met als excuus om de ‘sociale uitgaven’ beweeglijker te maken). Ziedaar een regeringsvorm, die een omvangrijke vorm van corruptie mogelijk heeft gemaakt.
Terwijl een groot deel van de werkers moet overleven van een beetje meer dan het minimuminkomen (het equivalent van150 dollar per maand), ontvangt de top van de bureaucratie van de staat, zowel de civiele als de militaire, hoge salarissen en ‘winsten’ om hun loyaliteit aan de regering te waarborgen.
De militaire uitgaven zijn verhoogd, met als excuus om zich te weren tegen de dreiging van ‘een imperialistische invasie door de yankees’, om zich meester te maken van de energiebronnen.
Net als de andere economieën in de wereld ziet Venezuela de staatsschuld exploderen. Deze schuld van 150 miljard dollar, een beetje meer dan 40% van het BIP, is nu nog beheersbaar, maar de economische specialisten signaleren dat, als ze in hetzelfde tempo toeneemt als nu, er een risico bestaat dat er binnen drie jaar een in gebreke blijven van betaling ontstaat. Venezuela zou zich dan dus in een identieke situatie bevinden als Griekenland, die de hulp vereiste van de Europese Unie en een ongekende bezuinigingspolitiek met zich meebracht.
Het chavisme zoekt zijn toevlucht tot dezelfde ‘remedie’ als alle andere bourgeoisieënd: bezuiniging!
Ziedaar de werkelijkheid van de ‘socialistische‘ politiek van Chavez:
- de devaluatie van de bolivar (nationale munt) met 65% in januari 2011, nadat hij begin 2010 al met 100% was gedevalueerd;
- een permanente aanval op de lonen en de sociale uitkeringen;
- een drastische bezuiniging op de subsidies voor voeding en gezondheidszorg;
- een verhoging van de elektriciteitstarieven met de rechtvaardiging om ‘verspilling van elektriciteit’ een halt toe te roepen. Deze maatregel zal op een dramatische wijze de kosten voor levensonderhoud beïnvloeden;
- een verhoging van de benzineprijs, de BTW en verschillende andere belastingen.
Als gevolg van de inflatie hebben de lonen een aanzienlijke verslechtering ondergaan. Volgens CEPAL en de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie), zijn de lonen van de Venezolaanse arbeiders in het eerste trimester van dit jaar reëel met meer dan 8% gedaald, in vergelijking met dezelfde periode van 2010. Zoals in vele andere landen is de precaire arbeid blijven toenemen, zowel in de publieke als in de privé-sector: volgens een recente studie, gedaan door de Katholieke Universiteit ‘Andrés-Bello’, heeft 82,6% van de arbeiders in Venezuela een precaire baan. Kortom, ondanks de vastberadenheid van het chavistische regime om de cijfers te vervalsen, is de toename van de armoede een realiteit.
Op het sociale vlak zijn zelfs de ‘Missies’, de sociale plannen bedacht door het chavisme in een poging om de ‘socialistische verworvenheden’ geloofwaardig te maken, door onder de meest armoedige lagen van de maatschappij kruimels uit te delen, beperkt geworden. Momenteel worden de plannen voor de gezondheidszorg, het onderwijs en de uitdeling van voedsel, enz. afgeschaft of zeer beperkt. Het is een feit dat het geheel van openbare voorzieningen met grote snelheid achteruit dondert. Ziedaar een realiteit, die zich voegt bij de schaarste aan verschil-lende basisvoedingsproducten, de constante verhoging van prijzen van de voeding en de noodzakelijke eerste levensbehoeften.
Het meest weerzinwekkend is zonder twijfel het feit dat, deze verschrikkelijke dagelijkse realiteit, zoals altijd onder het kapitalisme, wordt ondergaan door de arbeiders en de meest arme sectoren, terwijl de grote bazen van het regime en hun naasten leven in de grootse weelde. De gelijkenis met bepaalde Arabische en Afrikaanse landen is helemaal niet toevallig.
Ook het proletariaat van Venezuela heeft, langzaam maar merkbaar, deelgenomen aan de vooruitgang van de strijdbaarheid op internationaal vlak. De bourgeoisie van Venezuela heeft zich bovendien niet vergist, want ze heeft een groot deel van haar aanvallen tijdelijk uitgesteld, nadat ze gezien had hoe de arbeiders in Bolivia zich oprichtten. De regering in een ander Latijnsamerikaans land, dat van Evo Morales, heeft inderdaad in december vorig jaar nadat een verhoging van de benzineprijs was afgekondigd, een stap terug moeten doen toen ze geconfronteerd werd met de omvang van de protesten, die haar populariteit sterk aantastten.
In Venezuela heeft het proletariaat van de olie-industie, die in 2003 een harde aanval had moeten ondergaan door ontslag van bijna 20.000 arbeiders, gedemonstreerd tegen het niet-nakomen van de cao . Er waren ook bijeenkomsten van de rijksambtenaren, in de gezondheidszorg en de centrale administratie, om een verhoging van de lonen te eisen en de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Nog belangrijker is de strijd die sinds twee jaar gevoerd door de arbeiders van het gebied van de ijzermijnen in Venezolaans Guyana, in het zuiden van het land, een regio waar een twintigtal zware industrieën van de staat geconcentreerd zijn en waar meer dan 100.000 arbeiders werken. In een poging om de arbeiders van deze zone te misleiden en hun strijdbaarheid af te leiden, heeft de regering geprobeerd om verschillende ‘socialistische’ productieplannen door te voeren: nadat geprobeerd was om in de ALCAS (aluminiumfabriek) “zelfbeheer” in te voeren en na Sidor te hebben genationaliseerd, probeert ze nu ‘arbeiderscontrole’ over de productie in te voeren.
Dit is een bewijs van de toename van de sociale protesten in 2011 die moeiteloos de 3000 protesten overstijgen berekend voor 2010, reeds een recordjaar vergeleken met daaraan voorafgaande jaren. Dit betekent een slinkende steun aan Chavez, vooral omdat deze protesten plaatsvonden onder de meest verarmde lagen, die de belangrijkste basis vormden voor de steun aan dit regime. Een recent en dramatisch voorbeeld is dat van de protesten van de families van de gevangenen in het land, die ongenadig onderdrukt werden door de repressiekrachten. Zij manifesteerden tegen de opeenhoping van de gevangenen en de onderdrukking in dezelfde instelling. Het barbaarse regime dat men in deze gevangenis ondergaat is slechts een ergere vorm van wat men dagelijks in het hele land ondergaat, vooral in de armste buurten. In de inmiddels 12 jaar durende “Boliviaanse revolutie” telt dit land meer dan 140.000 moorden. En Chavez durft dat, met een oneerbare aplomb, de ‘vreugdevolle revolutie’ te noemen!
De strijd van het proletariaat en zijn mobilisaties, vormen een ontmaskering van de zogenaamde ‘revolutie’ van de nieuwe burgerlijke elite, die Venezuela regeert. Alleen het verzet van de werkers in de verdediging van hun levensomstandigheden tegen de aanvallen van de staat, die zich baseert op vergaderingen die ertoe aanzetten om de werkers van de verschillende sectoren te verenigen, zal een referentiepunt kunnen worden voor de verarmde massa’s, die hun illusies over de chavisten al beginnen te verliezen. En zo zullen deze bewegingen het spoor vervoegen dat getrokken is door de arbeiders en de uitgebuite massa’s van Noord-Afrika, Griekenland of Spanje, van de beweging van de “Indignados”.
Naar Internationalismo / 30.07.2011
(1) de uitvoer naar de VS is zelfs nog toegenomen met 27,7% in het eerste trimester van 2011 ten opzichte van dezelfde periode in 2010. Hij vertegenwoordigt op dit moment 49% van het totaal van de uitvoer van Venezuela.
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/WERE124.pdf
[2] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[3] https://nl.internationalism.org/tag/2/29/proletarische-strijd
[4] http://www.aagu.nl/
[5] https://nl.internationalism.org/tag/4/73/groot-brittannie
[6] https://cnt-ait.info/article.php3?id_article=472&var_recherche=réformisme+marxisme
[7] https://nl.internationalism.org/tag/18/281/linkskommunisme-en-internationalistisch-anarchisme
[8] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde
[9] https://nl.internationalism.org/tag/7/117/internationalistisch-anarchisme
[10] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-nederland
[11] https://www.aagu.nl/
[12] https://nl.internationalism.org/tag/aktiviteiten-van-de-iks/openbare-discussiebijeenkomsten-permanenties
[13] https://nl.internationalism.org/files/nl/WERE125.pdf
[14] https://www.monde-diplomatique.fr/2010/12/KATZ/19944
[15] https://www.europe1.fr/France/"
[16] https://www.monde.fr/depeches/2011/03/15/fukushima-eclaire-le-risque-d-un-seisme-majeur-sous-un-nouvel-angle_3244_108_44577531.html
[17] https://blog.mondediplo.net/2011/03/12/Au-Japon-le-seisme-declenche-l-alerte-nucleaire
[18] https://fr.internationalism.org/forum/312/tibo/4593/seisme-au-japon
[19] https://fr.internationalism.org/ri414/gauche_communiste_et_anarchisme
[20] https://es.internationalism.org/folletos/nacion_introesp
[21] https://www.elpais.com/articulo/internacional/guerra/europa/elpepuint/20110321elpepiint_6/Tes
[22] https://anarcho-syndicalisme.nl/wp/?p=591
[23] https://nl.internationalism.org/node/854
[24] https://nl.internatiolism.org
[25] https://nl.internationalism.org/files/nl/WERE126_1.pdf
[26] https://nl.internationalism.org/tag/4/72/griekenland
[27] https://nl.internationalism.org/tag/4/62/china
[28] https://christianarchie.blogspot.com/2011/06/de-revolutie-in-griekenland-vervolg.html
[29] https://nl.internationalism.org/tag/3/43/historische-koers
[30] http://www.anarchiel.com
[31] https://www.1mei.org/2011
[32] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/situatie-nederland
[33] https://nl.internationalism.org/tag/4/61/azie
[34] http://www.internationalism.org
[35] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten
[36] http://www.marxists.org
[37] https://nl.internationalism.org/tag/4/64/japan
[38] https://nl.internationalism.org/tag/3/47/maatschappelijke-ontbinding
[39] https://nl.internationalism.org/tag/4/76/nederland
[40] https://www.bbc.co.uk/news/business-15059135
[41] https://www.jacquesbgelinas.com/index_files/Page3236.htm
[42] https://www.abcbourse.com/apprendre/1_vad.html
[43] https://fr,internationalism.org
[44] https://nl.internationalism.org/tag/3/42/economie
[45] https://nl.internationalism.org/tag/4/86/venezuela