Door Wereldrevolutie op
In de laatste week van januari brak er een staking uit van 8000 arbeiders in de Land Rover fabrieken in Solihull. Het was de eerste strijd sinds zestien jaar in dit bedrijf. Hij werd een week eerder voorafgegaan door de vorming van een massaal stakingspiket van 900 arbeiders, waaronder leden van de vakbonden TGWU, GMB en Amicus. Dezelfde week werd een tweedaagse staking opgevolgd door meer dan 100.000 arbeiders uit de openbare diensten, de eerste staking sedert 17 jaar. Maar de vakbond PCS had op het laatste nippertje de stakingsoproep voor de omvangrijkste sector (Arbeid en Pensioenen) geannuleerd, en alleen het kantoorpersoneel van de kleinere ministeries tot staking opgeroepen. Nog daarvoor was er in deze sector een wilde staking in reactie op een plan om het DWP (Department of Work and Pensions) te ‘hervormen’ dat door de arbeiders wel verworpen moest worden.
Uitingen van strijdwil van de arbeiders
In de afgelopen maanden waren er, alleen al in Groot-Brittannië, de volgende strijdbewegingen: 'onofficiële' stakingen bij de post in november en december, staking van 2000 scheepsbouwers van de Humberside in september om de strijd te steunen van de uitzend-arbeiders in het bedrijf; staking van de ambtenaren van het Ministerie van Arbeid en Pensioenen; wilde staking van het personeel van British Airways op de luchthaven van Heathrow. Het heroplaaien van de strijdwil is een internationaal verschijnsel, waarvan de voorafgaande stakingen en betogingen in Frankrijk en in Oostenrijk in het voorjaar van 2003 tegen de aanvallen op de pensioenen deel uitmaken.
De woede van de arbeiders wordt gewekt door talrijke en gelijktijdige aanvallen die ze overal te verduren krijgen. Het kantoorpersoneel van de openbare diensten hebben voorstellen voor loonsverhoging gekregen gaande van 0,5 tot 2,8% naargelang de sector, maar altijd te verwaarlozen vergeleken met de stijgende levenskosten. De bedienden bij Land Rover hebben een aanbod verworpen van 6% meer loon over twee jaar gespreid (of minder dan 3% per jaar). Vakbonden en directies van bedrijven hebben tot nog toe smerige akkoorden tegen de arbeiders gesloten, maar het antwoord van de arbeidersklasse op die verschillende aanvallen duidt op een veranderde houding, een rijping die zich in de klasse heeft doorgezet. Dit is deels het gevolg van het feit dat, na dertig jaar open economische crisis, de beloftes over het einde van de tunnel niets opgeleverd hebben, en er geen vooruitzicht bestaat op de mogelijkheid van een heropleving in de toekomst. Maar het belangrijkste is de aard van de aanvallen, die weinig ruimte laten voor illusies over het kapitalisme. De ontmanteling van de 'sociale schokdempers' van de welvaartstaat, tegelijk met de verscherping van de uitbuiting in de fabrieken, kantoren, hospitalen enzovoort en de toename van de massale werkloosheid (bijna vijf miljoen werklozen in Duitsland, of 1% van de arbeidsbevolking, een peil van ontslagen in de Verenigde Staten zoals in geen decennia gezien is, verlies van 800.000 banen in de Britse industrie sinds 1997, enzovoort) plaatsen de arbeidersklasse voor de sinistere realiteit van het kapitalisme: ofwel zijn krachten uitputten om meerwaarde te produceren, ofwel wegkwijnen in ellende. Het verlies aan vertrouwen in het vermogen van het kapitalisme om een perspectief te bieden voedt de groeiende strijdwil die we momenteel zien.
De ontwikkeling van de klasse-identiteit tegen de vakbonden
De IKS heeft de huidige situatie beschreven als een keerpunt in de klassenstrijd, waarin we de ontwikkeling zien van de voorwaarden waaronder het proletariaat in staat zal zijn klasse-identiteit terug te vinden en te versterken, het gevoel om tot één en dezelfde klasse te horen die overal dezelfde belangen te verdedigen heeft. Dat is de basis van elke klassensolidariteit en op deze basis zal in de toekomst de strijd naar een hoger niveau worden opgeheven door de uitbreiding en eenmaking ervan. Die vereenzelviging met de klasse moet zich ontplooien tegenover de ideologische campagnes over het einde van de klassenstrijd, over de mogelijkheid van een ‘alternatieve wereld’ binnen het kapitalisme, en ook tegenover de inspanningen van de bourgeoisie, in het bijzonder door de vakbonden, om de arbeiders te verdelen. De staking in de overheidsdiensten is een duidelijk voorbeeld van die noodzaak. Om te beginnen verdeelt de staat de arbeiders per dienst door lichte verschillen in de loonschaal, en in het toekennen van loonsverhogingen. De reële verschillen zijn echter klein omdat de meeste arbeiders minder dan £15.000 per jaar verdienen en er daaronder enkele duizenden zijn die niet eens £10.000 verdienen. Dat gaf de vakbond PCS, zogenaamd ‘onvermurwbaar’, onder leiding van Mark Serwotka, de kans om de stakingsoproep in de meeste diensten in te trekken nadat een kleine verandering aangebracht was in de voorstellen van de directie.
Er zijn talloze andere voorbeelden van dat soort verdeling van de arbeidersklasse: de opsplitsing in talrijke spoorwegmaatschappijen, tussen verschillende soorten jobs en ook tussen verschillende vakbonden. In de Londense scholen werden de loontrekkers die met dezelfde werkgever overhoop lagen over woonkostenvergoedingen in de hoofdstad door de vakbonden opgeroepen de stakingspiketten van andere vakbonden te doorbreken. En zo gaat het niet alleen bij kleine conflicten en stakingen in Groot-Brittannië, want ook de enorme mobilisatie tegen de aanval op de pensioenen in Frankrijk van voorjaar 2003 had af te rekenen met dezelfde tactieken. In de eerste plaats werd de aanval massaal op de onderwijssector gericht, daarna werd een deel van de aanval specifiek gericht op een minderheid van de onderwijswerkers (psychologen, raadgevers en andere specialisten) teneinde verdelingen te scheppen in deze sector van de arbeidersklasse. De vakbonden hebben dat sabotagewerk voortgezet door een deel van de arbeidersklasse buiten de strijd te houden en het andere deel op te roepen er zich helemaal voor in te zetten. En tenslotte hebben ze aan het einde opgeroepen tot een algemene staking, toen de beweging totaal was uitgeput. “We bevinden ons vandaag dus in een klassiek schema van de klassenstrijd: de regering slaat toe, de vakbonden verzetten zich en roepen eerst op tot syndicale eenheid om de arbeiders massaal, onder hun controle, achter zich aan te trekken. Dan opent de regering onderhandelingen en de vakbonden stellen zich verdeeld op om beter verdeeldheid en desoriëntatie te zaaien in de rangen van de arbeiders. Deze methode, die de vakbondsverdeeldheid uitspeelt tegen de opkomende klassenstrijd, is de meest beproefde methode van de bourgeoisie om de inkadering door de vakbonden globaal te behouden, en het verlies van geloofwaardigheid zoveel mogelijk te concentreren op het ene of het andere vakbondsapparaat dat vooraf werd aangewezen. Dat betekent ook dat de vakbonden opnieuw de vuurproef moeten ondergaan en dt de onvermijdelijke ontwikkeling van de toekomstige gevechten de arbeidersklasse opnieuw voor het probleem zal stellen hoe de confrontatie met haar vijanden aan te gaan, om haar klassenbelangen en de behoeften van haar strijd te doen gelden” (1).
De tactiek om de arbeiders te verdelen, is niet nieuw voor de vakbonden. Ze doen dat op doeltreffende wijze in dienst van de bourgeoisie sinds ze aan het begin van de twintigste eeuw in de staat geïntegreerd werden. Vandaag moeten de arbeiders hun klassenkarakter terugvinden, tegen het idee dat ze zichzelf zouden moeten zien als lid van deze of gene vakbond, als werknemer van de DWP (het Ministerie van Arbeid en Pensioenen) of van een andere tak van de openbare diensten, zoals de leraren of de technici, in plaats van zich eerst en vooral te beschouwen als leden van de arbeidersklasse met gezamenlijke belangen.
In de huidige omstandigheden mag men niet verwachten dat de strijd zich spontaan zal losmaken van de vakbonden. We verwachten van de arbeiders niet dat ze al in staat zullen zijn de vakstrikken te ontlopen die de heersende klasse voor hen uitzet; velen onder hen zullen zich laten provoceren. Wat van belang is, is dat al die tactieken die gepland worden door de heersende klasse (regering, bazen en vakbonden) om de arbeiders te provoceren en te verdelen vandaag de ontwikkeling van een toenemende strijdwil niet kunnen verhinderen. Die trage ontwikkeling van de arbeidersstrijd draagt het potentieel in zich van een versterking van de klassenkarakter, wat een voorwaarde ervoor is dat de arbeidersklasse de lessen uit alle strijdervaringen uit de periode van 1968 tot 1989 weer gaat opnemen.
Naar een artikel in World Revolution, krant in Groot-Brittannië van de IKS, nr. 271, februari 2004.
(1) Uit: Klassenstrijd in Frankrijk, voorjaar 2003: De massieve aanvallen van het kapitaal vereisen een massaal antwoord van de arbeidersklasse, in Internationale Revue, (Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave), nr. 114, 3e kwartaal 2003.