Oaxaca: De strijdbaarheid van de arbeiders op een dwaalspoor gezet door democratische illusies

Printer-friendly version

De repressie die de Mexicaanse staat ontketend heeft tegen de bevolking van Oaxaca legt de bloeddorstige wreedaardigheid van de democratie bloot. Sinds vijf maanden is Oaxaca omgevormd tot een waar kruitvat, met paramilitaire korpsen en politie als gewapende arm van de staatsterreur. Huiszoekingen, opsluitingen en martelingen worden elke dag gebruikt door de staat om ‘orde en vrede’ te herstellen. De uitspattingen van de politie hebben tientallen ‘verdwijningen’ tot gevolg, talloze gevangenen en minstens drie doden (zonder het twintigtal personen mee te rekenen dat tussen mei en oktober dit jaar vermoord werd door de witte gardisten).

Zes jaar geleden verklaarde de heersende klasse dat met de regeerperiode van Fox een ‘tijd van veranderingen’ ingeluid werd. Maar de realiteit maakt duidelijk dat welke partijen of personen er ook in de regering zetelen, het kapitalisme geen enkele verbetering te bieden heeft... en het is duidelijker dan ooit dat het huidige systeem niets anders te bieden heeft dan uitbuiting, ellende en repressie. De hele arbeidersklasse moet zeer grondig de lessen trekken uit wat in Oaxaca is gebeurd om te begrijpen dat de toestand van geweld en repressie die zich daar ontwikkeld heeft niet gebonden is aan een regering in het bijzonder, maar dat ze in de aard van het kapitalisme zelf besloten ligt.

Opdat de komende strijd beter voorbereid zij, is het nodig een stand van zaken te bepalen omtrent de betekenis van de huidige mobilisaties.

De bourgeoisie buit de onvrede in haar eigen voordeel uit

De huidige betogingen in Oaxaca zijn zonder twijfel een uitdrukking van de ontevredenheid die er onder de arbeiders bestaat tegen de uitbuiting en de schande van het kapitalisme. De mobilisaties in die streek drukken de onvrede uit over de toenemende aftakeling van de levensvoorwaarden. Ze zijn het resultaat van een diepe woede en bewijzen een ware moed en strijdwil. Maar ze werden echter misbruikt door de bourgeoisie die erin geslaagd is de doeleinde, methodes en organisatie van de acties aan de controle van de arbeiders te onttrekken.

De conflicten die zich ontwikkelen binnen de bourgeoisie (die verdeeld is in rivaliserende fracties) hebben geholpen om de sociale onvrede af te leiden door de strijd voor looneisen te herleiden tot een beweging zonder vooruitzichten, afgeleid door één van de fracties van de bourgeoisie, de ‘democratiserende’, tegen een andere, bestaande uit oude kopstukken.

Geconfronteerd met de mobilisatie heeft het sysreem duidelijk zijn bloeddorstige aard getoond, maar dat gebruik van terreur door de staat gaat verder dan de repressie tegen de betogers van Oaxaca. Het optreden van de militaire en politiemacht heeft niet als hoofddoel de Volksassemblee van de volkeren van Oaxaca (APPO) van de kaart te vegen, maar wil fundamenteler terreur verbreiden als een waarschuwing en dreiging tegen het geheel van de arbeiders. De staatsterreur werd ontketend door de repressiekrachten van de staat te koppelen aan die van de federale regering, waarbij duidelijk getoond werd dat zelfs wanneer er een strijd bestaat tussen verschillende groepen van de bourgeoisie, deze er steeds in slagen een akkoord te bereiken om hun repressieve taak tot een goed einde brengen. De veronderstelling dat het mogelijk zou zijn een ‘dialoog’ aan te gaan met een deel van de bourgeoisie, komt erop neer de ijdele hoop te voeden dat er binnen de bourgeoisie een ‘progressieve’ of ‘verlichte’ fractie zou kunnen bestaan. Door het ontslag van Ulises Ruiz (1) als hoofddoel van de beweging voorop te stellen, heeft de APPO de illusie gewekt dat het kapitalistisch systeem verbeterd kan worden door het te democratiseren of door de mensen die de macht dragen te vervangen.

Het ordewoord van de APPO om de krachten te bundelen tegen Ulises Ruiz versterkt op geen enkele manier de collectieve overdenking en de bewuste actie. Het betekent integendeel het verspreiden van verwarring en het onderwerpen van de sociale actie aan de belangen van één van de fracties van de bourgeoisie tegen een andere. Het duidelijkste bewijs van die afleiding en van de groeiende verwarring wat betreft de objectieven blijkt uit het feit dat de loonkwestie, die aan de basis van de beweging lag, naar de achtergrond verschoven is. Vakbonden en federale regering hebben de loonkwestie herleid tot een eenvoudig technisch probleem van adequate steun voor de streek door een planning van de openbare uitgaven, waardoor ze de kwestie konden isoleren en haar voorstellen als een ‘plaatselijk’ probleem, zonder enig verband met de rest van de loontrekkers.

De strijdmethodes die vooropgesteld werden, piketten, blokkades, uitputtende marsen en uitzichtloze confrontaties, hebben belet dat solidariteit tot uiting kwam. Ze hebben de beweging integendeel geïsoleerd, haar kwetsbaar gemaakt tot ze een gemakkelijk doelwit werd voor de repressie.

APPO: een lichaam vreemd aan het proletariaat

De samenstelling van de APPO (bestaande uit ‘sociale-’ en vakbondsorganisaties) toont al dat deze organisatie, en de beslissingen die ze neemt, ontglippen aan de handen van het proletariaat. Omdat ze de discussie en overdenking overgelaten heeft aan de vakbonden en de groepen van de linkerzijde van de bourgeoisie, heeft deze structuur haar niet-proletarische aard voldoende aangetoond. Ze heeft er duidelijk voor gezorgd dat de kracht van destrijdende  arbeiders finaal verdund en verzwakt werd, een kracht die zich nooit kan uitdrukken in een structuur die, hoewel ze zich voordoet als zogenaamd open assemblee, in de praktijk haar ware aard toont, namelijk die van een interklassefront dat geleid wordt door de verwarring en wanhoop van de middenlagen. De oproep die op 9 november 2006 gelanceerd werd om de APPO om te vormen tot een permanente structuur (Staatsassemblee van de volkeren van Oaxaca) bewijst dat goed, namelijk wanneer ze de Grondwet van 1917 van de Mexicaanse bourgeoisie omschrijft als "een historisch document dat de bevrijdende traditie van ons volk bevestigt" en door op te roepen die te verdedigen, "alsmede het grondgebied en zijn natuurlijke grondstoffen". Het radicalisme beperkt zich tot de verdediging van de nationalistische ideologie, die puur vergif is voor de arbeiders. De oproep bevat bovendien een regelrecht vervalsing van het proletarisch internationalisme wanneer ze de noodzaak uitroept van "het smeden van banden van samenwerking, solidariteit en broederschap met alle volkeren van de aarde voor de opbouw van een rechtvaardige, vrij en democratische maatschappij, een echte menselijke samenleving"... door de strijd voor de "democratisering van de VN"!

De oprichting van de APPO was geen stap vooruit voor de beweging van de arbeiders, ze is integendeel verbonden aan de verplettering van hun onvrede. De APPO heeft zich ontpopt tot een echte ‘dwangbuis’ om de proletarische strijdwil aan banden te leggen. De stalinistische, maoïstische en trotskistische groepen en de vakbonden die er deel van uitmaken hebben de moed en de uitdrukkingen van solidariteit van de arbeidersklasse van hun ware aard kunnen ontdoen door er een oriëntatie en een actie aan op te leggen die mijlenver verwijderd is van de belangen van de arbeiders en van de andere uitgebuiten. De vergelijkingen die de APPO durft te maken tussen haar structuur en die van de sovjets, hun pretentie dat ze een ‘embryo van arbeidersmacht’ zijn, dat alles zijn allemaal beledigingen aan het adres van de arbeidersbeweging.

De authentieke proletarische organisatie onderscheidt zich hierin, dat de doeleinden die ze zich stelt direct verbonden zijn aan haar klassebelangen, dat wil zeggen aan de verdediging van haar levensvoorwaarden. Ze stelt zich niet tot doel de ‘nationale economie’ te verdedigen, de verstaatste economie of de democratisering van het systeem dat haar uitbuit. Ze streeft  vóór alles  haar politieke onafhankelijkheid te verdedigen tegenover de heersende klasse, een onafhankelijkheid die haar in staat stelt haar strijd te voeren tegen het kapitalisme.

In die zin houdt de eisenstrijd van de arbeiders de voorbereiding in van een radicale kritiek van de uitbuiting: ze drukken het verzet uit tegen de economische wetten van het kapitalisme en de radicalisering ervan opent de weg naar de revolutie. Dat zijn momenten die deel uit maken van de voorbereiding op de revolutionaire gevechten die het proletariaat zal moeten leveren, en in die zin zijn ze de kiemen van de revolutionaire strijd.

Het bewustzijn en de organisatie zijn de wapens van de arbeiders om de strijd aan te gaan met het kapitalisme

Als internationale en internationalistische klasse moet het proletariaat in alle landen zich de ervaringen van zijn  voorbije gevechten eigen maken en assimileren. Het is dus onmisbaar om de ontwikkeling van zijn bewustzijn aan te zwengelen dat het zich bijvoorbeeld de lessen eigen maakt van de mobilisatie die ontwikkeld werd door studenten en arbeiders in Frankrijk in het voorjaar 2006 tegen het Startbaancontract (CPE). De wezenlijke les van die beweging was haar organisatievermogen waardoor het voldoende controle over de strijd kon behouden om de gauchisten en vakbonden te verhinderen de beweging van haar centraal doel af te leiden, de strijd tegen de precariteit. De strijd die de arbeiders in Vigo (Spanje) in dezelfde periode  gevoerd hebben gaat in dezelfde zin met hun looneisen en de uitbreiding van de strijd via de controle over hun assemblees tegen de sabotage door de vakbonden.

De verdediging van hun levensvoorwaarden, de organisatorische zelfstandigheid en de massale overdenking die in deze bewegingen bereikt werden, zijn lessen voor het gehele proletariaat, lessen die het voorop zal moeten stellen om zijn toekomstige gevechten te ontwikkelen.

Gebaseerd op een artikel in Revolucion Mundial, orgaan van de IKS in Mexico / 18.11.2006

 

(1) Gouverneur van de Staat van Oaxaca, lid van de voormalige leidende partij van Mexico, de PRI, corrupt en clientelist.

 

Geografisch: