Door Internationalisme op
Eind oktober 2015 heeft de IKS in België/Nederland een publieke bijeenkomst georganiseerd in Antwerpen over de vluchtelingencrisis, getiteld: "De vluchtelingencrisis toont het failliet van het kapitalisme".
De IKS hecht een groot belang aan publieke bijeenkomsten. Ze zijn immers een plaats van debat, van politieke confrontatie en staan open voor iedereen die geïnteresseerd is in de opheldering van brandende vraagstukken, die te maken hebben met de strijd van de arbeidersklasse en haar perspectief voor de mensheid. Ze maken deel uit van de waaier van activiteiten die de IKS voert om haar taak te vervullen als politieke organisatie van de arbeidersklasse: de politieke standpunten van de arbeidersbeweging helpen verdiepen en verhelderen, de actuele ontwikkelingen begrijpen in het kader van de evolutie van het kapitalisme en de huidige toestand, de krijtlijnen uittekenen voor overdenking en nieuwe oriëntering om de strijd van het proletariaat te versterken met zicht op zijn einddoel, de kommunistische revolutie, die tot taak heeft om het barbaarse kapitalisme te verbannen naar de vuilnisbakken van de geschiedenis en het mogelijk moet maken om een maatschappij te ontwikkelen die rekening houdt met de noden van de mensheid.
Wij houden er aan om de kameraden te bedanken die aanwezig waren op dit treffen omwille van hun geschreven en mondelinge bijdragen. Zowel de uitnodiging als de inleiding van deze publieke bijeenkomst (beide teksten zijn te vinden op onze website), maakten het mogelijk om onmiddellijk een discussie te hebben over diepgaande vragen.
Eén thema sprong daarbij in het oog: “gaan we vandaag naar een Derde Wereldoorlog?”. Deze vraagstelling verdient een vervolg op het overdenkingsproces dat op gang kwam in de publieke bijeenkomst. Het artikel dat wij hieronder publiceren probeert daar een bijdrage voor te zijn.
Opdat dit debat niet beperkt zou blijven tot één namiddag, nodigen wij alle deelnemers van de bijeenkomst, maar ook onze lezers, uit om dit debat voort te zetten door te reageren op de gepubliceerde teksten of door hun vraagstellingen en overdenkingen op te sturen, zoals sommige sympathisanten dat trouwens al gedaan hebben.
Naar aanleiding van het debat op een publieke bijeenkomst
Eén van de belangrijkste kwesties die op de publieke bijeenkomst werd gesteld, was de vraag of “de Derde Wereldoorlog al gaande was of op het punt staat om te beginnen?” (uit de bijdrage van een aanwezige op de PB). Ook in de media doen alom geruchten de ronde dat de Derde Wereldoorlog zich in Syrië aan het ontwikkelen is en volgens sommigen zelfs al begonnen is. “De regionale oorlog begint meer en meer op een Derde Wereldoorlog te lijken. (…) De Derde Wereldoorlog is in de maak.” En zelfs: “Het Ruslandkamp rolt alles en iedereen op in Syrië: binnenkort invasie vanuit Iran. Dan begint de Derde Wereldoorlog pas goed”. Onlangs lazen we op een frontpagina: “De Russische premier, Dmitri Medvedev, waarschuwde voor de Derde Wereldoorlog” (De Standaard, 15 februari) . Ook in zijn overdenkingen die de bovengenoemde deelnemer ons na de bijeenkomst toestuurde blijft hij een gevaar zien voor een wereldwijde confrontatie tussen de grootmachten: “Ik blijf van mening dat er in het luchtruim boven Syrië ongelukken kunnen gebeuren tussen Rusland en de VS. Rusland beschikt wel over kruisraketten en nucleaire wapens. Het zou ook onbedoeld nogal uit de klauwen kunnen lopen.”
In zijn bijdrage somde de kameraad een aantal bekende en relevante symptomen op van de huidige wereldsituatie. Terecht kunnen we hierdoor geschokt zijn. Er gebeuren op dit moment “verschrikkelijke dingen in de wereld”, zoals een andere aanwezige het gevoelsmatig verwoordde. Een toenemend aantal gebieden van de planeet (Midden-Oosten, Oekraïne, Afrika) vallen in een zwart gat of worden zelfs onbewoonbaar door oorlog, economische destructie en terreur, massale vluchtelingenstromen die historische toppen scheren, bloedige terroristische aanslagen, enzovoort.
De vraag die centraal stond tijdens de bijeenkomst was: hoe moeten we deze gebeurtenissen kaderen? Beperken we ons tot een empirische opsomming van symptomen of kunnen we een rode draad vinden? Welke rode draad dan? Wat is er fundamenteel veranderd vergeleken bij de situatie van de ‘Koude Oorlog’ van de jaren 1970-1980? Wat is de historische context waarin de arbeidersstrijd zich vandaag moet ontwikkelen? Bevatten de hoger geciteerde berichten ook een grond van waarheid en kunnen we spreken van een aanzet tot een dreigende wereldoorlog?
Zeker, een aantal uiterlijke verschijnselen lijken te wijzen op zo’n nakende oorlog:
-
ook aan de beide voorgaande wereldoorlogen gingen plaatselijke conflicten vooraf, die beperkt bleven (Marokkaanse oorlog voor WOI en de Spaanse burgeroorlog voor WOII);
-
natuurlijk kan een plaatselijk conflict, vooral met het huidige geavanceerde wapenarsenaal, snel uitlopen op een conflict dat een hele regio, zoniet een heel werelddeel in vlam zet.
-
aan de vooravond van de wereldoorlog waren er ook nog geen duidelijke en volledig vastomlijnde imperialistische blokken geformeerd;
- en uiteraard wordt de bevolking in de regio’s geconfronteerd met een barbaarsheid die niet moet onderdoen voor die van een wereldoorlog. Kijk maar naar de gebeurtenissen in Syrië.
Toch verdedigde de IKS tijdens de publieke bijeenkomst de opvatting dat deze “verschrikkelijke dingen” uitingen zijn van de huidige periode van ontbinding van het kapitalisme en niet een voorbode of zelfs maar een begin van een Derde Wereldoorlog.
Het kapitalisme in verval en de tendens tot wereldoorlog
Niet dat er geen redenen tot een wereldoorlog bestaan. Integendeel! De wereldoorlogen zijn fundamenteel verankerd in het feit dat met de opdeling van de wereldmarkt tussen de centrale machten het kapitalisme zijn historische grenzen van ontwikkeling bereikt heeft en militarisme en oorlog centrale manifestaties zijn geworden van een neergaand economisch systeem (1). Al 100 jaar lang kunnen de grote nationale staten bij hun verovering van de wereld alleen maar tegenover elkaar staan. Al 100 jaar lang breekt de oorlog geen politieke noch economische grenzen meer open voor een verdere ontwikkeling van het kapitalisme. De oorlogen van de 19e eeuw, hoe moorddadig zij ook geweest zijn, hadden vanuit het oogpunt van de ontwikkeling van het kapitalisme een rationaliteit. Nu de taart is opgedeeld, kan iedereen zijn eigen aandeel slechts vermeerderen door de vermindering van het aandeel van de anderen. Oorlog wordt hoe langer hoe meer een irrationele, op globaal economisch niveau bekeken, en levensbedreigende absurditeit voor de mensheid. Redenen om oorlog te voeren zijn er door die fundamentele belangenconflicten tussen alle kapitalistische, imperialistische staten dus legio.
Eveneens kunnen we het eens zijn dat in de periode van neergang van het kapitalisme sinds 1914 zo’n oorlog er altijd toe neigt om een veralgemeende vorm aan te nemen: een wereldoorlog.
“De imperialistische politiek is niet het werk van één of enige staten, zij is het product van een bepaalde graad van rijpheid in de wereldontwikkeling van het kapitaal, een van huis uit internationaal verschijnsel, een ondeelbaar geheel, dat slechts kenbaar is in al zijn wederkerige betrekkingen en waaraan zich geen enkele staat kan onttrekken.” (Rosa Luxemburg, De crisis der sociaaldemocratie, Hoofdstuk VII)
De hele geschiedenis vanaf de Eerste Wereldoorlog tot de Koude Oorlog leert ons inderdaad dat in de voorbereiding van een dergelijke oorlog alle staten gedwongen worden partij te kiezen, voor het ene of het andere blok, totdat er uiteindelijk twee globale militaire blokken tegenover elkaar staan. De noodzaak van de staten om zich te vervoegen bij één van de beide blokken is de enige manier waarop ze in de internationale jungle hun nationale belangen kunnen verdedigen. “De algemene tendens van de huidige kapitalistische politiek beheerst daarbij zo goed als een almachtige, blind werkende wetmatigheid de politiek van de afzonderlijke staten, net als de wetten van de economische concurrentie de productievoorwaarden voor de afzonderlijke ondernemers dwingend bepalen.” (R.L., Junius-brochure, t.a.p., p. 138, ); “De kleine naties vormen slechts schaakstukken in het imperialistische spel van de grootmachten, en ze worden, net als de arbeidende volksmassa’s van alle deelnemende landen, tijdens de oorlog als werktuig misbruikt, om na de oorlog opgeofferd te worden op het altaar van de kapitalistische belangen“ (R.L., Ontwerp voor de Junius-Stellingen, in Verzamelde Werken, Band 4, p. 44). (2)
Tijdens de publieke bijeenkomst lag de nadruk in de discussie niet zozeer op de redenen tot een oorlog of op de ingebakken tendens van het kapitalisme in verval tot een imperialistische wereldoorlog, maar op de vraag of de voorwaarden tot dergelijke wereldoorlog vandaag aanwezig zijn. Twee wezenlijke voorwaarden om te kunnen spreken over een - koers naar een - wereldoorlog werden in de discussie naar voor gebracht:
-
op de eerste plaats het bestaan van stabiele militaire blokken;
- op de tweede plaats een arbeidersklasse, in het bijzonder in de centrale landen van het kapitalisme (West-Europa, VS), die bereid is om zich in een dergelijke veralgemeende oorlog als kanonnenvlees in te schakelen en zich aan de ijzeren hand van de oorlogsindustrie te onderwerpen.
Die beide voorwaarden bestaan vandaag gewoonweg niet.
Waarom bestaan er op dit moment geen stabiele militaire blokken?
In de discussie werden verschillende argumenten aangehaald om te antwoorden op de vraag: hoe komt het dan dat de bourgeoisie er niet in slaagt een dynamiek te ontwikkelen naar de vorming van nieuwe militaire blokken terwijl de tegenspraken van het kapitalisme zich verder verscherpen en een dergelijke “oplossing” zich met de dag sterker opdringt? Er werd ook opgeworpen: “Dat de partnerschappen binnen de blokken wisselen niet inhoudt dat er geen blokken zijn: Rusland en Iran gaan nu samen, Iran stuurt grondtroepen, Rusland vliegtuigen.”(uit een commentaar van een deelnemer aan de PB) en tenslotte: betekent dit ook dat de oorlogsdreiging beperkt blijft?
- Kenmerkend voor een wereldoorlog is dat hij zich ook en zelfs vooral in de centrale landen van het kapitalisme ontwikkeld. Want het uiteindelijke doel van de wereldoorlog is dat een van de twee landen, die de leiding van een imperialistisch blok op zich heeft genomen, met militaire middelen op de knieën wordt gedwongen. En dat kan alleen maar als het overwinnende imperialistische blok doordringt tot in het hart van de leider van het blok, dat aan de verliezende hand is. Het hoofd van het vijandige blok moet immers totaal verslagen worden, opdat het niet meer in staat is zich voor te bereiden op een revanche. (Dit was het geval met Duitsland, na het verlies in de Eerste Wereldoorlog.) Dit betekent dat iedere blokvorming met het oog op een wereldoorlog sterk genoeg moet staan en de economische en militaire krachten moet omvatten, evenals een strategische controle. Dit is vandaag in de context van een centrifugale dynamiek van het “ieder voor zich” niet het geval.
- Er moet immers ook rekening gehouden worden met het feit dat in een wereldoorlog alle landen, van de hele wereld, gedwongen worden om partij te kiezen voor het ene of voor het andere blok. Er is de noodzaak om eenzelfde discipline aan de verschillende nationale bourgeoisieën op te leggen binnen een stabiel blok: om hun onderlinge tegenstellingen te beperken en hen te bundelen voor de confrontatie tussen beide militaire kampen. Allianties beperken zich dan niet tot enkele landen of tot allianties tussen twee landen, zoals nu vaak het geval is. De huidige allianties voldoen bij lange na niet aan de stabiele en betrouwbare allianties die in de aanloop naar een wereldoorlog nodig zijn om blokken te vormen, maar wisselen voortdurend, waarbij de bondgenoten van vandaag de vijanden van morgen zijn en omgekeerd. (3) “[…] de tendens naar het "ieder voor zich" en de [de daaruit voortvloeiende] instabiliteit van de militaire allianties vormen een belemmering voor de vorming van nieuwe imperialistische blokken” (4) die een voorwaarde vormen voor de uitbraak van een volgende algehele wereldslachting. Binnen de huidige partnerschappen worden de blokhoofden of kandidaat-blokhoofden bovendien constant tegengewerkt: allen hebben geheime agenda’s. Israël, Iran, Saoedi Arabië, Turkije, Frankrijk en Engeland, Duitsland, China, …
- Een laatste belangrijke voorwaarde is dat de bourgeoisie beschikt over een voldoende geloofwaardig thema, waarrond ze een oorlogscampagne kan organiseren. Een thema dat dus voldoende enthousiasme ontmoet om de meest essentiële delen van de bevolking te mobiliseren achter haar nationalistische vaandels. In plaats van het antifascisme zou de bourgeoisie nu het antiterrorisme naar voren kunnen schuiven. Maar er is geen enkel land van voldoende economisch én militair belang dat met enig succes de rol zou kunnen spelen van de “schurkenstaat” bij uitstek en andere “terroristische” staten rond zich zou verenigen.
Waarom de arbeidersklasse tot nu toe de bourgeoisie verhinderde een wereldoorlog te ontketenen?
In de periode van heropbouw en kortstondige economische boom in de periode van 1945 tot 1965, die volgde op de Tweede Wereldoorlog, en door de verplaatsing van de imperialistische botsingen naar de niet-centrale landen van het kapitalistische systeem, werd een directe botsing tussen het Westblok (achter de VS) en het Oostblok (achter de USSR) voorkomen. In deze periode was de arbeidersklasse trouwens nog niet hersteld van haar historische nederlaag en was zij dus geen beslissende factor in het blokkeren van de gang naar een wereldoorlog.
De dynamiek naar een Derde Wereldoorlog kwam echter terug op de dagorde te staan met de heropleving van de historische crisis van het kapitalisme. De imperialistische spanningen en conflicten tussen de twee blokken werden scherper en dus ook het gevaar van een direct conflict tussen de blokken.
Maar deze tendens werd fundamenteel in vraag gesteld toen een nieuwe en ongeslagen generatie van de arbeidersklasse, sinds het einde van de jaren 1960, opnieuw haar strijd opnam op wereldschaal als antwoord op de eerste tekenen van een terugkeer van deze historische open crisis. De heersende klasse van geen van beide imperialistische partijen kon er zeker van zijn dat zij in staat zou zijn om de werknemers te overtuigen om de klassestrijd voor hun eigen materiële belangen te stoppen en dat zij alles zouden opgeven voor een nieuwe wereldoorlog. Ze kon op geen enkele manier rekenen op de arbeidersklasse, wat in de aanloop naar de Eerste, maar meer nog naar de Tweede Wereldoorlog wel het geval was. Dit werd vooral met kracht aangetoond door de massastaking in Polen in 1980. Ondanks de nederlaag die de arbeiders opliepen, maakte deze krachtige stakingsbeweging het voor de heersende klasse duidelijk dat ze de arbeidersklasse nooit kon winnen voor haar project van de wereldoorlog. In de periode tussen 1968 en 1989 verhinderde de klassenstrijd dus het ontketenen van een Derde Wereldoorlog. Een ideologische of zelfs fysieke nederlaag was nodig om de weerstand te breken en de arbeidersklasse te kunnen mobiliseren voor een nieuwe Holocaust.
De moeilijkheid van de bourgeoisie om het proletariaat in te lijven in een algemene imperialistische oorlog en de moeilijkheid van het proletariaat om verder te gaan dan de eenvoudige weerstand aan de economische aanvallen op haar levensvoorwaarden en de oorlogswerving, opende een situatie van "impasse" van de sociale evolutie, een ontbindingsfase, de ultieme maar onuitgegeven fase van het verval van het kapitalisme.
“In de maatschappij zijn er daarom twee klassen met tegengestelde belangen, die elkaar confronteren, maar niet in staat zijn om een definitief antwoord door te drijven. De geschiedenis stopt echter niet. Nog minder dan voor eerdere maatschappijvormen is het 'bevriezen' of `stagneren' van het sociale leven mogelijk. Als gevolg van de crisis kunnen de tegenstellingen in het kapitalisme slechts dieper worden. De bourgeoisie is niet meer in staat om de maatschappij ook maar een schijn van een perspectief te geven. Het proletariaat is op het moment ook niet in staat om haar perspectief, revolutie, doorgang te doen vinden. Deze situatie kan enkel leiden tot een situatie van algehele ontbinding; het kapitalisme rot weg.” (5)
Met de ontbinding van het kapitalisme neemt de oorlogsdreiging een meer verraderlijke vorm aan
Deze patstelling was het centrale element in het opbreken van de twee imperialistische blokken en het uitstellen van het vooruitzicht van een klassieke Derde Wereldoorlog. Aan het einde van de jaren 1980 was dit een feit.
Maar daarmee was de kwestie van de oorlog als de enige “oplossing” die de bourgeoisie kent voor haar interne tegenspraken waaronder haar systeem gebukt gaat, niet van de baan. Integendeel. In het debat tijdens de bijeenkomst werd geargumenteerd dat de oorlogsdreiging vandaag een andere en meer verraderlijke vorm aanneemt. In plaats van een wereldoorlog ontwikkelde zich een tendens tot de veralgemening van lokale oorlogen. De ineenstorting van het Oostblok in 1989 opende de doos van Pandora. De verdwijning van de beide imperialistische blokken, “openen de deur voor de uitbarsting van een hele reeks van plaatselijke rivaliteiten. [Maar] Deze rivaliteiten en confrontaties kunnen momenteel niet in een wereldconflict ontaarden.” (6) Maar “ten gevolge van de verdwijning van de discipline, die door de aanwezigheid van de blokken wordt opgelegd, dreigen deze conflicten echter heftiger en talrijker te worden en in het bijzonder, natuurlijk, in de zones waar het proletariaat het zwakste is.” (7)
Deze toestand van ontbinding van het kapitalisme is al ver gevorderd in landen als Libië en Syrië. In de huidige oorlogen in het Midden-Oosten is geen methode of rationaliteit meer te bespeuren, behalve een groot ieder voor zich. Er zijn geen economische argumenten. Biljoenen dollars zijn in rook opgegaan in de oorlogen in Irak en Afghanistan alleen al. De nieuwe "natie", het kalifaat van Isis, met zijn eigen imperialisme, zijn kanonnenvlees, zijn brutaliteit en irrationaliteit, zijn “eindstrijd”-ideologie, is vooral een uitdrukking van de kapitalistische ontbinding met inbegrip van de imperialistische maneuvers van de grote mogendheden die het op één of andere manier tot leven wekten.
Dit illustreert dat het elk voor zich en de verrotting van het systeem geleidelijk kan afglijden in een groot aantal lokale en regionale conflicten, waarbij meer en meer lokale, regionale en, daarachter, wereldmachten betrokken zijn en waarbij meer en meer delen van de planeet kunnen verwoest worden.
“Oorlog is de meest geconcentreerde vorm van de barbaarsheid van het kapitalisme in verval; het is een uitdrukking van haar doodstrijd en de dreiging die over het voortbestaan van de mensheid hangt.” (8)
Wat betekent dit voor het perspectief voor de arbeidersstrijd?
Dit brengt ons terug naar het centrale thema van de publieke bijeenkomt: de betekenis van de huidige massale vluchtelingenstroom vanuit het oogpunt van de arbeidersklasse. Want naast de oorlog worden grote delen van de wereldbevolking op dit moment nog met meer “verschrikkelijke dingen” geconfronteerd en waarvoor ze proberen te vluchten. Het probleem is veel meer gedifferentieerd en strekt zich uit van een wereldwijde vernietiging van de natuurlijke omgeving, van de structuur van het sociale leven tot de toenemende invloed van het irrationele en het obscurantisme in de maatschappij. Al die “verschrikkelijke dingen” zijn symptomen, zoals we in de aanhef van deze tekst aanhaalden, van het verval en meer in het bijzonder van deze fase van ontbinding van het kapitalisme. “De ontbinding is dus het resultaat van (….) De optelsom van alle tegenstellingen die de vervalperiode heeft opgeleverd. (…) Zo verschijnt het stadium van ontbinding [in wezen] als de conclusie, de synthese, van alle opeenvolgende tegenstellingen en uitingen van het kapitalistisch verval.” (9)
De "vluchtelingencrisis" in de centrale landen laat echter al zien dat de oorlog meer en meer een dagelijkse zorg wordt voor de arbeiders in de kernlanden. Steeds meer moeten zij zich de vraag stellen van welke toekomst ze willen: ieder opgesloten in zijn “bunkerstaat” en in een permanente staat van beleg? De belangen van het kapitaal en zijn naties blijven verdedigen? Of de weg opgaan van een solidaire, internationale wereldgemeenschap, gebaseerd op de bevrediging van de menselijke behoeftes, waarin de materiële realiteit van het “internationalisme” wordt vertaald in een bewuste solidariteit en eenheid. In Duitsland en ook in andere landen zagen we duizenden jonge arbeiders maar ook gepensioneerden op de been komen om hun spontane solidariteit te uiten met de vluchtelingen. In het kielzog van de morele verontwaardigingsgolf die we voorheen zagen in de beweging van de Indignados is dit een teken dat een ondergrondse rijping gaande is. Vandaag begint “internationalisme” vaak in negatieve en schijnbaar abstracte vormen: in een radicale kritiek van het onaangepast burgerlijke kader van de natiestaat om het probleem van oorlog, terrorisme en de vluchtelingen op te lossen; in de erkenning van de noodzaak om het kader van concurrerende natiestaten te overstijgen ten einde de economische en ecologische crisis te overwinnen. Maar door het feit dat al deze protesten niet geïdentificeerd worden met de historische belangenstrijd van de arbeidersklasse en aldus niet in een positief politiek perspectief uitmonden, is het voor de bourgeoisie nog steeds mogelijk om deze verontwaardiging en invraagstelling tijdelijk te neutraliseren en op te vangen achter haar hypocriete “humanitaire” en “democratische” praatjes.
Zolang de leden van de arbeidersklasse gevangen zitten tussen hun objectieve klassepositie en hun perceptie van inidviduele “burgerschap”, worden zij verscheurd, want het verplicht hen individueel keuzes te maken die de hunne niet zijn en het doet hen machteloos voelen. Eerst in de beweging als collectieve klasse, als autonome belangengemeenschap tegenover het kapitaal kan zij een bredere en politieke visie ontwikkelen met een hoger bewustzijn en een grotere eenheid door de toename van het klassegevoel.
Naar het einde van de discussie toe is door de IKS duidelijk gesteld, en we willen dit hier uitdrukkelijk nogmaals onderlijnen, dat om de verspreiding van dit niveau van barbarij, met name naar de centra van het kapitalisme te voorkomen, de arbeidersklasse meer nodig heeft dan alleen een passief verzet tegen de uitwassen van het systeem en de oorlogsretoriek, en meer dan alleen economische weerstand. De tijd dringt, anders komen we in een onomkeerbare afdaling in de barbarij terecht wat de mogelijkheid om de menselijke samenleving op een hoger niveau te brengen kan uitschakelen.
De arbeidersklasse bezit nog steeds, als enige klasse, het potentieel om zich bewust te worden van de onderliggende oorzaken van al deze “verschrikkelijke dingen”, de oorlog en de verbinding met de algemene, historische crisis van het kapitalisme. Door haar geassocieerd, mondiaal karakter, producent van alle goederen en diensten, kan zij als enige klasse een positief politiek perspectief bieden voor iedereen. Ze moet daarvoor de noodzaak bevestigen van een nieuwe maatschappij voor een authentiek kommunisme, bepleit door Marx en alle revolutionairen die in zijn kielzog gevolgd zijn.
Lac/20.02.2016
(1) Zie artikel “100 jaar verval van het kapitalisme”: https://nl.internationalism.org/node/1087 en OT militarisme en ontbinding https://nl.internationalism.org/iksonline/201601/1302/orientatietekst-militarisme-en-ontbinding;
(2) Zie ook “Over het imperialisme”: https://nl.internationalism.org/node/473
(3) Dit wordt zelfs door burgerlijke wetenschappers erkend: Nowhere in the world has much opportunity to start World War III. A World War requires two (or more) power blocs with a global capacity to wage military, economic, social and political warfare. There does not exist two such blocs. (Is Syria a potential place where WWIII can start from?; Kevin Flint, political scientist);(5) “20e Congres van Révolution Internationale: Voortbouwen op de verworvenheden van de IKS”, https://fr.internationalism.org/node/5688 );
(4) "20e Congres van Révolution internationale: Voortbouwen op de verworvenheden van de IKS", https://fr.internationalism.org/node/5688
(5) “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme”, https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het-
(6) Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 61 “Na de instorting van het Oostblok, destabilisatie en chaos”, https://en.internationalism.org/node/3204
(7) Idem voetnoot 7.
(8) Idem voetnoot 2.
(9) Idem voetnoot 6.