Politiegeweld en confrontatie met de politie... De bourgeoisie gebruikt alle mogelijke middelen om de strijd te ondermijnen!

Printer-friendly version

Geconfronteerd met de vastberadenheid van de arbeiders in Frankrijk, vermenigvuldigt de bourgeoisie de valstrikken en valkuilen: schaamteloze provocaties van de regering, valse hoop op een ‘institutioneel resultaat’ of een ‘sociale dialoog’... zowel van links als van rechts doet de bourgeoisie er alles aan om de strijd in een impasse te brengen. De laatste weken is het vooral het ongegeneerde geweld van de politie dat door de media wordt gebruikt en de ronde doet.

Politiegeweld en provocaties zijn klassieke vormen om de orde te handhaven. Na tevergeefs gewed te hebben op uitputting door het herhaaldelijk verlies van een dag loon, spelen Macron en zijn regering nu de kaart van het gebruiken van het blinde en steriele geweld van de ‘zwarte blokken’. Hierdoor kunnen ze bewust een enorme onderneming van politieprovocaties en repressie op alle demonstranten en stakende arbeiders in gang zetten

Zo werd alles in het werk gesteld om de demonstraties van 28 maart in Frankrijk te laten uitmonden in een gewelddadige en massale confrontatie met de politie. Eerst waren er de verbale provocaties van Macron tegen de ‘onruststokers’, waarbij de demonstranten werden voorgesteld als een horde misdadigers. Vervolgens waren er de zeer schokkende beelden en opnames die de sociale netwerken overspoelden waarin agenten demonstranten, vooral de jongsten, aanvallen, intimideren en vernederen. En tenslotte de kinderen die, nadat de prefectuur de hulpdiensten had belet in te grijpen, zich in Sainte-Soline tussen leven en dood bevonden, gewond door oorlogswapens. Deze provocaties waren ondraaglijk en het risico was groot dat de gevoelens jegens de politie niet zouden ophouden bij de leuzen: “Iedereen haat de politie!”, maar zouden uitmonden in chaotische straatgevechten en brandende barricades.

Op 28 maart waren de demonstraties echter rustig, met een woede-uitbarsting tijdens de betogingen, maar met incidentele en marginale schermutselingen waarbij enkele tientallen mensen betrokken waren. Hetzelfde gebeurde, maar dan nog rustiger, op 6 april. De arbeidersklasse is niet in de val gelopen!

Want het was inderdaad een valstrik: de bourgeoisie deed er alles aan om de woede van degenen die zich mobiliseren in sociale bewegingen te verergeren, door haar agenten straffeloos te laten optreden en dit kenbaar te maken: geen sancties, geen schorsing, een cynische en arrogante minister van Binnenlandse Zaken, wiens arrogantie weinig onderdeed voor die van het Élysée! Vanaf dat moment was de boodschap duidelijk: de volgende keer is het erger, de volgende keer is het oorlog en zijn jullie gewaarschuwd!

De demonstranten hadden massaal bang kunnen worden, de ouders hadden hun middelbare schoolkinderen of studenten kunnen tegenhouden en de bourgeoisie zou hebben gelachen om een mobilisatie ‘op zijn retour’. Een deel van de demonstranten had zich ook kunnen laten meeslepen in een rechtstreekse confrontatie met de politie, dan had de bourgeoisie een geweldige kans gehad om te zeggen dat elke sociale beweging altijd eindigt in vernietiging en chaos en dat alleen de staat en zijn politie ‘veiligheid en vrede’ kunnen garanderen.

De bourgeoisie is echter niet tevreden met het uitoefenen van terreur en het aansturen op steriele confrontaties, zij heeft een zeer effectief en gevaarlijk wapen in handen via haar ‘democratische’ ideologie en de vakbonden. Deze laatste presenteren zich namelijk als verantwoordelijken, als de garanten van vreedzame demonstraties en effectieve strijd. In werkelijkheid werken zij niet alleen op klassieke wijze samen met de prefectuur en de politie om de betogingen voor te bereiden, maar zorgen zij ook zelf voor de ordehandhaving, organiseren zij de demonstraties op een manier om ze te verdelen, op te delen per sector, beroep, categorie, ieder achter zijn vaandel, ingekaderd door zijn vakbond en zijn geluidsinstallatie om discussies te voorkomen en alle andere initiatieven dan de door hen georganiseerde de kop in te drukken. De andere kant van deze medaille wordt geleverd door de linkse partijen en de bourgeois media die proberen nog meer ideologisch gif in de hoofden van de arbeiders toedient - met als doel ons te laten denken dat de vakbonden de arbeiders echt verdedigen, maar ook dat er een ‘politiemacht ten dienste van het volk’ zou kunnen zijn die onberispelijk handelt en met respect voor de rechtsstaat. Dit zijn leugens! De vakbonden zijn, net als de politie, organen van de staat. Zij staan fundamenteel in dienst daarvan, dat wil zeggen als speerpunt van de verdediging van de burgerlijke orde en uitbuiting.

De klassenstrijd heeft niets te maken met het blinde en minderheidsgeweld dat momenteel tot uiting komt in de weinige confrontaties met de repressiekrachten, en past ook niet in de illusies van een ‘menselijker’ en zogenaamd ‘democratischer’ kapitalisme.

De kracht van de arbeidersklasse ligt in haar collectieve en massale strijd, het terrein waarop haar bewustzijn een revolutionaire klasse te zijn kan worden versterkt, in staat om een echte krachtsverhouding met de heersende klasse op te leggen, niet om vuilnisbakken in brand te steken of op straat achter een peloton van de CRS aan te gaan. De bourgeoisie weet dit en probeert met alle middelen dit proces te verhinderen door reacties van blinde woede uit te lokken die als uitlaatklep dienen en die ze weten te kanaliseren.

 

GD / 04.04.2023

Geografisch: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Stakingen in Frankrijk