Bijlage: Pensioenen, brugpensioenen, werkloosheid, Waals ‘Marshall-plan’: De aanval op de brugpensioenen is pas het begin!

Printer-friendly version

Achter alle vaagheid en mist, een globale aanval op de levensvoorwaarden van de arbeidersklasse


De arbeidersklasse heeft alle reden om ongerust te zijn over de voorgenomen einde loopbaan-maatregelen die werden vastgelegd in het ‘herstelprogramma’ dat de regering Verhofstadt voorgelegde aan de ‘sociale partners’. Deze maatregelen worden gekenmerkt door vaagheid en mist, ze verbergen dan ook een omvangrijke aanval op de pensioenen en de sociale zekerheid in het algemeen.
Het gaat ook om het verbergen van een nog breder geheel van aanvallen die de levensomstandigheden van alle arbeiders aanzienlijk zullen verslechteren, en niet alleen die in de de privé-sector waarop ze momenteel direct gericht is. Er wordt gedebatteerd over een geheel van niet minder de 67 maatregelen van de ‘socialistische’ minister Freya Van Den Bossche rond alle aspecten van het economische en sociale leven van de loonarbeiders; van arbeiders en bedienden net als van de werklozen.
Het laatste trimester van 2005 zal daarom een belangrijk moment worden in de afbraak van de levensvoorwaarden van de arbeidersklasse in België, die langer zal moeten werken tegen steeds magerder pensioenen.
Dit roept natuurlijk om een vastbesloten reactie van de arbeidersklasse. Om daartoe te komen is het noodzakelijk dat de vakbondsmanoeuvres aan de kaak worden gesteld die met hun actiedagen alleen proberen om de onvrede te kanaliseren en de gevoelens van onmacht te versterken. Een werkelijke reactie kan alleen op gang komen door weer aan te sluiten bij een ware klassensolidariteit.

Waarover gaat het? De beweringen en de werkelijkheid


De Belgische sociale zekerheid, die volgens de bourgeoisie een model vormt voor de hele wereld, zou alleen gered kunnen worden door omvangrijke hervormingen. Om daartoe te geraken worden eerst en vooral de pensioenen aangepakt. Vandaar het invoeren van een kortingssysteem voor de pensioenen voorafgaand aan het 65ste levensjaar dat het mogelijk moet maken om de pensioenen met 4% per jaar te verlagen voor wie geen veertigjarige carrière achter de rug heeft. En anderzijds door het benodigde aantal dienstjaren voor een behoorlijk pensioen op te schroeven. De meest spectaculaire aanval is natuurlijk die op de brugpensioenen. Het brugpensioen werd voorheen in het algemeen toegekend vanaf 58 jaar na 25 dienstjaren en in geval van herstructurering vanaf 52 of 50 jaar na 20 arbeidsjaren. De regering wil uitkomen op een leeftijd van 60 jaar uitgaande van oplopende criteria afhankelijk van de carrière en rekening houdend met het arbeidsverleden, maar pas na 36, 38 of 40 dienstjaren. Vande Lanotte drukt dat in een interview als volgt uit: “Op de leeftijd van vijftig jaar zal u niet meer uit het arbeidsproces worden gegooid. U mag langer werken. Anders.” (Le Soir, 14.09.2005).
De werkelijke manoeuvre bestaat niet zozeer uit het uitstellen van het brugpensioen, maar dat grotendeels om te vormen in openlijke werkloosheid. En als er voorlopig nog niet direct aan de pensioenleeftijd wordt geraakt, dan moet de arbeidersklasse zich ook daarover ernstig ongerust maken want ook die kassen beginnen leeg te raken.
Na de ‘actieve welvaartsstaat’ van de vorige ‘paars-groene-coalitie’, zie hier het nieuwe gevleugelde woord van mevrouw Onkelinx: “het actief ouder worden”. Met die uitdrukking wordt op termijn het hele brugpensioen op de helling gezet zoals dat werd toegekend tijdens herstructureringen en collectieve ontslagen: “De brugpensioenen die voortvloeiden uit de collectieve ontslagen, veroorzaakt door een sluiting of herstructurering, vormde de klassieke oplossing waarvan de werkgevers gebruik maakten om sociale onrust te voorkomen. Het werd toegekend op de leeftijd van 52 of 54 jaar. Soms 50... of zelfs 48 jaar. De regering is van gedachten veranderd. Het brugpensioen zal alleen nog worden toegekend aan wie geen vervangende arbeid meer kan vinden.” (Le Soir, 05.10.2005). Minister Vande Lanotte is van mening: “Maar we moeten weten dat als onze tewerkstellingsgraad afneemt het onmogelijk is om de pensioenen en de gezondheidszorg te blijven betalen. We kunnen alle mogelijke herfinancieringen bedenken voor de sociale zekerheid, maar nooit de bijdragen van de arbeiders vervangen via hun afdrachten. Ik verdedig dat de belangrijkste alternatieve financiering bestaat uit de werkgelegenheid.” (Le Soir, 14.09.2005).
De economische vooruitzichten zijn echter slecht en de bourgeoisie is zich er van bewust dat de volledige werkgelegenheid niet meer terugkeert. Vandaar de maatregelen. Gezien de jeugdwerkloosheid kunnen we ons niet voorstellen dat de werkelijke bedoeling eruit bestaat de ‘ouderen’ aan het werk te houden. Het gaat veeleer om het opheffen van het brugpensioen, dat tot op heden diende om de werkloosheid te verbergen en sociale spanningen te voorkomen. Vande Lanotte voegt daaraan toe: “We willen geen big bang, maar geleidelijke hervormingen”, anders gezegd: we staan pas aan het begin van deze aanvallen. Deze maatregelen zullen volgens Le Soir van 3 en 4 september, en op grond van een studie van de VDAB, mettertijd een “sociale tsunami” veroorzaken.
Inderdaad, de vereiste veertig jaar arbeid komt er op neer dat 84% van de vrouwen niet meer voor brugpensioen in aanmerking komt. Zelfs wanneer het plafond op 32 arbeidsjaren wordt gelegd krijgt een kwart van de vier mannen en de helft van de vrouwen geen brugpensioen meer.
Dat er niet genoeg werkenden zijn om dat te betalen en de pensioenen te financieren komt niet zozeer door de vergrijzing van de bevolking en het omhoog gaan van de levensverwachting. Als de maatschappij - kapitalistisch gesproken - ‘niet genoeg actieven’ heeft dan komt dat niet door de bevolkingsopbouw want de werklozen, de werkenden met een nep-statuut en alle anderen die zijn uitgesloten uit de categorie ‘actief’ wensen niet méér dan een arbeidsplaats en enige bestaanszekerheid. De ware oorzaak van het gebrek aan ‘actieven’ bestaat uit de crisis en de werkloosheid die het kapitalisme voortbrengt en waarvoor het verantwoordelijk is.
Dat laat enkel het cynisme van de bourgeoisie zien en het volslagen onmenselijke karakter van haar systeem. Wat te doen met al die ‘oude loonarbeiders’ die klaarblijkelijk te lang leven, althans naar de smaak van het kapitalisme. Nadat het hun arbeidskracht een leven lang heeft uitgebuit en hun loonzakje leeghaalde - zoals voor de pensioenen en de brugpensioenen - klaagt het kapitalisme er ook nog eens over dat degenen die niet langer productief zijn onderhouden moeten worden!
Een van de belangrijkste onderdelen van wat het ‘sociaal loon’ wordt genoemd begint in duigen te vallen want de vrije val van pensioenen en brugpensioenen draait er in verreweg de meeste gevallen op uit dat afdalen tot onder het niveau van het minimumloon. Zo zal er met de pensioenen hetzelfde gebeuren als wat de rest van de kapitalistische uitbuiting gebeurde: het wordt alles economische en sociale onzekerheid.
De crisis van het kapitalisme is dus de oorzaak van het probleem waardoor de bourgeoisie gedwongen wordt om mettertijd een hele reeks van fundamentele onderdelen van wat ze de ‘sociale verworvenheden’ noemt af te schaffen. Ondertussen heeft de bourgeoisie van 2003 tot 2005 de rationaliseringen doorgezet bij grote bedrijven als Sabena, Siemens, Ford, Opel, Alcatel, net als semi-staatsbedrijven als Belgacom, De Post, de NMBS om niet meer dan de belangrijkste te noemen.
Gelijklopend werd er in sommige sectoren en bedrijven druk uitgeoefend om terug te keren tot de veertig uur, soms werd het opgelegd, in naam van het ‘redden van werkgelegenheid’. De chantage met delocalisaties leidde in verscheidene bedrijven tot loonsverminderingen en tot het afschaffen van wettelijke toelagen. Dat voorkwam niet weg dat de groei in het eerste trimester van 2005 Nul was. De druk van de concurrentie van de andere landen op de mallemolen van de wereldmarkt kan de noodzaak voor de Belgische bourgeoisie om de arbeidersklasse aan haar noden te onderwerpen alleen maar versterken.
De kassen raken leeg door de crisis. Daardoor kunnen de pensioenen en brugpensioenen niet meer worden betaald. Bijgevolg komt het hele systeem van sociale zekerheid op de helling te staan. De vijftig plussers werden tot nog toe met rust gelaten, maar nu heeft Frank Vandenbroucke ook op hen de jacht geopend. De werklozen van vijftig jaar en ouder die een toelage op hun uitkering ontvingen zullen door deze vrekken niet langer worden gespaard; afhankelijk van de regeling zullen de toelagen op de uitkeringen afgeschaft worden voor 19% van de mannen en voor 29% voor vrouwen. In het ergste geval verdwijnt de toelage voor 82% van de mannen en 90% van de vrouwen.
Het ‘Marshall-plan’ voor Wallonië is niet meer dan de zoveelste herstructurering want het gaat erom enkele bedrijven concurrentiekrachtiger te maken ten koste van de hele rest en over de rug van de arbeiders. Er worden nieuwe soberheidsmaatregelen genomen bovenop wat al wordt uitgevoerd en wat nog komt met het beroemde ‘herstelprogramma’. Dat alles laat zien dat het ‘herstelprogramma’ en andere pogingen om alternatieve financieringen te vinden niets anders vertegenwoordigd dan het met alle mogelijke middelen proberen om het gat van vijf miljard euro op de begroting voor 2006-2007 te dichten en hele onderdelen van de sociale zekerheid af te schaffen. De Belgische bourgeoisie moet het voorbeeld volgen van Duitsland, Frankrijk, Nederland en de meeste Europese landen; het kan het op de helling zetten van de sociale zekerheid en het pensioen-systeem niet tot in het oneindige uitstellen om de arbeidskosten drastisch te verlagen. In het raamwerk van de economische wereldcrisis spreidde de ‘paarse’ regering vanaf haar vorming in 2004 haar doelstellingen openlijk tentoon: de opening van vijf ‘werkterreinen’ gericht op het “herstel van de productiviteit van de Belgische economie”: a) verlaging van de lasten voor ondernemingen; b) loonmatiging; c) verlaging van de kosten verbonden aan de werkloosheid; d) uitbreiding van de arbeidstijd per week en verlenging van de beroepsloopbaan; e) alternatieve financiering van de sociale zekerheid.
Het gaat dus overduidelijk om een frontale en globale aanval, maar zodanig gepresenteerd dat de werkelijke gevolgen verborgen blijven terwijl de hervormingen cynisch cynisch voorgesteld als ‘verbeteringen’ voor de arbeidersklasse.

Willen de vakbonden deze aanvallen werkelijk afslaan?


Dat vraagt natuurlijk om een vastbesloten antwoord van de arbeidersklasse. Om daartoe te komen is het nodig aan de manoeuvres van de vakbonden aan de kaak te stellen met hun oproepen tot ‘echt overleg’ en de bluf van hun ‘actiedagen’ waarmee enkel de bewustwording over de omvang van de aanvallen wordt vertroebeld; waarmee de onvrede wordt gekanaliseerd en het gevoel van onmacht versterkt.
Wat de bourgeoisie ‘overleg’ noemt vertegenwoordigt feitelijk niets anders dan de innerlijke taakverdeling tussen regering en vakbonden. De kneep bestaat eruit het zó voor te doen alsof er meningsverschil zou bestaan tussen regering en vakbonden. De regering durft te verklaren: “Werk langer, dat is nodig. In ruil garanderen we een waardig pensioen”; zo werpt ze zichzelf op, en dan vooral haar ‘socialistische’ ministers, als de “verdediger van het behoud van de kern van de sociale verworvenheden”, enkel ten koste van “wat kleinere offers”. De vakbonden van hun kant klagen dat de werkgevers de kassen konden leegroven onder het toeziend oog van de regering. Om ze weer te vullen, zo zegt de regering immers, moeten de patronale lasten verlicht worden om de werkgelegenheid te scheppen waardoor de kassen van de sociale zekerheid worden gevuld. We zitten dus in een vicieuze cirkel, die, gezien de ontwikkeling van de economische crisis, in een onomkeerbare neerwaartse spiraal is overgegaan.
Het verlagen van de lasten voor de ondernemingen gaat volgens minister van economische zaken Johan Vande Lanotte de goede kant op, in een vraaggesprek verklaarde hij: “In drie jaar werd de druk van de lonen aanzienlijk verlaagd (met 1,5% van het BNP). Maar daaraan is niet veel ruchtbaarheid gegeven...” (Le Soir, 14/09/2005). En met reden, want een flink deel van het loon dat diende voor de sociale zekerheid kwam terecht in de brandkasten van de werkgevers. Die 1,5% van het BNP vormt dus een ware overval op de loonmassa. Dááruit bestaat die verlichting van de patronale lasten, maar we moeten vaststellen dat daarmee geen werkgelegenheid is geschapen, noch voor jongeren, noch voor ‘ouderen’.
Ook voor de vakbonden mogen de ‘alternatieve financieringen’ niet doorwegen op de loonkosten, maar moeten ze ten laste komen van het spaargeld, vooral via de belastingen op roerende goederen (15-20% van de inkomsten). Dat wil zeggen dat het opnieuw de arbeiders zijn die zullen betalen, maar dan op een andere manier; want deze financiering mag niet ten koste gaan van de werkgevers of de staat.
Al heel lang is ons voorgehouden: “de ontslagen moeten worden aanvaard om de werkgelegenheid te behouden.” Nu wordt daar met evenveel cynisme aan toegevoegd: “de sociale zekerheid moet worden verminderd om die te redden.”
Hoeveel arbeiders hebben al niet lopen te janken uit woede en schaamte omdat ze deel gingen uitmaken van de rijen van de werkloosheid? Vakbonden en patronaat verklaren het eens te zijn in de vaststelling dat er een eindeloopbaan-probleem bestaat. Zelfs als ze de juistheid aanvechten van de hervormingen van de regering dan zijn de vakbonden het daarmee inhoudelijk eens. Het idee dat er iets moet worden gedaan om ‘het eindeloopbaan-systeem te redden’ is al oud, want er zijn steeds meer gepensioneerden en steeds minder actieve loontrekkers om ervoor te betalen. Alleen al de wijze waarop ze het probleem gezamenlijk stellen laat zien dat ze elkaar gevonden hebben. Inderdaad, ook de vakbonden verwachten van de uitgebuiten om de innerlijke tegenspraken van het systeem waardoor ze worden uitgebuit in overweging te nemen, niet om het door haar strijd een genadeklap te geven, maar om ervoor te zorgen dat het dankzij nieuwe offers kan blijven voortbestaan.
De bourgeoisie weet heel goed dat de vakbonden dienen om haar leugenachtige beloften door te geven. De vaagheid van de regering over de te nemen maatregelen, nog vergroot door de mist rond de zogenaamd ‘mogelijke vakbondsalternatieven’, stelt de vakbonden in staat om het sociale terrein te bezetten te voorkomen dat de onvrede wordt omgezet in daadwerkelijke strijdbaarheid. Zo saboteren ze momenteel de bewustwording van de arbeidersklasse over de omvang van de aanvallen.
De vakbondspolitiek bestaat uit het verdedigen van het “overleg om de maatregelen te verzachten”, of, zoals ACV-voorzitter Luc Cortebeek het uitdrukte: “Wij onderhandelen verder omdat we zo voor de werknemers het meest kunnen bereiken.” Het patronaat van zijn kant is het daarmee natuurlijk eens: “Het FBO neemt een constructieve en verantwoordelijke houding aan. Het dossier is te belangrijk.” Als de bourgeoisie de slavernij weer invoert, dan gaat de vakbond onderhandelen over het last van de ketenen.
Tijdens de interprofessionele onderhandelingen van december 2004 werd voor de vakbondssabotage gebruik gemaakt van een scenario dat doeltreffend bleek; na eindeloze verwikkelingen, herhaalde koerswijzigingen, oprispingen, patronale provocaties, stakingsacties ter ondersteuning van de vakbondsonderhandelaars en de verwerping van akkoorden, besloot de regering ondanks alles haar plan ten uitvoer te brengen, “want het was goedgekeurd door de overgrote meerderheid van de Belgische werkgevers en werknemers”. De ABVV plooide zich en tekende alleen protest aan om enige geloofwaardigheid als ‘strijdbare vakbond’ te behouden. Verhofstadt was bijgevolg een gelukkige eerste minister want “het sociale overlegmodel werkte uitstekend, en dat in een periode die niet makkelijk was.”
Dit jaar zagen we de christelijke vakbond vooraan staan om al voor de vakantie de spierballen te laten rollen en een algemene stakingsdag voor 3 oktober af te kondigen. Eind september, midden in de onderhandelingen, kondigde het ABVV een algemene staking aan voor 7 oktober. Vervolgens kondigt de ACV zijn eigen algemene staking aan voor een andere dag om die daarna weer af te gelasten na ‘overleg’ met een regering die wat brokken toewierp voor de pensioenen die al jaren niet meer geïndexeerd waren.
Die verdelingen vormen een bewuste en vooropgezette sabotage. Als de spoorwegbonden een ‘gezamenlijk front’ vormen, dan is het alleen om de spoorwegarbeiders des te beter af te zonderen van de andere sectoren. Als de vakbonden van de Brusselse ziekenhuizen ook al een ‘algemeen vakbondsfront’ vormen met een week staking, dan is het ook al los van de andere sectoren, en bovendien, “Deze week donderdag zal de stakingsactie in de ziekenhuizen  onderbroken worden om de nationale syndicale acties, die eind deze week plaatsvinden, niet te verstoren.” (De Standaard, 03.04.2005). Die manoeuvre werd voorafgegaan door de onderhandelingen voor het professioneel akkoord bij De Post getekend door de CGSP in naam van het pragmatisme van de Franstaligen maar dat verworpen werd door de andere vakbondscentrales in Vlaanderen. In tegenstelling tot de vakbondsverklaringen bestond het doel niet uit het uitoefenen van druk op regering of werkgevers. Het ging er om een effectief verdelingsmiddel op te zetten.
De manoeuvres waren erop gericht de arbeidersklasse op te delen per vakbond, per sector, per regio. Een werkelijk antwoord kan alleen op gang komen door weer aan te sluiten bij de solidariteit van alle arbeiders; werkend of werkloos.

Aansluiten bij de klassensolidariteit


De maatregelen raken alle arbeiders, over de grenzen heen van sectoren en regio’s, verdelingen tussen openbare en privé-sector, en dat geldt evenzeer voor de spoorwegarbeiders, de arbeiders van VW en Belgacom net als voor de werkers in de gezondheidszorg en de postmannen. Alleen een vastbesloten en verenigd antwoord kan de aanvallen pareren.
Als de arbeiders zich doelmatig willen verdedigen, dan kunnen zij hun blik niet gericht houden op de vakbonden, maar moeten ze eerder de solidariteitsmanifestaties tot voorbeeld nemen zoals die de laatste tijd in Europa herhaaldelijk op gang kwamen. Op de Londense vlieghaven Heathrow bijvoorbeeld gingen een duizendtal arbeiders spontaan in staking uit solidariteit met de 670 arbeiders van het Amerikaanse cateringbedrijf Gate Gourmet, een onderaannemer van British Airways, waarvoor ontslag was aangekondigd.
Bovenop de verdelingsmanoeuvres dragen de vakbonden er ook zorg voor dat de arbeiders ieder afzonderlijk in hun hoekje blijven. In conflicten kunnen de arbeiders alleen op elkaar rekenen want de vakbonden blijven de strijd kanaliseren binnen de sectoren en de bedrijven en isoleren de arbeiders van elkaar om de strijdbaarheid des te beter te breken net als de uitingen van arbeiderssolidariteit. Ze voorkomen dat de onvrede verenigd wordt en vooral dat het bewustzijn groeit dat de arbeidersklasse overal wordt aangevallen. De beheerslogica van het kapitaal volgen komt neer op een capitulatie vooraf, van het aanvaarden van de ontslagen omdat er niet voldoende afzet voor de kapitalistische productie is, het aanvaarden van uitkeringsverminderingen (pensioenen, terugbetaling voor de gezondheidszorg,...) om het nationale kapitaal niet te verzwakken tegenover de internationale concurrentie; uiteindelijk worden zo alle arbeidersvijandige maatregelen geslikt.
Dezelfde maatregelen en aanvallen worden wereldwijd steeds meer dezelfde. Overal stort het kapitalisme de arbeidersklasse in dezelfde bestaansonzekerheid. Daaruit blijkt des te meer het onherstelbare bankroet van het kapitalisme. En dat kan enkel het bewustzijn van het proletariaat versterken dat er van dit systeem geen enkele verbetering meer te verwachten is en dat er geen andere keuze bestaat dan strijd te leveren voor de omverwerping en vernietiging ervan. Daaraan te werken is momenteel de hoogste vorm van proletarische solidariteit.
Het enig mogelijke antwoord bestaat uit de ontwikkeling van strijd op klassenterrein. We hebben geen andere keuze dan strijd te leveren, want anders zullen we steeds meer offers moeten brengen. De ontwikkeling van onze strijd is de enige manier om ons te verzetten tegen de steeds omvangrijker aanvallen van de bourgeoisie die in een steeds dieper crisis terechtkomt en die geen andere keuze heeft dan de uitgebuiten steeds dieper in de ellende te storten.

06.10.2005 / Internationalisme

Geografisch: 

Aktiviteiten van de IKS: 

Territoriale situatie: