Bij vele gelegenheden, tijdens klimatologische of industriële rampen die talrijke slachtoffers hebben veroorzaakt, heeft het IKS systematisch de krokodillentranen van regeringen, politieke of economische leiders aan de kaak gesteld die zich altijd beroepen op ‘het noodlot’, de pech, ‘menselijke fouten’, de ‘onverantwoordelijkheid’ van deze of gene technicus, arbeider of de plaatselijke instantie belast met het onderhoud, of de ‘onvoorspelbaarheid’ van klimatologische episodes...
Telkens wanneer men geconfronteerd wordt met dergelijke rampen, overstromingen, gigantische bosbranden, het instorten van een brug, zoals in Genua, het omvallen van een kabelbaan, het instorten van een fabriek, een modderstroom, enz. (en deze tragische gebeurtenissen zijn in de loop der jaren alleen maar toegenomen), zijn de schaamteloze hypocrisie en het cynisme van de bourgeoisie grenzeloos. Zij heeft altijd geprobeerd een ideale zondebok te vinden, een slap excuus te vinden om de onrechtvaardigheid te rechtvaardigen, om de mensen te doen vergeten wie de echte schuldigen zijn: de vertegenwoordigers en verdedigers van een aftakelend, stervend kapitalistisch systeem dat overal ter wereld de dood en verderf zaait uit al zijn poriën.
Vandaag, in Griekenland, bij de spoorwegramp waarbij twee treinen frontaal op elkaar botsten, hebben de regering en de spoorwegmaatschappijen geprobeerd de schuld af te schuiven op een onervaren stationschef die een fatale fout maakte, die hij zelf toegaf.
Maar, in tegenstelling tot andere even dramatische ongevallen, onder andere in Griekenland ten tijde van de gigantische branden van 2018 en 2021, die tientallen doden veroorzaakten, bleven de schok, de pijn en het verdriet van de bevolking, geconfronteerd met de dood van deze 57 slachtoffers, niet beperkt tot intieme herinneringen, tot plechtige eerbetuigingen onder auspiciën van de burgerlijke staat, en keerden zij zich niet tegen deze stationschef die door de regering en door premier Mitsotakis als de ‘schuldige’ werd aangeduid.
In een weigering ‘het noodlot’ te accepteren, explodeerde de verontwaardiging en de reusachtige woede van het grootste deel van de bevolking, vooral van de arbeidersklasse, op straat, in Athene, in Thessaloniki, in de bedrijven, in massale demonstraties met tienduizenden mensen, door spontane stakingen onder het spoorwegpersoneel, met een oproep tot werkonderbreking op woensdag 8 maart in een groot deel van de openbare en particuliere sectoren, van de gezondheidszorg tot leraren, zeevarenden, metropersoneel, studenten... een gebeurtenis nog nooit vertoond in meer dan tien jaar!
Zoals in Groot-Brittannië meer dan 9 maanden lang, zoals in Frankrijk vandaag in het licht van de pensioenhervorming, roept de arbeidersklasse in Griekenland: ‘genoeg is genoeg!’ De maat is vol!
Geconfronteerd met de openbare diensten in verval, na meer dan tien jaren van de bezuinigingen, reageert de straat op de regering met deze leuze die in alle betogingen te horen is: “Het was geen menselijke fout, het was geen ongeluk, het was een misdaad”. “Weg met moorddadige regeringen!” “Mitsotakis, minister van misdaad”... De publicatie van de schaapachtige verontschuldiging van premier Mitsotakis voor zijn aanvankelijke verklaringen over de ‘menselijke fout’ van de stationschef werd gezien als een verdere provocatie, waardoor meer dan 12.000 mensen spontaan de straat op gingen.
De arbeidersklasse in Griekenland drukt haar solidariteit uit met alle slachtoffers van de kapitalistische uitbuiting, haar weigering om te betalen voor de crisis, haar weigering om de herhaalde bezuinigingsplannen te accepteren, of langere werktijden zoals in Frankrijk, haar weigering om te sterven met het dagelijks vervoer dat een instrument des doods is geworden: gebrek aan personeel, vervallen infrastructuur, vernielde bussen of treinen, ontbrekende of verouderde veiligheidssystemen, tekort aan materieel.... “Dit treinongeluk was de laatste druppel. Niets werkt in Griekenland. Onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, alles ligt in puin. Deze regering heeft niets gedaan om deze ondraaglijke situatie in de overheidssector recht te zetten, maar wel geld uitgegeven aan het leger en de politie” (aldus een Griekse leraar).
Dit is de dagelijkse realiteit van de kapitalistische wereld, van de verslechtering van onze levens- en arbeidsomstandigheden, overal, in alle landen!
Deze massale strijdbaarheid van de arbeidersklasse vandaag in Griekenland voegt zich bij die van het proletariaat in Frankrijk, in Groot-Brittannië, dat al weken, maanden strijdt en zich mobiliseert in een strijd waaruit grote woede en vastberadenheid spreekt.
De verontwaardiging tegenover de hypocrisie van de staat, tegenover het ongebreidelde winstbejag van de geprivatiseerde bedrijven of niet, geeft uitdrukking aan dezelfde woede, dezelfde solidariteit, dezelfde weigering om te buigen, om steeds opnieuw de uitbuiting te ondergaan en met het leven te betalen voor de dagelijkse afbraak van het verrotte kapitalistische systeem.
Het is dezelfde klassen-‘reflex’ die hier in Griekenland weer opduikt, in het verlengde van andere massale uitingen van woede overal ter wereld over de crisis, het wanbeheer en de nalatigheid van de staat. Het is jaren geleden dat de strijdbaarheid van de arbeiders in Griekenland op een dergelijk niveau tot uiting kwam.
Deze ‘reflex’ van solidariteit in de gelederen van de arbeiders is een breuk met jaren van teruggang en apathie of van de arbeidersklasse. Een veelzeggend en veelbetekenend voorbeeld: tijdens de stakingsdag van 8 maart in Athene besloten de stakende arbeiders van het openbaar vervoer om bussen en metrolijnen enkele uren te laten rijden om het vervoer en de deelname van demonstranten aan de betogingen te vergemakkelijken! Zo kan de strijd tot mobilisatie en solidariteit leiden, in tegenstelling tot de door de vakbonden voorgestelde ‘blokkades’ zoals in Frankrijk!
De bourgeoisie, in Griekenland even gedestabiliseerd door de massale reactie van de arbeiders, probeert de mobilisatie en de bezinning natuurlijk te beperken: zij roept ‘schande’ over corruptie, vriendjespolitiek, de terugtrekking van de ‘rechtsstaat’, de door Europa opgelegde bezuinigingen, en roept op tot de mobilisatie voor de volgende parlementsverkiezingen! Alles is goed om de realiteit van de afbraak van de kapitalistische wereld en haar werkelijke verantwoordelijkheid te verdoezelen, in Griekenland net als overal.
Maar wat de uitkomst van deze strijdbeweging ook moge zijn, de openlijke, massale en solidaire uitdrukking ervan vandaag is al een overwinning, een volgende stap in de directe deelname aan de vernieuwing van de internationale arbeidersstrijd.
Stopio / 10.03.2023
Al meer dan een jaar lang een verschrikkelijk bloedbad; honderdduizenden soldaten aan beide zijden afgeslacht; meer dan een jaar van willekeurige bombardementen en executies, waarbij tienduizenden burgers zijn vermoord; meer dan een jaar van systematische vernietiging die het land in een gigantisch ruïneveld verandert, terwijl het aantal ontheemden in de miljoenen loopt; meer dan een jaar waarin aan beide zijden enorme sommen geld in deze slachtpartij zijn gestoken (Rusland besteedt nu ongeveer 50% van zijn staatsbegroting aan de oorlog, terwijl de hypothetische wederopbouw van het verwoeste Oekraïne meer dan 400 miljard dollar zou vergen). En deze tragedie is nog lang niet voorbij.
In termen van imperialistische confrontaties was het uitbreken van de oorlog in Oekraïne ook een belangrijke kwalitatieve stap in het afglijden van de kapitalistische maatschappij in oorlog en militarisme. Het is juist dat sinds 1989 verschillende oorlogszuchtige ondernemingen de planeet hebben opgeschud (de oorlogen in Koeweit, Irak, Afghanistan, Syrië...), maar daarbij ging het nooit om een confrontatie tussen imperialistische grootmachten. Het conflict in Oekraïne is de eerste militaire confrontatie van deze omvang tussen staten voor de deur van Europa sinds 1940-1945. Het betreft de twee grootste landen van Europa, waarvan het ene over nucleaire of andere massavernietigingswapens beschikt en het andere door de NAVO financieel en militair wordt gesteund, en het kan uitlopen op een catastrofe voor de mensheid.
Afgezien van de verontwaardiging en afschuw die dit grootschalige bloedbad teweegbrengt, is het de verantwoordelijkheid van revolutionairen zich niet te beperken tot algemene en abstracte veroordelingen, maar de belangrijkste lessen te trekken uit het Oekraïense conflict om de dynamiek van imperialistische confrontaties te begrijpen en de arbeiders te waarschuwen voor de verergering van de chaos en de intensivering van de militaire barbaarsheid.
Terwijl Rusland Oekraïne binnenviel, is een belangrijke les van dit oorlogsjaar ongetwijfeld dat achter de hoofdrolspelers op het slagveld het Amerikaanse imperialisme in het offensief is.
Geconfronteerd met het verval van hun heerschappij voeren de VS sinds de jaren 1990 een agressieve politiek om hun belangen te verdedigen, vooral tegenover de voormalige leider van het rivaliserende blok, Rusland. Ondanks de toezegging die na het uiteenvallen van de USSR was gedaan om de NAVO niet uit te breiden, hebben de Amerikanen alle landen van het voormalige Warschaupact in dit bondgenootschap opgenomen. In 2014 verving de ‘Oranje Revolutie’ het pro-Russische regime in Oekraïne door een pro -westerse regering en enkele jaren later bedreigde een volksopstand het pro-Russische regime in Wit-Rusland. Poetin’s regime reageerde op deze strategie van omsingeling door zijn militaire kracht in te zetten, het overblijfsel van zijn verleden als blokleider. Na Poetin’s overname van de Krim en de Donbas in 2014 begonnen de VS Oekraïne te bewapenen en zijn leger te trainen in het gebruik van geavanceerdere wapens. Toen Rusland zijn leger inzette aan de grenzen van Oekraïne, zetten ze de val op scherp door te beweren dat Poetin Oekraïne zou binnenvallen en tegelijkertijd te verzekeren dat zij zelf niet zouden ingrijpen. Met deze strategie om Rusland te omsingelen en te verstikken hebben de Verenigde Staten een meesterzet gedaan met een veel ambitieuzer doel dan alleen de Russische ambities een halt toe te roepen:
- Vanaf nu leidt de oorlog in Oekraïne tot een duidelijke verzwakking van de resterende militaire macht van Moskou en een vermindering van zijn imperialistische ambities. Het toont ook de absolute superioriteit van de Amerikaanse militaire technologie, die de basis vormt voor het ‘wonder’ van ‘het kleine Oekraïne’ dat de ‘Russische beer’ terugdringt;
- Het conflict stelde de VS ook in staat de schroeven binnen de NAVO aan te draaien, aangezien de Europese landen gedwongen werden zich aan te passen aan het Amerikaanse standpunt, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, die hun eigen politiek ten aanzien van Rusland ontwikkelden en de NAVO, die tot twee jaar geleden door de Franse president Macron als ‘hersendood’ werd bestempeld, negeerden.
- Het belangrijkste doel van de Amerikanen om Rusland een lesje te leren was ongetwijfeld een ondubbelzinnige waarschuwing aan hun belangrijkste uitdager, China. De afgelopen tien jaar hebben de Verenigde Staten hun leiderschap verdedigd tegen de opkomst van de Chinese uitdager: eerst, tijdens het presidentschap van Trump, door een open handelsoorlog; maar nu heeft de regering Biden de militaire druk opgevoerd (de spanningen rond Taiwan). Zo heeft het conflict in Oekraïne China's enige belangrijke militaire bondgenoot verzwakt en het project van de Nieuwe Zijderoute, waarvan één as door Oekraïne loopt, onder druk gezet.
Hoewel er geleidelijk een polarisatie van imperialistische spanningen is ontstaan tussen de VS en China, is dit het resultaat van een systematisch politiek van de dominante imperialistische macht, de VS, in een poging de onomkeerbare achteruitgang van zijn leiderschap een halt toe te roepen. Na de oorlog van Bush senior tegen Irak, de polarisatie van Bush junior tegen de ‘as van het kwaad’ (Irak, Iran, Noord-Korea), is het offensief van de VS er vandaag op gericht elke opkomst van grote uitdagers te voorkomen. Een dergelijke politiek van dertig jaar heeft geen enkele discipline en orde gebracht in de imperialistische verhoudingen. Integendeel, het heeft het ‘ieder voor zich’, de chaos en de barbarij verergerd. De Verenigde Staten zijn vandaag een belangrijk instrument voor de angstaanjagende uitbreiding van militaire confrontaties.
In tegenstelling tot oppervlakkige journalistieke verklaringen toont de ontwikkeling van de gebeurtenissen aan dat het conflict in Oekraïne allesbehalve heeft geleid tot een ‘rationalisering’ van de tegenstellingen. Naast de grote imperialisten, die onder druk staan van het Amerikaanse offensief, accentueert de explosie van een veelheid aan ambities en rivaliteiten het chaotische en irrationele karakter van de imperialistische verhoudingen.
De verscherping van de Amerikaanse druk op de andere grote imperialisten kan hen er alleen maar aanzetten tot een reactie:
- Voor het Russische imperialisme is het een kwestie van overleven omdat het nu al duidelijk is dat Rusland, ongeacht de uitkomst van het conflict, duidelijk verzwakt uit het avontuur zal komen dat zijn militaire en economische grenzen heeft blootgelegd. Het is militair uitgeput en heeft al tweehonderdduizend soldaten verloren, vooral onder zijn meest ervaren elite-eenheden, evenals een grote hoeveelheid tanks, vliegtuigen en moderne helikopters. Het is economisch verzwakt door de enorme kosten van de oorlog en de ineenstorting van de economie als gevolg van de westerse sancties. Terwijl de Poetin-factie met alle middelen probeert de macht te behouden, ontstaan er spanningen binnen de Russische bourgeoisie, in het bijzonder met de meer nationalistische fracties of bepaalde ‘krijgsheren’ (zoals Prigozjin, leider van de huurlingengroep Wagner). Deze ongunstige militaire en onstabiele politieke omstandigheden zouden Rusland er zelfs toe kunnen brengen zijn toevlucht te nemen tot tactische kernwapens.
- De Europese staten, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, hadden er bij Poetin op aangedrongen geen oorlog te voeren en waren zelfs bereid, zoals de indiscreties van Boris Johnson aantoonden, een in omvang en tijd beperkte aanval goed te keuren om het regime in Kiev te vervangen. Geconfronteerd met het falen van de Russische troepen en het onverwachte verzet van de Oekraïners, moesten Macron en Scholz zich gedwee aansluiten bij het door de VS geleide NAVO-standpunt. Van onderwerping aan de Amerikaanse politiek en het opgeven van de eigen imperialistische belangen is echter geen sprake, zoals blijkt uit de recente reizen van Scholz en Macron naar Peking. Bovendien hebben beide landen hun militaire budgetten sterk verhoogd met het oog op een massale herbewapening van hun strijdkrachten (een verdubbeling voor Duitsland, namelijk 107 miljard euro). Deze initiatieven hebben ook geleid tot spanningen in het Frans-Duitse tandem, met name over de ontwikkeling van gezamenlijke wapenprogramma's en over de economische politiek van de EU.
- China heeft zich zeer voorzichtig opgesteld ten aanzien van het conflict in Oekraïne, gezien de moeilijkheden van zijn Russische ‘bondgenoot’ en de nauwelijks verholen dreigementen van de Verenigde Staten aan zijn adres. Voor de Chinese bourgeoisie is de les bitter: de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat alle mondiale imperialistische ambities een illusie zijn bij gebrek aan een militaire en economische macht die met de Amerikaanse supermacht kan concurreren. Vandaag is China, dat nog geen strijdkrachten heeft die in verhouding staan tot zijn economische expansie, kwetsbaar voor Amerikaanse druk en voor de omringende oorlogschaos. Natuurlijk geeft de Chinese bourgeoisie haar imperialistische ambities, met name de herovering van Taiwan, niet op, maar zij kan alleen op lange termijn vooruitgang boeken door niet toe te geven aan de talrijke Amerikaanse provocaties (‘spionage’-ballonnen, verbod op het gebruik van TikTok...) en door een breed diplomatiek charmeoffensief te voeren om elk internationaal isolement te vermijden: ontvangst in Peking van een groot aantal staatshoofden, toenadering tussen Iran en Saoedi-Arabië gesponsord door China, het voorstel van een plan om de gevechten in Oekraïne te stoppen...
Anderzijds veroorzaakt het imperialistische ‘ieder voor zich’ een explosie van het aantal potentiële conflictgebieden. In Europa leidt de druk op Duitsland tot onenigheid met Frankrijk en heeft de EU kwaad gereageerd op het protectionisme van Biden's ‘Inflation Reduction Act’, die wordt gezien als een echte oorlogsverklaring aan de Europese export naar de VS. In Centraal-Azië gaat de achteruitgang van de Russische macht hand in hand met een snelle uitbreiding van de invloed van andere mogendheden, zoals China, Turkije, Iran of de VS in de voormalige Sovjet-republieken. In het Verre Oosten blijft het risico van conflicten bestaan tussen China enerzijds en India (met regelmatige grensgeschillen) of Japan (dat zich massaal herbewapent), om nog maar te zwijgen van de spanningen tussen India en Pakistan en de terugkerende spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea. In het Midden-Oosten zullen de verzwakking van Rusland, de interne destabilisatie van belangrijke hoofdrolspelers zoals Iran (volksopstanden, strijd tussen facties en imperialistische druk) of Turkije (rampzalige economische situatie) grote gevolgen hebben voor de imperialistische betrekkingen. In Afrika tenslotte, terwijl in verschillende regio's de energie- en voedselcrisis en de oorlogsspanningen woeden (Ethiopië, Soedan, Libië, Westelijke Sahara), werkt de agressieve concurrentie tussen imperialistische aasgieren destabilisatie en chaos in de hand.
Een jaar oorlog in Oekraïne heeft vooral onderstreept dat de kapitalistische ontbinding een van de schadelijkste aspecten van oorlog in het tijdperk van het verval accentueert: zijn irrationaliteit. De gevolgen van het militarisme worden namelijk steeds onvoorspelbaarder en catastrofaler, ongeacht de aanvankelijke ambities:
- de Verenigde Staten hebben twee Golfoorlogen gevoerd, evenals de oorlog in Afghanistan, om hun leiderschap op de planeet te bevestigen, maar in al deze gevallen was het gevolg een uitbarsting van chaos en instabiliteit, evenals stromen vluchtelingen;
- wat ook de doelstellingen waren van de vele imperialistische aasgieren (Russische, Turkse, Iranese, Israëlische, Amerikaanse of Europese) die in de gruwelijke burgeroorlogen in Syrië of Libië hebben ingegrepen, zij hebben een land achtergelaten dat in puin ligt, gefragmenteerd is en verdeeld in clans, met miljoenen vluchtelingen die naar de buurlanden of de geïndustrialiseerde landen zijn gevlucht.
De oorlog in Oekraïne is een voorbeeldige bevestiging hiervan: wat ook de geostrategische doelstellingen van het Russische of Amerikaanse imperialisme zijn, het resultaat is een verwoest land (Oekraïne), een economisch en militair geruïneerd land (Rusland), een nog meer gespannen en chaotische imperialistische situatie in de wereld, en nog steeds miljoenen vluchtelingen.
De toenemende irrationaliteit van de oorlogsvoering houdt een angstaanjagende uitbreiding in van de militaire barbaarsheid over de hele wereld. In deze context kunnen rond bepaalde doelstellingen ad hoc bondgenootschappen worden gevormd. Zo voert Turkije, een lid van de NAVO, een politiek van neutraliteit ten opzichte van Rusland in Oekraïne, in de hoop daarmee in Syrië een bondgenootschap met Rusland aan te gaan tegen de door de VS gesteunde Koerdische milities.
Maar in tegenstelling tot de burgerlijke propaganda leidt het conflict in Oekraïne niet tot een hergroepering van de imperialistische staten in blokken en opent het dus niet de dynamiek naar een derde wereldoorlog, maar eerder naar een angstaanjagende uitbreiding van bloedige chaos: belangrijke imperialistische machten als India, Zuid-Afrika, Brazilië en zelfs Saoedi-Arabië behouden duidelijk hun autonomie tegenover de hoofdrolspelers; de band tussen China en Rusland is niet hechter geworden, integendeel; terwijl de VS de oorlog gebruiken om hun standpunten binnen de NAVO op te leggen, gaan lidstaten als Turkije of Hongarije er openlijk hun eigen gang, terwijl Duitsland en Frankrijk op allerlei manieren proberen een eigen politiek te ontwikkelen.
Bovendien moet de leider van een potentieel blok in staat zijn vertrouwen tussen de lidstaten te wekken en de veiligheid van zijn bondgenoten te garanderen. China is echter zeer terughoudend geweest in zijn steun aan zijn Russische bondgenoot. Wat de Verenigde Staten betreft voert Biden, na de ‘America First’-aanpak van Trump, die de verhoudingen met de ‘bondgenoten’ had bekoeld, in feite hetzelfde politiek: hij laat hen een hoge energieprijs betalen voor de boycot van de Russische economie, terwijl de Verenigde Staten op dit gebied zelfvoorzienend zijn en de ‘anti-China’-wetten de Europese invoer hard zullen treffen. Het is precies dit gebrek aan veiligheidsgaranties dat Saoedi-Arabië ertoe bracht een overeenkomst te sluiten met China en Iran. Tenslotte wordt een belangrijk obstakel voor een dynamiek in de richting van een derde wereldoorlog gevormd door het proletariaat niet verslagen is en niet ideologisch gemobiliseerd is in dienst van de natie in de centrale industrielanden, zoals blijkt uit de huidige strijd in verschillende Europese landen. Een ideologisch wapen dat het proletariaat kan mobiliseren, zoals het fascisme en het antifascisme in de jaren 1930, bestaat vandaag niet.
De situatie is des te delicater omdat de ‘Oekraïne-crisis’ geen geïsoleerd verschijnsel is, maar een van de manifestaties van deze ‘polycrisis’[1], de opeenstapeling en interactie van gezondheids-, economische, ecologische, voedsel- en oorlogscrises, die de jaren twintig van de 21e eeuw kenmerken. En de oorlog in Oekraïne vormt in deze context een echte vermenigvuldiger en versterker van barbarij en chaos op mondiaal niveau:
"De samenvoeging en de interactie van deze vernietigende verschijnselen produceert een 'wervelwind-effect' (...) het is belangrijk om de drijvende kracht van oorlog te benadrukken, als een actie die doelbewust wordt nagestreefd en gepland door kapitalistische staten."[2]
In feite hebben de oorlog in Oekraïne en zijn economische gevolgen de heropflakkering van Covid (zoals in China) in de hand gewerkt, de stijging van de inflatie en de recessie in verschillende regio's van de wereld geaccentueerd, een voedsel- en energiecrisis veroorzaakt, een terugslag in het klimaatpolitiek veroorzaakt (kerncentrales en zelfs kolencentrales zijn weer in bedrijf) en tot een nieuwe vluchtelingenstroom geleid. Om nog maar te zwijgen van het altijd aanwezige risico van bombardementen op kerncentrales, zoals nog steeds rond de site van Zaporizja, of het gebruik van chemische, bacteriologische of kernwapens.
Kortom, een jaar oorlog in Oekraïne laat zien hoezeer hij de ‘grote herbewapening van de wereld’ heeft versterkt, gesymboliseerd door de enorme militaire investeringen van de twee grote verliezers van de Tweede Wereldoorlog, Japan, dat in vijf jaar tijd 320 miljard dollar heeft uitgetrokken voor zijn leger, de grootste bewapeningsinspanning sinds 1945, en vooral Duitsland, dat ook zijn defensiebudget verhoogt.
Als een duidelijk bewust product van de heersende klasse illustreert het bloedbad in Oekraïne duidelijk het bankroet van het kapitalistische systeem. Maar de gevoelens van machteloosheid en afschuw die de oorlog oproept, zijn niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van een proletarisch verzet tegen het conflict vandaag. Aan de andere kant zetten de aanzienlijke verscherping van de economische crisis en de aanvallen op de arbeiders die daar rechtstreeks uit voortvloeien, de arbeiders ertoe aan zich te mobiliseren op klasseterrein om hun levensomstandigheden te verdedigen. In deze dynamiek van hernieuwde strijd zal de oorlogszuchtige barbaarsheid uiteindelijk een bron zijn van bewustwording van het bankroet van het systeem, een bewustwording die nu nog beperkt blijft tot kleine minderheden van de klasse.
R. Havanais / 25.03.2023
Na tien maanden van stakingen in vele sectoren kan de heersende klasse, zowel op het Europese continent als overzee, niet langer verbergen dat de arbeidersklasse in Groot-Brittannië de rug heeft gerecht. De burgerlijke media, die aanvankelijk terughoudend waren in hun berichtgeving, moeten nu toegeven dat de stakingen alle records hebben gebroken: niet alleen wat betreft het aantal arbeiders en betrokken sectoren, maar ook wat betreft hun ontwikkeling tot een ware stakingsgolf[1].
De Internationalistische Kommunistische Tendens, een groep van kommunistisch links, heeft in een aantal artikelen en pamfletten een standpunt ingenomen over de bewegingen. Daarin verdedigt de ICT de klassenstandpunten in het algemeen, door erop aan te dringen dat het kapitalisme geen uitweg heeft uit zijn steeds dieper wordende crisis en gedwongen is zijn aanval op de arbeiders te intensiveren, dat deze laatsten zich moeten losmaken van het vakbondsgareel als zij de verdeeldheid willen overwinnen, wat betekent dat zij de organisatie van de strijd in eigen hand moeten nemen.
Maar het volstaat niet om abstracte standpunten voor te stellen, doorspekt met willekeurige analyses. Revolutionaire organisaties hebben de verantwoordelijkheid om de krachtsverhoudingen en de context waarin de strijd zich afspeelt nauwkeurig te evalueren om concrete perspectieven voor de dynamiek van de beweging voor te stellen. In dit opzicht is de analyse van de ICT van de betekenis van deze strijd zeer tegenstrijdig en onthult ze een inconsistent kader voor het begrijpen van de krachtsverhouding tussen de klassen.
De eerste uitingen van de strijd in het Verenigd Koninkrijk wekten aanvankelijk enig enthousiasme op bij de ICT: “de frontale aanvallen op de arbeiders lokken het begin uit van een nieuw verzet (...) na decennia van klassenverzet” en “in de huidige golf van wilde acties zien we al de mogelijkheid om zowel het vakbondskader als het juridische kader van de kapitalistische staat te overstijgen” [2]. Maar daarna bekoelde het enthousiasme aanzienlijk: “We zijn nog ver verwijderd van het niveau van militantisme van de jaren 1970” en begin 2023 constateerde de ICT dat “het gevaar van ‘geldmilitantisme’ groot is: geïsoleerde delen van arbeiders die zich uitputten door middel van behoorlijk slopende stakingen die vechten om wat eigenlijk kruimels zijn”[3]. De ICT verwijst hier naar haar standpunt over de strijd van de jaren 1970, “de jaren 1970 waarin elke sector van de arbeidersklasse, verdeeld door de vakbonden, steeds grotere percentages nastreefde voor een loonsverhoging. Dit leidde niet alleen niet tot een ter discussie stellen van de loonarbeid, maar versterkte deze zelfs”[4]. Maar welk een verrassing als de ICT zich in een van haar meest recente artikelen opnieuw laat meeslepen en stelt: “Op 1 februari 2023 was de grootste stakingsdag sinds meer dan tien jaar. Dit is slechts het begin van een stakingsgolf”[5].
Afgezien van het feit dat de bourgeoisie dit zelf al lang voor de ICT had geconstateerd, willen we graag begrijpen hoe de ICT de strijd in het Verenigd Koninkrijk nu globaal beoordeelt: duidt deze op “het begin van een stakingsgolf” of slechts op “geïsoleerde sectoren van arbeiders die zich uitputten door behoorlijk slopende stakingen”? Vormt deze beweging “het begin van een nieuw verzet (...) na decennia van klassenstrijd" of heeft zij niet alleen "geleid tot het niet ter discussie stellen van de loonarbeid, maar versterkte deze zelfs”?
Sinds de zomer van 2022 heeft de uitbreiding van de arbeidersstrijd in Groot-Brittannië soortgelijke bewegingen in andere landen geïnspireerd. Bijgevolg is een correcte beoordeling van de huidige golf in het Verenigd Koninkrijk onmogelijk als deze wordt losgekoppeld van de evolutie van de klassenstrijd op internationaal niveau. Toch bekijkt de ICT de strijd bijna uitsluitend door een Britse bril: in de zeven artikelen over de stakingen in Groot-Brittannië ontbreekt een verwijzing naar de strijd die zich elders ontwikkelt: het is alsof elke nationale sector van de arbeidersklasse zijn eigen strijd voert en de wereldwijde strijd slechts een optelsom is van nationale strijd in plaats van de uitdrukking van één enkele dynamiek.
Natuurlijk doet de ICT verslag van strijd in andere delen van de kapitalistische wereld, maar zij ziet niet het belang van de beweging in het Verenigd Koninkrijk als uitdrukking van een wereldwijde internationale tendens van het proletariaat om te breken met de voorgaande periode van geringe strijdlust en gebrek aan zelfvertrouwen. Zij weet dat de strijd in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zich afspeelt op proletarisch terrein, maar zij begrijpt in de praktijk niet wat deze twee fracties van de arbeidersklasse gemeen hebben.
De vertekende kijk van de ICT op de internationale dimensie van de proletarische strijd wordt bijvoorbeeld duidelijk geïllustreerd in het artikel over de strijd van de telecomwerkers in Spanje in 2015, waarin ze schrijft dat “er hier concrete mogelijkheden zijn voor internationale uitbreiding van de strijd, aangezien Teleafonica in vijf landen actief is” [6], terwijl de werkelijke en onmiddellijke behoefte van de stakende arbeiders is om in direct contact te komen met de arbeiders die betrokken zijn bij de strijd “in de dichtstbijzijnde fabriek, ziekenhuis, school, kantoor”[7]. Aan de andere kant versterkt dit soort "internationale" sectorale uitbreiding van de strijd alleen maar het corporatisme van de arbeidersklasse en heeft ze de neiging haar internationale eenwording te ondermijnen.
Om het belang van een bepaalde klassenbeweging te waarderen is het essentieel deze in een meer historische en mondiale context te plaatsen. Voor de IKS is de huidige strijd dus belangrijk omdat hij een breuk betekent met een periode van teruggang die teruggaat tot het eind van de jaren 1980 en de implosie van het ‘kommunistische’ blok, maar ook omdat zij bevestigt dat deze teruggang niet van dezelfde aard was als de wereldwijde historische nederlaag die de arbeidersklasse heeft geleden na het neerslaan van haar eerste revolutionaire aanval, tussen 1917 en 1923, een periode die door de internationale opleving van de strijd in 1968 werd afgesloten.
Maar in deze kwesties bevestigt de ICT haar inconsistentie. Tien jaar geleden verklaarde ze onomwonden dat we nog steeds in een contrarevolutionaire periode leefden: “De versplintering en verspreiding van de klasse (...) heeft het vermogen van de arbeidersklasse om terug te vechten verminderd en het voortdurende refrein dat er geen alternatief is voor het kapitalisme zijn allemaal bewijzen dat de klasse de zware nederlaag van de jaren 1920 nog steeds niet te boven is gekomen”[8]. In 2016-2017 beweerde ze voorzichtig dat “de klasse zich momenteel langzaam herstelt van decennia van teruggang en herstructurering” [9]. Maar de ICT trok deze analyse snel in om te beweren dat “we nog steeds vechten om het evenwicht te herstellen dat we al 40 jaar als een teruggang zien”[10].
Het duidelijkste bewijs dat de ICT de algemene historische context niet begrijpt, is het feit dat haar onderschatting van het belang van de huidige strijd hand in hand gaat met de grote energie die zij steekt in haar campagne ‘No War But The Class War’, die berust op de illusie dat de arbeidersklasse al in staat zou zijn een directe anti-oorlogsstrijd te voeren, zonder te beseffen dat een dergelijke verwachting volledig in strijd is met haar idee dat het proletariaat nog steeds gebukt gaat onder het gewicht van een historische nederlaag.
Hoewel de ICT vrij consequent is in haar veroordeling van vakbondsverdelingen, weten we dat zij de neiging heeft om in de val te trappen van de vakbondsbasis, wanneer die radicalere taal gebruICT en zelfs het vaandel van ‘stakingscomités’ opheft, ook in de gevallen waarin deze organen slechts de uitdrukking vormen van aangepaste vakbondsstructuren teneinde de controle over arbeiders te behouden. Voor de ICT zijn deze vakbondsorganen een stap vooruit, zoals blijkt uit het voorbeeld van de door ‘Unite’ opgerichte Bus Workers Combine, “die een poging is om de strijd voor betere lonen en voorwaarden in verschillende depots te coördineren. Verschillende groepen arbeiders die hun strijd verenigen is ongelooflijk belangrijk, en is onze beste kans op succes”. [11].
Deze opportunistische houding tegenover de vakbondsbasis houdt verband met de verwarring bij de ICT over de relatie tussen economische en politieke strijd. Het begrip ‘geldmilitantisme’ (zie het citaat hierboven in het artikel) drukt eigenlijk een miskenning uit van de economische strijd, een onderschatting van haar impliciet politieke dimensie.
Voor de IKS is de strijd op economisch terrein een essentiële en onvermijdelijke dimensie, die de wapens van de revolutionaire aanval van morgen smeedt. Met andere woorden, elke proletarische strijd “is tegelijk voor onmiddellijke eisen en revolutionair. Eisen stellen, weerstand bieden aan de kapitalistische uitbuiting, is de basis en de motor van de revolutionaire actie van de klasse. [...] In de geschiedenis van de arbeidersbeweging was er geen enkele proletarische revolutionaire strijd die niet tegelijkertijd een strijd om eisen was. En hoe kan het ook anders, want het is de revolutionaire strijd van een klasse, van een groep mensen die gekenmerkt worden door hun economische positie en verenigd worden door hun gemeenschappelijke materiële situatie?”[12].
Voor de ICT daarentegen “komt de economische strijd op, brengt voort wat ze kan voortbrengen op het niveau van de eisen, en neemt dan af zonder een politiek spoor na te laten. Tenzij de revolutionaire partij ingrijpt”[13]. De arbeiders zouden dus niet in staat zijn hun strijd te politiseren en dat kan alleen door tussenkomst van de ‘partij’, die hier fungeert als de deus ex machina die nodig is om de tegenstelling tussen de twee dimensies van de strijd te overwinnen.
Kortom, in het licht van de bewegingen in Groot-Brittannië, maar ook in heel Europa, is het bijzonder zorgwekkend dat een organisatie die beweert richtlijnen te geven voor de revolutionaire strijd van het proletariaat, niet in staat is deze strijd in zijn historische context te waarderen en de internationale dimensie ervan te vatten. Maar voor de ICT lijkt deze verantwoordelijkheid niet nodig omdat ‘de partij’, net als Superman, met een zwaai van haar toverstaf alles lijkt op te lossen!
D.&R.12.4.23
[1] Enkele voorbeelden
2 “Wildcat Strikes in the UK: Getting Ready for a Hot Autumn [7]”.
3 “Notes on the UK Strike Wave [8]”.
4 “Unions - Whose Side Are They On? [9]”.
5 “Unite the Strikes [10]”.
6 “Spanish Telecom Workers on All-Out Strike [11]”. [12]
8 Cleishbotham (september 2011) Forum van de ICT, “ICC theses on decomposition [14]".
9 “A Crisis of the Entire System [15], zomer 2017
10 Cleishbotham, februari 2019, Forum van de ICT: The Party, Fractions and Periodisation". [16]
11 "Two Comments on Recent Bus Strikes in the UK [17]
13 “The Question of Consciousness: A Basis for Discussion [19]”.
Zoals in vele landen van West-Europa heeft de arbeidersklasse in België, maar vooral in Nederland de laatste weken en maanden de strijd tegen de aanvallen op haar levens- en werkomstandigheden gevoerd met een strijdwil die we in deze landen lang niet hebben gezien.
In Nederland sprak de bourgeoisie zelfs over een stakingsgolf. De regelmatige stakingsacties van de werkers van de Bijenkorf en in het streekvervoer, die al enige maanden plaatsvonden, kregen in januari bijval van het gemeentepersoneel, van de werkers bij de sociale werkplaatsen, van het personeel van andere winkelketens, van de chauffeurs van Über, van het zorg- en leerlingenvervoer, vande touringcarbedrijven, de werkers in de ziekenhuizen, de arbeiders in de drankindustrie en -handel, bij de PostNL, Douwe Egberts, en het aardappelverwerkingsbedrijf Aviko.
In België waren er in dezelfde periode stakingen en werkonderbrekingen van het personeel bij de OCMW’s in Brussel, de federale ambtenaren, de werkers van Bpost, de brandweer in Brussel, in de publieke non-profit sector en het openbaar vervoer, onder de gevangenisbewaarders en de bagageafhandelaars op Zaventem, bij het verdeelcentrum van Decathlon in Willebroek, en bij meer dan 100 vestigingen van Delhaize.
Maar de strijd is nog uiterst versnipperd, iedereen staakt in zijn hoekje, voert actie op een andere dag, zonder massale betogingen of bijeenkomsten waar arbeiders over de voortgang van strijd kunnen discussiëren en beslissen. Hoe kunnen ze een antwoord vinden op dit dilemma? Verschillende linkse organisaties – die zich ‘socialistisch’, ‘kommunistisch’ dan wel ‘marxistisch’ noemen - schuiven oplossingen naar voren die op het eerste gezicht heel radicaal lijken; maar de vraag is: zijn ze dat wel en, vooral, beantwoorden ze werkelijk aan de noden van de arbeidersstrijd vandaag? Laten we eens nader bekijken hoe hun voorstellen eruitzien in de concrete strijd van de klasse.
Grenzeloos schrijft bijvoorbeeld“Het wordt tijd dat de FNV in overleg met zijn achterban zijn terechte eisen uit de campagne ‘Nederland verdient beter’ politiek maakt” en besluit om “de achterban daar massaal voor te mobiliseren”[2]. In België stelt de Linkse Socialistische Partij (LSP) ook: “ABVV-leden moeten het heft in handen nemen voor een meer strijdbare en democratische vakbond”[3].
Wat beide groepen de arbeiders, als antwoord op de onwil van de bonden om consequenter te zijn in de organisatie van de vakbondsacties, hier voorhouden moet zonder meer worden ontzenuwd. Want de manier waarop de FNV, tezamen met andere vakbonden, bijvoorbeeld de strijd in de afgelopen periode heeft georganiseerd is heel bewust zo gedaan. Dat vloeit voort uit haar rol binnen het kapitalisme, die er niet in bestaat de strijd doeltreffend te maken maar juist om dit te beletten en de arbeiders te ontmoedigen en hun strijdwil te ondergraven.
Sedert meer dan een eeuw is de vakbond geen ‘zelforganisatie van de werkenden’ meer en kan dat ook nooit meer worden. De hele geschiedenis van de afgelopen honderd jaar toont aan dat alle vakbonden de strijd van de arbeiders systematisch hebben ondermijnd. Zelfs de zogenaamd radicale en strijdbare vakbonden[4], die door de ‘radicaal’ linkse groepen ten voorbeeld worden gesteld, hebben de belangen van de arbeidersklasse na de nederlaag van de revolutionaire golf 1917-1923 niet meer verdedigd.
De oriëntatie die deze groepen de arbeiders aanreiken, te weten om zich binnen de vakbondin te zetten voor een meer radicale koers, heeft alleen tot gevolg dat de meer kritische arbeiders worden afgeleid naar activiteiten zonder vooruitzicht, die in wezen niets veranderen en dus alleen ontmoediging in de hand werken.
‘Als vakbonden niet strijdbaar zijn, dan ligt dat aan de leiders’, zo houden de strijdsyndicalisten ons voor. Volgens Socialistisch Alternatief is het gebrek aan strijdvaardigheid van de FNV toe te schrijven aan “het verraad van types zoals Wim Kok”[5], die de leiding hebben genomen binnen de vakbond. De GIS vindt op haar beurt dat er is iets fundamenteel fout zit in de FNV, als iemand “als Van Doesburg zo lang kon gedijen in de FNV [en]er niet voor zijn achterban, maar voor de klassenvijand zat”[6].
Het liedje van het verraad van de vakbondsleiders is echter zo oud als de weg naar Rome. In de laatste honderd jaar hebben alle vakbondsleiders zich tegen de arbeidersklasse gekeerd. Dat komt niet omdat ze zouden zijn overgelopen naar het kamp van de bourgeoisie, maar omdat de organisatie, waar ze leiding aan gaven, geen organisatie van de arbeidersklasse meer was, maar een organisatie van de burgerlijke Staat.
De ingroei van de vakbond in de burgerlijke Staat is het gevolg van de veranderde objectieve historische omstandigheden, die de inhoud van de arbeidersstrijd in de afgelopen honderd jaar fundamenteel heeft veranderd. Sinds het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, toen de historische crisis van het kapitalisme een aanvang nam, zijn blijvende verbeteringen binnen het kapitalisme niet meer mogelijk. De werkelijke inhoud van de arbeidersstrijd bestaat daarom niet meer uit graduele verbeteringen van de werk- en levensomstandigheden, zoals die in de 19e eeuw nog van de staat afgedwongen werden, maar is gericht op de onmiddellijke wereldwijde omverwerping van het in verval verkerende kapitalisme. Zoals Lenin het eens verwoordde: sinds het begin van de 20e eeuw“schuilt achter elke staking de hydra van de revolutie”.
En als gevolg van deze veranderde historische inzet van de strijd is de vakbond, als het apparaat dat essentieel bedoeld was verbeteringen te bewerkstelligen binnen het kapitalisme (wat momenteel niet meer mogelijk is), opgeslokt door de burgerlijke Staat.
Daarom leidt ook de oproep van de uiterst linkse groepen om ‘de vakbonden te heroveren’ door de ‘corrupte leiding te verjagen’ geenszins tot de versterking van de strijddynamiek en de klassemacht van de arbeiders. Het zet de arbeiders aan om te streven naar het heroveren van een organisatie van de burgerlijke Staat in hun midden, die de greep van deze organisaties op de arbeidersklasse versterkt en de arbeiders naar een zekere nederlaag leidt.
Een ander standpunt dat deze ‘radicale’ organisaties regelmatig naar voren schuiven is de verdediging van de openbare diensten - het openbaar vervoer, de zieken-, ouderen- en gehandicaptenzorg, het onderwijs, de cultuur, enzovoort - en ze leggen dan vooral de nadruk op de verdediging van de kwaliteit van deze diensten. De openbare diensten vormen, aldus de SAP, “samen de grondslag voor de opbouw van een werkelijk zorgzame en ecologische samenleving, die fundamenteel ingaat tegen de logica van geld en winst” [7]. Volgens de PVDA in België zijn het de openbare diensten die “zorgen voor een warme samenleving, waarin de mens voorop staat en niet de winst. Daarom steun ik de werknemers en de vakbonden van de openbare diensten in hun strijd voor respect en investeringen”[8].
Ook hier is een ondubbelzinnige afwijzing op zijn plaats. De openbare diensten, al of niet geprivatiseerd, zijn eerst en vooral instrumenten in dienst van de burgerlijke staat en het is dus complete onzin om ons voor te houden dat ze de ‘gemeenschap’ dienen. Maar vooral worden de werkers in deze ondernemingen net zozeer uitgebuit als in eender welk bedrijf. Ook in de openbare diensten wordt het werkritme opgevoerd, wordt er geherstructureerd, worden de lonen gedrukt, en worden er mensen ontslagen.
Daarenboven zijn vandaag ‘socialistische’ hervormingen binnen een kapitalistisch systeem in ontbinding onmogelijk. De ‘strijd voor de kwaliteit van de openbare diensten’ heeft dus niets gemeen met de strijd van de arbeiders voor hun werk- en levensvoorwaarden maar leidt ertoe dat hun belangen worden vermengd met die van bepaalde instanties van de burgerlijke staat.
Wat deze uiterst linkse groepennaar voren brengen gaat in feite lijnrecht in tegen de noden van de strijd, die erin bestaan haar te verenigen over de grenzen van de bedrijven en sectoren heen, en vertegenwoordigt een verkapte oproep aan de arbeiders om hun strijd als zelfstandige klasse op te geven.
“Revolutionair socialisten steunen de acties”[9]. Alleszins niet organisaties zoals de Linkse Socialistische Partij (LSP), Socialistische Alternatieve Partij (SAP), PVDA in België, en Socialistisch Alternatief, Groep Internationale Socialisten (GIS), Grenzeloos in Nederland [10]. Zij zetten valstrikken en schetsen valse perspectieven om te beletten dat de dynamiek van de strijd zich versterkt en verdiept. En dat gebeurt niet toevallig. Dat komt omdat ze deel uitmaken, niet van het kamp van de arbeidersklasse, maar van het politieke apparaat van de bourgeoisie. “Het feit dat ze minder invloed hebben of dat ze een meer radicale taal aanslaan doet niets af aan het in wezen burgerlijke karakter van hun programma en hun aard, maar maakt ze tot nuttige ronselaars” voor de traditionele linkse partijen van het kapitaal [11]. Hun taak bestaat er dus in om met hun schijnbaar radicale taal de arbeidersstrijd gevangen te houden in de kapitalistische logica van winst, rentabiliteit en kostenbesparingen in het belang van het concurrentievermogen van de nationale economie.
De geschiedenis heeft bewezen dat, wanneer de arbeiders als één klasse optreden, zij in staat zijn tot zelfstandig te handelen, te debatteren, initiatieven te nemen en creativiteit te ontwikkelen en, in deze dynamiek, de aanvallen van de barbaarse bourgeoisie terug te dringen en de kommunistische maatschappij naderbij te brengen. In dit perspectief roepen de revolutionaire organisaties in hun interventie de arbeiders op de strijd zelf in handen te nemen door algemene vergaderingen en gekozen stakingscomités te organiseren. De voorbeelden van arbeidersstrijd van de afgelopen honderd jaar hebben er echter geen twijfel over laten bestaan hoe de arbeiders, in de ontwikkeling van hun strijd, iedere keer weer botsen op de manoeuvres van de vakbonden. Daarom moeten revolutionairen de arbeidersvijandige aard van deze organisaties permanent aan de kaak stellen. In ditzelfde kader is het ook onontbeerlijk de zgn. ‘radicaal linkse’ organisaties, die beweren de arbeidersstrijd te steunen maar haar dynamiek in werkelijkheid saboteren, te ontmaskeren en aan te klagen.
Zyart / 2023.04.08
[1] Zie bijvoorbeeld Internationaal pamflet van de IKS: Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Mexico, China...Overal dezelfde vraag: Hoe de strijd ontwikkelen? Hoe kunnen we de regeringen terugdringen? [13]
[2] Grenzeloos, Nederland verdient beter ‒ Nederland heeft stevige eisen en actie nodig om van Rutte en de werkgevers te winnen [22]
[3] LSP, Gerommel aan de top van het ABVV. Voor een strijdbare vakbond met democratie van onderuit [23]
[4] Enkele van de bekendste voorbeelden zijn de Confederacion Nacional de Trabajo (CNT) in Spanje, de Industrial Workers of the World (IWW) in de VS, de Eenheidsvakcentrale (EVC) in Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog, de Freie Arbeiter Union (FAU) in Duitsland na diezelfde oorlog.
[5] Socialistisch Alternatief, Strijdbaarheid neemt toe in Nederland [24]
[6] GIS, Nederland verdient een democratische en strijdbare vakbeweging [25]
[7] SAP, Geconfronteerd met toenemende onzekerheid en verslechterende werkomstandigheden: haal het geld daar waar het zit! [26]
[8] Verklaring van Hedebouw van de PVDA in: "Een warme samenleving bouw je op sterke openbare diensten"
[9] Socialistisch Alternatief, Strijdbaarheid neemt toe in Nederland [24]
[10] Uitgezonderd de PVDA zijn al deze groepen directe of indirecte nazaten van de Vierde Internationale, die in 1938 is opgericht door Trotski, en die in de Tweede Wereldoorlog is overgegaan naar het kamp van de bourgeoisie door deel te nemen aan de imperialistische oorlog tegen Nazi-Duitsland. Slechts enkelen hebben zich tegen dit verraad van de Vierde Internationale gekeerd, waaronder Nathalie Trotski.
[11] Platform van de IKS, 13. De contra-revolutionaire aard van de ‘arbeiders’-partijen [27].
"Zolang het kapitalisme bestaat, zal er arbeidersstrijd zijn. Dit was het geval in de opgaande fase van het kapitalisme. En ook in de periode van verval(vanaf ongeveer 1914, en dit gold zelfs tijdens de periode van de contrarevolutie. En zelfs aan het begin van de COVID-periode was er arbeidersstrijd, in Italië, in de VS, enz. [...] Dus vraag ik me af: zijn stakingen op zichzelf, hoe positief ook, een indicatie van een algemene heropleving van de arbeidersstrijd? Kunnen stakingen soms niet de uitdrukking zijn van wanhoop, van twijfel? [...] wat zijn de criteria om te bepalen dat een bepaalde arbeidersstrijd een echte vernieuwing van de arbeidersstrijd vertegenwoordigt, een strijd die perspectief biedt” (C)
Het punt dat de kameraad aansnijdt is cruciaal voor de interventie van revolutionairen in de klassenstrijd: hoe kan de betekenis van een strijd worden vastgesteld, hoe "een strijd die perspectief biedt" te identificeren? Er zijn geen absolute criteria om te bepalen of een bepaalde staking "een echte vernieuwing van de arbeidersstrijd" vertegenwoordigt. Men moet echter oppassen voor een empiristische beoordeling van een dergelijke beweging, want in veel gevallen kan de schijn misleidend zijn. Om de werkelijke betekenis van een strijd te begrijpen, moet de analyse verder gaan dan oppervlakkige eigenschappen uitgaan van een evaluatiekader dat rekening houdt met:
- Ten eerste de eigenschappen van de historische periode waarin de strijd plaatsvindt: uitbreiding of achteruitgang van het kapitalisme, zeker. Maar wat belangrijker is in het huidige verval van het kapitalisme: is het een periode die gekenmerkt wordt door een globale tendens naar contrarevolutie of integendeel, door het openen van een koers naar belangrijke klassenconfrontaties?
- Vervolgens de beoordeling van de krachtsverhouding tussen de bourgeoisie en het proletariaat in een bepaalde historische periode: wat is de dynamiek van de klassenstrijd op het niveau van haar uitbreiding, vereniging of politisering? Wat is de impact van de ideologische manoeuvres en obstakels die de bourgeoisie heeft opgeworpen?
Zo’n kader maakt het mogelijk de ontwikkeling van de subjectieve factor binnen de klasse in te schatten, het bewustzijnsniveau van het proletariaat in te schatten.
In de huidige periode van het verval van het kapitalisme is de algemene koers naar een nederlaag of, integendeel, naar een versterking van de proletarische beweging een cruciaal referentiepunt voor de beoordeling van de mogelijkheden van een bepaalde strijd, hoe radicaal die op het eerste gezicht ook moge lijken. Ze stelt ons in staat om, naast de eenvoudige strijdbaarheid of zelfs het aantal arbeiders in de strijd, rekening te houden met het niveau van bewustzijn in de werkende massa's,.
Enkele historische voorbeelden tonen dit aan. In mei-juni 1936 trok een enorme golf van stakingen en fabrieksbezettingen door Frankrijk: twee en een half miljoen arbeiders uit alle sectoren, particulier en openbaar, en uit alle bedrijfstakken en diensten, gingen de strijd aan, zodat Trotski op 9 juni 1936 schreef dat "de Franse revolutie is begonnen". In werkelijkheid begon het proletariaat zich te scharen achter de burgerlijke ideologie van het antifascisme. Een ideologie die zou leiden tot een nederlaag en oorlog. Deze beweging vond plaats in een algemene dynamiek die ongunstige was voor de strijd.
Na de nederlaag van de revolutie in Duitsland en van andere massale bewegingen in West-Europa, na de overwinning van het stalinisme in Rusland, zegevierde de contrarevolutie en had het klassenbewustzijn onder de proletariërs een verregaande achteruitgang ondergaan. Daarom veranderde de beweging van 1936, ondanks tijdelijke verworvenheden zoals loonsverhogingen, de veertigurige werkweek en betaalde vakanties, al snel in een nationalistische lofzang en steun voor de regering van het Volksfront. Dit, op haar beurt, zou leiden tot een mobilisatie van de arbeiders ter voorbereiding op de wereldoorlog.
Op 23 oktober 1956 organiseerden studenten en jonge arbeiders een demonstratie in Boedapest om hun solidariteit te betuigen met een arbeidersopstand die bloedig was neergeslagen in Poznan in Polen. Op de 25ste sloten arbeiders in alle industriële centra van Hongarije zich aan bij de protesten, gingen in staking en vormden spontaan arbeidersraden: een spectaculaire ontwikkeling die het begin van een proletarische revolutie leek in te luiden. Maar in de jaren 1950 en 1960 bleef het proletariaat, geatomiseerd door de Tweede Wereldoorlog, grotendeels gemobiliseerd achter de democratische dan wel achter de stalinistische heersende klasse. Dus kon de bourgeoisie na de eerste mobilisaties profiteren van de democratische illusies die het bewustzijn van de arbeiders ondermijnden. Zo kon zij de beweging controleren. Op de 27ste installeerde zij een "progressieve" regering onder leiding van Imre Nagy, die onmiddellijk een tegenoffensief inzette door de gehate veiligheidspolitie te ontmantelen, democratische hervormingen te beloven en op te roepen tot herstel van de orde. Al snel betuigden de arbeidersraden, badend in illusies, hun steun aan de regering-Nagy door te besluiten de stakingen te beëindigen en het werk te hervatten.
De historische omstandigheden waren radicaal veranderd toen in Frankrijk de stakingsbeweging van Mei ‘68 uitbrak. De voedingsbodem ervan werd gevormd door de eerste tekenen van de terugkeer van de historische crisis van het kapitalisme, en ze werd op gang gebracht door een nieuwe generatie arbeiders, die de verschrikkelijke gebeurtenissen van de contrarevolutie niet hadden meegemaakt. Deze context stelde het proletariaat in staat het dode gewicht van het stalinisme opzij te gooien en te proberen de banden met zijn vroegere ervaringen te vernieuwen, zich bewust te worden van de noden van strijd op historisch vlak. Hoewel het de grootste staking in de geschiedenis van de internationale arbeidersbeweging was, waarbij minstens 9 miljoen arbeiders betrokken waren, bagatelliseerden de media en de burgerlijke intellectuelen het belang ervan en legden zij de nadruk op de studentenopstand.
Het minder spectaculaire uiterlijk van de stakingsgolf verhulde in feite een gebeurtenis van het allergrootste belang, die het einde van de periode van contrarevolutie markeerde, de historische heropleving van de klassenstrijd op wereldschaal gedurende de volgende twee decennia inluidde, een bewustwording op gang bracht en in een breed milieu massale belangstelling wekte voor de geschriften van militanten van de revolutionaire arbeidersbeweging.
Met de talrijke momenten van strijd in het kielzog van de beweging van Mei ’68, een strijd die de weg opende voor een dynamiek naar beslissende klassenconfrontaties en een bewustwording, was de krachtsverhouding aanvankelijk in het voordeel van het proletariaat. Dit werd benadrukt toen de arbeiders in Polen de kwestie van de openlijke politisering van de strijd, die een confrontatie met de burgerlijke staat inhield, aan de orde stelden.
De arbeidersklasse, met name in de kernlanden van het kapitalisme, is er in de jaren 1980 echter niet in geslaagd de koe bij de horens te vatten door zijn klassenbewustzijn te verdiepen. Ondanks talrijke momenten van strijd heeft zij het vakbondskader niet kunnen overstijgen en haar strijd weten te verheffen tot een open confrontatie van klasse tegen klasse. Hierdoor verloor de arbeidersklasse haar voordeel in de krachtsverhouding met de bourgeoisie, terwijl zij via haar strijdbaarheid niettemin verhinderde dat de bourgeoisie haar oplossing voor de crisis, een wereldoorlog, kon opleggen.
Deze tegenstrijdige situatie leidde uiteindelijk tot een patstelling, aangezien noch de bourgeoisie noch het proletariaat erin slaagde hun perspectief op te leggen.
Na het uiteenvallen van het Oostblok leidden de ideologische campagne over de ‘dood van het communisme’ en de ‘definitieve overwinning van de democratie’, evenals het begin van de fase van ontbinding met een versnelde verrotting van de maatschappij tot een eb van de klassenstrijd, waardoor klassenbewustzijn afnam, een machtsevenwicht ontstond dat ongunstig werd voor het proletariaat: "de ontbinding van het kapitalisme heeft de essentiële dimensies van de klassenstrijd diepgaand aangetast: collectieve actie, solidariteit, de behoefte aan organisatie, de verhoudingen die aan alle leven in de maatschappij ten grondslag liggen en die steeds meer afbrokkelen, het vertrouwen in de toekomst en in de eigen krachten, het bewustzijn, de helderheid, de samenhang en de eenheid van het denken, de liefde voor theorie." [1]
De tendens bestond om de omvang van deze eb te onderschatten en te vroeg, zoals in 2003, het einde van de achteruitgang van de arbeidersstrijd te voorspellen, aangezien de proletarische bewegingen in de jaren 1990 eerst werden afgeremd door een toenemende greep van de vakbonden en meer in het algemeen bedreigd door de schadelijke effecten van de druk van het individualisme en het ieder voor zich. Ook werden de bewegingen afgeremd door de ‘oplossing’ van de klasse in interklassistische en volksopstanden, zoals in de ‘Arabische Lente’ van 2010-‘11 of gedurende de ‘gele hesjes-beweging’ van 2018-‘19.
Er waren in die jaren wel demonstraties van proletarisch verzet ontstaan tegen de druk van de ontbinding, zoals de anti-CPE-beweging in 2006 in Frankrijk of de Indignados-beweging in Spanje (2011), maar die konden het einde van de verregaande achteruitgang niet inluiden, omdat ze niet krachtig en vooral bewust genoeg waren om op een klassenterrein een alternatief op te leggen voor de gevolgen van de ontbinding.
In tegenstelling tot voorgaande decennia vormt de huidige golf van strijd, die in het Verenigd Koninkrijk begon, een belangrijke breuk met de voorgaande dertig jaar. Afgezien van de onmiddellijke uitingen, benadrukt de context waarin deze strijd zich ontwikkelt zijn diepere betekenis:
zijn de arbeiders tot de conclusie gekomen dat "genoeg is genoeg" en dat de enige manier om hier een einde aan te maken is zich te mobiliseren op klassebasis om hun levens- en arbeidsomstandigheden te verdedigen. In feite kan de uitbreiding van deze golf alleen worden begrepen als zoals een verandering van de ‘mentaliteit’ van de massa’s, het resultaat van een lang proces van ondergrondse rijping binnen de klasse, van desillusies en afkeer van de belangrijkste thema’s van de burgerlijke ideologie.
Vooral van belang is dat de Britse arbeidersklasse zich in de voorhoede van deze breuk bevindt:
Net als mei '68 (maar in een andere context) wijst de huidige internationale beweging de huidige internationale beweging op een tendens om een diepgaande reflectie op gang te brengen en geleidelijk de referentiepunten te vinden die uiteindelijk zullen leiden tot de terugkeer van de eigen klassenidentiteit. Zij geeft uitdrukking aan een breuk met een lange periode van eb en vloed, gekenmerkt door desoriëntatie, door een vermindering van het klassenbewustzijn en door arbeidersstrijden die vaak volledig van elkaar geïsoleerd is. Ondanks hun zwakheden onderstreept juist de gelijktijdigheid van de huidige gevechten (in het grootste deel van West-Europa, maar ook in Korea of de VS) eens te meer de realiteit dat een strijd, wil ze slagen, zich moet ontwikkelen tot een ongedeelde en verenigde beweging in de hele klasse. De huidige strijdgolf toont niet alleen een ontwikkeling van de strijdbaarheid, maar ook een terugkeer van het vertrouwen van de arbeiders in hun eigen kracht als klasse en een diepgaande bezinning (ook al staan we nog maar aan het begin van dit moeilijke proces).
Aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis van de arbeidersbeweging hebben we willen laten zien:
- het belang voor revolutionairen om de context van de arbeidersstrijd nauwkeurig te analyseren om het bewustzijnsniveau van de klasse te kunnen inschatten;
- dat een oppervlakkige blik op stakingen misleidend kan zijn en kan leiden tot een verkeerde beoordeling en uiteindelijk tot een verkeerde oriëntatie voor het optreden van revolutionaire organisaties.
Zoals Lenin schreef: "‘Onze leer is geen dogma, maar een leidraad voor actie’ – een stelling die door Marx en Engels voortdurend werd benadrukt. Zij spotten terecht met het uit het hoofd leren en eenvoudig herhalen van ‘formules’ die in het beste geval alleen geschikt zijn de algemene taken te schetsen, die onvermijdelijk worden gewijzigd door de concrete economische en politieke situatie in elke specifieke fase van het historisch proces.”
Dennis / 24.02.2023
[1] “How can the proletariat overthrow capitalism? [30]”, International Review no. 168 (2022
"Een steeds gewelddadiger mobilisatie" (The Times), "Een brand die fascineert en vernietigt" (El pais), "Brand voor het stadhuis van Bordeaux" (Der Spiegel)...
De botsingen tussen ‘zwarte blokken’ en de politie tijdens de demonstraties tegen de pensioenhervorming haalden de koppen in vele kranten in Europa en elders. Ook de buitenlandse media toonden beelden van uitgebrande vuilnisbakken, gebroken ruiten, projectielen of granaten, waarmee vakkundig een echte Apocalyps werd geënsceneerd. Terwijl de beweging tegen de pensioenen in Frankrijk tot nu toe werd verzwegen, zijn de buitenlandse media plotseling uit hun winterslaap ontwaakt om de gebeurtenissen in de straten van alle Franse steden, die sinds half januari plaatsvonden, volledig te verdraaien.
De sociale beweging reduceren tot destructieve rellen, die in feite zeer klein en marginaal zijn, is altijd de oefening geweest die de media graag doen om de strijd in diskrediet te brengen. De echo van de strijd tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in de arbeidersklasse in Italië, het Verenigd Koninkrijk of Duitsland heeft de ijver van de bourgeoisie alleen maar versterkt om grove leugens te verkondigen.
Verre van de enkele samenkomsten van ‘brandstichters’ (van vuilnisbakken), zijn miljoenen mensen, week na week, in levendige demonstraties, vastbesloten om te vechten en deze aanval af te slaan. De activering door de regering op 16 maart van artikel 49.3 van de grondwet, waardoor de wet zonder stemming van de parlementsleden kon worden aangenomen, enkele dagen later gevolgd door een minachtende interventie van Macron die de betogers vergeleek met ‘onruststokers’, zoals de haatdragende en luidruchtige troepen van Trump of Bolsonaro, hebben de woede en de wil om de regering te doen terugplooien nog versterkt.
Op de negende dag van de mobilisatie, op 23 maart, hadden zich tussen de 2 en 3 miljoen mensen verzameld. Arbeiders, gepensioneerden, werklozen, middelbare scholieren en universiteitsstudenten... Iedereen was op straat om de nog altijd onveranderde weigering uit te schreeuwen om zich tot 64 jaar te laten uitbuiten. De lukrake gewelddaden van een paar honderd ‘zwarte blokken’, die op het nieuws werden uitgezonden en internationaal werden doorgeseind, hebben absoluut niets te maken met de aard van deze beweging.
Deze steriele en nutteloze daden dienen juist als voorwendsel voor de CRS, BRAV-M en andere ‘orde’-troepen van de uitbuiters om onderdrukking en terreur toe te passen. Dit alles wordt gedaan om de arbeiders ervan te weerhouden zich bij de demonstraties aan te sluiten en om bijeenkomsten en discussies te verhinderen.
De strategie van verrotting door geweld, bewust georkestreerd door de regering, heeft vooralsnog niets opgeleverd. Op de twee volgende mobilisatiedagen, op 28 maart en 6 april, waren dezelfde massaliteit en vastberadenheid nog steeds aanwezig. Het politiegeweld dat op de demonstranten werd losgelaten was voor delen van de wereldbourgeoisie zelfs aanleiding om via de Raad van Europa of de VN Macron en zijn regering te waarschuwen voor het “buitensporig gebruik van geweld”, omdat de dood van één demonstrant een meeslepende impact zou kunnen hebben op het hele proletariaat in West-Europa.
Dus ondanks de provocaties, de vele valstrikken van de regering, de vakbonden en alle andere krachten van de bourgeoisie, gaat de strijd in Frankrijk door! De massaliteit, de strijdbaarheid en de solidariteit blijven intact. Dit is niet zonder zorgen voor delen van de Franse bourgeoisie die, geconfronteerd met het isolement en onvermurwbare houding van Macron en zijn regering, resoluut een uitweg zoeken. [1]
De omvang van deze beweging is zo groot dat ze arbeiders in verschillende landen inspireert. In Italië vragen ze zich af waarom “niemand een vinger heeft uitgestoken” toen de pensioenleeftijd in 2011 werd verhoogd tot 67 jaar? Waarom hebben we niet geweigerd om nog meer uitgebuit te worden, zoals de arbeiders in Frankrijk vandaag doen? Stakende transportarbeiders in Duitsland hebben openlijk beweerd geïnspireerd te zijn door de beweging in Frankrijk. Hetzelfde gold voor het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië, ook met betrekking tot de pensioenen. De strijd tegen de pensioenhervorming is dus geen specifiek gegeven van de ‘weerspannige Gallier’, maar is een actief deel in de ontwikkeling van de strijdbaarheid en de overdenking van de arbeidersklasse op internationaal niveau.
Waarom? Omdat de hele arbeidersklasse in de wereld getroffen wordt door inflatie, aanvallen van de regering, de verslechtering van de levensomstandigheden, de intensivering van de uitbuiting op de werkplek.
Daarom zijn het “enough is enough” dat in het Verenigd Koninkrijk maandenlang door de arbeiders in vele sectoren werd geroepen, het “ça suffit!” van de demonstranten in Frankrijk, de reactie van arbeiders in Griekenland na een spoorwegongeluk... [2] allemaal onderdeel van dezelfde internationale beweging van woede en ontevredenheid: Spanje, Duitsland, Griekenland, Zuid-Korea, Mexico, China, Italië... overal stakingen en demonstraties, overal dezelfde strijd om zich te verdedigen tegen de ergste gevolgen van de crisis van het kapitalisme.
Zoals de internationale echo van de strijd in Frankrijk laat zien, ontstaat er geleidelijk een embryo van banden tussen arbeiders dat de grenzen overschrijdt. Deze reflexen van solidariteit zijn precies het tegenovergestelde van de kapitalistische wereld die verdeeld is in concurrerende naties en voortdurend de cultus van het vaderland prijst! Integendeel, zij herinneren aan de roep van de arbeidersklasse sinds 1848, die van het Kommunistisch Manifest van Marx en Engels: “Proletariërs hebben geen vaderland! Proletariërs van alle landen, verenigt u!”
De huidige strijd is dus de gunstigste voedingsbodem voor het besef dat “wij allen in dezelfde wagon zitten”, zoals de demonstranten in Griekenland onlangs beweerden. Ook al is het nog een zeer broos en verward proces, al deze strijd laat ons beetje bij beetje beseffen dat het mogelijk is om als een verenigde en collectieve kracht, als klasse, als wereldarbeidersklasse te strijden!
Hoewel strijdbaarheid en massaliteit alleen de bourgeoisie niet hebben kunnen doen terugkrabbelen, is het loutere gegeven dat men de collectieve strijd heeft ervaren, de impasses heeft kunnen meten, de door de bourgeoisie opgezette valstrikken onder ogen heeft gezien en erover heeft kunnen nadenken om er lering uit te trekken, al een overwinning en een extra stap voor toekomstige strijd: “Van tijd tot tijd zegevieren de arbeiders, maar slechts voorbijgaand. Het eigenlijk resultaat van hun gevechten is niet het directe succes, maar de altijd verder om zich grijpende vereniging van
de arbeiders” [3].
Elke week worden in de marsen leuzen geroepen als “Als je ons op 64 zet, zetten we je terug op Mei 68”, “Maart 2023 is de nieuwe Mei 68”. Ook de strijd tegen de CPE in 2006 staat op ieders netvlies. [4] Deze ervaringen uit de geschiedenis van de arbeidersklasse zijn zeer waardevol voor de ontwikkeling van de strijd. Ze vormen een kompas waarmee de klasse de weg van uitbreiding en eenheid van de strijd kan vinden.
In 1968 dwong het proletariaat in Frankrijk de regering en de vakbonden overeenstemming te bereiken over hogere lonen door massale stakingen en het propageren van algemene vergaderingen in fabrieken en andere werkplaatsen.
In 1969 en 1972 waren de mijnwerkers in het Verenigd Koninkrijk er eveneens in geslaagd een voor de arbeidersklasse gunstig krachtsverhouding te creëren door de corporatistische logica te doorbreken via de uitbreiding van de strijd: bij tientallen en honderden waren ze naar de havens, staalfabrieken, kolenopslagplaatsen en elektriciteitscentrales gegaan om die te blokkeren en de arbeiders daar ervan te overtuigen zich bij hen aan te sluiten in de strijd. Deze methode, die bekend werd als "vliegende piketten", gaf uitdrukking aan de collectieve kracht, solidariteit en eenheid van de arbeidersklasse.
In 1980 schudde de arbeidersklasse in Polen de bourgeoisie in alle landen wakker door bijeen te komen in reusachtige algemene vergaderingen (MKS), besluiten te nemen over eisen en strijdacties, met de voortdurende zorg om de strijd uit te breiden.
In 2006 waren het de door de studenten georganiseerde algemene vergaderingen die openstonden voor iedereen (arbeiders, werklozen, gepensioneerden...) die de longen waren van een strijd die de regering Chirac, toen deze geconfronteerd werd met de dynamische uitbreiding, dwong het Eerste Arbeidscontract (CPE) in te trekken.
Al deze bewegingen tonen aan dat de arbeidersklasse de aanvallen kan afslaan en de heersende klasse kan doen terugwijken, zodra zij werkelijk in staat is haar strijd ter hand te nemen om deze uit te breiden en te verenigen op basis van gemeenschappelijke eisen en actiemiddelen.
De blokkade van informatie van de massaliteit van de strijd in Frankrijk door de media heeft, net als de nadrukkelijke demonisering van het geweld van minderheden door diezelfde media, juist tot doel te voorkomen dat het proletariaat zich opnieuw met dit verleden verbindt en zich bewust wordt van zijn krachten. Daarom moet vandaag de ontwikkeling van echte plaatsen van discussie, zoals soevereine algemene vergaderingen die voor iedereen openstaan, verdedigd worden als actiemiddel, als het middel bij uitstek om na te denken over de ontwikkeling en de vereniging van de strijd. Het zich opnieuw toe-eigenen van de lessen van de voorbije strijd is een fundamentele mijlpaal in dit proces en, meer in het algemeen, in het herstel van het bewustzijn te behoren tot één en dezelfde klasse die de kracht in zich draagt om de kapitalistische orde omver te werpen.
Vincent / 07.04.2023.
[4] Hoewel ze niet dezelfde betekenis hebben, noch dezelfde historische draagwijdte als Mei 68.
Na een mediapiek in het begin van het afgelopen najaar is het thema “belasting op superwinsten” in de toespraken van vele politici, in de pers en zelfs in de mond van media-economen geslopen.
De onfatsoenlijke stijging van de winsten is een realiteit. De dividenden van de CAC-40 aandeelhouders in Frankrijk, de winsten van TotalEnergies, LVMH, Engie, ArcelorMittal, die van de grote energiedistributeurs in Duitsland, Italië of Groot-Brittannië, zoals Shell, BP, British Gas... ze vestigen allemaal records. Zo heeft TotalEnergies zijn nettowinst in het tweede kwartaal van 2022 verdubbeld. In het Verenigd Koninkrijk heeft de Shell Groep een winst van 40 miljard dollar gemaakt. De Duitse top-100 bedrijven melden een recordomzet van 1.800 miljard euro ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De wereldwijde transportgigant CMA CGM heeft zijn inkomsten voor het eerste kwartaal van 2022 zien stijgen met 7,2 miljard dollar, een stijging van bijna 243%!
Deze situatie, die de sociale verschillen en ongelijkheden accentueert, gaat gepaard met een walgelijke demonstratie van bepaalde inkomens terwijl de lonen van de arbeiders stagneren, zo niet achteruitgaan. Onzekerheid is de norm geworden en de inflatie stort een groeiende massa arbeiders in armoede[1].
Tegenover deze voortdurend verslechterende situatie wordt de “belasting op superwinsten” voorgesteld als een mogelijke oplossing of als een van de middelen om de crisis het hoofd te bieden. De Bundestag en andere parlementen in Europa hebben zich laten verleiden tot het plannen van een dergelijke belasting, voornamelijk op winsten in de energiesector. In zijn toespraken noemde president Macron, die elke verwijzing naar het lexicon van links liever uitbant, bijvoorbeeld de mogelijkheid om de “overwinsten” van de grote energiebedrijven te belasten. Het doel was waarschijnlijk om het gedwongen gebruik van hun auto's minder ondraaglijk te maken voor arbeiders, vooral de meest precaire, en om ideologisch te reageren op wat als een echte onrechtvaardigheid wordt ervaren: “de rijken doen zich tegoed terwijl wij steeds meer moeite hebben om te tanken”. Dergelijke propaganda, uit de mond van andere Europese leiders van dezelfde slag, midden in een economische crisis en in een context van sterke inflatiedruk, is bovendien een teken van de bezorgdheid van de bourgeoisie over een steeds meer gespannen sociale situatie.
Geconfronteerd met toenemende ellende begonnen proletariërs in hun strijd in Groot-Brittannië, Frankrijk en vele andere landen van de wereld te roepen: “enough is enough”of “maintenant, ça suffit!”[nu is het genoeg!]. Door de opleving van de strijd in de wereld is de bourgeoisie gedwongen een paar kruimels te geven. Maar wat zij met de ene hand geeft, neemt zij onmiddellijk en onvermijdelijk met de andere hand weer terug.
Naast deze zorgen schuilt het gevaar voor de arbeidersklasse in een schijnbaar radicalere misleiding door links, de vakbonden en vooral door ultralinks, zoals met name in Frankrijk het geval is met de Trotskisten.
Eind augustus organiseerde LFI-NUPES [2] al een petitie onder de titel: “Laten we de superwinsten belasten”! De afgevaardigden van LFI, van Manuel Bompart tot François Ruffin, benadrukten in veel van hun toespraken de noodzaak van belastingen als antwoord op de maatschappelijke crisis. Maar ditzelfde idee was nog maar enkele jaren geleden de bijna exclusieve ideologische niche van de linkse partijen. Zoals die van de LO [3], wier demagogische leuze vaak neerkwam op “de rijken laten betalen”, een soort variant op de stalinistische redevoeringen uit het verleden, die zich voorstelden als de “vijanden van de trusts”, en daarbij ‘en passant’ de oude mythe van de “200 families” gebruikten[4]. Dit oude idee van “nemen van de rijken” werd ook uitgedragen door andere propagandisten, zoals die van Attac, die nog steeds pleiten voor de toepassing van de Tobin Tax [5].
In werkelijkheid heeft de leuze “laten we de winsten belasten” altijd uitdrukking gegeven aan de wil om het kapitalisme te zuiveren, om het historische bankroet van het systeem en de oorzaken van zijn crisis voor de uitgebuitenen te verbergen. Wat het linkse idee van “onteigening” verbergt, door de aandacht te richten op de “profiteurs” die zo de rol van bliksemafleider spelen (zoals tijdens de crisis van 2008 die aan de bankiers werd toegeschreven), is ons te doen geloven dat de wortels van de wereldcrisis voortkomen uit de “excessen” van de grote bedrijven, uit het egoïstische gedrag van de “hebzuchtige” managers en aandeelhouders of zelfs van de gewone bazen. Kortom, ondanks de tegenspraken van het kapitalisme zou het mogelijk zijn “de last voor de arbeiders te verlichten” door een “eerlijke herverdeling van de rijkdom”.
Maar vandaag volstaan deze oude zegswijzen van extreem links, die opnieuw gebruikt worden als antwoord op de overdenking onder meer bewuste en strijdvaardige arbeidersminderheden, niet meer. Terwijl klassiek links vasthoudt aan zijn ideologie van “herverdeling” en “regulering”door de staat, ziet ultralinks zichzelf nu verplicht om te spreken over de “noodzaak het systeem omver te werpen”. Door LO wordt deze belastingheffing nu een “misleiding” genoemd [6]. Ook een groep als Révolution Permanente, een afsplitsing van de NPA [7], bekritiseert deze leuze die “ons niet toestaat het kapitalistische privé-eigendom aan te vallen”[8]. Zonder de oude ‘reformistische’ gemeenplaatsen zoals “indexering van de lonen aan de inflatie [...] om onze klasse te verenigen” los te laten, bewijst deze nieuwe linkse ‘winkel’ dat ze de loonuitbuiting niet in vraag willen stellen.
Onder het mom van “onteigeningen”, die het mogelijk zouden maken een zogenaamde “arbeidersstaat” op te bouwen, gaat achter het schijnbare radicalisme van hun zegswijzen gaat een ferme verdediging schuil van het staatskapitalisme. De linkse organisaties distantiëren zich in het geheel niet van de opvattingen van klassiek links, die erin bestaan de illusie in stand te houden van de mogelijkheid om een staat “boven de klassen” te vormen, die in staat is “de economie te regelen in dienst van de arbeiders”. Bijgevolg zullen links en extreem links, verre van in dienst te staan van de ontvoogding van de arbeiders, altijd in het kamp van de bourgeoisie blijven, in dienst van de instandhouding van het kapitalisme.
De kapitalistische wereld zakt onverbiddelijk weg in een steeds scherper wordende economische oorlog, tegen een achtergrond van enorme schulden. Alle ondernemingen en alle naties strijden tegen elkaar om hun concurrentievermogen te behouden in het licht van de felle concurrentie. Om in deze jungle te overleven zijn er geen gemakkelijke uitwegen: je moet zoveel mogelijk kapitaal vergaren door werkers uit te persen om de productiekosten te verlagen. In tegenstelling tot hardnekkige mythes, zoals die van de ‘dertig glorieuze jaren’, heeft het kapitalisme nooit een “rechtvaardige herverdeling van de rijkdom” bewerkstelligd en zal het dat ook nooit kunnen, want dat zou betekenen dat het zichzelf te gronde richt. Met de algemene crisis van het systeem is het zelfs niet denkbaar om ook maar de geringste hervorming ten gunste van de arbeiders toe te staan. Het enige perspectief dat het kapitalisme het proletariaat kan bieden is een permanente verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden van de arbeiders.
Dit is wat de propaganda over de “winstbelasting” probeert te verbergen! Hoe geraffineerd het ook klinkt in de mond van ‘linkse’ economen, de enige functie van deze leugen is om de arbeiders te hersenspoelen met illusies over een ‘uitweg uit de crisis’.
Het kapitalisme heeft geen menslievende roeping, het bestaat in overeenstemming met zijn aard: kapitaal accumuleren en winst maken uit het zweet van de arbeiders.
Het idee dat in het verleden door ultralinks, vooral door Trotskisten, is ingehamerd om ‘de rijken te belasten’ om ‘slapend geld’ te investeren en te doen alsof ze investeren in scholen, gezondheidszorg, enz. voor een betere wereld onder leiding van een staat die democratisch gecontroleerd wordt door de arbeiders, is een pure leugen. In tegenstelling tot wat zij ons willen doen geloven, kan het kapitalisme zijn onoplosbare tegenspraken, die een crisis van permanente overproductie en afschuwelijke schulden veroorzaken, op geen enkele manier overwinnen. Het gefantaseerde ‘model’ van ‘herverdeling’, of dat van de staatscontrole, dat bedrieglijk gelijk gesteld wordt met het ‘kommunisme’, blijft in werkelijkheid een soort stalinistisch staatskapitalisme! Een ‘model’ van kapitalistisch beheer waar alle extreem-linkse politici nog steeds heimwee naar hebben.
In tegenstelling tot het geloof in de mogelijkheid om een meer ‘sociale’ staat te scheppen, vertegenwoordigt de staat in werkelijkheid de speerpunt van de bourgeoisie. De bourgeoisie schildert staten graag af als ondergeschikt aan de grote multinationale bedrijven. Maar het machtsevenwicht tussen de ‘privé’ bourgeoisie en de staat is precies het tegenovergestelde: zonder de strakke staatscontrole op productie en handel op alle niveaus, zonder het verfijnde regelgevingapparaat (met belastingvoordelen), zonder het leger van ambtenaren om de arbeiders op te leiden of te verzorgen, zonder de imperialistische invloed van de staten, zouden de bedrijven, klein of gerund door miljardairs, niets zijn. Je hoeft alleen maar te zien hoe een megalomaan als Elon Musk volledig afhankelijk is van de orders en goodwill van de Amerikaanse staat om hiervan overtuigd te raken.
De burgerlijke staat is geen neutrale plaats van macht die moet worden veroverd, het is het belangrijkste instrument van uitbuiting en overheersing van de bourgeoisie over de maatschappij. Als zodanig is het de belangrijkste klassenvijand die verslagen moet worden.
De mythe van de ‘beschermende’ staat is zeer taai. Als speerpunt van alle aanvallen worden in zijn naam de ‘hervormingen’ doorgevoerd die onze levensomstandigheden verslechteren. In werkelijkheid is de enige functie van de staat het garanderen van de orde die een optimale uitbuiting van de arbeidskracht mogelijk maakt: elk idee van ‘regulering’, ‘herverdeling’ of ‘controle door de arbeiders’ is slechts illusie.
De proletariërs hebben geen keus: zij moeten een zo eensgezind en breed mogelijke strijd voeren. Daartoe moeten zij allereerst doof blijven voor het lawaai van de media, maar ook en vooral voor die van valse vrienden zoals links en de vakbonden die beweren dat het mogelijk is de staat te hervormen of te controleren ten gunste van de arbeiders. De gevaarlijkste vijanden zijn zij die achter het masker van rechtvaardigheid, of soms zelfs revolutie, optreden als de laatste bastions van de burgerlijke staat.
WH / 17.03.2023
[1] Deze recordwinsten zijn echter geen tekenen van een gezonde economie. Ze zijn hoofdzakelijk te verklaren door de stijgende prijs van koolwaterstoffen, speculatie en de daling van de productiekosten, met name door de intensivering van de uitbuiting van arbeidskrachten en de lage lonen die voor alle proletariërs worden gehandhaafd.
[2] La France Insoumise-Nouvelle Union Populaire Écologique et Sociale
[3] Lutte Ouvrière
[4] Deze mythe ontstond aan het einde van het Tweede Keizerrijk, en impliceerde dat de politieke macht in Frankrijk en de macht over het geld, via het banksysteem en het krediet, in handen waren van enkele extreem rijke ‘200 families’.
[5] De Amerikaanse econoom James Tobin stelde in 1972 voor valutatransacties te belasten met een heffing tussen 0,05% en 1%.
[6] "Belasting op superwinsten: een misleiding". Lutte Ouvrière nr. 2822 (2022).
[7] Nouveau Parti Anticapitaliste
[8] “‘Belasting op superwinsten’ of hoe het kapitalistische privébezit niet aan te vallen”; Révolution Permanente (november 2022).
Geconfronteerd met de vastberadenheid van de arbeiders in Frankrijk, vermenigvuldigt de bourgeoisie de valstrikken en valkuilen: schaamteloze provocaties van de regering, valse hoop op een ‘institutioneel resultaat’ of een ‘sociale dialoog’... zowel van links als van rechts doet de bourgeoisie er alles aan om de strijd in een impasse te brengen. De laatste weken is het vooral het ongegeneerde geweld van de politie dat door de media wordt gebruikt en de ronde doet.
Politiegeweld en provocaties zijn klassieke vormen om de orde te handhaven. Na tevergeefs gewed te hebben op uitputting door het herhaaldelijk verlies van een dag loon, spelen Macron en zijn regering nu de kaart van het gebruiken van het blinde en steriele geweld van de ‘zwarte blokken’. Hierdoor kunnen ze bewust een enorme onderneming van politieprovocaties en repressie op alle demonstranten en stakende arbeiders in gang zetten
Zo werd alles in het werk gesteld om de demonstraties van 28 maart in Frankrijk te laten uitmonden in een gewelddadige en massale confrontatie met de politie. Eerst waren er de verbale provocaties van Macron tegen de ‘onruststokers’, waarbij de demonstranten werden voorgesteld als een horde misdadigers. Vervolgens waren er de zeer schokkende beelden en opnames die de sociale netwerken overspoelden waarin agenten demonstranten, vooral de jongsten, aanvallen, intimideren en vernederen. En tenslotte de kinderen die, nadat de prefectuur de hulpdiensten had belet in te grijpen, zich in Sainte-Soline tussen leven en dood bevonden, gewond door oorlogswapens. Deze provocaties waren ondraaglijk en het risico was groot dat de gevoelens jegens de politie niet zouden ophouden bij de leuzen: “Iedereen haat de politie!”, maar zouden uitmonden in chaotische straatgevechten en brandende barricades.
Op 28 maart waren de demonstraties echter rustig, met een woede-uitbarsting tijdens de betogingen, maar met incidentele en marginale schermutselingen waarbij enkele tientallen mensen betrokken waren. Hetzelfde gebeurde, maar dan nog rustiger, op 6 april. De arbeidersklasse is niet in de val gelopen!
Want het was inderdaad een valstrik: de bourgeoisie deed er alles aan om de woede van degenen die zich mobiliseren in sociale bewegingen te verergeren, door haar agenten straffeloos te laten optreden en dit kenbaar te maken: geen sancties, geen schorsing, een cynische en arrogante minister van Binnenlandse Zaken, wiens arrogantie weinig onderdeed voor die van het Élysée! Vanaf dat moment was de boodschap duidelijk: de volgende keer is het erger, de volgende keer is het oorlog en zijn jullie gewaarschuwd!
De demonstranten hadden massaal bang kunnen worden, de ouders hadden hun middelbare schoolkinderen of studenten kunnen tegenhouden en de bourgeoisie zou hebben gelachen om een mobilisatie ‘op zijn retour’. Een deel van de demonstranten had zich ook kunnen laten meeslepen in een rechtstreekse confrontatie met de politie, dan had de bourgeoisie een geweldige kans gehad om te zeggen dat elke sociale beweging altijd eindigt in vernietiging en chaos en dat alleen de staat en zijn politie ‘veiligheid en vrede’ kunnen garanderen.
De bourgeoisie is echter niet tevreden met het uitoefenen van terreur en het aansturen op steriele confrontaties, zij heeft een zeer effectief en gevaarlijk wapen in handen via haar ‘democratische’ ideologie en de vakbonden. Deze laatste presenteren zich namelijk als verantwoordelijken, als de garanten van vreedzame demonstraties en effectieve strijd. In werkelijkheid werken zij niet alleen op klassieke wijze samen met de prefectuur en de politie om de betogingen voor te bereiden, maar zorgen zij ook zelf voor de ordehandhaving, organiseren zij de demonstraties op een manier om ze te verdelen, op te delen per sector, beroep, categorie, ieder achter zijn vaandel, ingekaderd door zijn vakbond en zijn geluidsinstallatie om discussies te voorkomen en alle andere initiatieven dan de door hen georganiseerde de kop in te drukken. De andere kant van deze medaille wordt geleverd door de linkse partijen en de bourgeois media die proberen nog meer ideologisch gif in de hoofden van de arbeiders toedient - met als doel ons te laten denken dat de vakbonden de arbeiders echt verdedigen, maar ook dat er een ‘politiemacht ten dienste van het volk’ zou kunnen zijn die onberispelijk handelt en met respect voor de rechtsstaat. Dit zijn leugens! De vakbonden zijn, net als de politie, organen van de staat. Zij staan fundamenteel in dienst daarvan, dat wil zeggen als speerpunt van de verdediging van de burgerlijke orde en uitbuiting.
De klassenstrijd heeft niets te maken met het blinde en minderheidsgeweld dat momenteel tot uiting komt in de weinige confrontaties met de repressiekrachten, en past ook niet in de illusies van een ‘menselijker’ en zogenaamd ‘democratischer’ kapitalisme.
De kracht van de arbeidersklasse ligt in haar collectieve en massale strijd, het terrein waarop haar bewustzijn een revolutionaire klasse te zijn kan worden versterkt, in staat om een echte krachtsverhouding met de heersende klasse op te leggen, niet om vuilnisbakken in brand te steken of op straat achter een peloton van de CRS aan te gaan. De bourgeoisie weet dit en probeert met alle middelen dit proces te verhinderen door reacties van blinde woede uit te lokken die als uitlaatklep dienen en die ze weten te kanaliseren.
GD / 04.04.2023
De stakingen die afgelopen juni in Groot-Brittannië uitbraken, na tientallen jaren van aanvallen en passiviteit, hebben een duidelijke verandering betekend in de mentaliteit van de arbeidersklasse: "Enough is enough!". De massale demonstraties tegen de pensioenhervorming in Frankrijk en de veelheid van stakingen en demonstraties over de hele wereld bevestigen de realiteit van een echte breuk: de proletariërs weigeren nieuwe aanvallen zonder meer te ondergaan! Tegenover inflatie, ontslagen, ‘hervormingen’, onzekerheid, minachting, de voortdurende verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden recht het proletariaat haar rug!
In Frankrijk, in de overtuiging de beweging snel te kunnen begraven, stuit de bourgeoisie op een enorme mobilisatie, een diepe en blijvende woede.
In Spanje vinden massale manifestaties plaats tegen de ineenstorting van de gezondheidszorg en de verslechtering van de arbeidsomstandigheden, met strijd en stakingen in verschillende sectoren.
In Duitsland eisen arbeiders in de publieke sector en bij de post loonsverhogingen. De transportsector is verlamd door een megastreik en de situatie wordt steeds grimmiger in het licht van de lopende onderhandelingen tussen de ondernemers en de vakbond IG Mettal, die een toenemende woede inkadert
In Griekenland heeft de arbeidersklasse op explosieve wijze haar verontwaardiging geuit na een spoorwegongeluk dat aan 57 mensen het leven heeft gekost en dat het gebrek aan middelen, aan personeel en het cynisme van de bourgeoisie aan het licht heeft gebracht, die een zondebok de schuld wilde geven om zich vrij te pleiten van een politiek van massale en moorddadige bezuinigingen.
In Denemarken braken stakingen en demonstraties uit tegen de afschaffing van een feestdag om de verhoging van het militaire budget voor de oorlogsinspanningen in Oekraïne te financieren.
Aangezien deze sociale conflicten zo wijdverbreid zijn en op alle continenten voorkomen, had een veel langere lijst kunnen worden opgesteld.
Geleidelijk aan lijkt de kloof tussen uitbuiters en uitgebuitenen weer te zien, waarvan de bourgeoisie had beweerd dat ze achterhaald was, ook al is het beeld zeer verward en pril. De dieper wordende economische crisis, in een steeds meer gefragmenteerde wereld, veroorzaakt inderdaad een steeds wredere uitbuiting van de arbeidskracht en vervolgens reacties van strijd die tot solidariteit en bezinning aanzetten. Geconfronteerd met arbeidsomstandigheden waarvan de flagrante onrechtvaardigheden simpelweg ondraaglijk worden, beginnen proletariërs, of ze nu in de publieke of private sector werken, in blauwe of witte jassen, achter een kassa of een bureau, in de fabriek of werkloos, zich te herkennen als slachtoffers van hetzelfde systeem en als actoren van een gemeenschappelijk lot door middel van strijd. Kortom, de proletariërs zetten, zonder zich daar echt van bewust te zijn, hun eerste stappen op weg naar de erkenning van zichzelf als een maatschappelijke klasse: de arbeidersklasse.
Maar indien talrijke landen op alle continenten door deze stakingsgolf worden getroffen, dan is dat nog steeds op zeer verschillende niveaus, met zeer verschillende graden van kwetsbaarheid, mobilisatie en bewustzijn. De huidige situatie bevestigt in feite ten volle het onderscheid dat politiek en kwalitatief moet worden gemaakt tussen het oude proletariaat van de centrale landen, met name West-Europa, en dat van zijn klassenbroeders in de landen van de periferie. Zoals we hebben gezien in China of Iran, stellen het gebrek aan historische ervaring met de strijd, de grotere aanwezigheid van maatschappelijke tussenlagen, het meer uitgesproken gewicht van democratische misleidingen, de arbeiders meer bloot aan het risico te verdrinken in de woede van kleinburgerlijke en uiterst gepauperiseerde tussenlagen. Of zelfs te worden meegesleept door een burgerlijke fractie waardoor zij zich bloot te stellen aan repressie, zoals de situatie in Peru laat zien. [1]
Als de strijd leidt tot een langzame heropleving van de klassenidentiteit, komt het in West-Europa het duidelijkst naar voren, op een klassenterrein en met een bewustzijn, weliswaar nog zwak, maar verder ontwikkeld: door de leuzen, de strijdmethoden, het proces van rijping van het bewustzijn in minderheden op zoek naar proletarische politieke standpunten, door de overdenking die op grotere schaal plaatsvindt binnen de werkende massa's.
Het proletariaat zet dus zijn eerste stappen in een strijd van verzet tegen de toenemende barbarij en de brute aanvallen van het kapitaal. Ongeacht de onmiddellijke resultaten van deze of gene strijd, overwinningen (altijd voorlopig zolang het kapitalisme niet omver is geworpen) of mislukkingen, de arbeidersklasse baant vandaag de weg voor andere gevechten overal ter wereld. Aangespoord door de dieper wordende crisis van het kapitalisme en zijn rampzalige gevolgen, wijst het strijdende proletariaat de weg!
De historische verantwoordelijkheid van de revolutionaire klasse tegenover de gevaren die het kapitalistische systeem voor de hele mensheid inhoudt (klimaat, oorlog, nucleaire dreigingen, pandemieën, extreme verarming...) wordt steeds intenser en dramatischer. De kapitalistische wereld stort zich in een steeds bloediger chaos, en dit proces versnelt niet alleen sterk, maar is nu voor iedereen te zien [2].
Al een jaar oorlog en bloedbaden in Oekraïne! Dit barbaarse en destructieve conflict gaat door met eindeloze gevechten, zoals blijkt uit de dodelijke polarisatie rond Bachmoet, die getuigt van een tragische patstelling. Dit conflict stapelt ruïnes op aan de poorten van Europa en heeft nu al de menselijke verliezen overtroffen van de soldaten van het ‘Rode Leger’ die werden gedood tijdens de tien jaren oorlog in Afghanistan (van 1979 tot 1989)! Voor beide partijen wordt het dodental al geschat op minstens 300.000 [3]! De moorddadige waanzin in Oekraïne onthult het afschuwelijke gezicht van het kapitalisme in verval waarvan het militarisme doordringt tot in al zijn vezels.
Na de verschrikkelijke schok van de Covid-19 pandemie, tegen een achtergrond van chaos, overproductiecrisis, tekorten en enorme schuldenlast, heeft deze oorlog in Oekraïne alleen maar de ergste effecten van de ontbinding van de kapitalistische productiewijze versterkt, wat leidt tot een fenomenale versnelling van de verrotting van de maatschappij.
Oorlog en militarisme, de klimaatcrisis, rampen van allerlei aard, de desorganisatie van de wereldeconomie, de sterke opkomst van de meest irrationele ideologieën, de ineenstorting van de gezondheidszorg, onderwijs, vervoer... deze cascade van catastrofale verschijnselen lijkt niet alleen dramatisch te verergeren, maar ook zichzelf in stand te houden, en elkaar in een soort dodelijke ‘wervelwind’ te duwen tot het punt waarop de beschaving met regelrechte vernietiging wordt bedreigd.
De recente gebeurtenissen bevestigen deze dynamiek alleen maar: de oorlog accentueert ook de toch al diepe economische crisis. Naast de hoge inflatie, aangewakkerd door de wapenwedloop, is er verdere turbulentie in de bankensector in Europa en de Verenigde Staten, gekenmerkt door het faillissement van banken, waaronder de Silicon Valley Bank (SVB) in Californië en de redding van Credit Suisse met een gedwongen overname door UBS bank. Het spookbeeld van een financiële crisis hangt opnieuw boven de wereld: Dit alles tegen een achtergrond van toegenomen wereldwijde wanorde, ongebreidelde concurrentie en een genadeloze handelsoorlog die staten dwingt tot een politiek zonder voorspelbare uitkomst, waardoor versnippering en rampen ontstaan, waarvan de opwarming van de aarde niet de minste is [4]. Deze rampen kunnen alleen maar leiden tot nieuwe stuiptrekkingen en een onbesuisde vlucht vooruit in de crisis, met onvoorspelbare verschijnselen.
Terwijl de arbeidersklasse zich op het terrein van de klassenstrijd begeeft, kan het kapitalistische systeem ons alleen in een faillissement en vernietiging storten als het niet door het proletariaat ten val wordt gebracht. Deze twee polen van de historische situatie zullen nu botsen en in de komende jaren meer tegenover elkaar komen te staan. Deze evolutie zal, ondanks haar complexe dynamiek, op den duur het enige mogelijke historische alternatief duidelijker aan het licht brengen: het kommunisme of de vernietiging van de mensheid!
WH, 5 april 2023
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_378_klweb_0.pdf
[2] https://nl.internationalism.org/tag/4/72/griekenland
[3] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/treinongeluk-griekenland
[4] https://nl.internationalism.org/content/1655/de-versnelling-van-de-kapitalistische-ontbinding-stelt-openlijk-de-kwestie-van-de
[5] https://nl.internationalism.org/tag/4/95/rusland-kaukasus-centraal-azie
[6] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlog-oekraine-1
[7] https://www.leftcom.org/en/articles/2022-08-15/wildcat-strikes-in-the-uk-getting-ready-for-a-hot-autumn
[8] https://www.leftcom.org/en/articles/2023-01-11/notes-on-the-uk-strike-wave
[9] https://www.leftcom.org/en/articles/2010-03-01/unions-whose-side-are-they-on
[10] http://www.leftcom.org/en/articles/2023-03-03/unite-the-strikes
[11] https://www.leftcom.org/en/articles/2015-06-07/spanish-telecom-workers-on-all-out-strike
[12] https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwifj4-f-Yj-AhXegv0HHc2CDpYQFnoECCIQAQ&url=https%3A%2F%2Fwww.leftcom.org%2Fen%2Farticles%2F2015-06-07%2Fspanish-telecom-workers-on-all-out-strike&usg=AOvVaw0THmopDp5VI8aV95gctLsm
[13] https://nl.internationalism.org/content/1663/verenigd-koninkrijk-frankrijk-spanje-duitsland-mexico-chinaoveral-dezelfde-vraag-hoe-de
[14] https://www.leftcom.org/hu/forum/2011-08-16/icc-theses-on-decomposition
[15] https://www.leftcom.org/en/articles/2017-07-26/a-crisis-of-the-entire-system
[16] https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwinmq2l0Kn-AhWv8rsIHc3CAjIQFnoECA4QAQ&url=https%3A%2F%2Fleftcom.org%2Fen%2Fforum%2F2019-01-21%2Fthe-party-fractions-and-periodisation&usg=AOvVaw23XFRipFL9At5Wi-homhh0
[17] http://www.leftcom.org/en/articles/2023-04-06/two-comments-on-recent-bus-strikes-in-the-uk
[18] https://en.internationalism.org/content/17291/why-proletariat-revolutionary-class-critical-notes-article-lecons-de-la-lutte-des
[19] https://www.leftcom.org/en/articles/2005-06-01/the-question-of-consciousness-a-basis-for-discussion
[20] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen
[21] https://nl.internationalism.org/tag/7/113/communist-workers-organisation
[22] https://www.grenzeloos.org/content/nederland-verdient-beter-nederland-heeft-stevige-eisen-en-actie-nodig-om-van-rutte-en-de
[23] https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwje15_vzZ3-AhVxgv0HHSIODOQQFnoECA8QAQ&url=https%3A%2F%2Fnl.socialisme.be%2F84021%2Fgerommel-aan-de-top-van-het-abvv-voor-een-strijdbare-vakbond-met-democratie-van-onderuit&usg=AOvVaw3GumXkSb-ue8dYwJRC5OC1
[24] https://socialistischalternatief.nl/2023/02/strijdbaarheid-neemt-toe-in-nederland/
[25] https://socialisme.nu/nederland-verdient-een-democratische-en-strijdbare-vakbeweging/
[26] https://www.sap-rood.org/geconfronteerd-met-toenemende-onzekerheid-en-verslechterende-werkomstandigheden-haal-het-geld-daar-waar-het-zit/
[27] https://nl.internationalism.org/iks/201501/1232/13-de-contra-revolutionaire-aard-van-de-‘arbeiders’-partijen
[28] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/klassenstrijd-nederland
[29] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/heropleving-klassestrijd
[30] https://en.internationalism.org/content/17238/how-can-proletariat-overthrow-capitalism
[31] https://nl.internationalism.org/tag/11/153/lezersbrieven
[32] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/dynamiek-arbeiderstrijd
[33] https://nl.internationalism.org/content/1668/de-arbeiders-tonen-strijdbaarheid-en-solidariteit
[34] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/cm.pdf
[35] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[36] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijkvk-2023
[37] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/belasting-op-superwinsten
[38] https://en.internationalism.org/content/17326/peru-dead-end-protests-and-role-state-repression