Onlangs heeft de afdeling van IKS in Frankrijk zijn 21e Congres georganiseerd, welke in twee zittingen heeft plaatsgevonden. De eerste, gewijd aan de debatten over de organisatorische problemen van de oudste afdeling van de IKS, heeft plaatsgevonden tijdens onze Buitengewone Internationale Conferentie in mei 2014 (1). De tweede zitting van dit Congres was aan gewijd twee kwesties:
1) De analyse van de krachtsverhouding tussen de klassen met betrekking tot de sociale situatie in Frankrijk, beginnende met het kritische onderzoek naar onze moeilijkheden in de analyse van de beweging tegen de hervorming van de pensioenen in de herfst van 2010. De discussies rondom deze kwestie hebben geleid tot de goedkeuring door het Congres van de “Resolutie over sociale situatie in Frankrijk”, die beschikbaar is op onze website en die wij in RI 450 hebben gepubliceerd.
2) De verdediging van de organisatie tegenover de pogromistische en politie-achtige aanvallen georganiseerd op internationale schaal (gevoed door bepaalde sociale netwerken, blogs en websites) , en waarvan wij, als voornaamste stroming van de Kommunistische Linkerzijde, het doelwit zijn.
Zoals wordt onderstreept in het artikel dat IKS heeft gepubliceerd over zijn derde Buitengewone Internationale Conferentie, “Het nieuws van onze verdwijning wordt zwaar overdreven”, is de afdeling van de IKS in Frankrijk het epicentrum geweest van de “intellectuele en morele“crisis, die de organisatie heeft doorgemaakt. Deze crisis (die toentertijd niet werd geïdentificeerd) is aan het licht gekomen in de discussie over de Activiteitenresolutie van het 20e Congres van RI, dat wees op de noodzaak van de marxistische cultuur van de theorie en in dit kader de aandacht vestigde op de zwakheden van onze interne debatten, van zowel de afdeling in Frankrijk als van de IKS. De diagnose van het “gevaar van verkalking” en “fossilisatie”, en zelfs “organisatorische ontaarding”, dat in deze activiteitenresolutie werd gesteld, had een grote verontwaardiging veroorzaakt bij een affinitaire kring van militanten (met persoonlijke aanvallen tegen een kameraad, die deze oriëntatie van het centraal orgaan van de IKS had verdedigd en ondersteund). Er kwamen emotionele en volkomen irrationele benaderingen aan de oppervlakte, aangemoedigd door een sterke tendens tot verpersoonlijking van de politieke kwesties (met het absurde idee dat deze Activiteitenresolutie bepaalde jonge militanten “viseerde”, die moeilijkheden hebben om theoretische teksten te lezen).
Geconfronteerd met deze absurde situatie, en een situatie van open crisis, en nadat hij de aard van deze crisis had geïdentificeerd, heeft het centraal orgaan van de afdeling in Frankrijk een politieke strijd gevoerd met als doel het herstel van deze afdeling. Een van de zwakheden van de afdeling in Frankrijk, die door de organisatie werd geïdentificeerd, was het gebrek aan discussie en diepgaand debat over de kringgeest (2). Ten gevolge van de overheersing van het “gezonde verstand”, van de “religie van het dagelijkse leven” en het wantrouwen dat inherent is aan de kring- en clangeest, was de oriëntatietekst die na de crisis van 1993 was aangenomen, door bepaalde militanten verkeerd geïnterpreteerd. Ze werd beschouwd als een wapen tegen deze of gene persoon (of “kompaan” van dat moment), terwijl het om een politieke kwestie ging die ook al is bediscussieerd in de arbeidersbeweging (in het bijzonder binnen de Eerste Internationale en de Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij in 1903).
Dit gebrek aan theoretische cultuur ging noodzakelijkerwijs samen met emotionele benaderingen en affinitaire, familiaire opvattingen van de organisatie (die beschouwd wordt als een groep vrienden of één grote familie, die wordt verenigd door affectieve banden en niet door gemeenschappelijke politieke beginselen). De heropleving van de pogromistische mentaliteit van de clan, die de IFIKS zou gaan vormen, (en waarvan de vorming van een politie-achtige “politieke groep”, de “IGLC”, wel de apotheose is), vindt zijn wortels in de afwezigheid van een theoretisch debat over de oriëntatietekst “Pogromisme en het kapitalistische barbarendom”, die na de crisis van 2001, ter discussie werd voorgelegd. Toen was het wijdverbreide idee die van “een terugkeer naar een normale situatie”, naar de routine-achtige werking van de organisatie, met de illusie dat, met de uitsluiting van de leden van IFIKS, “het kwaad” was uitgeroeid nadat zij zich als politieverklikkers hadden gedragen. Eveneens werd het idee verspreid dat het niet noodzakelijk was om zich “de hersenen te pijnigen”met het pogromisme als verschijnsel van het kapitalisme in verval dat, met de ontbinding van de burgerlijke maatschappij, ertoe neigt alle sferen van het sociale leven binnen te dringen (een verschijnsel dat men niet alleen ziet in de imperialistische oorlogen, zoals in de Oekraïne, maar ook onder de jongeren in de voorsteden, op de scholen, en zelfs op het werk).
Het 21e Congres van de afdeling in Frankrijk moest dus het karakter aannemen van een buitengewoon congres. Voor deze afdeling ging het erom de balans op te maken van het werk van haar centraal orgaan en de strijd die zij deze afgelopen twee jaar heeft gevoerd teneinde de aandacht te vestigen op de affinitaire en familiaire opvattingen over de organisatie, die nog in de afdeling in Frankrijk bestonden en die een vruchtbare bodem vormen voor de ontwikkeling van een pogromistische mentaliteit (door de geest van familiaire vendetta of groep van vrienden).
Alle militanten van de afdeling hebben zich actief ingeschreven in de discussies om het werk van het centraal orgaan te begroeten en te ondersteunen, wat het mogelijk maakte dat werd voorkomen dat deze intellectuele en morele crisis tot het uiteenvallen van de afdeling of de vorming van een nieuwe parasitaire groep heeft geleid (met als voornaamste motivatie de bescherming van haar gekwetste trots of die van haar “vrienden”, wat Lenin “het anarchisme van grote heren“ noemde). De verbondenheid met de IKS als politiek lichaam, de wil om de diepere oorzaken van de ernstige afwijkingen te onderzoeken en te begrijpen, waarin bepaalde kameraden waren terechtgekomen, de loyaliteit aan de organisatie en de wil niet te capituleren voor “de onzichtbare hand van het kapitaal“ (volgens de uitdrukking van Adam Smith) heeft het mogelijk gemaakt dat de militanten van de afdeling in Frankrijk zich volop hebben ingeschreven in de oriëntaties van 20e Congres van RI, met name het fundamentele belang van de assimilatie van het marxisme en van theoretische uitdieping door de revolutionaire organisaties. Het enige tegengif om deze intellectuele en morele crisis in de afdeling in Frankrijk te overwinnen, tegen de ideologie van de heersende klasse, tegen de vervreemding en verdinglijking waar, in de kapitalistische maatschappij, de verhoudingen tussen de mensen de vorm van verhoudingen tussen de dingen aannemen, was de ontwikkeling van een echte marxistische cultuur van de theorie.
Een van de zwakheden van het Congres was het feit dat ze geen fundamentele discussie heeft kunnen voeren over de twee opvattingen van de organisatie, zoals die al jarenlang in de oudste afdeling van IKS naast elkaar bestaan, en die een steeds weerkerende bron van splitsingen en breuken vormen: een “familiaire”, affinitaire opvatting, van een groep vrienden, waar de politieke standpunten van de militanten worden gemotiveerd door een persoonlijke loyaliteit of sympathieën, en een opvatting waarbij het cement van de organisatie wordt gevormd door de instemming van de militanten met dezelfde organisatorische principes.
Dat deze afgelopen twee jaar van open crisis, die de afdeling RI heeft getroffen, niet is afgesloten met een nieuwe parasitaire afsplitsing dan is dit is ook te danken aan de bekwaamheid van het centraal orgaan van de afdeling in Frankrijk om het leven van de afdeling te stimuleren, te verlevendigen en om de oriëntaties van het 20e Congres toe te passen. Dit gebeurde met name door middel van de organisatie van studie- en discussiedagen, om het gevaar van verkalking, van het verlies van verworvenheden van IKS te bestrijden, en deze marxistische theoretische cultuur binnen de organisatie en onder alle militanten te ontwikkelen.
Dit had tot doel de intellectuele luiheid te bestrijden, het amateurisme, het verlies van de zin voor lezen en voor theorie, en ook het voortbestaan van de hiërarchische, elitaire opvattingen, die er in bestaan om de theoretische overdenking te beschouwen als een zaak van “specialisten”. De afdeling in Frankrijk heeft deze twee laatste jaar daarom verschillende studiedagen georganiseerd, over verschillende thema's, die verband hielden met de organisatorische problemen die opnieuw, maar op een nog gevaarlijkere wijze dan eerst, waren opgedoken:
– de opvatting van het “individu” bij Marx, van de “associatie” en het geassocieerde werk tegen de stalinistische opvatting van het “anonieme collectief”;
– het Congres van RSDAP van 1903: de kringgeest als manifestatie van de ideologie van de kleinburgerij in het oude redactie van de Iskra en de meningsverschillen tussen Lenin en Martov met betrekking tot paragraaf 1 van de Statuten van RSDAP;
– het Boek I van Het Kapitaal en met name de kwestie van het warenfetisjisme, van de “waardevorm”, de marxistische concepten van de verdinglijking en de vervreemding in de analyse van de waar in verband met onze terugkerende organisatorische moeilijkheden;
– de geschiedenis van de Statuten van de organisaties in de arbeidersbeweging sinds de Bond van de Communisten;– de laatste studiedag van RI (die ze na het 21e Congres heeft gehouden, in aanwezigheid de internationale delegatie aanwezig op dit Congres) ging over een aspect van de “Stellingen over de moraal” (door het centraal orgaan van de IKS voorgelegd als onderwerp van een internationale discussie): de “exogamische” revolutie” in de geschiedenis van de menselijke beschaving en het “endogamische” beginsel van het pogromisme (onderstreept door, bijvoorbeeld, de antisemitische wetten van het nazi-regime).
De crisis, die de afdeling in Frankrijk heeft geteisterd en waarvan de schokgolf zich in de ganse IKS heeft verspreid, is een heilzame crisis geweest: zij heeft het mogelijk gemaakt om een fundamenteel vraagstuk van het marxisme en de arbeidersbeweging aan de oppervlakte te brengen, welke de IKS tot nu toe nooit op theoretische wijze had kunnen opnemen: “de intellectuele en morele dimensie” van de strijd van het proletariaat.
Het “nieuws“ van onze verdwijning die triomfantelijk wordt aangekondigd door het pogromistische en jihadistische “Appel” van de “IGLC”, is dus zwaar overdreven.
De sessie van het Congres, gewijd aan de analyse van de krachtsverhouding tussen de klassen, heeft zich ten doel gesteld om de diepere oorzaken te begrijpen van de sociale rust sinds de beweging tegen de hervorming van de pensioenen in de herfst van 2010 en de verkeerde analyses van de afdeling in Frankrijk. Deze fouten hebben zich weerspiegeld in bepaalde artikelen van onze pers, die wij aan kritiek hebben moeten onderwerpen. In werkelijkheid was de organisatorische crisis reeds potentieel vervat in het verlies van de methode van het marxisme, het verlies van onze theoretische verworvenheden om de dynamiek van de klassenstrijd te analyseren.
Het ongeduld, het immediatisme en het verlies van zicht op de functie van de organisatie hebben zich gemanifesteerd door activistische tendensen in de tussenkomst in de directe strijd, ten koste van diepgaande debatten over de sociale bewegingen. Het Congres heeft aangetoond dat de beweging van de herfst van 2010, tegen de hervorming van de pensioenen, in werkelijkheid een manoeuvre was van de bourgeoisie, die haar vakbonden in het zadel konden zetten, om een schrijnende nederlaag toe te brengen aan de arbeidersklasse en haar economische aanvallen door te zetten.
De sociale rust, sedert meer dan vier jaar, laat zien dat het proletariaat in Frankrijk deze nederlaag nog niet heeft verteerd. Om deze manoeuvre van de bourgeoisie en de omvang van de nederlaag in 2010 te begrijpen, heeft het Congres aangetoond dat ons ongeduld ons het “abc” van het marxisme heeft doen vergeten: zolang er zich nog geen revolutionaire periode voordoet, een situatie van “dubbele macht”, is het altijd de heersende klasse die in het offensief is, en voert de uitgebuite klasse slechts een verdedigende strijd, van verzet tegen de aanvallen dat zij ondergaat. Om te begrijpen hoe de bourgeoisie de economische, politieke en ideologische aanvallen tegen de arbeidende klasse in Frankrijk heeft kunnen uitvoeren, heeft het Congres van RI afstand moeten nemen van de onmiddellijke gebeurtenissen en opnieuw de dynamiek van de klassenstrijd sinds de 'ommekeer' van 2003 moeten onderzoeken, door deze te herplaatsen in het historische en internationale kader, dat werd bepaald door de instorting van het Oostblok, de ideologische campagne over “het faillissement van het kommunisme”, het “einde van de klassenstrijd” en de “verdwijning van het proletariaat” als de enige sociale kracht die in staat is om de wereld te veranderen.
Dit “ommekeer” van 2003, die gekenmerkt werd door het zoeken van de solidariteit in de strijd en tussen de generaties, heeft laten zien dat de arbeidersklasse in Frankrijk, net als op internationaal vlak, bezig was om de weg van de strijd te hervinden na de mokerslag en de diepe teruggang die haar met de instorting van het Oostblok en de zogenaamde “communistische” regimes, was toegebracht. Aldus, in 2006, dreigde de strijd van de studenten van CPE, die de bourgeoisie heeft verrast, zich naar de andere generaties en de actieve werknemers uit te breiden. Dat gegeven noodzaakte de bourgeoisie om zijn project in te trekken omdat er het reële gevaar bestond dat de ontwikkeling van een meer vastbesloten solidariteit alle werkers zou besmetten. Daarom is de bourgeoisie, vanaf 2007, tot de tegenaanval overgegaan. Zij kon de deze nederlaag niet tolereren en ze moest proberen om elk spoor ervan uit te wissen: de aanval op de speciale regelingen was in feite georkestreerd om te trachten precies deze aan de gang zijnde dynamiek van solidariteit binnen de arbeidersklasse aan te vallen.
De debatten op het Congres hebben eveneens aangetoond dat de afdeling in Frankrijk slachtoffer is geworden van de campagne van de burgerlijke media over de “financiële crisis” van 2008, die de bedoeling had om een “golf van paniek” te zaaien in de hele maatschappij en vooral binnen de arbeidersklasse, om haar zo de offers te doen slikken. Men wilde doen voorkomen dat het ging om een crisis van het “financiële systeem” (dat men door hervormingen kan saneren) en niet om een nieuwe schok van het historische bankroet van een wereldsysteem, dat gebaseerd is op de productie van waren en de uitbuiting van de arbeidskracht van de proletariërs.
Deze “golf van paniek”, die ook de IKS en in het bijzonder zijn afdeling in Frankrijk heeft getroffen, heeft het Congres genoodzaakt om de klok gelijk te zetten, vooral door ons opnieuw de analyse van het “machiavellisme” van de bourgeoisie eigen te maken, haar capaciteit om haar media in te zetten als een ideologische gif om het bewustzijn van de uitgebuite massa's te vertroebelen. Aangezien het bewustzijn het voornaamste wapen is van het proletariaat in de omverwerping van het kapitalisme en de opbouw van een nieuwe maatschappij, is het normaal dat de heersende klasse permanent probeert om zijn doodsvijand door ideologische en media campagnes te ontwapenen.
Het Congres heeft vastgesteld dat de verwarring van de afdeling in Frankrijk, en zijn activistische tendensen in de onmiddellijke strijd die ten koste gingen van onze activiteit op lange termijn, het gevaar inhield om de organisatie mee te trekken in gevaarlijke avonturen en, in het bijzonder, in de valstrik van het “arbeiderisme” en een “radicale vorm van ultralinks” te vallen. Zoals wij het vaak hebben onderstreept, is het immediatisme de koninklijke weg naar het opportunisme en het revisionisme, naar het opgeven van de proletarische principes.
Het Congres heeft benadrukt dat het uit het zicht verliezen van de methode en de verworvenheden van het marxisme in de analyse van de klassenstrijd verband houdt met een onderschatting:
De Resolutie over de sociale situatie in Frankrijk die door het Congres werd aangenomen, heeft niet alle kwesties die in de debatten werden opgeworpen kunnen opnemen en ontwikkelen. Deze zullen moeten worden verdergezet in de organisatie (in het bijzonder deze omtrent de versterking van de staatkapitalistische maatregelen die niet alleen de situatie in Frankrijk aanbelangt).
Het rapport over de verdediging van de organisatie, dat aan het Congres werd voorgelegd, had tot doel de ervaring van IKS en zijn afdeling in Frankrijk samen te vatten tegenover de methoden tot vernietiging van de organisatie, welke door onze kameraad MC (stichter van IKS), werden geïdentificeerd, met name tijdens de crisis van 1981. Die situatie heeft ons genoodzaakt over te gaan tot het terugwinnen van ons materiaal dat door „de tendens “Chénier” was gestolen (schrijfmachines, stencilapparaat, enz.). Tegenover het gedraal en de kleinburgerlijke weerstand, die toentertijd in RI (en met name in de afdeling van Parijs) bestond, moest MC steunen op het centraal orgaan van de afdeling in Frankrijk om haar materiaal terug te winnen en de zeden en gewoonten van shoften van deze zogenaamde “tendens” vervolgens publiekelijk aan te klagen (met een communiqué over de uitsluiting van Chénier om de andere groepen van het proletarisch politiek milieu te waarschuwen voor en te beschermen tegen de manoeuvres van dit troebele element).
Aangezien de revolutionaire organisatie een vreemd lichaam is in de burgerlijke maatschappij, zei Marx van het proletariaat: “het is een klasse van de burgerlijke maatschappij, die geen klasse is van de burgerlijke maatschappij is, [maar] een stand die de ontbinding van alle standen is”. Hij wilde hiermee zeggen dat de proletariër zijn plaats in de burgerlijke vennootschap nooit werkelijk kan vinden. Het proletariaat en de bourgeoisie zijn twee tegengestelde klassen. Daarom, als organisatie van het proletariaat, was er natuurlijk geen sprake van om naar het politiebureau te gaan om daar aangifte te doen (dat ons in ons gezicht zou hebben uitgelachen!). Dit gestolen materiaal was niet het privé-bezit van een persoon, maar behoorde toe aan een politieke groep en was gekocht met het geld van de bijdragen van de militanten. Het was dus een plicht, die op een proletarisch moreel principe is gebaseerd, om het terug te krijgen om niet de zeden en gewoonten van gangsters en de wet van de straat te tolereren binnen een communistische organisatie.
De discussies op het Congres hebben zich voornamelijk gericht op een kernprobleem: waarom is de revolutionaire organisatie een vreemd lichaam in de burgerlijke maatschappij? De militanten, die zich engageren in een kommunistische organisatie dienen hun engagement te aanvaarden, door radicaal met de zeden en gewoonten van de burgerlijke maatschappij te breken en met deze van alle sociale lagen die geen historische toekomst hebben (met name de kleinburgerij en de lumpen). Net omdat de revolutionaire organisatie, hoewel ze bestaat binnen het kapitalisme, een vreemd lichaam is in dit systeem, probeert de heersende klasse en haar meest ijverige dienaars permanent om haar te vernietigen. Dat is ook de reden waarom de kommunistische organisaties, vanwege hun “extremistische” ideeën, altijd in de gaten worden gehouden door de gespecialiseerde diensten van de kapitalistische staat (met inbegrip natuurlijk van de diensten voor informatica-ontcijfering).
En zodra zij kan, probeert de dominerende klasse of bepaalde van zijn sectoren (die niet noodzakelijkerwijs direct aan het staatsapparaat en de officiële politie zijn verbonden) ook om ze te infiltreren, zoals het de hele geschiedenis van de arbeidersbeweging aan het licht heeft gebracht. Enkel de opportunisten en de verzoeners van allerlei slag (die de burgerlijke democratie vereren zoals de koorknapen de goede God vereren) verbeelden zich dat, omdat onze ideeën zeer in de minderheid zijn in de maatschappij en geen enkele invloed in de uitgebuite massa's hebben, deze kleine verlichte “sekte” die, met haar “complottheorieën”, “overal vijanden ziet” het repressie-apparaat van de burgerlijke staat volkomen koud laat.
De discussies op het Congres hebben aangetoond dat om de revolutionaire organisatie, dit lichaam dat vreemd is aan het kapitalisme, te kunnen blijven verdedigen, deze het localisme moet bestrijden en haar internationale eenheid levendig moet houden tegenover de aanvallen die als doel hebben ofwel om het te vernietigen, ofwel om „een cordon sanitaire“ te vormen rondom haar om te verhinderen dat nieuwe elementen op zoek naar een klassenperspectief haar kunnen benaderen.
Wij weten dat de lastercampagnes tegen IKS niet zullen ophouden, zelfs wanneer zij tijdelijk in demper gezet kunnen worden. Het zijn de klassieke methoden van de dominerende klasse tegen de revolutionaire beweging sinds Marx duidelijk aan heeft getoond dat het proletariaat de grafdelver van het kapitalisme is.
Sinds de laster van Herr Vogt (een agent van Napoleon III) tegen Marx tot aan de oproepen tot de pogrom tegen Spartakisten, die geculmineerd is in de laffe en beestachtige moord op Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht, heeft de geschiedenis uitgewezen dat de repressie van de revolutionaire organisaties altijd door laster wordt voorbereid.
De haat die de IKS oproept (in een klein filistijns milieu, die door een “vriendenkring van oudgediende militanten van de IKS” in gang is gezet), is de haat van de bourgeoisie voor de revolutionaire beweging van het proletariaat, die van Thiers, Mac Mahon en Galliffet voor de Commune van Parijs, die van Noske, Ebert en Scheidemann voor de dreigende uitbreiding van de Oktoberrevolutie naar Duitsland.
Tegenover de ontketening van een pogromistische mentaliteit tegen de organisatie, heeft het 21e Congres van RI een duidelijke oriëntatie uitgestippeld ter verdediging van de organisatie in het kader van “de intellectuele en morele” dimensie van de strijd van het proletariaat.
“Alleen de arbeidersklasse, zoals Engels het heeft gezegd, heeft de zin en de interesse voor de theorie bewaard. De dorst naar kennis, die de arbeidersklasse bewaart, is een van de belangrijkste intellectuele verschijnselen van de tegenwoordige tijd. Uit moreel oogpunt, zal de arbeidersstrijd de cultuur van de maatschappij vernieuwen” (Rosa Luxemburg, “Stagnation und Fortschritt des Marxismus”, 1903).
Révolution Internationale
Voetnoten
(1) Zie ons artikel op onze website: “De Buitengewone Internationale Conferentie: Het “nieuws” van onze verdwijning wordt zwaar overdreven!”.
(2) “De kwestie van de organisatorische functionering in de IKS” ontwikkelt uitvoerig onze analyse rond de kwestie van de clans en het clanisme
De bloedige en barbaarse aanslagen die afgelopen maand in Parijs plaatsvonden, leidden tot een massale verontwaardiging, afschuw en een algemene afwijzing. Dit alles heeft zich vertaald in een reusachtige demonstratie in alle grote steden in Frankrijk en in talrijke grote steden over de hele wereld. Miljoenen mensen, honderdduizenden proletariërs wilden bijeenkomen om gezamenlijk uiting te geven aan de totale afwijzing van dergelijke barbaarse terroristische daden. De solidariteit nam spontaan bezit van de straten en pleinen.
Maar deze gezonde en noodzakelijke reactie werd onmiddellijk geconfronteerd met patriottische oproepen van bijna de hele Franse bourgeoisie tot "nationale eenheid" en "heilige eenheid". Een bourgeoisie die schaamteloos gebruik maakte van de emotie, welke zich meester had gemaakt van de gechoqueerde bevolking. Als we de politici en de media mogen geloven, dan stond Frankrijk op het punt “een oorlog te beginnen”. Alleen de staat zou ons kunnen beschermen: zij alleen zou de “Franse veiligheid”, de “democratie” en de “vrijheid van meningsuiting” kunnen verdedigen. En dit ideologische vergif is ook op grote schaal toegediend in Denemarken na de recente bomaanslagen in Kopenhagen. De angst en de bezorgdheid, vakkundig gedistilleerd door de media, was zodanig dat in het hoofd van iedere doodsbange werker het idee ontstond van “vadertje staat”, dat het “brave volk” zijn welwillende bescherming aanbiedt.
Voorbijgaand aan deze misleidingen, dringen er zich aan het proletariaat verschillende vragen op. Wie profiteert er werkelijk van de gruwelijke misdaden gepleegd tegen de journalisten van Charlie Hebdo en de klanten van de koosjere slager? Wat betekenen de zoetsappige voorstellen van de regering? Wat zit er achter de intensieve mediapropaganda over de fameuze “post 7 januari”, die doet denken aan de “post 11 september 2001”? De waarheden die verborgen zijn achter de burgerlijke propaganda moeten tevoorschijn komen. Het proletariaat kan niet alles naïef wat de staat vertelt voor lief nemen of het zal er in de toekomst duur voor betalen.
De Franse bourgeoisie heeft sinds de gepleegde aanslagen haar eenheid getoond. De oorlog die de verschillende concurrerende fracties en klieken gewoonlijk voeren, is als bij toverslag verdwenen. In naam van de verdediging van het “aangevallen vaderland”, het “Franse volk in gevaar”, moet de “Franse natie” een “blok vormen tegen de terroristische dreiging”. Opgesmukt met een humanistische façade, zich verbergend achter hypocrisie en leugens, vond de imperialistische aasgier een gouden alibi om haar duidelijker militair engagement in de wereld te rechtvaardigen, opdat Frankrijk “haar rangplaats behoudt”. Zonder dralen werd de kruiser Charles de Gaulle uitgezonden naar een voorpost in deze nieuwe kruistocht.
Verdwenen is de actieve militaire rol die het Franse imperialisme speelt in talrijke oorlogen die de planeet in vlam zetten en die ze in het verleden moest proberen te verbergen door ze in te kleden met een “humanitaire” rechtvaardiging! Uitgegomd is de rol die de Franse bourgeoisie en haar leger hebben gespeeld in de genocide in Rwanda in de regeringsperiode van een andere zogenaamde socialistische president Mitterrand! In vergetelheid geraakt zijn de verklaringen van deze laatste die de genocide van één miljoen doden in dat land geen ernstige gebeurtenis noemde! De extreme barbaarsheid van de aanslagen lijkt de Franse staat het recht te geven om oorlog te voeren en om de zogenaamde “vrijheden” te beperken. Na de aanslagen heeft de bourgeoisie onbeschaamd het kostuum van de bewaker van orde en veiligheid aangetrokken. Geconfronteerd met een irrationele moorddadige waanzin, moet de ordinaire barbarij van de democratische staten worden gepresenteerd als “normaal”.
Als ijverige dienaren konden de media vervolgens misselijkmakende beelden vertonen van een massale inzet van veiligheidstroepen, die tot de tanden waren bewapend. Duizenden politieagenten, gendarmes en militairen kunnen van nu af aan kriskras alle openbare ruimtes doorkruisen. En naar verluid is dat voor ons welzijn! Een deel van de Franse rechterzijde stelde vervolgens, zonder enige terughoudendheid, de noodzaak van het instellen van een Franse Patriot Act. De linkerzijde en de regering hebben dit heel snel en heel hypocriet “afgewezen” om vervolgens beter in staat te zijn maatregelen voor te bereiden die er als twee druppels water op lijken. En inderdaad is in termen van ideologische en repressieve reactie de gelijkenis groot tussen de Patriot Act en de politiek die de afgelopen maand in Frankrijk aangenomen is. Het is trouwens dit veiligheidsbeleid dat de socialistische Hollande wil verdedigen in de Europese Unie, die al verleid en veroverd is.
Het is goed om in herinnering te roepen hoe de Patriot Act is ontstaan! Op 11 september 2001 boorden twee vliegtuigen zich met volle kracht in de Twin Towers in New York. Twee andere vliegtuigen stortten neer in respectievelijk Washington en Pennsylvania. De balans was afschuwelijk: meer dan 3.000 mensen werden gedood. Twijfel blijft bestaan over de omvang van de medeplichtigheid van de Amerikaanse overheid in de aanslagen. Maar één ding is zeker, net zoals in Frankrijk werden het Amerikaanse politieke apparaat en de media onmiddellijk erna opgevorderd om de bevolking te mobiliseren voor de oprichting van een staat van oorlog op Amerikaanse bodem. De imperialistische doelen van de Verenigde Staten waren niet afwezig in deze cynische berekening en orkestratie van deze oorlogspsychose.
Voor de Amerikaanse bourgeoisie moest van deze dramatische gebeurtenis geprofiteerd worden om het “Vietnamoorlog-syndroom” uit te gommen, hun interventie in Irak te rechtvaardigen ten koste van grove leugens, en hun intrede in Afghanistan voor te bereiden. Elke grote terroristische aanval op hun nationale grondgebied wordt nog altijd gebruikt door de bourgeoisie voor haar oorlogszuchtige doeleinden. Alle anti-terroristische maatregelen van de staten zijn niet alleen machteloos om de opkomst van het terrorisme in te dammen, maar ze maken ook deel uit van de escalerende terreur. Ze voeden bovendien het klimaat van wantrouwen ten opzichte van de anderen door verdeeldheid te zaaien binnen de bevolking. Frankrijk ontsnapt niet aan deze regel. Als het terrorisme in feite een oorlogswapen is van de bourgeoisie van een land, ongeacht haar religie, is het toch ook een waardevol ideologisch wapen van de laatstgenoemde tegen de arbeidersklasse. Dus de kruistocht tegen de “As van het kwaad”, ingevoerd door de regering Bush, heeft het haar mogelijk gemaakt de befaamde Patriot Act in te stellen, zelfs zonder de goedkeuring van de wetgevende macht.
Het is dan ook “normaal” geworden om mail, post, telefoon van iedereen te inspecteren en schaamteloos elk appartement te kunnen betreden, zelfs in afwezigheid van de bewoners. Een fouillering van de mensen die naar hun werk gaan, kan zonder uitleg worden gedaan. Wat de politie betreft, die is toegerust met een bijna volledige immuniteit. De moorden die steeds vaker worden begaan door de politie, in het bijzonder tegen zwarten, en die in het algemeen geen aanleiding geven tot een juridisch onderzoek, zijn concrete uitdrukkingen daarvan. In feite zijn de zogenaamde punctuele en buitengewone maatregelen permanent geworden. Net als in Groot-Brittannië, waar hetzelfde voorwendsel werd gebruikt om het toezicht via ontelbare camera's te rechtvaardigen in bijna elke straat en metro van de steden van dit land. In een democratie zijn de uitzonderlijke wetten de norm geworden.
Natuurlijk, in Frankrijk heeft het proletariaat een andere ervaring dan die in de Verenigde Staten. De Commune van Parijs in 1871 en Mei 1968 zijn niet volledig uit het geheugen gewist van de arbeidersklasse. De Franse bourgeoisie weet dit en dat is de reden waarom ze voorzichtiger is. Ze gaat op een meer verborgen wijze voort dan haar Amerikaanse tegenhanger. Maar dat kon niet verhinderen dat premier Valls twee weken na de aanslagen in Parijs een reeks van maatregelen onthulde die door de hele Europese bourgeoisie werd gesteund en zelfs de Amerikaanse leiders niet zouden hebben misstaan. Deze zelfde minister zei dat gezien "de formidabele uitdaging waarmee Frankrijk wordt geconfronteerd, het nodig om was om uitzonderlijke maatregelen te nemen", die zoals we weten in werkelijkheid permanent zullen zijn. De financiële last bedraagt 700 miljoen euro, welke wordt gecompenseerd door bezuinigingen op de staatsuitgaven, die nu al verminderd zijn.
Op het militaire apparaat zal daarentegen niet worden bezuinigd, zoals oorspronkelijk was voorzien. En de gendarmerie en de politie zal massaal worden versterkt met mensen en materiaal. Zwaar bewapende agenten en soldaten zullen ongeveer overal patrouilleren en niet alleen in de “gevoelige” gebieden. Het proletariaat mag niet naïef zijn. Een staat die op deze manier haar macht laat zien, past een directe vorm van intimidatie toe. Dit is een waarschuwing aan de werkers. Het gaat hier om de macht om met “republikeinse legaliteit” bewaken en te onderdrukken. En dit is niet alleen gericht tegen alles dat de orde verstoort en niet de norm is, maar vooral tegen het proletariaat en haar strijd, die moet worden gecriminaliseerd.
De Patriot Act is in feite een obsessie voor de hele burgerlijke democratie. Als bewijs, in Frankrijk ontsnappen zelfs kinderen vanaf zeven of acht jaar op de basisschool niet aan de nauwgezette controles. En pas op voor de leraren die zich niet als informanten laten gebruiken bij dit vuile werk! In naam van het secularisme wil de overheid dat kinderen op school een strikter zogenaamd “burgerlijk” onderwijs krijgen om ze zo tot volledig geconditioneerde en onderworpen aanbidders van de staat te maken. En dat is niets anders dan het inpeperen van regels en burgerlijke waarden, dit misleidende masker waarachter de kapitalistische dictatuur van de uitbuitende klasse zich verbergt. Als de terugkeer naar de militaire dienst niet meer mogelijk is voor de bourgeoisie, kunnen we erop wedden dat een versterkte maatschappelijke dienst binnenkort in unanimiteit wordt aangenomen.
De heersende klasse heeft, buiten haar eigen interne verdeeldheid, altijd perfect begrepen wie haar doodgraver is. De geschiedenis van deze klasse valt samen met de middelen die ze zichzelf systematisch heeft verschaft om de confrontatie aan te gaan met haar enige echte vijand: het proletariaat. In een revolutionaire periode, breekt de kapitalistische staat haar hoofd niet over wetten om het strijdende proletariaat af te slachten. De Kozakken tijdens de revolutie in Rusland in 1917 of de Vrijkorpsen in 1919 van het sociaal-democratische Duitsland zijn sinistere voorbeelden. Maar wanneer de arbeidersklasse niet direct een bedreiging voor de macht van de bourgeoisie vormt, moet deze zijn ware uitbuitende aard verbergen achter een wirwar van ideologische leugens, achter een gesofisticeerd democratisch scherm.
Bijna 150 jaar geleden, toen de socialistische partijen nog echte revolutionaire organisaties waren, toen de kanselier van het Duitse Rijk, de heer Bismarck, de zeer bloedige republikeinse hond Thiers hielp om de Commune van Parijs neer te slaan, kondigde hij zijn anti-socialistenwetten af. De wet verbood de socialistische en sociaal-democratische organisaties en al hun activiteiten in het Duitse Rijk. Deze repressieve wet ging gepaard met een versterking van de aanwezigheid van het leger en de politie in alle grote Duitse steden. Maar dit beleid van de “ijzeren hand” is niet het voorrecht van dit Rijk. In 1893-1894, in de zeer democratische Franse Derde Republiek, werden de zogenaamde “worgwetten” (“lois scélérates”) aangenomen. Onder het mom van de strijd tegen de criminaliteit waren ze direct gericht op anarchistische groepen en bedreigden ze tegelijkertijd alle arbeidersorganisaties. Alleen maar verdacht worden van sympathieën voor het anarchisme of de arbeidersstrijd werd al beschouwd als een misdaad.
Zoals vandaag, moedigden deze wetten informanten aan. In 1894 was Jean Jaurès nog maar net terug uit Carmaux, waar hij de staking van de mijnwerkers had gesteund, die hadden geleid tot een gewelddadige onderdrukking door de gendarmerie en het leger, of hij stond al in de Kamer van Afgevaardigden om deze wetten te veroordelen: "U bent dus genoodzaakt om in de criminaliteit te werven om de criminaliteit in de gaten te houden, in de ellende te werven om de ellende in de gaten te houden en in de anarchie om de anarchie in de gaten te houden.” De echte schurken bevonden zich in Parijs, onder hen die deze wetten hadden afgekondigd. In Carmaux had een zekere Tornado, die actief was in de stakingen van 1892, de stakende mijnwerkers geld uit Parijs aangeboden om dynamiet te kopen. Dit zou de weg openen voor een onmiddellijke onderdrukking, die in naam van de “strijd tegen het terrorisme” zou worden gerechtvaardigd. Jaurès had een goede reden om de actie aan te klagen, omdat die in werkelijkheid gericht was tegen de strijd en de stem van de arbeidersbeweging.
Vanuit dit oogpunt is “de vrijheid van meningsuiting” of “de vrijheid van pers”, die nu zo worden geroemd, altijd een illusie geweest die zorgvuldig is onderhouden door de heersende klasse. Niet alleen omdat de media en het officiële taalgebruik de wasem en eigendom zijn van het kapitaal, maar omdat ze van meet af aan hun trouw betonen aan de burgerlijke staat. Het is dus niet nodig voor deze laatste om de media “van op afstand te bedienen” of systematisch de inhoud van hun propaganda te dicteren. (1) Het nepotisme en de vriendjespolitiek onder vele journalisten is bekend. De samenzwering van de media met de politieke leiders zijn daarom alleen zuiver anekdotisch gevolgen en niet de oorzaak van de eerstgenoemden hun volgzaamheid. Elke echte oppositie, die kritiek uitoefent en vraagtekens plaatst bij de kapitalistische staat heeft geen plaats in de media en wordt dan ook niet aanvaard noch op grote schaal verspreid. De “vrijheid van meningsuiting” beperkt zich in werkelijkheid tot die enkele meningen die zich onderwerpen aan de staat, de wetten en de waarden van het kapitaal.
De arbeidersklasse is internationaal en in Frankrijk in grote problemen. Maar het proletariaat is verre verwijderd van het neerleggen van de wapens. In een situatie waarin de economische crisis slechts kan gaan verergeren en de verslechtering van de leefomstandigheden blijft doorgaan, weet de bourgeoisie dat er een tijd zal komen van omvangrijke arbeidersstrijd. Hoe meer ze zich er op voorbereid, des te beter! De heersende klasse weet vanaf het begin welk gevaar het revolutionaire proletariaat en haar voorhoede-organisaties voor haar en haar systeem vertegenwoordigen. Haar besef van dit gevaar, haar eenheid daar-tegenover en haar machiavellisme kent geen grenzen. Machiavelli, die in de Renaissance leefde, was op dit vlak de belangrijkste voorloper van de bourgeoisie: "Leugens en bedrog zijn de middelen om te regeren, die iedere prins met een maximale efficiëntie moet weten te hanteren.” Kortom, het doel heiligt de middelen, er is geen enkel moreel principe te eerbiedigen. De huidige bourgeoisie heeft deze regeringsmethode tot hoogtes gebracht die nog nooit in de geschiedenis zijn bereikt. De leugen, de terreur, de dwang, de chantage, het aanwijzen van zondebokken, het “pogromisme”, het complot en de moord zijn gebruikelijke middelen van de kapitalistische regeermethode. De moord op de revolutionairen Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht in 1919 op bevel van de sociaal-democratische regering van Ebert in Duitsland is er de meest symbolisch uitdrukking van. Zoals de moord op Jaurès in juli 1914, die door een hatelijke patriottische campagne van de zeer democratische Franse republiek werd voorbereid, dat slechts sprak over “heilige eenheid” en het wentelen in het slijk van de eerste wereldslachting. Het machiavellisme van de bourgeoisie is geen ontaarding van de democratie, maar is het product van de overheersende aard van de kapitalistische klasse, de meest intelligente van de geschiedenis.
Pearl Harbour is een angstaanjagend voorbeeld van het machiavellisme van de bourgeoisie. In 1941 staan de Verenigde Staten te popelen om de oorlog in te gaan tegen Japan en Duitsland. Om dit te rechtvaardigen, op de hoogte van de dreigende aanval van de Japanse de luchtmacht op de militaire basis van Pearl Harbour, aarzelde de Amerikaanse regering geen moment om zijn Pacifistische Vloot en duizenden soldaten te offeren die daar ongewapend gestationeerd waren. Op dit gebied zijn er legio voorbeelden. De versterking van de controle en het toezicht door de politie, de hand over hand toenemende verharding van de aangekondigde repressieve maatregelen door de regering van president Hollande is slechts één van de uitingen van dit machiavellisme van de bourgeoisie. De beelden van de bereidheid om de Franse “burgers” te beschermen is slechts om zand in de ogen te strooien, een eenvoudig alibi. De bourgeoisie, geconfronteerd met de noodzaak van de verdediging van haar kapitalistische belangen, heeft altijd blijk gegeven van een totale minachting voor het menselijk leven. De militarisering van de samenleving is de directe versterking van de totalitaire macht van het staatskapitalisme. Democratie is ook het ideologische masker van de dictatuur van het kapitaal. Een verschrikkelijk effectief en hypocriet masker voor de uitbuiting en de terreur door de staat, dat het monopolie heeft op geweld.
Een staatsgeweld dat recht en orde moet handhaven om de wrede uitbuiting van het kapitalisme te waarborgen. Een toestand die de pesterijen voortbrengt, de dagelijkse vernederingen op het werk, massale werkloosheid en toenemende verarming. Kortom, een ongehoord geweld, waartegen men niet in opstand zou mogen komen en die men, als “ brave burgers” zou moeten aanvaarden zonder een spier te verrekken. Zoiets niet beseffen, geloven in de goede wil van de staat en in het humanisme van de uitbuitende klasse, zou neerkomen op een politieke ontwapening. De maatregelen van Valls en Hollande vandaag, net zoals die elders worden ingezet, bereiden zeer serieus en actief de repressie voor. Alleen het revolutionaire proletariaat in de strijd zal kunnen proberen om de verschrikkelijke gewapende arm van de bourgeoisie en die van haar lidstaten te verlammen door haar communistische perspectief te bevestigen.
Cyril / 2015.02.10
Voetnoten
(1) Dit zo zijnde, staatskapitalisme leidt vaak tot controle en een volledige geheimhouding van informatie op het moment dat zoiets nodig is, in het bijzonder in oorlogstijd. Het is voldoende om te herinneren aan de Eerste Golfoorlog, toen de media gehoorzaam, als brave hondjes, de militaire operaties volgden en de ideologische aanval van het Amerikaanse leger verspreidden (lees onze brochure over dit onderwerp).
“De ideeën van de heersende klasse zijn in elk tijdperk de heersende ideeën, dat wil zeggen dat die klasse die de heersende materiële macht in de maatschappij vormt, tegelijk de heersende geestelijke macht is.” (Marx et Engels, De Duitse Ideologie).
“De heersende ideeën van een tijd waren altijd slechts de ideeën van de heersende klasse”. (Marx et Engels, Het Kommunistisch Manifest).
De angst voor de ander, het gevoel van isolement, het individualisme en de haat verspreiden zich vandaag als een gif in de aders van de maatschappij. Deze sociale verwording is een van de manifestaties van de ontbinding, de laatste historische fase van het kapitalisme in verval, die aan het eind van de jaren '80 is ingetreden. Deze algemene teruggang is waarschijnlijk de grootste oorzaak van menselijk lijden: tegenover de economische wereldcrisis en zijn gevolgen, tegenover de barbaarse oorlogen en hun verschrikkingen, leiden de afwezigheid van solidariteit, de ontbinding van de sociale verhoudingen (juist eigen aan deze maatschappij in ontbinding) tot berusting, vrees en wanhoop. Er is niets ergers dan zich alleen en geatomiseerd te voelen.
Als reactie wordt er een schijn van solidariteit verspreidt, gehandhaafd door de heersende klasse, die van het terugplooien op de familie, de clan, de culturele, etnische of religieuze gemeenschap, de regio, de natie, “het ras”, even zovele entiteiten die in concurrentie, zelfs in oorlog zijn met “de andere”: de andere familie, clan, gemeenschap, cultuur, etniciteit, godsdienst, regio, natie of “ras“. De oorzaken van deze dynamiek, gekenmerkt door de angst voor de toekomst, de no future zijn natuurlijk velerlei. (1)
In dit kader hebben wij ervoor gekozen om, in het bijzonder te beklemtonen dat de vrijwillige, doelbewuste en berekende actie van de bourgeoisie een van de essentiële oorzaken is van deze dodelijke dynamiek. Haar ideologie, haar propaganda, haar redevoeringen en haar media staan ten dienste van een kenmerkend doel van de uitbuitende klassen: “Verdelen om beter te heersen”. Men mag dus de capaciteiten van onze klassevijand vooral niet onderschatten. De bourgeoisie, in het bijzonder haar meest geschoolde en bewuste deel, die zich groepeert en zich organiseert binnen de Staten, is de meest doortrapte en meest machiavellistische heersende klasse van de geschiedenis. Zij weet heel goed dat de kracht van het proletariaat berust in zijn bekwaamheid om verenigd e zijn en solidair. En aangezien “een van de oudste beginselen van de militaire strategie bestaat in de noodzaak om het vertrouwen en de eenheid van het vijandige leger te ondermijnen”, “heeft de bourgeoisie altijd de noodzaak begrepen deze kwaliteiten in het proletariaat te bestrijden” (2)
En aan het begin van de zomer van 2015, is dit propagandistische tromgeroffel bijzonder luidruchtig en… walgelijk. In Griekenland ondergaat de arbeidersklasse de ergst verschrikkingen van de economische wereldcrisis. Gelijktijdig buit de bourgeoisie, en dit op internationaal vlak, de huidige zwakte van de strijdwil en het bewustzijn van de arbeiders uit door zonder ophouden het ene “volk” tegen het andere op te zetten. De ultralinkse en ultra-rechtse fracties op het burgerlijke politieke schaakbord wijzen het Europese dictaat, de trojka EU/BCE/IMF en “de tergende Duitsers” als verantwoordelijken aan voor al het kwaad; hun redevoeringen zijn ultranationalistisch, zij roepen op tot de opstand van het “Griekse volk”, het “Franse volk”, “het Spaanse”…
In Griekenland is de overwinning van het “nee” van het referendum in de manifestaties gevierd door massaal met de Griekse nationale vlag te zwaaien. Al naar gelang het geluid van haar linkse, centrum en rechtse fracties verandert de heersende klasse haar redevoeringen en van zondebokken. Tegelijkertijd houdt ze vast aan dezelfde nationalistische logica door te wijzen op “de traditionele onverantwoordelijkheid van de Grieken” en door te beweren dat “de Europese belastingbetalers” de rekening zullen moeten betalen voor “de Griekse laksheid” en “het Grieks egoïsme”.
Behalve de reële en onoplosbare economische problemen op lange termijn van het wereldkapitalisme, vormen het mediacircus over de terugbetaling van de Griekse schuld, evenals het referendum van Tsipras, allemaal ideologische valstrikken die bijdragen om deze propaganda geloofwaardig te maken. Het gaat trouwens om een van de krachten van de bourgeoisie: erin slagen om zijn eigen moeilijkheden, zijn crisis, zijn oorlogen, zijn rampen, zijn verrotting te gebruiken tegen zijn grootste vijand, de arbeidersklasse.
De instrumentalisme van de meest barbaarse terroristische handelingen vormt een van de beste illustraties. Wanneer de jihadisten in de alle hoeken van de planeet onschuldige arme mensen afslachten, in stukken snijden, onthoofden en verpulveren, wordt er een waar mediabombardement uitgestrooid om te terroriseren en de emotionele reacties te gebruiken. In de politieke redevoeringen worden deze afschuwelijke handelingen in feite gebruikt voor hun eigen belangen door deze te richten op de “oorlog van de beschavingen”, het “noodzakelijke toezicht en repressie”, enz. Dit is bedoeld om de imperialistische oorlogen buiten de grenzen en het de controle van de arbeidende klasse binnen de eigen grenzen te rechtvaardigen. (3)
Of het nu grote internationale gebeurtenissen of klein plaatselijke feiten zijn, overal bezet de heersende klasse het terrein door zijn propaganda te verspreiden, door angst, verdeling en wantrouwen te scheppen; haar voornaamste zorg is te voorkomen dat de proletariërs zelf denken en onderling discussiëren.
In Frankrijk, is de socialistische regering meester geworden in deze kunst om het ene of andere deel van de bevolking te brandmerken teneinde de hele aandacht en haat op haar te concentreren: Roma’s, homoseksuelen, clandestiene taxi-chauffeurs (snorders) … gelijkluidende afleidingsmanoeuvres die elkaar opvolgen. Het beleid van Hollande, samengevat in één woord: zondebokken aanduiden.
In de bedrijven, zijn het de vakbonden die op een uitstekende wijze dezelfde politiek van atomisering toepassen. Wanneer enkele loontrekkers zich vragen beginnen te stellen en voor hun waardigheid willen strijden, dan komen de vakbonden op het toneel om deze strijd te isoleren in de corporatistische, sectoriële of regionalistische dwangbuis terwijl de media het zogenaamde “egoïsme” aanklagen van de arbeiders in strijd. Van een dergelijke manoeuvre zijn de werkers van de ziekenhuizen van Parijs in de maand juni bijvoorbeeld het slachtoffer geworden. (4).
Geen dimensie van het dagelijkse leven ontsnapt aan de duizelingwekkende ideologische slagen van de bourgeoisie. Het meest recente voorbeeld vond plaats tijdens het festival van Cannes en de overwinning van de film “La loi du marché” (*) Wanneer een filmmaker en zijn acteurs, geïnspireerd door humanistische waarden, de loonslavernij willen aanklagen, maar ongewild beïnvloed zijn door de ambiance en de heersende ideologie, in de val trappen van de apologie van de individuele en wanhopige revolte, haast de bourgeoisie zich om al haar schijnwerpers op hen te richten, ze uitbundig toe te juichen en hun prijzen toe te kennen.
In wezen laat al deze energie, die door de bourgeoisie en zijn Staten wordt besteed, eveneens één ding zien: zij kent de kracht van het proletariaat, zij weet dat hij haar doodsvijand is, een vijand die in potentie in staat is om de maatschappij van top tot teen te veranderen. Zij is zich ervan bewust dat hij een klasse is die wordt gedragen door de capaciteit om zich te verenigen, om zich te solidariseren, zich collectief te organiseren en te strijden voor de toekomst van de hele mensheid. Vertrouwen van het proletariaat in zichzelf en in de toekomst, dat is wat de bourgeoisie met zijn campagne permanent probeert af te breken! Want in wezen zij is degene die de meeste angst kent, angst voor het einde van haar wereld en haar privileges.
Het is dus essentieel om zich niet te laten doen, en om zich te herinneren wat het proletariaat werkelijk is, wat het in staat is te verwezenlijken door middel van zijn historische strijd:“Alle bewegingen tot nu toe waren bewegingen van minderheden in het belang van minderheden. De proletarische beweging is de spontane beweging van de ontzaglijke meerderheid in het belang van de ontzaglijke meerderheid. (…) In de plaats van de oude burgerlijke maatschappij met haar klassen en klassentegenstellingen ontstaat een associatie, waarin de vrije ontwikkeling van ieder de voorwaarde voor de vrije ontwikkeling van allen is.” (Het Kommunistisch Manifest ; 1848).
Er is geen meer nobele en gepassioneerde strijd.
Claire / 2015.07.04
(1) Omdat we hier niet uitvoerig in kunnen gaan op het geheel van deze oorzaken, verwijzen wij onze lezers naar drie fundamentele artikelen van onze organisatie beschikbaar op onze website: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme (Internationale Revue nr. 13); Oriëntatietekst, 2001: Vertrouwen en Solidariteit in de strijd van het proletariaat, Deel I (Internationale Revue 23); en Bij het aanbreken van de éénentwintigste eeuw: Waarom het proletariaat het kapitalisme nog niet omvergeworpen heeft, Deel 1 (Internationale Revue nr. 17)
(2) In “Het vertrouwen en de solidariteit in de strijd van het proletariaat“ (Internationale Revue nr. 23).
(3) Lees het artikel over de aanslagen van eind juni. (https://fr.internationalism.org/revolution-internationale/201507/9234/ca... [4])
(4) Lees het artikel over de laatste stakingen in Frankrijk (https://fr.internationalism.org/revolution-internationale/201507/9232/co... [5])
(*) La loi du marché (De wetten van de markt) is nog niet in Nederland vertoont, maar het is vooral een portret van een werkloze 50-plusser die uiteindelijk weer een job vindt als bewakingsagent in een supermarkt. Hierbij komt hij op een bepaald moment in conflict met zijn geweten en besluit zijn waardigheid te laten prevaleren door te weigeren zijn collega’s te bespioneren. Het is vooral een portret van een “jan met de pet”, die sputtert, sakkert, lacht, weent en ploetert.
"In Syrië vinden elke dag nieuwe slachtpartijen plaats. Het land is toegetreden tot het ‘speelveld’ van de imperialistische oorlog in het Midden-Oosten. Na Palestina, Irak, Afghanistan en Libië, is nu Syrië aan de beurt. Helaas roept deze situatie onmiddellijk een zeer verontrustende vraag op: wat gaat er gebeuren in de komende periode? Het Midden-Oosten lijkt aan de vooravond van een vuurzee waarvan de grenzen moeilijk zijn te voorspellen. Bij de oorlog in Syrië is het Iran waar de imperialistische angsten en honger op zijn gericht, maar alle belangrijkste imperialistische roversbendes staan klaar om hun belangen in de regio te verdedigen. Dit maakt deel uit van de wereld die op voet van oorlog staat - een oorlog die irrationele en vernietigende gevolgen kan hebben voor het hele kapitalistische systeem".
Zo begon het artikel “The threat of an imperialist cataclysm in the Middle East” in Internationale Revue nummer 149 (Frans-, Engels en Spaanstalige uitgave), geschreven bijna drie jaar geleden. De situatie, d.w.z. de militarisering en ontbinding van de Midden-Oosten zijn inmiddels verergerd en de dreiging van een vuurzee is nog groter geworden.
Er is nu al vijf jaar een imperialistische oorlog in Syrië, waarbij grootmachten als Amerika, Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland samen met lokale krachten, zoals Iran, Saoedi-Arabië, Jordanië, Israël, enzovoort, betrokken zijn. In plaats van een beëindiging, wordt dit conflict geïntensiveerd. Oorlog en instabiliteit verspreiden zich op een steeds bredere en meer diepgaande schaal, en die bijzondere uitdrukking van kapitalistische irrationaliteit en ontbinding, de Islamitische Staat en het Kalifaat, wordt alleen maar sterker. Zo wisten slechts een paar honderd van haar strijders duizenden Iraakse troepen en shi’itische milities tegen te houden, die opnieuw probeerden om de Iraakse stad Tikrit in te nemen.
Eind maart namen de jihadistische troepen van al-Nusra de provinciale hoofstad Idlib in, de tweede stad in Syrië. Dit gebeurde slechts enkele dagen nadat al-Nusra, gesteund de Israëlische militaire interventies, een land dat in feite samenwerkt met de jihadisten, in het zuiden de oude Romeins-Arabische hoofdstad Bosra al-Sham had ingenomen in het district Daraa. In sommige gevallen hebben al-Nusra en IS ook min of meer samengewerkt, maar die samenwerking is broos vanwege het algemene wantrouwen en “het ieder voor zich”-karakter van het conflict. Vergelijkbare uitingen hebben zich voorgedaan bij het grote Palestijnse vluchtelingenkamp van Yarmuk aan de rand van Damascus, een enclave die reeds twee jaar onderworpen wordt aan belegering en uithongering, waar al-Nusra de weg effende voor een moorddadige ISIS.
Deze allianties tussen de verschillende soennitische facties zijn onzeker en gespannen, met vele soennitische fracties die hun eigen soennitische rivalen vaak meer haten dan de shi’ieten. In Yarmuk laait er een strijd op tussen drie of vier partijen. Onder militaire druk van al-Nusra heeft ISIS zich enigszins teruggetrokken, verder zijn de Palestijnse pro-Assad troepen er bij betrokken, evenals de soennitische anti-regeringstroepen van Aknaf Beit al-Maqdes (Shura Raad van Mujahedeen uit de Omgeving van Jeruzalem – die ook actief zijn in de Sinaï) die gehaat wordt zowel door ISIS als al-Nusra. Onderlinge schermutselingen zijn reeds uitgebroken. De giftige atmosfeer van kapitalistische desintegratie doordringt de grond onder de verschillende religieuze groeperingen die haat, wantrouwen en de pogromistische mentaliteit voortbrengen.
ISIS heeft ook haar vleugels uitgespreid naar Noord-Afrika, d.w.z. in het door de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk gedestabiliseerde Libië, en de nog steeds instabiele Sinaï, ondanks de tussenkomst in beide gebieden door het Egyptisch militair regime. In de tussentijd heeft de verspreiding van deze vloedgolf van ontbinding, geholpen in de verschillende delen door de Libische instabiliteit en het vrijgekomen wapentuig, massale werkloosheid in de gehele regio en irrationele religieuze ideologie, die deel uitmaken van een algemene ineenstorting van de kapitalistische samenleving, de met al-Qaida verbonden groepen van Oost en West Afrika bereikt. Daar verspreiden zowel Boko Haram in Nigeria en al-Shabab in Kenia oorlog en terreur, zowel binnen als buiten de grenzen.
Landen die worden getroffen zijn Somalië; Zuid-Soedan (waar Chinese troepen aanwezig zijn); Kameroen (wiens door Israël opgeleide snelle interventiemachten terugvechten); en Tsjaad, waar de Fort Carson speciale anti-terroristische troepen uit Colorado samenwerken met Britse trainers en Franse speciale troepen. Het aantal troepen van het Franse imperialisme is hier uitgebreid, zowel vóór als na de Parijse aanvallen, aanvallen die zogezegd aangespoord zijn door al-Qaeda van het Arabisch schiereiland (AQAP).
De opkomst van het jihadisme alleen al heeft een ongekende spiraal van geweld en vernietiging tot gevolg gehad in het Midden-Oosten en Afrika. Om bijvoorbeeld de Syrische grensstad Kobani op ISIS te heroveren, waar de gevechten nog tot op vandaag doorgaan in de omliggende dorpen, moest het Westen samen met de Koerdische strijders de stad platbombarderen, en hetzelfde lijkt te staan gebeuren met Tikrit in Irak: de tactiek van de verschroeide aarde en de terreur van ISIS wordt geëvenaard door de tactiek van de verschroeide aarde en terreur van het Westen en zijn bondgenoten, en dit is steeds meer het verhaal in deze hele keten van oorlog. De verwoestingen in de hele regio zijn bijna buiten proporties en terwijl de hypocriete democraten van Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Frankrijk, evenals de dievenbendes van de VN, de vernietiging van oude culturele bezienswaardigheden door ISIS hekelen, zijn hun eigen gevechtsvliegtuigen of die van hun "bondgenoten" nauwelijks minder vernietigend.
Al deze verwoestingen in het Midden-Oosten en Afrika, de ineenstorting of het schepping van gefortifieerde grenzen, de ellende van de ontstellende aantallen vluchtelingen en ontheemde gezinnen, die daarmee samengaat, is teveel om hier verder op in te gaan. Somberstemmend als het is, zullen we later op deze vraag moeten terugkomen in de toekomst. Ondanks de bombardementen tegen ISIS, en door de manier waarop de organisatie vecht, is ISIS een geduchte tegenstander en blijft ze een toenemende dreiging. De deskundige Patrick Cockburn schrijft in The Independent van 20.03.15: "De Islamitische staat niet op instorten vanwege de toenemende onvrede van de bevolking binnen zijn grenzen. Zijn vijanden mogen hem bespotten vanwege zijn pretenties om een werkelijke staat scheppen, maar in termen van zijn bekwaamheid om troepen te formeren, belastingen te heffen en zijn wrede variant van de Islam op te leggen, is hij sterker dan vele van zijn buren".
Het voorbeeld van Tikrit toont aan hoe moeilijk het zal zijn om Isis te verjagen, laat staan te verslaan. Hier hebben slechts een paar honderd jihadisten een gecoördineerde aanval van duizenden Iraakse elitetroepen en shi’itische milities weken weerstaan. Ondanks het feit dat Bagdad zegt dat het Tikrit heeft genomen (The Guardian, 10.04.15), blijft ISIS nog wel delen van de stad controleren, evenals de grotere provincies Anbar en Ninive. De aanval lijkt een driezijdig probleem te hebben veroorzaakt tussen de Iraakse regering, de VS en de Iraanse gesteunde shi’itische milities, met als gevolg een toename van luchtaanvallen en de daadwerkelijke bijstand van Iraanse troepen (1). En het is deze verhouding tussen Amerika en Iran die tot grote ontsteltenis en onthutsing leidt onder de voormalige bondgenoten – die reeds vervreemd waren na de ineenstorting van het twee blokken-systeem van de Koude Oorlog en de opkomst van de tendens van het “ieder voor zich” -, niet in de laatste plaats in Israël en Saoedi-Arabië.
Er zijn reeds een aantal elementen van toenadering te bespeuren in de oorlog tegen ISIS, zowel in Irak als in Syrië. De opkomst van ISIS heeft de Amerikaanse oorlogsmachine voor een nog groter dilemma geplaatst. Als de regering Assad was verslagen, dan had de weg naar Damascus opengelegen voor ISIS. Dit werd onlangs nog expliciet erkend door de John Brennan, de CIA-directeur, toen hij zei dat hij geen ineenstorting van de regering-Assad wilde (Middle East Eye, 14.03.15), woorden die een paar dagen later nog eens nadrukkelijk werden gememoriseerd door Minister John Kerry, tijdens de nucleaire onderhandelingen met Iraanse functionarissen.
De spanningen tussen de VS en Israël, in het bijzonder met de kliek van Netanyahu, die reeds enige tijd sluimeren met betrekking tot de verwoeste Gaza en toenemende bouw van nederzettingen, zijn voor het oog van de wereld overgekookt. De spanningen bereikten vergelijkbare proporties in 1992, toen President Bush uitviel tegen President Yitzhak Shamir in verband met de nederzettingenpolitiek. Maar de huidige situatie lijkt veel ernstiger voor het gevoel van de Israëliërs, nu ze zich ondermijnd en kwetsbaar voelen als gevolg van wat sommige Israëlische politici de Amerikaanse "As met Perzië" noemen. Assad of ISIS, Israël of Iran, de pest of de cholera, dit zijn de onoplosbare dilemma’s waarmee het buitenlandse politiek van de VS wordt geconfronteerd. En hun impasse ligt ten grondslag aan de impasse van de gehele wereldwijde netwerk van imperialistische bondgenoten en rivaliteiten.
Als de Israëliërs zich zorgen maken over een toenadering tussen de VS en Iran, een samenwerking die in feite al bestond in de late jaren 70, toen de Sjah van Iran de Amerikaanse en Britse politieagent van de regio was, evenals de Saudiërs. Dat is de voornaamste drijfveer voor hun huidige avontuur in Jemen (zie hieronder). De Islamitische ‘revolutie’ in het Iran van 1979, die zich ontdeed van de Sjah, vormde een bedreiging voor Saoedi-Arabië door haar ‘oproep aan de onderdrukten’ – een wapen van het Iraanse imperialisme om een voorsprong te verkrijgen ten opzichte van de lokale rivalen. Vanaf dat moment raakte Iran uit de gunst van het Westen en maakte ze zich onafhankelijk van het Westen. Ter zelfder tijde steunde het Saoedische regime het islamitisch wahabisme om extreme anti-shi’itische gevoelens en acties te bevorderen en te stimuleren (2).
Het Huis van Saoed, bezorgd over een mogelijke Iraanse nucleaire capaciteit, heeft haar eigen nucleaire aspiraties heel duidelijk gemaakt. Het lijkt erop dat uit reeds plaastgevonden gesprekken dat Pakistan bereid zou zijn om Saoedi-Arabië te voorzien van een nucleaire capaciteit (The Guardian, 11.5.10: “Pakistan’s bomb and Saudi Arabia”). Het Midden-Oosten, plus een nucleaire wapenwedloop! Dit wordt nu een reële mogelijkheid.
Een ander argument voor een eventuele ‘as’ tussen de VS en Iran – en we zijn nog steeds ver van zoiets zelfs als er een akkoord komt over de Iraanse nucleaire capaciteit – is het feit dat Rusland, de belangrijkste bondgenoot van Iran en een steunpilaar van Assad, een ernstige terugslag zou ondergaan. Ruslands globale aanwezigheid zou nog verder worden teruggedrongen. Omgeven en opgesloten in het eigen harteland zou er een grotere dreiging van het Russisch imperialisme kunnen uitgaan. Rusland zou op de langere duur moeten proberen uit te breken, wat Europa een nog gevaarlijkere plaats zou maken.
Zelfs volgens de normen van het Midden-Oosten bereikt de irrationaliteit, de moedwillige vernietiging, de permanente, toenemende imperialistische kuiperijen en oorlogen, haalt de door Saoedi-Arabië geleide aanval op Jemen van eind maart een nieuwe, surrealistische absurditeit: de Saudi’s leiden een soennitische moslimcoalitie van tien landen, waaronder het niet-Arabische, nucleair bewapende Pakistan, in een aanval op Jemen. Lokale gangsters zoals de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit en Qatar zijn er ook bij betrokken evenals de Egyptische dictator al-Sissi en de moorddadige kliek van al-Bashir uit Soedan. Al deze despoten worden gesteund door de VS en Groot-Brittannië, die de coalitie ondersteuning heeft aangeboden in de vorm van “logistiek en inlichtingen". De kracht van deze coalitie is onduidelijk, aangezien Oman heeft geweigerd om toe te treden, Qatar twijfelt en Pakistan blijkbaar heeft afgehaakt.
De situatie in Jemen is veel complexer dan een coalitie van soennieten, die een door Iran gesteunde shi’itische bondgenoot aanvallen – dit zijn de duidelijkste elementen, maar er is meer aan de hand. Gezien het terrein is dit land een nieuw Afghanistan zoals de Britten, Egyptische en andere imperialistische krachten in het verleden tot hun schande hebben gevonden. Jemen is het armste land van de Arabische wereld. Er leven naar schatting tien miljoen kinderen op de rand van ondervoeding, de armoede en de corruptie tiert er welig. Het geraamte van dit land, dat geen geschiedenis van serieuze etnische conflicten kent, zijn in de afgelopen jaren uiteengereten door het imperialisme en de oorlog, en dat zal zo voortduren.
Vorig jaar september noemde President Obama de drone-acties van de VS in Jemen een anti-terroristisch ‘succesverhaal’, een ‘model’ zelfs [3]. Jemen, en haar lang-gekwelde bevolking, staat op het punt een nieuwe reeks van spanningen en de vernietiging te ondergaan, die de positie van ISIS en al-Qaeda op het Arabische schiereiland naar alle waarschijnlijkheid alleen maar zal versterken. Terwijl deze twee groepen elders hebben samengewerkt, is deze alliantie elders zuiver bijkomend en in het Jemen van vandaag vliegen de Houthi's, de AQAP, ISIS en het door Saoedi-Arabië gesteunde staartstuk, Aden, elkaar allemaal naar de strot. Ieder voor zich bereikt nieuwe proporties hier, waar zelfs de gezochte ‘terroristen’, hoewel soms ondersteund door verschillende landen, onderling strijden - vergelijkbare situaties van ‘ieder voor zich’ vinden plaatsen in Syrië.
De Houthi rebellen, die nu aan kracht winnen in Jemen, komen voort uit de Zaidi-sekte - een duistere tak van de shi’itische Islam uit de noordelijke al-Houthi clan waaronder deze sekte duizend jaar hebben gewoond. Het begon in de vroege jaren negentig als een hoegenaamde vredelievende opbloeiende beweging genaamd "Gelovende Jeugd". Net als zoveel anderen werd de organisatie geradicaliseerd door de invasie van Irak in 2003, geleid door het Westen. De Iraniërs noemen het de ‘Ansarullah’-revolutie en ze zijn zeker voorzien van enige hulp (maar weinig voor wat de norm is in de regio), en de Houthi’s zijn geen simpele pionnen van Teheran. Er zijn reeds lang bestaande banden hier tussen de shi’iten en Iran enerzijds, en tussen de Saudi’s en de soennieten anderzijds, maar alleen recent zijn deze verdelingen en manipulaties door de staten pas samengevallen met een verrotting van de sociale banden en de algemene ineenstorting, veroorzaakt door kapitalistische ontbinding.
De Houthi groep had eerder strijd gevoerd tegen de regeringstroepen van de VS en tegen de door Saoedi-Arabië gesteunde President Saleh, evenals tegen de troepen van de AQAP. President Saleh trad af 2012. Hij, zijn zoon en een paar honderdduizend van zijn soldaten, steunen nu de opmars van de Houthi’s, een opmars die nog gemakkelijker verloopt door de wanhoop en het wantrouwen in de autoriteiten. De nieuw-geïnstalleerde Jemenitische President Hadi, gesteund door de Saudi’s en het Westen, is gevlucht voor de opmars van de Houthi’s in de richting van Aden [dat inmiddels is ingenomen], waar een aantal troepen die trouw blijven aan zijn regime verblijven. Naar verluidt zit President Hadi nu in Riyad.
Hadi, door zijn bijzondere verbondenheid met de soennieten, is een balling in Saoedi-Arabië, iets dat nog een bijkomend element toevoegt aan deze hele geschiedenis. Ambassades werden gesloten en Amerikaanse troepen vluchtten ook voor de opmars van de Houthi’s die, naar verluid, een half miljard dollar aan achtergelaten Amerikaanse militaire materieel buitmaakten. Een andere aspect van het ieder voor zich hier is het gegeven dat het bondgenootschap van ex-President Saleh met de Houthi’s op zijn minst zwak is, en dat enkele van zijn troepen zijn overgelopen naar het Saoedi-Arabië leiderschap, waardoor ze luchtbombardementen op hun wijken kunnen ontvluchten. Dit wijst op de mogelijkheid dat zijn leger zich tegen de Houthi’s zou kunnen keren en overlopen naar Saoedi-Arabië en zijn vroegere westerse geldschieters.
Sommige journalisten (4), die schrijven over het Midden-Oosten, hebben nota genomen van de ingewikkelde situatie, evenals de gevaren van de zich ontketende oorlog in Jemen. Zij noemen het ‘multi-dimensionaal’, wat een eerlijke beschrijving is van de ineenstorting. Er zijn de Houthi’s, nu goed gewapend door de hoffelijkheid, niet van Iran, maar van de VS; de AQAP – wier afdeling de laatste 15 jaar dodelijk effectief is geweest tegen Westerse en lokale doelen; ISIS, die eind vorig jaar de oprichting aangekondigde van de Jemenitische tak en achter de bomaanslag van 21 maart zit op een moskee, waardoor meer dan honderd Houthi shi’iten werden gedood; de kleiner wordende romp van de door Saoedi-Arabië gesteunde soennitische krachten alsook een westelijke zeemacht, gedeeltelijk gedomineerd door piraten en krijgsheren. En in dit inferno wil Saudi-Arabië, goed bewapend door het Westen dat haar steunt, doorgaan met bombarderen en een compleet invasieleger zenden!
Saoedi-Arabië schijnt bezig te zijn met de mobilisatie van 150.000 soldaten en artillerie om Jemen aan te vallen. Met de Rode Zee en het Suez-kanaal aan de ene kant en de Golf van Aden aan de andere, met elkaar verbonden door de Jemenitische zeestraat Bab el Mandeb, zijn de militaire, economische en geo-strategische dimensies van het conflict in Jemen ook niet ongemerkt voorbij gegaan aan dezelfde journalisten. Nog een reden waarom dit zo'n belangrijke toneel is voor imperialistische confrontaties. Saoedische gevechtsvliegtuigen zijn nu begonnen met het bombarderen van Jemen, waarbij onvermijdelijk vluchtelingenkampen en woonwijken geraakt worden. De Saudi’s zijn bezorgd voor hun eigen bevolking en de stabiliteit van hun eigen land als de crisis alom verergert, en bijna de helft van dat Saudische leger komt naar verluidt voort uit Jemenitische stammen.
De Saoedische voorgenomen invasie van Jemen doet, maar in een andere vorm, denken aan hun invasie van Bahrein in 2011 tijdens de "Arabische lente".
De repressie van de anti-regeringsprotesten [in februari 2015] door regering, die werd gesteund door Saoedi-Arabië, had ook de steun van het Westen in de vorm van Britse pantserwagens. De Saudi’s zijn, net als Israël, verontrust door de versterking van Iran in Irak en de noodzakelijke samenwerking met de Verenigde Staten. De Saudi’s hebben hun Jemenitische oorlogscampagne ‘Operatie Decisive Storm’ genoemd, waarmee ze verwijst naar de ‘Operatie Desert Storm’ van de Verenigde Staten, in 1991 in Irak, die onder andere leidde tot de slachting, in de beroemde ‘Turkey Shoot’ [5] van Iraakse dienstplichtigen en burgers op de weg naar Basra. Burgers in Jemen worden nu al gebombardeerd, zoals al enige tijd gebeurt door de verschillende politieke fracties. Iran zal niet blij zijn met de bewegingen van Saoedi-Arabië en zullen zich bewust zijn van het via Wikileaks gelekte pleidooi van Saoedi-Arabië naar de Amerikanen: ‘hak de kop van de slang eraf’ (Reuters, 29.11.10). Ongeacht of er al dan niet een Amerikaans/Iraanse toenadering komt, spanningen en oorlog kunnen alleen maar verergeren in deze regio. Dit is de toekomst die het kapitalisme in petto heeft voor deze regio en uiteindelijk voor de hele wereld.
Boxer / 2015.4.15
Voetnoten
[1] Men kan niet veel van deze dingen over ‘argumenten’, enzovoort geloven, want het doel is om te misleiden, d.w.z. dat Maskirovoka vanwege strategische doeleinden opzettelijk liegt. In het begin van het jaar heeft de admiraal van het Amerikaanse vliegdekschip, George H. W. Bush, die verantwoordelijk is voor Amerikaanse luchtaanvallen op ISIS, gaf tot verrassing van de interviewer op Channel 4 News openlijk toe dat de acties worden gecoördineerd met het Iraanse Opperbevel. Het was, zo zei hij, een ‘professionele relatie’. Later ontkende hij zijn opmerkingen.
[2] De imperialistische machten in de regio, en natuurlijk de verschillende soennitische en shi’itische gewapende bendes, hebben een belangrijke rol gespeeld in de het vergroten van de kloof tussen de shi’iten en de soennieten, wat in het verleden een veel minder belangrijke kwestie was. Maar de verergering van deze verdelingen van deze afdelingen zijn ook het ‘spontane’ gevolg van de ontbinding, van een maatschappij waarin alle sociale banden kapot gaan en wordt vervangen door de smerige atmosfeer van verval en progromisme.
[3] De Sunday Telegraph heeft onlangs een artikel gepubliceerd over een VN-rapport, waaruit bleek dat President Saleh in 2011, hoewel gesteund door het Westen en Saoedi-Arabië, op hoog niveau een ontmoeting had met vertegenwoordigers van AQAP en hen een veilige haven in het zuiden van het land verleende, waar zij gevrijwaard zouden zijn van zijn troepenverplaatsingen. Dit is een typisch voorbeeld van de machiavellistische verhoudingen van het kapitalisme in ontbinding. Net als zijn soortgenoten, voorzag Saleh en zijn kliek het land van miljarden dollars.
[4] Zie bijvoorbeeld Nussalbah Younis in The Observer, 29.03.15 en Robert Fisk in The Independent, 28.03.15.
[5] De Turkey Shoot, waarin de superieure legermacht van de VS, soldaten en burgers in Irak willens en wetens op gruwelijke wijze over de kling joeg.
Na kennis te hebben genomen van het communiqué van 12 April 2015, getiteld A proposito di alcune infami calunnie (“Reactie op een verachtelijke laster” [10]), op de website van de Internationalistische Communistische Tendens (ICT), wil de IKS haar algehele solidariteit betuigen met de ICT en met haar militanten, die in het bijzonder zijn aangevallen door vroegere leden van de ICT- afdeling in Italië, de Partito Comunista Internazionalista (PCInt).
Iedereen die zich beroept op de communistische linkerzijde, of wie in deze stroming is geïnteresseerd, kent de meningsverschillen tussen de IKS en de ICT met betrekking tot de algemene analyse (zoals het historische perspectief), over hoe wij de historische ervaring interpreteren (zoals het werk van de Italiaanse Fractie tussen 1928 en 1945 of de oprichting van de Partito Comunista Internazionalista in 1943-1945) of - en voor ons is dit het belangrijkste - over de relaties die er vandaag zouden moeten bestaan tussen de groepen, die zich beroepen op de communistische linkerzijde. Wij hebben deze meningsverschillen nooit verborgen gehouden, noch hebben wij nagelaten de politieke standpunten van de ICT (en van IBRP in het verleden) die wij als schadelijk beoordelen voor de strijd van de communistische linkerzijde te bekritiseren. Maar in onze ogen kan dit de uitdrukking van onze algehele solidariteit met ICT niet beïnvloeden of de vastberadenheid waarmee wij de laster veroordelen, waarvan deze organisatie en sommige van haar militanten momenteel het mikpunt zijn. Dit is een houding die behoort tot de traditie van de arbeidersbeweging.
De IKS kent niet de identiteit van de elementen die de PCInt-ICT momenteel aanvallen, noch de exacte termen waarin ze hun beschuldigingen stellen. De IKS heeft echter volledig vertrouwen in het communiqué dat door de ICT werd gepubliceerd en ze is van mening dat de informatie die het bevat geldig is. Dit vertrouwen baseert zich op de volgende feiten:
Dergelijke beschuldigingen moeten met de grootste vastberadenheid aan de kaak worden gesteld, vooral omdat het de verdachtmaking introduceert binnen de organisatie, maar ook binnen het gehele proletarisch milieu. Vandaar dat IKS zich bereid verklaart om, in de mate van het mogelijke, de ICT alle hulp te bieden die de ICT het nuttigst beoordeelt, om de laster te ontmaskeren die gericht is op sommige van haar militanten en om hun eer weer te herstellen.
De IKS doet een roept alle elementen en groepen op, die oprecht strijden voor de communistische revolutie, en in het bijzonder zij die zich beroepen op de communistische linkerzijde (vooral zij die zich verbinden aan de stroming die na 1952 door Bordiga werd geanimeerd) op niet mis te verstane manier hun solidariteit te betuigen met de ICT tegenover de gemene aanvallen, waarvan ze het mikpunt is. Het behoort tot de eer van de communistische linkerzijde te hebben gevochten tegen deze methodes, waarvan het stalinisme in de donkerste perioden van contrarevolutie de grote specialist was. Deelnemen aan de strijd van de communistische linkerzijde betekent niet alleen het verdedigen van haar politieke standpunten. Het betekent ook het aan de kaak stellen van politiek gedrag, zoals geruchten, leugens, laster en chantage, die de strijd van het proletariaat voor zijn emancipatie de rug toekeren.
De IKS / 17.04.2015
Op 12 en 19 april zonken in de Middellandse Zee twee overbeladen boten met migranten, op de vlucht voor de grootste armoede, met meer dan 1200 doden tot gevolg. Deze tragedies zijn zich nu al decennia aan het herhalen: in 1990 vormde het goedbewaakte fort van Gibraltar al een graf voor veel migranten. Sinds 2000 zijn er 22.000 mensen verdwenen, terwijl ze via de zee naar Europa probeerden te komen. En sinds het drama van Lampedusa in 2013, waarbij 500 mensen omkwamen, zijn de migraties en hun dramatische consequenties met een ongezien tempo toegenomen. Met bijna 22.000 overtochten en 3500 doden is 2014 een recordjaar. Sinds januari 2015 heeft de zee al meer dan 1800 migranten het leven gekost.
De laatste jaren hebben we een soort industrialisering gezien van de mensensmokkel. De getuigenissen tekenen een beeld van vluchtelingenkampen, van mensen die oorlogsgebieden doorkruisen, van mishandelingen, verkrachtingen, slavernij … Dit soort wreedheden en cynisme van de smokkelaars lijkt geen grenzen te kennen. En de migranten doorstaan al deze gebeurtenissen om vervolgens, in Europa, te worden ‘verwelkomd’ in vernederende omstandigheden, waar ze worden gekarakteriseerd als een ‘last’, om de uitdrukking te gebruiken van het hoofd van de operatie Triton, die zogenaamd bedoeld is om migranten op zee te redden.
Als mensen bereid zijn om zulke verschrikkingen te doorstaan, dan is het omdat ze ontsnappen aan iets meer verschrikkelijks. Deze omstandigheden zijn niet nieuw, maar ze worden steeds erger. Honger en ziekte, en bovenal een samenleving, die op haar fundamenten staat te verrotten, is waar deze mensen aan proberen te ontsnappen: de toenemende ontbinding van Afrika en het Midden-Oosten, met haar onnavolgbare conflicten, de permanente onveiligheid, de overheersing door gewapende bendes, zwendel, massawerkloosheid …
De grootmachten, die worden gedreven door de logica van een toenemend irrationeel en moordzuchtig kapitalisme om hun imperialistische belangen verdedigen met de meest smerige methoden, hebben een belangrijke verantwoordelijkheid in deze beangstigende situatie, die zoveel delen van de wereld treft. De chaos in Libië is een karikaturaal voorbeeld: westerse bommen vervangen een tiran door de heerschappij van wetteloze milities. Naast de illustratie van het perspectief dat het kapitalisme de mensheid kan bieden, heeft de ontwrichting van het land een de grondslag gelegd voor de opbloei van gewetenloze bendes die vaak verbonden zijn met de verschillende imperialistische machten: maffia klieken, jihadisten en zelfs zelfverklaarde regeringen, die elkaar op leven en dood bestrijden.
Net zoals voor de migranten, die de Middellandse Zee proberen over te steken, maakt de ontworteling deel uit van de geschiedenis van de arbeidersklasse. Sinds de beginjaren van het kapitalisme werd een deel van de plattelandsbevolking, zoals die ontstaan was in de middeleeuwen, van het land verdreven om de manufactuur van de eerste bron van arbeidskracht te voorzien. Deze paria’s van de middeleeuwse samenlevingen waren vaak het slachtoffer van gewelddadige onteigeningen en, te groot in aantal om te worden opgenomen door het jonge kapitalisme, werden ze behandeld als criminelen: “De wetgeving behandelde hen als ‘vrijwillige’ misdadigers en men nam aan dat het van hun goede wil afhankelijk was of zij bleven werken onder de niet langer bestaande, oude verhoudingen.” (Marx, Het Kapitaal, Deel 1, Hoofdstuk 28). De ontwikkeling van het kapitalisme, en daarmee de groeiende behoefte aan arbeidskracht, gaf aanleiding tot meerdere golven van migratie. In de negentiende eeuw, dat wil zeggen toen het kapitalisme in volle bloei was, vertrokken miljoenen migranten om de fabrieken te vullen. Met het historische verval van het systeem, zoals werd aangegeven door de Eerste Wereldoorlog, nam de historische verplaatsing van volkeren niet af maar zelfs toe. Imperialistische oorlogen, economische crises, ecologische rampen – dit zijn voldoende redenen om te proberen aan de hel te ontsnappen.
En met de permanente crisis van het systeem worden de immigranten constant geconfronteerd met het probleem van het kapitalisme om nog extra arbeidskrachten op te nemen. Langzaam worden de administratieve, wettelijke en politionele obstakels opgevoerd, met het doel om migranten ervan te weerhouden om de regio’s van de meest ontwikkelde staten te bereiken: beperkt verblijf, deportatie, administratieve pesterijen, politietoezicht, lucht- en zeepatrouilles bij de grenzen, gevangeniskampen. Voor de Eerste Wereldoorlog, toen de VS nog probeerden om hun arbeidskrachten uit te breiden, was het land nog het symbool van asiel. Vandaag de dag wordt de Amerikaanse grens met Mexico bewaakt door een gigantische muur. Europa heeft ook niet aan deze dynamiek kunnen ontsnappen. In de jaren ’80 zijn de democratische Europese staten begonnen met de ontplooiing van een armada van oorlogsschepen in de Middellandse Zee. Daarbij aarzelden ze niet om samen te spannen met Muammar Gaddafi, en zijn zeer geëerde collega’s, zoals Zijne Koninklijke Hoogheid van Marokko en Algerije’s president voor het leven, Abdelaziz Bouteflika, met als doel om de migranten van het strand terug de woestijn in te sturen. Terwijl de bourgeoisie met veel gejuich het IJzeren Gordijn neerhaalde, werden tegelijkertijd andere ‘walls of shame’ opgetrokken aan alle grenzen. Dit alles laat heel duidelijk de hypocrisie zien met betrekking tot de vrijheid van beweging binnen de Europese ruimte, zoals uiteengezet door het verdrag van Schengen. Voor diegenen die de grenzen passeren en dit overleven, staat een volgende ronde klaar van politiekwelling en vernedering, verschrikkelijke detentiecentra, enzovoort. En achter de krokodillentranen schuilt een cynisme van de burgerlijke staten dat net zo grenzeloos is als dat van de mensensmokkelaars.
Overvolle boten die kapseizen, honderden mensen die verdrinken – dit gaat nu al jaren aan één stuk zo door. De groei van het aantal doden in de Middellandse Zee dateert niet van april. Dus waarom is er een dergelijke mediawaanzin gaande op dit moment?
Ze beantwoordt aan een logica van ideologische vergiftiging, waar alle facties van de burgerij zijn aan deelnemen. Met de omvorming van de staten in forten werd tegelijkertijd een misselijkmakende anti-immigranten ideologie verspreid, die de ‘buitenlanders’ aansprakelijk stelt voor de gevolgen van de crisis en deze voorstelt als de hordes van criminelen, die proberen de openbare orde te ondermijnen. Deze campagnes, die vaak hysterische vormen aannemen, proberen de arbeidersklasse te verdelen door haar ertoe te brengen zich te identificeren met de zaak van de natie, d.w.z. met de heersende klasse. Deze campagnes zijn gebaseerd op het verderfelijke idee dat het onderscheid van mensen in naties normaal, natuurlijk en eeuwig is. Bovendien maakt deze hele hypocriete poging om te spreken over ‘goede’ en ‘slechte’ immigranten volledig deel uit van deze logica: degenen die nuttig kunnen zijn voor de nationale economie worden als ‘goed’, terwijl degenen die er een last voor vormen als ‘slecht’ worden beschouwd.
Zoals we hebben gezien in de uitdrukkingen van solidariteit van de arbeiders in Italië met de migranten, die uiteindelijk de kust van Sicilië hadden bereikt, zijn veel proletariërs in werkelijkheid verontwaardigd over het lot dat de migranten te wachten staat. Maar wie is er beter om de legitieme reactie in een doodlopend straatje te leiden dan de linkerzijde van het burgerlijke politieke apparaat. Deze zogenaamde ‘vrienden van de bevolking’ maken gebruik van deze werkelijke verontwaardiging om de arbeiders in de val de kapitalistische staat te doen trappen. De NGO’s, die opnieuw opereren als de verkenners voor het imperialisme, vinden geen woorden die streng genoeg zijn om een militaire actie te eisen van de staat, allemaal in de naam van burgerrechten. Na de ‘humanitaire oorlog’ in Afrika hebben we nu de ‘liefdadige controle van de grenzen’.
Wat een afschuwelijke hypocrisie! In Frankrijk heeft de trotskistische groep Lutte Ouvrière deze benadering het beste geïllustreerd in haar artikel: ‘Kapitalistisch Europa veroordeelt migranten tot de dood’ (1): “Door het reduceren van het aantal en de omvang van de patrouilles hebben de leiders van de EU gekozen om mensen, die proberen de oversteek te maken, te laten sterven. Dit is de politiek van geen hulp te verlenen aan mensen in gevaar. De achttien oorlogsschepen en twee helikopters die erop werden gestuurd, toen het drama plaatsvond, hebben de schande na de verdrinkingen alleen maar vergroot.” Met andere woorden, deze burgerlijke partij, die pretendeert marxistisch te zijn, vraagt meer oorlogsschepen om de migranten te ‘redden’. De bourgeoisie benut de massale offers dus voor de uitbreiding van haar repressiemiddelen tegen de migranten, voor de uitbreiding en ontwikkeling van de middelen die ter beschikking staan van Frontex (het agentschap dat belast is met de militaire operaties tegen de migranten binnen de grenzen van Europa): patrouilles, invallen, arrestaties. Het lijkt alsof de bourgeoisie alles heeft georganiseerd om de migranten te ‘helpen’. Er zijn ook luchtaanvallen voorzien in Libië! De bourgeoisie stookt al deze gebeurtenissen op om de dreigende atmosfeer te creëren, die het mogelijk maakt om haar repressie tegen de arbeidersklasse ten uitvoer te brengen.
Truth Martine / 05.05.2015
Voetnoten
(1) Lutte Ouvrière 2438, 24.04.2015
Links
[1] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde
[2] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[3] https://nl.internationalism.org/tag/6/293/charlie-hebdo
[4] https://fr.internationalism.org/revolution-internationale/201507/9234/capitalisme-et-barbarie
[5] https://fr.internationalism.org/revolution-internationale/201507/9232/comment-gouvernement-et-syndicats-renforcent-sentiment-d-impui
[6] https://nl.internationalism.org/tag/4/89/iran
[7] https://nl.internationalism.org/tag/3/44/imperialisme
[8] https://nl.internationalism.org/tag/3/47/maatschappelijke-ontbinding
[9] https://nl.internationalism.org/tag/3/49/oorlog
[10] https://www.leftcom.org/en/articles/2015-04-16/response-to-a-vile-slander