Na Griekenland en Ierland: Wie is de volgende?

Printer-friendly version

In alle landen richt de crisis verwoestingen aan

 

Na Griekenland in mei, is Ierland de diepte ingegaan. Eind november heeft de Keltische Tijger zijn klauwen, hoektanden en staart verloren. De krach! Het bankroet!

Desalniettemin werd hij twintig jaar lang onophoudelijk aangehaald als een voorbeeld. Zijn groei was 'adembenemend', naar het voorbeeld van dat van de Aziatische Tijgers uit de jaren 1980-‘90. Vandaar de bijnaam Keltische Tijger. Een echt miniatuur-model voor alle regeringen op de wereld. Maar net zoals zijn neefjes uit het Oosten, werd zijn groei gefinancierd door ... schulden. En net zoals bij zijn neefjes uit het Oosten die in 1997 elkaar zijn geklapt, bleek het mirakel van Ierland een waanvoorstelling te zijn. De staat, de banken, de bedrijven, de huishoudens, zijn momenteel allemaal bedolven onder een berg van schulden. De gezinnen van de arbeiders hebben een gemiddeld percentage aan schuld van 190%! In 2010 hebben de totale verplichtingen van de Ierse banken de 1.342 miljard dollar bereikt, wat neerkomt op 8 keer het BIP van het land (164 miljard in 2009)! Deze schuldvorderingen, waarover de banken beschikken hebben een groot deel van hun waarde verloren door de economische crisis en het uiteenspatten van de vastgoed-zeepbel. De Ierse banken staan vandaag dus voor een afgrond. Talloze leningen, die zij verstrekt hebben, zullen niet worden terugbetaald. De grootste onder hen, de Anglo-Irish-Bank, heeft in 2009 zo’n 12,9 miljard euro verloren en in het eerste semester van 2010 bijna evenveel.

Tegenover het gevaar van een stortvloed aan faillissementen, heeft de Ierse staat al 46 miljard van de eigen gelden in deze banken gepompt, maar ten koste van een kolossaal tekort van 32% van het BIP (terwijl de Europese criteria slechts een maximum van 3% toestaan). En vandaag is het natuurlijk de staat zelf die op zijn beurt wegzinkt.

Deze rampzalige economische toestand heeft de landen van de Europese Unie ertoe verplicht om zich naar het ziekbed van de zieke te ijlen. Om 85 miljard euro aan hulp te deblokkeren. Dat zal de zieke niet genezen, maar maakt het mogelijk om tijd te winnen, om de doodsstrijd te verlengen.

 

De Ierse bourgeoisie heeft in heel deze geschiedenis maar één troost, zij zal niet de enige zijn die ondergaat. Portugal zit haar dicht op de hielen, heel dicht. “Portugal zou de volgende op de lijst moeten zijn. Ik weet niet of het voor Kerstmis zal zijn, maar het zal volgende jaar in elk geval onvermijdelijk zijn” heeft de Portugese financiële raadgever van de 'Informação de Mercados Financeiros', Felipe García ingeschat. Ook daar hangen de schulden als een blok aan het been van het land en sleuren het onvermijdelijk de diepte in. De openbare schuld neemt voortdurend toe en zou, volgens de bekentenis van de regering zelf, tegen het einde van 2010 82% van het BIP bereiken.

 

Maar als wij José Socrates, de socialistische Eerste Minister, moeten geloven kunnen de arbeiders gerust zijn: “er is geen enkel verband tussen Portugal en Ierland”. Laten wij voor diegenen die eraan twijfelen of de eerlijkheid van de grote leiders wel gegrond is, onze reis in deze wereld van crisis niettemin maar even voortzetten.

Wat de leiders van de Europese landen het koude zweet doet uitbreken, is niet de situatie in Ierland, noch die van Portugal... maar die van Spanje. “Spanje is te groot om ineen te storten en te groot om op te krikken”, vatte de Amerikaanse econoom Nouriel Roubini samen. Hij is een van de stemmen, waar het meest naar geluisterd wordt, de eerste econoom die in 2007 de wereldcrisis voorspelde.

Volgens het IMF, “lijden” een groot deel van de Spaanse banken (meer dan vijftig instellingen) erg onder de explosie van de vastgoed-zeepbel. “Een ineenstorting van het bankwezen valt niet uit te sluiten”. Wanneer het IMF, de grote internationale burgerlijke instelling, die onder andere als taak heeft om de meest optimistische perspectieven te verspreiden, dergelijke eufemismen, “...valt niet uit te sluiten” gebruikt, betekent dit dat het ergste onvermijdelijk is!

Maar de kneep zit ‘m in het feit dat het de economie van het Iberisch schiereiland 10% uitmaakt van het Europese BNP. Een eventuele reddingsoperatie richting Spanje, in het geval van een bankroet, wordt geschat op een 800 miljard euro, dat wil zeggen: 10 keer meer dan de hulp die werd verstrekt aan Griekenland! Onnodig te zeggen dat een dergelijk debacle gelijk staat aan een werkelijke economische storm in de Eurozone.

Maar ook daar is er geen vuiltje aan de lucht, de overheid beweert dat zij alles onder controle heeft. Het bewijs ervan is dat het hoofd van de Spaanse socialistische regering, José Luis Rodrigo Zapatero, een financieel reddingsplan, op zijn Grieks of zijn Iers, 'absoluut' heeft afgewezen. Overtuigend? Nee toch? Deze aanhoudende verklaring, tegen beter weten in, dat 'alles goed gaat', is eerder verontrustend. En de lijst van landen die in de penarie zitten, is nog lang niet ten einde.

Italië bezwijkt eenvoudigweg onder de grootste openbare schulden ter wereld, bijna 120% van zijn BIP. Volgens de Canadese econoom Robert Mundell, winnaar van de Nobelprijs voor de economie, vormt Italië veruit “de grootste bedreiging” voor de Europese eenheidsmunt.

 

Portugal, Ierland, Italië, Griekenland, Spanje, dat vijftal is geen verrassing, want alle economen wijzen al twee jaar met de vinger naar tijdelijk overlevende staten. Het logo dat zij vormen, PIIGS, is een label geworden voor een 'failliet land'. Maar momenteel zijn er nieuwe feiten over andere  landen van de Eurozone, die openlijk met bankroet worden bedreigd.

Als de twijfel over de soliditeit van Nederland stilaan toeneemt, is het vooral België dat aan de tand gevoeld wordt. Volgens een artikel van de Britse 'The Guardian', zou het vlakke land de volgende zijn op de lijst van landen die te maken zullen hebben met een sterke economische crisis.

 

En Frankrijk, het land dat 'niet bedreigd wordt', hoe is dat er aan toe? Zoals dikwijls het geval is, wordt de mokerslag dikwijls onvrijwillig toegebracht door diegenen die zich het meest inspannen om steun te geven en gerust te stellen. De voorzitter van Standard & Poor's, Deven Sharma, beweerde onder andere “Op dit ogenblik verdient Frankrijk zijn AAA-'rating' ”(1) Maar noteert u het goed... “Op dit ogenblik”. En nu de genadeslag, “Andere landen zullen gedegradeerd worden vóór Frankrijk”. De opmerkingen van Nouriel Roubini, “Voor bepaalde wezenlijke aspecten, blijkt Frankrijk niet in betere staat te zijn dan de periferie”(2), zijn nauwelijks minder wreed.

Deze diepgaande economische moeilijkheden van de Franse Staat worden concreet via de moeilijkheden om de ambtenaren en de arbeiders met een tijdelijk contract te betalen. Acht ministeries (waaronder dat van Nationale Opvoeding) zagen zich verplicht om een lening aan te gaan om hun personeel de lonen van december te kunnen betalen. En duizenden precaire bedienden (in CCD), wier contract afloopt, hebben sinds de lente van 2010 nog altijd hun vertrekpremie (10% van hun loon) niet ontvangen!

Blijft over DE steunpilaar van de Eurozone, Duitsland. Met een groei van 3%, en een relatief beperkte staatsschuld, lijkt het land aan de overkant van de Rijn momenteel het enige Europese land te zijn dat overeind blijft ... Dat is in ieder geval wat de deskundigen zeggen ... Maar als men het van naderbij bekijkt, zijn ook daar de grondvesten verrot. Duitsland is het land dat met 180,94 miljard euro in 2008, na Ierland, het geld meeste heeft gepompt in de Duitse banken die in moeilijkheden zijn. The Financial Times schatte in september dat het meest bedreigde bankensysteem, niet het Portugese, niet het Spaanse, maar het Duitse was. “Het heeft in haar geheel bijna geen betalingsmogelijkheden en de regering moet zich sterk maken om bepaalde instellingen op te offeren, willen zij niet in ernstige problemen komen”, schrijft de Britse economische krant. De instorting van het Ierse huis maakt het probleem des te dringender, aangezien de Duitse banken 205 miljard dollar aan Ierse activa bezitten ... Een record in de Eurozone. Bovendien is het industriële apparaat totaal afhankelijk van de uitvoer, terwijl de afzetmarkten in de komende maanden en jaren zeker sterk zullen inkrimpen.

Kortom, heel de Europese Unie staat er slecht voor. Zo heeft de Duitse kanselier, mevrouw Merkel, voor zij zich terugtrok, al bekend dat de Eurozone zich“in een zeer ernstige toestand” bevindt. Met Nicolas Sarkozy heeft zij een begin gemaakt met het geleidelijk opzetten van een hulpstructuur, die het mogelijk moet maken om Europese staten officieel bankroet te laten gaan met, als oplossing, een 'herstructurering van de schuld'. Angela Merkel haastte zich om er bij te zeggen: “Maar ik zie geen land dat vandaag in een dergelijke toestand verkeert”. 'Vandaag'... maar morgen?

Buiten de Eurozone is er ook geen heil.

In Groot-Brittannië bedraagt de openbare schuld 100%, heel wat meer dan het gemiddelde van haar Europese buren. En de verschillende bezuinigingsplannen, die geacht worden het tekort te verminderen, veranderen daar niets aan.

Japan verkeert al een decennium lang in de recessie en de laatste nieuwsberichten laten zien dat het erger wordt. Zijn openbare schuld bereikt bijna de 200%!

De grootste wereldmacht, de Verenigde Staten, is zonder twijfel de zieke die er het slechtst aan toe is. Eén enkel cijfer. De echte werkloosheid bedraagt 22% (terwijl die tijdens de Grote Depressie van de jaren 1930 25% bedroeg). Dat betekent dat 33 miljoen Amerikaanse burgers vandaag zonder werk zitten.

Gelukkig is er voor de economen nog een hoop om zich aan vast te klampen, en die heet China. China is het Japan van de jaren 1970-‘80, van de Aziatische Tijgers van 1980-‘90, van IJsland en Ierland van de jaren 2000: een ongelooflijke dynamiek, een adembenemende groei, een paradijs voor de golden boys, een Eldorado voor jonge investeerders ... in één woord, een zeepbel die net als de andere ... gaat barsten! Dan zal de Chinese boom een heel andere vorm aannemen.

 

De eerste tekenen van deze onvermijdelijke ontknoping kondigen zich al aan. Het Rijk van het Midden leeft in een onmetelijke vastgoed-zeepbel, die maar blijft aanzwellen. De inflatie begint te galopperen, officieel 4,4%, maar officieus dubbel zoveel. De spanningen tussen de yuans en de dollars worden stilaan onhoudbaar. En de groei blijkt in de loop van de tijd steeds minder te worden.

De Aziatische Tijgers met China vergelijken gaat niet op, zullen sommige sceptici ons tegenwerpen. Het is waar, zijn val zal veel luidruchtiger zijn en veel meer schade veroorzaken.

Het kapitalisme is een bankroet systeem

“Van het ene land tot het andere zijn de redmiddeltjes verschillend – zoniet tegengesteld – maar ze hebben allemaal gemeen dat ze ondoeltreffend zijn. Allerlei oplossingen uitproberend – zwalkend van tussenkomsten van de centrale banken en stimuleringsplannen, of ze daarentegen voorschrijven – schieten de regeringen alle kanten op [...] Een tijdperk, waarin het krediet gemakkelijk was, zowel voor de huishoudens als voor de staten, loopt op zijn laatste benen. Het geheel zorgde voor een groei, gebaseerd op doping. Men maakte zich niet al te veel zorgen waardoor hij werd voortgebracht, zolang hij maar vrolijk verder ging” (François Leclerc, Franse econoom).

Alles is aanwezig. Het kapitalisme heeft geteerd op krediet. En dit “tijdperk loopt op zijn laatste benen”.

Sinds de jaren 1960, overleeft dit systeem inderdaad door het steeds massaler inpompen van kredieten. Het loon van de werkenden volstaat niet om alles op te slorpen, de wereldmarkt is oververzadigd met waren. Om niet verlamd te worden door de overproductie, om de gefabriceerde goederen te slijten, heeft het kapitalisme bij elke crisis steeds grotere zeilen van krediet moeten bijzetten, in 1967, 1973, 1986, 1993, 1997, 2001, 2007...

Na decennia van een vlucht vooruit, is het resultaat onvermijdelijk: de huishoudens, de ondernemingen, de banken en de staten worden allen bij de keel gegrepen door hun reusachtige schuldenberg.

 

Er is vandaag geen enkele goede oplossing voor het kapitalisme. Het bijdrukken van geld door de Verenigde staten, Japan of Groot-Brittannië, de Europese bezuinigingsplannen, het Chinese gesjoemel met de waarde van hun munt ... alle landen nemen verschillende wegen, maar allen stevenen ze onvermijdelijk af op dezelfde afgrond.

Er zijn vandaag twee tekenen, die deze totale afwezigheid van een vooruitzicht voor de kapitalistische economie aantonen: de toename van het protectionisme en van de 'valutaoorlog'.

 

Sinds de krach van 1929 en de Grote Depressie van de jaren 1930, hebben alle landen één wezenlijke les onthouden: het protectionisme brengt een onbeschrijflijke chaos voort. En sindsdien werd haar verbod min of meer gerespecteerd. Vandaag leveren de grootmachten zich over aan een economische krachtmeting, en zijn zij tot alles bereid. Nochtans had Merkel, op de laatste G20 in Seoul, van allen een vastbesloten betrokkenheid gevraagd: “Wij moeten alles in het werk stellen om het protectionisme te vermijden”. Maar als zij heeft moeten herinneren aan die ijzeren loonwet, dan is dat omdat er overal ter wereld steeds meer internationale druk bestaat om de Duitse en Chinese uitvoer te beperken, de Verenigde Staten voorop. “Exporteren of verrekken” is echter opnieuw de economische oorlogskreet van de concurrerende nationale bourgeoisieën aan ‘t worden!

De geldoorlog staat al maandenlang in de schijnwerpers van de media. Waar draait het eigenlijk om? In feite zijn het niet de deviezen die op de geldmarkten met elkaar botsen, zoals men ons wil doen geloven, maar de naties. Eén enkel voorbeeld. Door het bijdrukken van geld en door onvoorstelbare hoeveelheden dollars te maken om hun economie kunstmatig te ondersteunen, laten de Verenigde staten hun munt ontwaarden. Zo kunnen zij trouwens gemakkelijker uitvoeren. Maar de landen die duizenden miljarden dollars van die Amerikaanse deviezen in bezit hebben, zoals China, zien hun schat aan dollars als sneeuw voor de zon smelten. Het Britse pond, de Japanse yen, zijn net zoals de euro, munten die ook als wapens dienen van elke staat om de interne vraag te ondersteunen en hun eigen uitvoer te begunstigen. Alleen brengt een dergelijke 'valutaoorlog' ook het risico met zich mee van internationale oncontroleerbare destabilisering: massale devaluaties, galopperende inflatie, uiteenspatten van de euro ...

Faillieten van banken, van spaarkassen, van multinationals, van regio's of staten, het uiteenspatten van de Chinese zeepbel, de toename van het protectionisme, het einde van de euro, de massale devaluatie van de dollar of van het pond sterling ... niemand kan voorzien welke verrotte plank het als eerste onder onze voeten zal begeven, noch wanneer. Eén zaak is zeker: in alle landen staan ons in de toekomst vernietigende economische schokken te wachten. Het kapitalisme is een zieltogend systeem. Het sleurt heel de mensheid geleidelijk maar onvermijdelijk mee naar de afgrond van ellende en oorlog. Vandaag, net zoals gisteren, roepen de regeringen van alle landen, wat ook hun politieke kleur moge zijn, van links of van rechts, de arbeiders op om 'de broekriem aan te halen', om 'opofferingen te aanvaarden' om de 'economie weer te stimuleren en de groei te hervatten. Leugens! Opofferingen vandaag bereiden alleen... nog ergere opofferingen voor voor morgen.

 

Enkel de klassestrijd kan deze aanvallen vertragen. En enkel de internationale proletarische revolutie zal een einde maken aan de kwellingen, die dit uitbuitingssysteem een steeds groter deel van de mensheid laat ondergaan n

Pavel / 9.12.2010

 

(1) De notitie AAA is de hoogste, ze betekent dat de agent acht dat deze nationale economie een stevige ondergrond heeft.

 

(2) Dat wil zeggen de PIGGS

 

Theoretische vraagstukken: 

Recent en lopend: