Op 28 februari 2012 werd in India een stakingsdag gehouden waartoe opgeroepen werd door 11 nationale vakbondscentrales (het was de eerste keer sinds de onafhankelijkheid van het land dat zij samen optraden) en 50.000 kleine vakbonden, die 100 miljoen arbeiders uit heel het land vertegenwoordigen. Ze betrof talrijke sectoren, met name de bankbedienden, de arbeiders van de post en het openbaar vervoer, het onderwijzend personeel, de havenarbeiders... Deze mobilisatie werd begroet als een van de meest massale stakingen ter wereld tot op heden.
Het feit dat miljoenen arbeiders op de been gekomen zijn bewijst dat, ondanks alle praatjes over de Indiase economische ‘boom’, die niet als dusdanig aangevoeld wordt door de arbeidersklasse. De telefonische call-centers en de industrie verbonden aan de informatica in India zijn bijvoorbeeld voor 70% afhankelijk van Amerikaanse bedrijven en hebben zwaar te lijden onder het gewicht van de economische crisis. Hetzelfde geldt in een hele reeks sectoren. De Indiase economie staat niet buiten de rest van de wereldeconomie en haar crisis.
Ook in India groeit de woede onder de arbeiders. Daarom zijn de vakbonden overeen gekomen om samen tot staking op te roepen... om samen verenigd het hoofd te bieden aan... de arbeidersklasse! Welke andere betekenis zouden we kunnen geven aan die plotselinge eensgezindheid van de vakorganisaties, zij die in het verleden, bij iedere vorige mobilisaties tegen de regeringsmaatregelen, steeds systematisch de verdeeldheid georganiseerd hebben?
Verre van aan te tonen dat de bourgeoisie de arbeiders vandaag zonder ophouden aanvalt, vanwege haar zieke en verrottende systeem, proberen de vakbonden integendeel te doen geloven dat we eigenlijk vertrouwen moeten hebben in dit systeem en dat de bourgeoisie al onze wensen kan vervullen, als ze dat zou willen. Het bewijs daarvan is de cocktail van eisen die door de vakbonden gesteld worden, met name die van de invoering een nationaal minimumloon, van stabiele banen voor 50 miljoen arbeiders met een precaire job, van maatregelen van de regering om de inflatie in toom te houden (die bedroeg dan ook 9% bedroeg in het grootste deel van de laatste twee jaar), van verbetering van de sociale zekerheid zoals pensioenen voor alle arbeiders, van een versterking van het arbeidsrecht zoals het recht op vereniging in vakbonden en van het stopzetten van de privatisering van staatsbedrijven. Die eisen van de vakbonden steunen allemaal op de veronderstelling dat de regering in staat is in te gaan op de noden van de uitgebuite klassen. Zo verspreiden ze de leugen dat ze de inflatie kan verminderen, of dat, gevolg gevend aan de oproep de overheidsdiensten te verdedigen, de uitverkoop van hele delen van de openbare sector aan de privésector op een of andere manier voordelig zou zijn voor de arbeidersklasse.
Een zeer selectieve 'eenheidsstaking'
De vakbonden hebben niet hun leden niet konsewent gevraagd zich bij de staking aan te sluiten. Meer dan anderhalf miljoen spoorwegarbeiders en vele andere werkers, waarvan de meesten lid zijn van die vakbond, werden niet opgeroepen om te staken. In de meeste industriezones, in honderden kleine en grote steden over heel India, bleven miljoenen arbeiders in de priv?sector aan het werk en riepen hun vakbonden hen niet op tot staking, terwijl de arbeiders uit de openbare sector staakten. Terwijl ze opriepen tot een 'algemene staking', zijn de vakbonden er niet vies van dat miljoenen leden die dag, zoals gewoonlijk, aan het werk gaan.
Zelfs in sectoren waar de vakbonden tot staking opriepen, bestond hun houding er eerder in op te roepen tot een soort 'afwezigheidsstaking'. Vele arbeiders hebben gestaakt door gewoon thuis te blijven. De vakbonden hebben niet veel moeite gedaan om hen samen de straat op te krijgen en betogingen te organiseren. Evenmin om de miljoenen arbeiders van de privésector, die lid zijn van de stakende nationale vakbonden, bij de staking te betrekken. Deze manoeuvre moet in verband gebracht worden met het feit dat de arbeiders in de privésector recent, en al een hele tijd, veel strijdlustiger waren en minder respect toonden voor de wet van de bourgeoisie. In de industriezones zoals Gurgaon en in de autosector bij Chennai, waar recent belangrijke strijd plaatsvond, zoals bij Maruti in Gurgaon en Hyundai bij Chennai, hebben de arbeiders zich niet bij deze staking aangesloten
Waarom riepen de vakbonden op tot deze staking?
Het is duidelijk dat de vakbonden deze staking niet gebruikt hebben om de arbeiders te mobiliseren, om hen op straat te brengen en zich te verenigen. Ze hebben haar gebruikt als een ritueel, als een middel om wat stoom af te laten, om de arbeiders te verdelen, om hen aan te zetten tot passiviteit en hen te demobiliseren. Thuis tv zitten kijken, dat versterkt de eenheid en het bewustzijn van de arbeiders niet. Dat versterkt enkel het gevoel van isolement, van gelatenheid en het gevoel een kans gemist te hebben. Als dat de houding is, waarom hebben de vakbonden dan tot staking opgeroepen? Wat heeft hen tot eensgezindheid kunnen brengen, de BMS (1) met zijn meer dan 6 miljoen leden inbegrepen? Om dat te begrijpen moeten we zien wat de werkelijke economische en sociale toestand is, en wat er binnen de arbeidersklasse in India gebeurt.
Ondanks alle grote woorden over de economische 'boom', is de economische situatie er de laatste jaren op achteruitgegaan. Zoals overal is de economie in crisis. Volgens de statistieken van de regering is de jaarlijkse groeivoet teruggevallen van 9% naar ongeveer 6%. Vele industrieën werden hard getroffen zoals die in de sector van de informatica, de textiel, de diamantverwerking, de consumptiegoederen, de infrastructuur, de private elektriciteitsbedrijven, het luchtvervoer. Dat heeft geleid tot een intensifiëring van de aanvallen op de arbeidersklasse. De inflatie hangt sinds meer dan twee jaar rond de 10%. De inflatie voor voedingswaren en voor middelen voor andere basisbehoeften ligt nog een stuk hoger, en bereikt soms de 16%. De arbeidersklasse zinkt weg in de ellende.
In deze omstandigheden van verslechterde levens- en werkomstandigheden is de arbeidersklasse weer de weg van de klassestrijd opgegaan. Sinds 2005 zien we een gestage toename van de klassestrijd in geheel India, waaruit duidelijk blijkt dat ze zich inschrijft in de huidige ontwikkeling van de klassestrijd op wereldvlak. Vooral in de jaren 2010 en 2011 waren er talrijke stakingen in vele sectoren waarbij duizenden arbeiders hebben deelgenomen aan fabrieksbezettingen, wilde stakingen en protestbijeenkomsten. Enkele van deze stakingen waren zeer belangrijk, met name in de autosector zoals die van de arbeiders van Honda Motor Cycle in 2010 in Gurgaon en die van Hyundai Motos in Chennai in 2011, waarbij de arbeiders het werk verschillende keren neergelegd hebben tegen de werkonzekerheid en andere aanvallen door de bazen en waarbij ze blijk gaven van een grote strijdwil en vastbeslotenheid in de botsingen met het repressieapparaat van de ondernemers.
Recentelijk, tussen juni en oktober 2011, zijn de arbeiders in de autosector opnieuw op eigen initiatief, zonder vakbondsordewoorden af te wachten, in beweging gekomen en dat ging gepaard met een sterke tendens tot solidariteit en de wil de strijd naar andere bedrijven uit te breiden. Ze drukten ook de tendens uit tot zelforganisatie en de organisatie van algemene vergaderingen, zoals tijdens de stakingen bij Maruti-Suzuki in Manesar, een nieuwe stad die verbonden is met de industrie-boom in de streek van Delhi, waarbij de arbeiders de fabriek bezet hebben tegen het advies van 'hun' vakbond in. Na de onderhandelingen, die begin oktober door de vakbond gevoerd werden, konden 1200 arbeiders, die een contract hadden, niet terug aan het werk. Daarop zijn 3500 arbeiders, om hun solidariteit te tonen, weer terug in staking gegaan en hebben het autoassemblagebedrijf bezet. Dat mobiliseerde 8000 arbeiders in andere solidariteitsacties in een dozijn andere bedrijven in de regio. Het leidde ook tot bijeenkomsten en de vorming van algemene vergaderingen om te verhinderen dat de vakbonden de strijd zouden saboteren.
Het herontdekken van de algemene vergadering als de meest geschikte vorm om de strijd uit te breiden en om idee?n uit te wisselen op zo breed mogelijke schaal, betekent een formidabele stap vooruit voor de klassestrijd. De algemene vergaderingen bij Maruti-Suzuki on Manesar stonden open voor iedereen en moedigde elkeen aan deel te nemen aan de overdenking van de richting en de doeleinden van de strijd.
Naast deze strijdgolf, die langzaam aanzwelt, heeft de strijd die zich afspeelde in het Midden-Oosten, in Griekenland, in Groot-Brittannië, het geheel van de 'Occupy'-beweging zijn weerklank gehad in de arbeidersklasse in India.
Op het moment van de gewelddadige confrontatie bij de motorfabriek Honda en tijdens de herhaalde stakingen bij Maruti-Suzuki, konden we duidelijke uitingen zien van een zekere angst bij de bourgeoisie. Telkens merkten de media op dat de stakingen zich zouden kunnen uitbreiden, andere autobedrijven in Gurgaon bij de acties zouden kunnen betrekken en de hele regio kunnen verlammen. Dat was geen speculatie. Terwijl de voornaamste stakingen slechts enkele fabrieken troffen, kwamen andere arbeiders naar de poorten van de stakende bedrijven. Er waren gemeenschappelijke arbeidersbetogingen en zelfs een staking in het gehele industriegebied van Gurgaon. De provinciale regering zelf maakte zich ernstige zorgen over de uitbreiding van de staking. De Eerste Minister en de Minister van Arbeid van Haryana hebben, op aanraden van de Eerste Minister en de Minister van Arbeid van de Unie, de ondernemers van de bedrijven en de vakbonden samengebracht om de staking te verstikken.
Zoals de rest van de bourgeoisie maken de vakbonden zich nog grotere zorgen over een mogelijk verlies van controle over de arbeiders, als de strijdwil blijft stijgen. Dat was ook zeer duidelijk bij de stakingen bij Maruti in 2011, toen de arbeiders acties voerden die duidelijk ingingen tegen wat de leidingen van de vakbonden wilden. Die angst heeft de vakbonden ertoe gebracht te doen alsof ze actief zijn. Ze hebben opgeroepen tot een aantal rituele stakingen, een staking van de bankbedienden in november 2011 inbegrepen. De huidige staking, die zonder twijfel een uiting is van de groeiende woede en strijdwil binnen de arbeidersklasse, is ook een van de recentste pogingen van de vakbonden om die laatste te beknotten en te kanaliseren.
De arbeiders moeten inzien dat een rituele stakingsdag en rustig thuis blijven ons niet vooruit helpt. Evenmin als samenkomen in een park om te luisteren naar de redevoering van vakbondsleiders en leden van parlementaire partijen. De bazen en hun regering vallen ons aan omdat het kapitalisme in crisis verkeert en ze geen andere keus hebben. We moeten begrijpen dat alle arbeiders aangevallen worden. Passief en van elkaar geïsoleerd blijven zal de bazen er niet van weerhouden hun aanvallen tegen de arbeiders op te drijven. De arbeiders moeten die gelegenheden gebruiken om de straat op te gaan, bijeen te komen, te discussiëren met andere arbeiders. Ze moeten de strijd in eigen handen nemen. Dat zal niet onmiddellijk leiden tot een oplossing van de problemen die de arbeiders ondervinden, maar zal een waarachtige ontwikkeling van de strijd mogelijk maken. Het zal ons helpen onze strijd te ontwikkelen tegen het kapitalistische systeem en te ijveren voor de vernietiging ervan. Zoals degenen zeiden die in februari 2012 de rechtsfaculteit in Athene bezetten: "Om ons te bevrijden van de huidige crisis, moeten wij de kapitalistische economie vernietigen!"
Op basis van twee artikels, verschenen in Communist Internationalist, Orgaan van de IKS in India (maart 2012)
Voetnoten
(1) Bharatiya Mazdoor Sangh (Indiase arbeidersbond)
In de acties kregen de schoonmakers steun van andere groepen, zoals anarchisten, studenten en allerlei activisten. De schoonmakers ervaarden dat als positief en waren daar zeker verheugd over, omdat het isolement waarin ze – al lange tijd – verkeren, daarmee enigszins doorbroken schijnt te worden.
Maar de steun die ze kregen, versterkte die ook werkelijk hun strijd en doorbrak die hun gevoel, opgesloten te zijn in hun eigen sector? Het resultaat van alle ‘solidariteit’ met de schoonmakers verloste de schoonmakers niet van hun gevoel van isolement en kon niet voorkomen dat hun acties door de vakbond plotseling beëindigd werd in een halfslachtig compromis.
Wat is de reden dat de solidariteitsacties en -verklaringen van deze groepen niet het gewenste effect bereikten? Dat komt omdat ze niet tegemoet kwamen aan de natuurlijke behoefte van de arbeidersklasse om de strijd tegen het kapitaal als één verenigde strijd te voeren, door de eisen van de schoonmakers en die van andere sectoren onder één en dezelfde noemer te brengen: "jullie strijd is onze strijd". Dat is een devies dat de strijd van de hele klasse met elkaar verbindt. Dat is de manier waarop de solidariteit van de klasse zich werkelijk tot uitdrukking brengt!
Als één van de bovengenoemde groepen een spandoek uitvouwt met de tekst: "wij zijn ook schoonmakers", dan doen ze het tegendeel van wat de strijd nodig heeft. Als de andere sectoren van de arbeidersklasse (werkers in de zorg, bouwvakkers, machinisten, etc.) zich bij de strijd van de schoonmakers vervoegen onder de leus "wij zijn ook schoonmakers", dan verzwakken ze daarmee de strijd van de klasse in plaats van haar te versterken.
Zo dachten activisten van de bovengenoemde groepen hun solidariteit met de schoonmakers tot uitdrukking te kunnen brengen door een campagne te voeren onder de leus: ‘kijk eens wat er gebeurt als de schoonmakers staken, om vervolgens op de VU in Amsterdam toiletten te vervuilen en op het Centraal Station in Utrecht kranten uit de vuilnisbakken te verscheuren en de snippers overal rond te strooien!’
Het wezen van het activisme bestaat erin misbruik te maken van de tijdelijke aarzelingen (…) van een beweging om haar oprecht bestaande openheid te stijven en ze af te leiden naar het reformisme en een campagnes voor één enkel doel. Deze politiek draagt er alleen maar toe bij om het potentieel en het oorspronkelijke elan van de strijd uit te putten in een legio van demonstraties en directe acties, waarvan het doel niet is om eenheid op te bouwen en de betekenis van het zelfvertrouwen te steunen, maar veeleer om hun potentieel te verzwakken. (…) "Het activisme bindt de beweging aan de idee dat de kapitalistische staat kan interveniëren ten gunste van de bezitlozen, en dat het kapitalisme nog mogelijkheden en welvaart te bieden heeft."(1)
Ook "claims van anarcho-syndicalistische organisaties, die‘niet-ideologisch’ zouden zijn, vormen geen alternatief voor de valse verdeling opgelegd door het kapitalisme, (…) in de praktijk eindigt ze meestal als een links activistisch netwerk dat de ideologie van de hoofdstroom, van nationalistisch links, reproduceert." (2)
"De activist identificeert zich met een of ander doel dat losstaat van zijn eigen leven: een actie tegen het kapitalisme dat kapitalisme definieert als iets ‘daarbuiten’; terwijl de echte macht van het kapitalisme zich hier bevindt, in onze eigen levens, we recreëren haar macht iedere dag, omdat het kapitaal geen ding is,maar een sociale verhouding tussen mensen (en dus de klassen) die bemiddeld wordt door de dingen." (3)
De meer ervaren activisten streven in wezen naar een bevoorrechte positie en status in de bestaande maatschappij en identificeren zich zodoende meer met de vakbondsideologie, dan met de spontane en zelfstandige uitdrukkingen van de klassesolidariteit van de protesterenden, die tot uitdrukking gebracht worden aan de basis. Uiteindelijk bestaat er niet eens meer een echt verschil tussen de activisten binnen de groepen, die hun solidariteit menen te betuigen met de acties van de schoonmakers en de betaalde organisers van FNV-Bondgenoten (waarvan één of enkelen lid zijn van Doorbraak!).
Als het activisme van bovengenoemde groepen bekritiseerd wordt, dan kan dat heftige reacties oproepen: "dus schrijven we maar een lap tekst en blijven we langs de zijlijn staan? …. grow up!" Zo’n reactie is kenmerkend voor het activisme, dat ook snel de neiging heeft anderen te verwijten, dat ze niet bereid zijn zich op te offeren voor de ‘goede zaak’.
Wat essentieel is voor de versterking van de strijd van de werkers is, naast de effectieve vereniging van de strijd onder één en dezelfde noemer (zoals met de kantinemedewerkers van de VU), de aanmoediging tot verdieping van het begrip van hoe het kapitalisme werkt. Het moet ook duidelijk worden aan de werkers waarom het kapitalisme niet langer blijvende verbeteringen kan bieden, welke strijd gevoerd moet worden om de toenemende uitbuiting en onderdrukking tegemoet te treden en hoe daar vorm aan te geven. Wat dat betreft bevinden er zich binnen de bovengenoemde groepen zeker ook militanten, die oprecht begaan zijn met de strijd van de klasse. Maar tegelijkertijd zullen zij nooit op een effectieve manier kunnen bijdragen aan de éénwording van de strijd van de klasse als ze zich niet losmaken van de activistische praktijk.
"Individuele militanten binnen het activistische milieu, die oprecht geïnteresseerd en betrokken zijn in de vooruitgang van de strijd van de uitgebuiten, kunnen niet gelijkgesteld worden met de vijanden van de arbeidersklasse. Maar hun politieke ontwikkeling, hun helderheid over de doelen en de methoden van de strijd zal zich nooit kunnen ontwikkelen zolang ze zich niet losmaken uit de valstrik van het activisme, dat alles zal doen om hen ervan te weerhouden werkelijke klassestandpunten in te nemen."(1)
Capri / 2012.04.15
Voetnoten
(1) Activism is no substitute, IKS-site Internationalism Online. Op deze site zijn inmiddels 55 reacties verschenen op de tekst die gepubliceerd is door Internationalism, de afdeling van de IKS in de Verenigde Staten. https://my.firedoglake.com/jest/2012/03/29/activism-is-no-substitute-for... [2]
(2) De ‘Verklaring van het Birov-Collectief in Servie’ brengt heel duidelijk een reeks van fundamentele klassestandpunten naar voren waaronder de bevestiging van de revolutionaire aard van de arbeidersklasse tegen alle ‘postmarxistische misleidingen’ en de noodzaak van zelforganisatie van de arbeidersklasse tegenover de vakbonden, gedefinieerd als organen van de burgerlijke staat.
(3) Vergeet het activisme. Dit is een vertaling van een tekst Give up activism, een tekst die was verschenen naar aanleiding van de ‘Internationale actiedag tegen het kapitalisme’ op 18 juni 1999 in Engeland. Deze tekst is ook al een keer onderwerp van discussie geweest op een bijeenkomst van de AGA (de Vrije Bond) in Amsterdam.
De regering Rutte heeft vanaf het moment van haar installatie, in het najaar van 2010, bijna voortdurend op het slappe koord gedanst. Als gevolg van de herhaalde manoeuvres van de PVV, die haar gedoogde, is ze uiteindelijk toch gevallen. Met het "neen" Geert Wilders en de terugtrekking van de PVV, ging het Catshuisakkoord, dat door de leiders van de drie betrokken partijen was overeengekomen, ook voor de bijl. De politiek moest helemaal opnieuw beginnen en een nieuw bezuinigingsplan in elkaar te zetten, met de datum van 30 april, als een hakbijl dreigend hangend boven het hoofd.
Maar binnen een week was de deceptie alweer omgeslagen in een euforie. Alexander Pechtold had het kunststukje weten uit te halen: het rompkabinet werd opgevangen in een net, gespannen door de drie partijen (GroenLinks, ChristenUnie en D’66), die dat ook al eens gedaan hadden toen de missie in Kunduz (Afghanistan) voortgezet moest worden. Vijf partijen vonden elkaar in akkoord dat in ieder geval de schijn wekte te hebben voldaan aan de eis van Europa: tijdig een plan presenteren, dat gaat in de richting van een vermindering van het begrotingstekort tot 3% van het BBP.
Het ‘wandelgangakkoord’ stelt kwa inhoud echter niets voor. Of, zoals de econoom M. Bouman in de uitzending van DeWereldDraaitDoor zei: dit is in feite het Catshuisakkoord, met wat progressieve tintjes om de Kunduzcoalitie gunstig te stemmen". Europa had een soortgelijk flutbriefje uit Griekenland nooit hebben geaccepteerd. Het ‘Kunduz-akkoord’ schiet op alle vlakken tekort: want behalve het feit dat het ver onder de benodigde 16 miljard blijft, behelst het heel wat open eindjes, die nog verre van ingevuld zijn. Maar dit ‘schijnakkoord’ geeft de bourgeoisie in Nederland wel de nodige ruimte om de installatie van een nieuwe regering te verdagen en de periode daar naartoe, middels een intensieve verkiezingscampagne, te gebruiken om de arbeiders een rad voor de ogen te draaien.
Eind juni 2011 schreef de Financial Times al eens dat Nederland zonder twijfel het meest dwarse land geworden was in de strijd over de toekomst van Europa. Zo stemde het parlement in oktober vorig jaar in met de motie van het parlementslid Arie Slob (1) vanwege haar ongenoegen over het feit dat al die ‘knoflooklanden’ de begrotingsregels aan hun laars lapten waardoor wij, de ‘fatsoensrakkers’ die onze zaakjes wel goed op orde hebben, de rekening kunnen betalen. "We laten onze ouderen niet betalen voor de frauderende Grieken. Wat ze ook allemaal goedkoop zwartepieten." (G. Wilders, 21-04-2012) Daarnaast weigeren de EU en de regeringsleiders volgens de SP de speculanten aan te pakken, die volgens deze partij de werkelijke veroorzakers van de crisis zijn.
Maar nu wordt de, binnen de EU overeengekomen, 3%-regeling door de verwerping van het Catshuisakkoord door Nederland zelf ook overboord gezet. Daarmee wordt er precies gedaan wat de meerderheid van de parlementsleden Griekenland vorig jaar oktober nog verweet: namelijk dat ze zich niet hielden aan de begrotingsovereenkomst van de EU. Dit bevestigt alleen maar het beeld, dat de Financial Times vorig jaar schetste van de rol van de populistische partijen als de PVV en – in mindere mate - de SP, die van Nederland het Griekenland aan de Noordzee dreigen te maken.
"Wij hebben de rug rechtgehouden tegen de drie-procentseis van de "Brusselse bureaucraten". Ik kan mijn kiezers recht in de ogen kijken." (G. Wilders, Dagblad Kennemerland, 23 april 2012)
"De Europese regeringsleiders willen een Europees Economisch bestuur instellen. Maar de SP wil dat niet! Want als een land niet genoeg bezuinigt, (en) houdt een land zich niet aan het "dictaat uit Brussel", dan volgen miljardensancties." (….) Daarom:"met een stem op de SP, stemt u resoluut tegen nog méér "Brusselse" bevelen en bevoegdheden." (SP)
Wilders’ onderzoek naar de terugkeer naar de gulden is een andere duidelijke uitdrukking van het verzet in Nederland tegen het ‘dictaat van Europa’. Hoewel de uitslag van het onderzoek niet onverdeeld positief was en de terugkeer naar de gulden zeker niet minder kost dan ze oplevert, dreigt dit soort onderzoeken de gemoederen in Nederland en evenals in verschillende andere landen in Europa wel los te maken.
In een artikel genaamd ‘Het rapport dat de eurozone zal doen exploderen’ schrijft de website ‘Business Insider’ dat " als Nederland een brede discussie voert over het rapport en de kwesties die erin worden aangekaart, zal Duitsland dat niet kunnen negeren en achterblijven. En dan zal Frankrijk ook niet achter kunnen blijven". (…) "De Duitse en Nederlandse bevolking is nu al heel nerveus over het feit dat ze met bezuinigingen te maken krijgt, terwijl miljarden euro’s naar Zuid-Europa worden overgeheveld. Tot nu toe bewaarde de bevolking haar kalmte, uit angst voor een economische ramp, die eensluidend voorspeld werd door de regeringsleiders. Het is niet alleen het rapport, het is een combinatie van factoren. (…) De anti-Europese stemmen (…) zullen daar zeker voor zorgen". (Business Insider, 29 januari 2012)
Binnen de bourgeoisie in Nederland bestaat ook een groeiende tendens om minder de nadruk te leggen op maatregelen ter bezuiniging en meer ter stimulering van de economie. Paul Krugman, de Amerikaanse Nobelprijswinnaar en pro-Keynesiaan, waarschuwde al maanden tegen de ‘eurosuïcidale neigingen’ in het merendeel van de toespraken over de maatregelen. De cijfers van de economische politiek in landen als Spanje, Ierland en Portugal, die netjes de directieven van de ECB en Duitsland volgen, laten catastrofale cijfers zien; zowel op het vlak van de groei, de werkloosheid, als op het vlak van de staatsinkomsten en de schuldenlast. Uit dit gegeven heeft een deel van de politieke klasse in Nederland opgemaakt dat deze politiek de economische crisis ook niet oplost.
Bij een negatieve economische ontwikkeling gaat de klok altijd luiden als de klepel richting stimuleren wijst. Aan deze stimuleringskant kregen de PVV en de SP onder andere gezelschap van de PvdA die, onder de nieuwe leiding van Diederik Samsom en Hans Spekman, zichzelf weer wat kleur wil geven. Een van de belangrijkste ideologen van de PvdA en directeur van het CPB, Coen Teulings, vindt dat er ‘’geen extra bezuinigingen moeten komen in landen in de EU die geen onmiddellijk gevaar lopen uitgesloten te worden van toegang tot de internationale kapitaalmarkt". En Nederland is zo’n land dat ook best nog toegang heeft tot de internationale kapitaalmarkt.
Maar zelfs D’66, een van de deelnemers aan het nieuwe akkoord, is eigenlijk een voorstander van meer stimuleringsmaatregelen: "Iedere dag geven we in dit land 77 miljoen teveel uit, een snel oplopende schuld die we doorschuiven naar de volgende generatie. We zullen de economie moeten stimuleren door te hervormen." (A. Pechtold, D’66)
Maar wat de bovengenoemde stromingen niet willen zien, is dat de zogeheten ‘hervormingen’ de crisis ook niet oplossen. Voorzover ze de stimulering werkelijk volop de ruimte willen geven, is het is een variatie op een oude Keynesiaans thema, die haar definitieve failliet aan het begin van de jaren 1970 (in de periode van de fameuze oliecrisis) al heeft aangetoond. De politiek van de VS maakt dit ook duidelijk: er zijn in dat land al duizenden miljarden dollars in de economie gepompt en desondanks zijn er hele delen van de VS ‘vervallen’ in levensomstandigheden, vergelijkbaar met een derdewereldland.
In Nederland zullen de tegenstellingen tussen de verschillende fracties van de bourgeoisie de komende periode ongetwijfeld flink toenemen. Maar er zal er ook een toenemende spanning ontstaan binnen de bourgeoisie in Europa. Want het is met name Duitsland dat onverminderd vasthoudt aan de overeenkomst die uitgaat van een systematische bezuinigingspolitiek in de landen van de EU. ‘’De onderhandelingen over het begrotingspact zijn afgerond, het is ondertekend door 25 regeringsleiders en is geratificeerd door Portugal en Griekenland." (…) "In heel Europa staan parlementen op het punt de afspraken aan te nemen. Er valt niet opnieuw over te onderhandelen.’’ (Angela Merkel, 27 april 2012)
De discussie over ‘euro of gulden’, ‘bezuinigen of stimuleren’ brengen diepgaande meningsverschillen binnen de bourgeoisie tot uitdrukking. Maar we mogen niet haar bekwaamheid onderschatten hoe ze deze weet te gebruiken om de arbeidersklasse te misleiden. Wellicht dat "minder Europa en meer baas in eigen land echt hèt thema wordt van de verkiezingen." (G. Wilders, 22 april 2012), maar de strijd over welke economische politiek is daarmee in Nederland ook nog niet gestreden. Het onverminderd vasthouden aan de "Merkel-doctrine" door de CDA (2) en vooral de VVD, tegenover de nieuwe ‘hervormings’politiek van de PvdA zal de kwestie ongetwijfeld opnieuw op scherp stellen. De komende verkiezingscampagne zal dus, naast het door Wilders genoemde thema, beheerst worden door de kwestie ‘stimuleren of bezuinigen’.
Vooral in de Occupybeweging was te zien dat er niet alleen nog grote onduidelijkheid heerst over de werkelijke oorzaak van de crisis, maar ook nog veel illusies over de mogelijkheid van een oplossing van de crisis. De campagne die ons nu te wachten staat heeft vooral ten doel om deze onduidelijkheid nog eens een extra push te geven en daarmee de tendens tot verdere politisering binnen de klasse af te remmen.
We moeten ons ervoor behoeden ons mee te laten slepen in welke valse tegenstelling dan ook. ‘Stimuleren of bezuinigen’, ‘Europa of Nederland’, het maakt niets uit. Want het probleem ligt niet op vlak. De oorzaak van de crisis is het kapitalistische systeem zelf dat, gebaseerd op het systeem van loonarbeid, steeds helsere crises veroorzaakt naarmate het langer bestaat. Totdat het in een staat verkeert waarin het alleen maar overeind blijft door zichzelf een steeds grotere dosis verdovende middelen (krediet, schuld) toe te dienen. Het is op dat punt dat het systeem van uitbuiting en repressie nu is beland.
Geconfronteerde met deze situatie is er voor de mensheid is er geen weg meer terug. Ze kan niet terug naar de wereld van de gilden of naar te onbezoedelde natuur. Alleen een fundamenteel andere maatschappij, gebaseerd op een productie voor de werkelijk menselijke behoeften, biedt uitkomst. Maar die moet en kan alleen bevochten worden door de strijd van de wereldarbeidersklasse.
Dellix / 2012.05.08
Voetnoten
(1) Officieel luidde de motie "dat afspraken over begrotingsdiscipline, sancties bij het niet nakomen van gemaakte afspraken en de instelling van een Eurocommissaris als een minimumvoorwaarde moeten worden beschouwd voor de instemming van de Nederlandse regering met elk voorstel waarmee extra leningen of garanties vanuit Nederland gemoeid zijn."
(2) De CDA heeft nog geen eensluidend standpunt over de kwestie ‘stimuleren of bezuinigen’. De verkiezing van een nieuw politiek leider is slimme manier om tijd te winnen teneinde haar koers te kunnen bepalen op dit vlak.
‘100 – 10 = X en 100 – 4 = Y.’ Deze eenvoudige rekenopgave leren de leerlingen vanaf het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Toch zijn er kinderen die moeite hebben met deze eenvoudige opgave, zoals onderzoeken van PISA steeds weer aantonen (1) Toegegeven, als er dan een paar nullen bijkomen en het gaat om getallen van miljoenen en miljarden, kan men zich sneller misrekenen, ook al verandert er niets aan de hoofdbewerking. Nu werd er bij de meest recente PISA-test een bijzonder moeilijke opgave gegeven. ‘100 – 10 = X en 100 – 4 = Y.’ Deze eenvoudige rekenopgave leren de leerlingen vanaf het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Toch zijn er kinderen die moeite hebben met deze eenvoudige opgave, zoals onderzoeken van PISA steeds weer aantonen (1) Toegegeven, als er dan een paar nullen bijkomen en het gaat om getallen van miljoenen en miljarden, kan men zich sneller misrekenen, ook al verandert er niets aan de hoofdbewerking. Nu werd er bij de meest recente PISA-test een bijzonder moeilijke opgave gegeven. Het ging om de samenhang tussen de beheersing van de hoofdbewerking, wetenschappelijk inzicht, logica, en een factor die door de leerlingen zelf moest uitgezocht worden. De vraag luidde: "Wanneer de koopkracht bij aanvang 100% bedraagt, en als die dan met 10% verminderd wordt, is de koopkracht dan als gevolg daarvan toe- of afgenomen?". Bijna alle leerlingen slaagden er in om deze vraag zonder problemen te beantwoorden. Op de toegevoegde vraag, in verband met economie, of het massaal afromen van de koopkracht zou kunnen leiden tot een aanzwengelen van de economie, konden de meeste leerlingen snel en juist een antwoord geven. Daarbij aansluitend moesten de leerlingen de uitspraken van de politici, ondernemers, enzovoort dat "enkel een strikt besparingsprogrmma, een verlaging van de lonen, enzovoort … de economie weer aan het draaien zou brengen", vergelijken met hun eigen antwoorden. In de PISA-test stelden bijna alle leerlingen een uitgesproken gapende kloof vast tussen hun vaststellingen en de uitspraken van de politici. De vraag hoe men tot een dergelijke gapende kloof kwam tussen de meest elementaire vaststellingen van de wiskunde, de logica en de "beloften" van de politici en ondernemers werd onder de leerlingen fel punt van discussie ...
Maar, zonder dollen nu, hoe is het gesteld met de "oplossingen" die de heersende klasse voorstelt?
Griekenland: Besparingen en toename van de armoede – een uitweg uit de crisis?
"Alleen al in het jaar 2010 daalde het Griekse BIP met 4,5%, en tot het tweede kwartaal van 2011 nog eens met 7,5%, terwijl de schuldenlast van het land tot maart 2011 reeds toenam tot 340 miljard Euro"s. (2) De werkloosheid, die eind 2009 ongeveer 9,6% bedroeg, is nu tot 16,3% gestegen. Onder de 15 tot 29-jarigen is zelfs één-derde werkloos. Het loon van de, in vergelijking met de Europese normen, slecht betaalde ambtenaren werd tussen de 30 en 40% verlaagd, alle gepensioneerden van het land moesten een ingreep van hun inkomen ondergaan van 20%. CAO-overeenkomsten hoeven ondertussen niet meer nageleefd te worden. Voor de jonge volwassenen onder de 25 jaar geldt de laagste loongrens van 740 Euro’s bruto voor een volledige betrekking niet meer. Zij moeten het zien te klaren met slechts 600 Euro’s per maand bruto."(2)
Griekenland met zijn circa 20% werklozen is slechts één voorbeeld van een ontwikkeling, die steeds meer veld wint in een reeks van Europese staten. In Ierland is de werkloosheid tot 14% gestegen, in Portugal tot 12%, in Spanje tot boven de 25% – gepaard gaande met omvangrijke besparingsprogramma’s. Italië, Groot-Brittannië, België volgen. In het grootste deel van Europa heerst de besparing, de inkrimping van de koopkracht... een teruggang van de economie, een ineenstorting van de markten.
Dat herinnert aan de tijd van de jaren 1930, toen de toenmalige Duitse kanselier Brüning, na het uitbreken van de economische wereldcrisis, de openbare uitgaven met 30% verlaagde, de belastingen verhoogde, de lonen en sociale uitkeringen radicaal verlaagd werden, en de werklozen en de werkenden met veel minder geld moesten zien te overleven. Het bruto nationaal product kromp in 1931 met 8%, in 1932 met 13%, de werkloosheid nam toe tot 30%. De verdere ontwikkeling is bekend. Het kapitaal slaagde er niet in om de economie uit penarie te trekken. Het draaide uit op een oorlog.
In het midden van de maand maart werd een nieuwe studie gepubliceerd over het loonpeil in Duitsland: "Bijna 8 miljoen mensen in Duitsland [10% van de bevolking, nvdv.], moet volgens de studie rondkomen met een loon van minder dan 9,15 euro bruto per uur. Hun aantal is tussen 1995 en 2010 met meer dan 2,3 miljoen gestegen, zoals wordt bericht in de "Süddeutsce Zeitung", die zich beroept op een onderzoek van het Instituut voor Arbeid en Kwalificatie van de universiteitvan Duisburg-Essen. Daarbij zijn ongeveer 23% – bijna één vierde van de werkenden – werkzaam in een lage-loon-sector. Volgens de studie ontvingen de werkers met een laag salaris in het jaar 2010 gemiddeld 6,68 euro in het Westen en 6,52 euro’s in het oosten van Duitsland. Onder hen ontvingen meer dan 4,1 miljoen minder dan 7 euro, ongeveer 2,5 miljoen minder dan 6 euro en bijna 1,4 miljoen zelfs geen 5 euro per uur. Bijna iedereen met een laag loon werkt daarbij nog fulltime en niet parttime. Zo zijn er volgens de berekeningen alleen al 800.000 fulltime werkenden, die minder dan 6 euro verdienen. Dat komt neer op een maandloon van niet meer dan 1000 euro bruto.
Vooral in West-Duitsland is het aantal werkenden met deen laag loon sterk gestegen. Volgens de studie zwol het in 15 jaar aan tot 68% in de vroegere Bondsrepubliek, in het oosten van het land daarentegen slechts met 3%. Toch zou de grote meerderheid van de acht miljoen een vak hebben geleerd". (2)
Wanneer er in Duitsland sprake is van een wonder op het vlak van de jobs en hoge aantallen tewerkgestelden, ligt dat aan de grove verlaging van de lonen, die de loontrekkers er toe dwingt om naast een eerste, slecht betaalde, werkkring, nog een tweede slecht betaalde baan te zoeken. Zelfs het "Manager-Magazin" moest toegeven: "Dit is de verfoeide tijd van de banen-explosie: vele nieuwe banen ontstonden hier in dit land in het voorjaar omdat de lonen voor het werk laag waren. Nu echter wordt het aantal banen met een laag loon openbaar en ook hoe sterk degenen met een bijbaan deze explosie onder vuur nemen". "Zo ontvangen veel uitzendkrachten in de automobielbedrijven, die altijd maar weer nieuwe afzetrecords vermelden, slechts 7,5 euro, terwijl de arbeiders met een vaste aanstelling tot wel 18 euro ontvangen." (3)
Alle bezweringen door de staat en van de kant van de ondernemers dat "Besparingen de economie weer aanzwengelen", veranderen niets aan het feit dat, indien men de koopkracht verlaagt door de loon te verlagen, door de sociale vergoedingen af te schaffen, enzovoort, men de vraag doet kelderen. Het gevolg: nog meer geproduceerde waren die onverkocht blijven, de concurrentiedruk op de ondernemingen neemt toe, rationaliseringsdrang wordt groter en prijsoorlogen verscherpen zich. De bedrijven worden gedwongen om nog meer personeel te doen afvloeien of te ontslaan. De staat krijgt nog minder belastingen binnen en moet nog meer geld uitgeven voor het onderhouden van de werklozen. De groei neemt niet toe, maar af. Het gevolg is: nog minder afbouw van de schulden... Deze methode brengt een kettingreactie teweeg. In werkelijkheid verergert de hele besparingspolitiek de crisis alleen maar en haalt ze het systeem niet uit het slop.
De andere "aanzet tot een oplossing" – bijkomende koopkracht scheppen door kunstmatige stimulering ervan in de vorm van goedkope leningen, het aangaan van schulden, enzovoort heeft ook schipbreuk geleden. Deze politiek werd tijdens de laatste tientallen jaren systematisch bedreven. Het gevolg was dat in de leidende industriestaat, de enige overblijvende supermacht, de VS, steeds meer gemeenten zich bankroet meldden, en steeds meer deelstaten die richting uitgaan. De kapitalisten overvallen de loontrekkers als een bende rovers. Enige voorbeelden: "Michael Bloomberg, miljardair en burgemeester van New York, heeft voor2012, voor de gemeente al drastische besparingsmaatregelen uitgevaardigd, waaronder ontslagen in vele stedelijke besturen, het nachtelijk sluiten van 20 brandweerkazernes, ingekorte openingstijden voor de bibliotheken en cultuurcentra, evenals het ontslag van 6.000 leerkrachten in juni aanstaande. Desondanks dreigt er, volgens het bureau van de burgemeester, een begrotingstekort van 4,4 miljard dollar".(4)
Nadat de staat in de zomer van 2011 insolvabel dreigde te worden, kon de VS-regering door een verdere verhoging van de schuldenplafond en de aangekondigde van drastische te schrappen de betalingsmoeilijkheden nog even vooruit te schuiven. "De federale regering in Washington kan geld laten drukken, de bondsstaten kunnen hun begrotingsproblemen afwentelen op de steden. Maar die moeten dan melden dat er betalingsmoeilijkheden zijn, daar zij de tekorten niet meer aankunnen". (idem) Zo beschrijft Stephanie Gomez, een lid van de gemeenteraad van Vallejo, de dreigende fiscale kettingreactie in de VS: "de schilderachtige stad Vallejo, met 115.000 inwoners op de heuvels van San Francisco, keerde deze zomer, na drie jaar, terug uit de insolvabiliteit. Kortweg komt de fiscale wederopstanding neer op het volgende: de helft van de brandweerlui werd naar huis gestuurd, een derde van de politie werd ontslagen, bibliotheken en parken werden gesloten, talrijke officiële dienstverleningen – waaronder die voor senioren – werden opgedoekt (…) Staatspensioenen gelden plotseling niet meer als een onaantastbaar recht, en dat bij een gebrek aan betalingsmogelijkheden van de gemeente geen stand meer houdt". De failliete stad Central Falls in Rhode Island heeft al jarenlang niets afgedragen aan het pensioenfonds van brandweerlui, politie en andere ambtenaren. Nu wordt een deel van de 47 miljoen dollar toezeggingen aan die pensioenen geschrapt, om de rente te kunnen betalen aan de banken. De kranten uit de armste stad van Rhode Island berichtten dat reeds 82 gepensioneerden van de stad zich akkoord hebben verklaard met de inlevering op hun pensioen tot 55%". (idem)
Zelfs de gigantische programma’s om de economie aan te zwengelen en de praktijk van schulden aangaan, kunnen het failliet enkel maar voor zich uitschuiven, totdat het moment komt waarbij zowel de insolvabiliteit als ingrijpende besparingsprogramma’s voor de deur staan.
Zo bewijzen alle maatregelen, die de heersende klasse toepast om de economische crisis te overwinnen, eigenlijk alleen maar dat het systeem een uitweg ontbeert. Geen enkele maatregel van het kapitaal kan deze vicieuze cirkel doorbreken, behalve de opheffing van het systeem zelf. Daarom moet heersende klasse steeds meer en steeds glasharder gaan liegen.
D. / 18.03.2012
Voetnoten
(1) PISA internationaal: PISA is een onderzoek dat uitgevoerd wordt in meer dan 60 landen of regio’s en daarmee is 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigt. Dit internationale karakter is één van de grote meerwaardes van het onderzoek. Zowel de Oeso- als niet-Oeso-landen kunnen deelnemen. Het onderzoek staat onder toezicht van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en wordt in ieder deelnemend land gecoördineerd door het Ministerie van Onderwijs. De instrumenten (vragenlijsten en test-items) werden zo gemaakt dat ze in verschillende culturen, nationaliteiten en talen van de deelnemende landen kunnen worden gebruikt.
(2) https://www.stern.de/wirtschaft/job/einkommen-in-Deutschland-jeder-viert... [5]
(3)https://www.manager-magazin.de/politik/artikel/0,2828.82103,00.html [6]
(4)https://www.manager-magazin.de/politik/wirtschaft/0,2828,806026,00.html [7]
Binnen het kapitalisme kennen de verschrikkingen geen grenzen. Dit systeem vernietigt, verhongert en moordt overal in de wereld mensen uit. Vandaag is het de beurt aan Syrië waar dit uit-buitingssysteem, met van bloed doordrenkte bajonetten, een nieuw bedrijf opvoert van zijn barbaarse geschiedenis. Daar is het leven niet meer waard dan de prijs van de kogels.
Zaterdag 4 februari was een middag zoals een andere in Homs. Een reusachtige massa begroef haar doden en betoogde tegen het regime van Al-Assad. Sinds het begin van de gebeurtenissen in april 2011 ging er geen dag voorbij zonder dat er een betoging werd onderdrukt. In minder dan één jaar zouden er meer dan 2500 mensen gedood en duizenden verwond zijn.
Maar in de nacht van 4 op 5 februari werd de praktijk van de massaslachting nog eens opgedreven. In de duisternis hoorde men urenlang de kanonnen van Assad bulderen en de kreten van mensen die stierven. In de vroege ochtend kwamen alle verschrikkingen aan het licht, die men nu ‘de rode nacht van Homs’ noemt: bij daglicht bleken de straten bezaaid te liggen met lijken. De balans van de moordpartij zou 250 doden bedragen, zonder al diegenen mee te tellen die sindsdien aan hun verwondingen bezweken zijn of die, de een na de ander, in dienst van het gezag, ijskoud door de militairen werden afgemaakt. Want deze moordpartij eindigde niet bij dageraad; de gewonden werden opgejaagd tot in de hospitaalbedden, waar ze werden afgemaakt. De dokters die de ‘rebellen’ aan het verzorgen waren werden afgeslacht. Bepaalde inwoners van Homs kregen een kogel door het hoofd omdat ze de misdaad hadden begaan om geneesmiddelen te brengen naar hun verwanten. Noch vrouwen, noch kinderen ontsnapten aan dit bloedbad. Diezelfde nacht berichtte de tv-zender Al-Jazeera dat er krachtige explosies waren gehoord in de buurt van Harasta, in de provincie Rif Damas. In deze stad, gelegen op een vijftiental kilometers van het noorden van Damascus, waren gewelddadige gevechten aan de gang tussen het Vrije Syrische Leger (VSL) en de strijdkrachten van het regime. Ook daar waren de slachtpartijen afschuwelijk. Hoe is dat allemaal mogelijk? Hoe heeft een protestbeweging, die begonnen was tegen de ellende, de honger en de werkloosheid, binnen enkele maanden kunnen veranderen in een dergelijk bloedbad ?
De barbaarsheid van het Syrische regime hoeft niet langer bewezen te worden. De kliek, die aan de macht is, zal voor geen enkele wandaad, voor geen enkel bloedbad terugdeinzen, om zich te handhaven aan het hoofd van de staat en zo haar voorrechten te behouden. Maar wat is dan dat ‘Vrije Syrische leger’, dat zich aan het hoofd van het ‘volksprotest’ heeft geplaatst? Een andere kliek van moordenaars! Het VSL beweert te vechten voor de bevrijding van het volk, maar het is slechts de gewapende arm van een concurrerende burgerlijke fractie, die staat tegenover die van Al-Assad. En daarin schuilt nu het grote drama van de betogers. Diegenen die willen vechten tegen hun ondraaglijke levensomstandigheden, tegen de ellende, tegen de uitbuiting, zitten tussen hamer en aambeeld en zij worden verpletterd, gemarteld, en afgeslacht….
In Syrië staan de uitgebuitenen te zwak om een zelfstandige strijd te ontwikkelen. En zo werd hun woede onmiddellijk afgeleid en gebruikt door verschillende burgerlijke klieken van het land. De betogers zijn tot kanonnenvoer geworden, opgetrommeld voor een oorlog die niet die niet de hunne is, voor belangen die niet de hunne zijn, net zoals dat enkele maanden geleden in Libië het geval was.
Zo doet het VSL niet onder voor de bloeddorstige aard van het Syrische regime, dat aan de macht is. Begin februari heeft het onder andere gedreigd om Damascus en alle commandoposten van het regime en de getrouwe districten te bombarderen. Het VSL vroeg aan de bevolking om uit de buurt van deze doelwitten te blijven, maar wist dat dit onmogelijk was. De inwoners van Damascus restte geen andere keuze dan zich, geterroriseerd, te verstoppen in kelders of in ondergrondse tunnels, als mollen of ratten, naar het evenbeeld van hun uitgebuite broeders in Homs.
Maar de Syrische bourgeoisie is niet als enige verantwoordelijk voor deze slachtingen. De internationale medeplichtigen zijn zo talrijk als er zetels zijn in de VN. Ammar Al-Wawi, één van de commandanten van het VSL, beschuldigt rechtstreeks Rusland en bepaalde buurlanden, zoals Libanon en Iran, vanwege hun inmenging, en onrechtstreeks de Arabische Liga en de internationale gemeenschap vanwege van hun passiviteit. Waarmee Assad het groene licht gegeven wordt om het volk af te slachten. Wat een ontdekking!
China en Rusland verdedigen het Syrische regime openlijk en politiek. Samen met Iran bevoorraadt Rusland dit regime van wapens. En het is vrij aannemelijk dat de strijdkrachten van deze landen, onder welke benaming dan ook, direct op het terrein tussenkomen. Voor de kapitalistische grootmachten zijn doden niet in tel, noch het menselijke lijden dat wordt veroorzaakt in de verdediging van hun smerige imperialistische belangen.
Iran oefent via Syrië een groot deel van zijn heerschappij uit over het Nabije en het Midden-Oosten. Om die reden ondersteunt deze staat uit alle macht, en zelfs via directe militaire tussenkomst ter plaatse het Syrische regime. En de ‘grote democratische landen’ die vandaag, met de hand op het hart en met krokodillentranen, uitroepen dat de repressie tegen de betogers door het leger van Bachar Al-Assad ondraaglijk is, betonen geen enkel werkelijk medeleven met de families in rouw, omdat voor hen enkel de verzwakking van Iran telt, door Syrië van hen afhankelijk te maken. Maar daar gaat het om een gevaarlijk bastion, want Iran is niet Irak. Iran is een land met meer dan 70 miljoen inwoners, met een talrijk en goed uitgerust leger. En vooral met een hinderlijke macht, die heel wat belangrijker is dan die van Syrië. Als men Iran de doortocht te beletten om de olie door de straat van Ormuz te vervoeren, wat voor economische ramp zou dat worden? Elke directe aanval op Iran zou een oncontroleerbare chaos veroorzaken. Rode nachten, zoals in Homs, zouden zich uitbreiden over de hele regio.
Elke dag nemen de spanningen toe tussen Iran en een groot aantal imperialistische landen in de wereld: de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk (1), Saoedi-Arabië, Israël, enz. De oorlog dreigt, maar breekt op dit moment nog niet uit. (2) In afwachting daarvan, en bijna mechanisch, laat de oorlogsdreiging zich meer en meer horen in de richting van Syrië, nog vergroot door het veto van China en Rusland in de VN over een voorstel van resolutie ter veroordeling van de repressie door het regime van Bachar Al-Assad. (3) Alle imperialistische aasgieren grijpen dit schandelijke voorwendsel en de onmenselijkheid van het Syrische regime aan, om zich op een totale oorlog in dit land voor te bereiden. In de eerste plaats door de inmenging van een Russisch medium de ‘Stem van Rusland’, die een uitzending van de Iraanse openbare omroep ‘Pess TV’ overneemt, waarin naar voren wordt gebracht dat Turkije bereid zou zijn om, met Amerikaanse steun, Syrië aan te vallen. Voor dat doel zou de Turkse staat troepen en materieel samentrekken aan de Syrische grens. Sindsdien is deze informatie overgenomen door alle westerse media. Aan de overkant, in Syrië, zijn er ballistische grond-raketten, van Russische makelij, gebruikt aan de grens met Irak en Turkije, in de streken van Kamechi en van Deir Ezzor. Dit volgde op een bijeenkomst gehouden in Ankara in november, die aanleiding gaf tot een reeks afspraken. De gezant van Qatar heeft aan de Turkse Eerste Minister Erdogan, aangeboden om de hele militaire operatie tegen president Assad vanaf Turks grondgebied, te financieren. Bijeenkomsten waaraan ook de Libanese en Syrische oppositie hebben deelgenomen. Deze voorbereidingen hebben Iran en Rusland ertoe aangezet om de stem te verheffen en nauwelijks verholen dreigingen te uiten in de richting van Turkije. Momenteel heeft de Syrische Nationale Raad (SNR), die volgens de burgerlijke pers de meerderheid van de oppositie in dit land, groepeert, laten weten dat zij niet vraagt om wat voor militaire tussenkomst van buiten dan ook op Syrisch grondgebied. Het is zonder enige twijfel deze weigering die de gewapende arm van Turkije nu nog verlamt en eventueel ook die van de Israëlische staat. De NSR trekt zich, net zoals de andere burgerlijke fractie die er bij betrokken zijn, niets aan van het menselijk leed, dat veroorzaakt wordt door een totale oorlog op Syrisch grondgebied. Het enige wat zij vreest is, heel eenvoudig, de weinige macht die zij op dit ogenblik heeft, te zullen verliezen in het geval zich een groot conflict zou gaan voordoen.
De verschrikkingen die wij elke dag voorgeschoteld krijgen op TV of in de krantenkoppen van de burgerlijke pers zijn dramatisch echt. Als de heersende klasse ons dat allemaal breed uitgesmeerd toont, is dat niet uit medeleven, noch uit menselijkheid. Het dient om ons ideologisch voor te bereiden op deze steeds bloediger en steeds massalere militaire tussenkomsten. In de volkerenmoord, die aan de gang is, zijn Bachar Al-Assad en zijn kliek niet de enige beulen. De beul van de mensheid is het wegkwijnende kapitalistische systeem dat barbaarsheid en imperialistische slachtingen teweegbrengt, zoals donderwolken een onweer in zich dragen n
Tino / 16.02.2012
Voetnoten:
(1) Begin maart bevestigde de Syrische staatstelevisie dat het leger 18 Franse agenten in Homs en een 19e in Azouz gevangen had genomen. Deze melding betekende dat de – voorzichtige - onderhandelingen tussen Parijs en Damascus zijn mislukt en dat Syrië besloten heeft de druk op Frankrijk te verhogen door de affaire openbaar te maken.
(2) De Verenigde Staten hebben in de loop van maart ‘intensieve gesprekken’ gevoerd met India, China and Turkije om deze landen ‘aan te sporen’ om de olietoevoer uit Iran stop te zetten. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Want deze landen zijn terughoudend om af te zien van hun eigen regionale imperialistische aspiraties. Neem bijvoorbeeld Turkije.
Een specialist op het vlak van International Betrekkingen, Sol Ozel, van de Kadir Has University op 9 februari verklaarde dat: "Turkije heeft duidelijk gemaakt dat het niet akkoord is met de sancties tegen Iran is." (…) "Het is duidelijke dat Turkije zich verzet om mee te werken, wat de veronderstelling doet rijzen dat Turkije wenst door te gaan met een spel in twee richtingen te spelen, waarbij het zich toenemende mate verbindt aan de VS."
Een belangrijke reden is dat niet alleen de Turkse ondernemingen profiteren van de oliehandel die uit Iran komt, maar ook de Turkse banken. Ze maakt zo’n miljard dollar per maand over aan Teheran. De Hallbank, die door de Turkse staat wordt gecontroleerd, maakt de betaling mogelijk voor de export van Iraanse olie, in het bijzonder in de richting van India.
(3) Rusland en China hebben nog steeds niet ingestemd met een resolutie van de Veiligheidsraad, waarin het optreden van de Syrische regime van Bachar Al-Assad wordt veroordeeld. Ze zijn inmiddels wel schoorvoetend akkoord gegaan met een ‘Verklaring van de VN’, waarin de vredespoging van Kofi Annan wordt gesteund.
Onze organisatie en zijn militanten zijn heel verheugd met de vorming van twee nieuwe afdelingen van de IKS, in Peru en Ecuador.
De oprichting van een nieuwe sectie van onze organisatie is altijd een zeer belangrijke gebeurtenis voor ons. Ten eerste omdat ze nogmaals het vermogen bevestigen van het wereldproletariaat om, ondanks zijn moeilijkheden, op internationaal vlak revolutionaire minderheden voort te brengen. Ten tweede omdat ze deel uitmaakt van de versterking van de aanwezigheid van onze organisatie in de wereld.
De vorming van twee nieuwe afdelingen van de IKS vindt plaats in een situatie waarin de arbeidersklasse zich, vanaf 2003, begon te herstellen van een lange periode van terugval op het vlak van haar bewustzijn en strijdwil, welke ze onderging naar aanleiding van de gebeurtenissen van 1989. (1) Dit herstel kwam enerzijds tot uitdrukking in een hele reeks van gevechten, die aantonen dat er een groeiend bewustzijn bestaat van de impasse waarin het kapitalisme zich bevindt. En anderzijds door de opkomst van internationalistische minderheden op wereldschaal. Internationalistische minderheden die contact met elkaar zoeken, vele vraagstukken aankaarten, op zoek zijn naar een revolutionaire samenhang en debatteren over de perspectieven om de klassestrijd vooruit te helpen. Een deel van dit milieu wendt zich tot de standpunten van de Kommunistische Linkerzijde en sommige onder hen hebben onze organisatie vervoegd. Zo heeft de IKS in 2007 een kern gecreëerd in Brazilië. En mochten wij in 2009 twee nieuwe afdelingen van de IKS begroeten: één in de Filippijnen en een andere in Turkije.
Deze twee nieuwe afdelingen zijn eveneens het resultaat van aanhoudende inspanning van onze gehele organisatie en haar militanten, om deel te nemen aan de politieke discussie en verduidelijking en overal banden te smeden met groepen of individuen, op zoek naar verheldering – los van het feit of ze van plan zijn tot onze organisatie toe te treden of niet.
Voordat ze ons vervoegden behoorden onze nieuwe afdelingen ook tot dat soort groepen die actief politieke verheldering zoeken. Een aantal onder hen doen dit rechtstreeks middels de standpunten van de IKS, zoals in Ecuador, anderen komen uit verschillende politieke milieus voort, zoals in Peru. In beide gevallen ontwikkelden zij zich zowel via discussie met andere politieke krachten als door middel van een systematische discussie met de IKS, in het bijzonder haar platform. Bovendien Hun duidelijke stellingnames ten opzichte van de belangrijkste gebeurtenissen op internationaal en nationaal vlak getuigde van hun nauwe betrokkenheid bij deze gebeurtenissen. (2) Hun politieke evolutie zetten ze vandaag verder, te midden van een politiek milieu en omgeven door tal van contacten.
Met hun basis in Zuid-Amerika, komen deze twee nieuwe afdelingen de tussenkomst van de IKS in de Spaanse taal versterken, en haar aanwezigheid in Latijns-Amerika waar de IKS al aanwezig was in Venezuela, Mexico en Brazilië.
De gehele IKS stuurt deze nieuwe afdelingen, en de kameraden die er deel van uitmaken, haar warme en kameraadschappelijke groeten n
IKS / april 2012.
Voetnoten
(1) De ineenstorting van het stalinisme, die aanleiding gaf tot een enorme burgerlijke campagne waarin, eens te meer, het kommunisme op een valse wijze gelijkgesteld werd met de vorm van staatskapitalisme die zich, na de ontaarding van de Russische revolutie, had ontwikkeld in de Oostbloklanden
(2) Sommige van deze stellingnames werden gepubliceerd in Acción Proletaria, de krant van de IKS in Spanje, en op de IKS-Online in de Spaanse taal.
Links
[1] https://nl.internationalism.org/tag/4/63/india
[2] https://my.firedoglake.com/jest/2012/03/29/activism-is-no-substitute-for-class-action-why-occupy-is-headed-the-way-of-moveon%E2%84%A2/
[3] https://nl.internationalism.org/tag/4/76/nederland
[4] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/situatie-nederland
[5] https://www.stern.de/wirtschaft/job/einkommen-in-Deutschland-jeder-vierte-arbeitet-fuer-einen-niedriglohn-1799559.html
[6] https://www.manager-magazin.de/politik/artikel/0,2828.82103,00.html
[7] https://www.manager-magazin.de/politik/wirtschaft/0,2828,806026,00.html
[8] https://nl.internationalism.org/tag/3/42/economie
[9] https://nl.internationalism.org/tag/4/89/iran
[10] https://nl.internationalism.org/tag/3/44/imperialisme