Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 190.42 KB |
Hieronder publiceren wij de vertaling van een artikel dat verschenen is op onze Internet-site in het Spaans. Het betreft nieuws over de strijd in Vigo, in Galicië (een gewest in Noordwest Spanje) (1).
Wij verkregen nieuwe informatie over een gezamenlijke strijd van werkloze en actieve arbeiders van de sector van de scheepswerven van de stad Vigo.
Wij bedanken hiervoor een van onze lezers die zijn commentaar doorstuurde. Wij bevestigen ook onmiddellijk dat wij het eens zijn met de conclusie die hij trekt uit deze strijd: “Enkel de eenheid en de solidariteit van alle werklozen en van alle arbeiders, in algemene vergaderingen en op gemeenschappelijke betogingen kunnen ons naar de overwinning voeren. Wij begroeten de arbeiders en de werklozen van de scheepswerven in Vigo. De werklozen en de arbeiders uit heel de wereld zouden het voorbeeld moeten volgen van de [arbeiders van] de scheepswerven in Vigo, hun eenheid en hun solidariteit, want het is enkel allemaal samen dat wij er in zullen slagen om het te winnen van het wereldkapitalisme”. In diezelfde zin hebben wij op ons Forum ook nog een andere boodschap ontvangen: “Het artikel over de strijd die gevoerd werd door de werklozen en de actieven van de scheepswerven in Vigo werd gepubliceerd zonder de minste reactie en nochtans kan men er een van de lessen uit trekken, die wij altijd in het achterhoofd moeten houden: die van de eenheid van de klasse. Er is zich iets zeer belangrijk aan het afspelen in Vigo, want het zijn actieve en werkloze arbeiders die samen de straat opgaan en daarbij andere arbeiders meetrekken tot een werkstaking van de hele scheepssector. Neemt de tijd om het te lezen en men zal er veel dingen uit leren. Groeten”.
In Vigo zijn er meer dan 60.000 werklozen. Alleen al voor 2009 en enkel in de metaalsector, zijn er 8.000 banen verdwenen. De verontwaardiging samen met de bezorgdheid over een steeds moeilijkere toekomst, verspreidt zich onder de arbeiders. In het bijzonder op de scheepswerven waren de werklozen bij een akkoord tussen vakbonden en patronaat ingeschreven in een soort 'werkbeurs', waar ze elke keer zouden opgeroepen worden als er werk was.
De werklozen die ingeschreven waren -rond de 700- merkten tot hun woede dat ze in plaats van opgeroepen te worden, men voor tijdelijke taken buitenlandse arbeiders aanwierf aan veel lagere lonen en onder veel ergere omstandigheden. Zo bijvoorbeeld volgens een van de woordvoerders van de werklozen: “zijn er arbeiders die slapen in de parkings en slechts één broodje per dag te eten hebben”.
Dit was het startschot tot de strijd. De arbeiders hielden er aan om te beklemtonen dat zij geenszins tegen de aangeworven vreemde arbeiders zijn. Een van hun woordvoerders benadrukte: “Wij hebben er niet de minste moeite mee dat er mensen zijn die van elders worden aangeworven, maar op voorwaarde dat het patronaat dit niet doet over de hoofden van de collectieve overeenkomst met het gewest, want voor het loon van één enkele onder ons, betalen zij twee tot drie vreemde arbeidskrachten.”. Ondanks dit alles hebben de media, de specialisten van de 'communicatie', er hun 'uitleg' aangegeven, door de arbeiders te beschuldigen va vreemdelingenhaat. De krant, El Faro de Vigo bijvoorbeeld, had als titel bij het verslag over de strijd: “De werklozen van de metaal verzetten zich tegen de aanwerving van vreemdelingen”, wat neerkomt op een schandalige leugen. Het zijn immers de werkloze arbeiders zelfs die het manoeuvre hebben aangeklaagd van het patronaat dat: “goedkope werkkrachten laat komen onder voorwaarden die dichtbij slavernij staan”.
De bourgeoisie is een cynische en machiavellistische klasse. Zij werft vreemde arbeiders aan en onderwerpt ze aan loonvoorwaarden die ver beneden die van de arbeiders van het land zelf liggen. Als deze zich dan verzetten tegen dergelijke aanwervingen, beschuldigt zij hen onmiddellijk van racisme, van vreemdelingenhaat, van verdediging van 'ideeën van uiterst rechts, van nationalisme, enz.., terwijl het antwoord van deze arbeiders helemaal niet ingaat tegen hun klassebroeders, maar tegen het feit van het scheppen van een precedent bij de aanwerving onder lagere loonvoorwaarden, wat neerkomt op een neerwaartse druk op de loonvoorwaarden van allen. Dat hebben wij ook kunnen zien in Groot-Brittannië tijdens de strijd van de bouwvakkers (2) en ook tijdens de strijd van de arbeiders van Sestao (3).
Op 3 februari trokken de werklozen naar de poorten van de Astilleros Barreras (het belangrijkste bedrijf in deze sector van de scheepswerven) met de bedoeling om een gemeenschappelijk algemene vergadering te houden met de arbeiders van dit bedrijf. Aangezien de poorten gesloten waren, begonnen zij slogans te roepen door de megafoon en begonnen zij hun eisen uit te leggen tot uiteindelijk de grote meerderheid van de werkenden de installaties verlieten en zich bij de werklozen voegden. Volgens een verslag van Europa-Press “vijf anti-rellen combi's van de politie verschenen op het terrein. De politiemacht werd over het hele terrein ontplooid voorzien van geweren met rubberkogels en schilden, maar tenslotte werden de 'ordestrijdkrachten' teruggetrokken op het rond punt van Beiramar ”. De info van Europa-Press ging verder als volgt: “Tenslotte vertrok een groep samengesteld uit werklozen en arbeiders in een betoging in de richting van Bauzas, en op dit traject sloten arbeiders van andere scheepswerven van de zone (zoals Cardam, Armon en Freire Así), zich bij hen aan, zodat alle activiteit stilviel in de hele scheepswerfindustrie”.
Wij zien hoe in deze ervaring de solidariteit en de eenheid concreet tot uiting komt onder de kameraden die werkloos zijn en diegenen die nog aan het werk zijn: de gezamenlijke algemene vergaderingen, de straatbetogingen om de strijd aan andere arbeiders bekend te maken, de communicatie en de directe band met de arbeiders van andere bedrijven om hen te winnen voor de gemeenschappelijke strijd. Anders gezegd, hetzelfde van wat er gebeurde in Vigo in 2006. (4): de arbeiders namen weer de proletarische strijdmethodes op, die niets te maken hebben met de verdeling, het corporatisme en de passiviteit, die zo typisch zijn voor de vakbondsmethodes. (5)
Op 4 februari vonden er opnieuw acties plaats. Rond tien uur 's morgens trokken de werklozen opnieuw naar de poorten van Astilleros Barreras. En nogmaals kwamen hun kameraden van het bedrijf naar buiten om hen te vervoegen in de strijd. Ondanks de ontplooiing van de politie, vertrokken allen weer samen in een betoging. Volgens El Faro de Vigo, “Het protest werd gisteren in het oog gehouden door een sterke ontplooiing van de politie. Er zijn momenten van spanning geweest, maar tenslotte waren er geen schermutselingen. De werklozen betoogden in de zones van Beiramar en Bouzas de Vigo, vergezeld door de arbeiders van de sector, en zij kondigden aan dat zij zouden verder gaan met de mobiliseringen zolang de patroons het niet aanvaardden om met hen de problemen te regelen die er bestaan bij de aanwerving van het personeel, en die zij aanklagen”.
Wij beschikken over geen verdere informatie. Maar wij denken dat deze feiten veelbetekenend zijn voor de strijdbaarheid en de bewustwording van de arbeiders, voor het zoeken naar eenheid en solidariteit tegenover de gemene streken die het kapitaal ons levert.
Wij drukken onze solidariteit uit met onze kameraden in strijd. Wij moedigen iedereen aan de lessen te trekken en een actieve solidariteit te ontwikkelen. Het ontbreekt niet aan motieven: wij hebben net de kaap van 4 miljoen werklozen overschreden, de regering kondigt de verlenging aan van de pensioenleeftijd tot 67 jaar, de verhoging van het aantal jaren afdracht, enz....
IKS / 5.2.2010
1. Deze bijdrage konden wij schrijven dank zij een boodschap van 3 februari 2010 door een lezer via onze 'commentaren' op onze site: https://es.internationalism.org/node/2765#comment-636 [2]
Om deze beweging beter te begrijpen, verwijzen we onze lezers ook naar de artikels over de strijd in deze stad in 2009:'A Vigo, en Espagne; les méthodes syndicales mènent tout droit à la défaite' https://fr.internationalism.org/icconline/2009/a_vigo_en_espagne_les_met... [3]ènent_tout_droit_à_la_défaite.html
En over de beweging van 2006: 'Grève de la métallurgie à Vigo en Espagne: Une avancée dans la lutte prolétarienne' https://fr.internationalism.org/ri369/espagne.htm [4]
2, Zie: 'Strijd van de bouwvakarbeiders in Groot-Brittannië,
3. “
4. “
5. Over de vakbondssabotage, lees ons artikel van september 2009: “Vigo (Espagne)
Griekenland, Portugal, Spanje, Ierland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië... overal dezelfde crisis, overal dezelfde aanvallen. De bourgeoisie kondigt openlijk de kleur aan. Haar koude en onmenselijke opvatting valt in enkele woorden samen te vatten: “Als jullie het ergste willen vermijden, de economische catastrofe en het bankroet, dan moeten jullie de broeksriem aanhalen zoals nog nooit tevoren !” Natuurlijk verkeren niet alle kapitalistische staten meteen in dezelfde situatie van oncontroleerbaar tekort en onvermogen te betalen, maar ze weten allen dat ze onherroepelijk in die richting gedreven worden. En ze gebruiken allemaal die werkelijkheid om hun platte belangen te verdedigen. Waar kunnen ze het geld vinden dat nodig is om hun monsterachtige tekorten een beetje aan te zuiveren ? Ver hoeven ze niet te zoeken. Terwijl sommigen onder hen al overgegaan zijn tot het offensief tegen de arbeidersklasse, bereiden allen ideologisch het terrein voor.
Het Grieks soberheidsplan dat bedoeld is om de openbare tekorten te verminderen is uiterst brutaal en ongehoord cynisch. De Griekse minister van financiën heeft zonder verpinken verklaard dat “de ambtenaren zullen moeten getuigen van patriottisme... en het voorbeeld geven” (in La Tribune, 10-2-2010). Ze zouden zonder morren en zonder verzet moeten aanvaarden dat hun lonen verlaagd worden, hun premies geschrapt, dat degenen die met pensioen gaan maar mondjesmaat vervangen worden, dat de pensioenleeftijd omhoog gaat tot boven de 65 en dat ze tenslotte zonder veel gedoe kunnen ontslagen worden. Dat alles om de nationale economie te verdedigen, die van de staat die hen uitbuit, van de bazen en andere bloedzuigers. Alle Europese nationale bourgeoisieën namen actief deel aan het uitwerken en doorvoeren van dit drastisch soberheidsplan. Duitsland, Frankrijk en zelfs Spanje besteden zeer bijzondere aandacht aan het beleid en de aanvallen die door de Griekse staat gevoerd worden. Ze willen het proletariaat over heel de wereld volgende boodschap toezenden: “Kijk naar Griekenland, de bewoners van dat land moeten offers brengen om de economie te redden. Jullie zullen straks hetzelfde moeten doen.”
Na de Amerikaanse huishoudens, de banken, de ondernemingen, is nu de tijd gekomen waarin het de staten zelf zijn die volop de klappen krijgen van de economische crisis en die met bankroet bedreigd worden. Resultaat: ze moeten op hun beurt genadeloze aanvallen organiseren. Ze zullen in de komende maanden een drastische vermindering organiseren van het aantal ambtenaren, van de 'productiekosten' in het algemeen en dus van het levenspeil van ons allemaal. De bourgeoisie beschouwt de arbeiders als vee dat ze naar de slachtbank kan drijven als haar lage belangen daarom vragen. De situatie is identiek in Portugal, Ierland en Spanje: dezelfde brutale plannen, dezelfde cataloog van maatregelen tegen de arbeiders. In Frankrijk en in Nederland maakt heel de bourgeoisie zich klaar om dezelfde weg op te gaan. Maar dit is niets typisch voor de eurozone alleen. In de Verenigde Staten, het machtigste land ter wereld, telt men na twee jaartjes crisis 17% werklozen, 20 miljoen nieuwe armen en 35 miljoen personen die overleven dankzij voedselbonnen. En elk jaar komt er een pak miserie bij.
Hoe is het zover gekomen? Voor heel de bourgeoisie, in het bijzonder voor haar uiterst-linkse fractie, is het antwoord heel eenvoudig. Het zou enkel de fout zijn van de bankiers en de mastodonten zoals Goldman Sachs en andere J.P. Morgans. Het klopt dat het financieel systeem dolgedraaid is. Niets anders is meer van tel dan het onmiddellijk belang, volgens het oude motto “na mij de zondvloed”. Ondertussen weet iedereen dat het die grote banken zijn die om steeds meer geld te verdienen het onvermogen om te betalen van Griekenland bespoedigd hebben door op dat failliet te rekenen en aan te sturen. Ze zullen morgen ongetwijfeld hetzelfde proberen met Portugal of Spanje. De grote wereldbanken en de financiële instellingen zijn niets dan aasgieren. Maar dat beleid van de financiële wereld, dat uiteindelijk suïcidaal is, is niet de oorzaak van de crisis van het kapitalisme. Het is integendeel een gevolg ervan (dat op een zeker moment in zijn ontwikkeling, er zelf een verergerende factor van wordt).
Zoals gewoonlijk liegt de bourgeoisie van alle slag ons iets voor. Ze trekt voor de ogen van de arbeidersklasse een waar rookgordijn op. Voor haar is de inzet groot. Het gaat erom alles in 't werk te stellen om te beletten dat de arbeiders het verband zouden leggen tussen de groeiende insolvabiliteit van de staten en het failliet van het gehele kapitalistische systeem. Want dat is precies de waarheid: het kapitalisme is dodelijk ziek en de dolgedraaide financiële wereld is daar één van de zichtbare gevolgen van.
Toen deze crisis halfweg 2007 met volle kracht uitbrak, kwam overal, met name in de Verenigde Staten het failliet van het banksysteem aan het licht. Die situatie was enkel het resultaat van tientallen jaren algemene schuldenmake-rij, aangemoedigd door de staten zelf teneinde compleet uit het niets de nodige markten te creëren waarop de waren verkocht konden worden. Maar toen tenslotte particulieren en bedrijven, gewurgd door die leningen, niet meer in staat bleken ze terug te betalen, bevonden de banken zich aan de rand van de ineenstorting, en in hun kielzog heel de economie. Op dat moment moesten de staten een heel pak schulden uit de privésector op zich nemen en dure en reusachtige relanceplannen in gang zetten om te proberen de recessie binnen de perken te houden.
Nu zijn het dus de staten zelf die tot over hun oren in de schulden steken en niet in staat zijn hun eigen schulden te beheren (terwijl de privésector ondertussen verre van gered is) en in een situatie terechtkomen van potentieel bankroet. Natuurlijk is een staat geen onderneming, en als hij niet meer kan betalen kan hij niet gewoon de sleutel onder de mat leggen. Hij kan er nog op hopen zich verder in de schulden te steken door steeds meer intresten te betalen, onze spaarcenten in te pikken, nog meer papiergeld bij te drukken. Maar toch komt het moment waarop de schulden, of minstens de intresten daarop, moeten betaald worden, ook door de staat. Om dat te begrijpen volstaat het te kijken naar wat vandaag gebeurt met de Griekse, de Portugese en zelfs de Spaanse staat. In Griekenland heeft de staat geprobeerd dat te financieren met een lening op de internationale markt. Het resultaat liet niet op zich wachten. Iedereen kwam op de proppen met kortlopende rekeningen, wetend dat de Griekse staat in geldnood zat, tegen intrestvoeten van meer dan 8%. Onnodig te zeggen dat dergelijke financiële situatie onhoudbaar is. Welke oplossing blijft er dan over? Andere kortlopende leningen vanwege andere staten, zoals Duitsland of Frankrijk. Maar opgelet : die mogendheden kunnen vandaag de Griekse put vullen, maar zullen morgen niet meer in staat zijn Portugal, Spanje of nog minder Groot-Brittannië te hulp te snellen... Ze zullen daar nooit genoeg middelen voor hebben. En in ieder geval kan zo'n politiek al snel enkel leiden tot hun eigen financiële verzwakking. Zelfs een land als de Verenigde Staten, dat nochtans kan steunen op de internationale heerschappij van zijn dollar, ziet zijn openbaar deficit van jaar tot jaar toenemen. De helft van de Amerikaanse staten zijn failliet. In Californië betaalt de regering haar ambtenaren niet langer in dollars, maar wel in een 'lokale munt', bons die enkel gebruikt kunnen worden in Californië zelf!
Kortom, geen enkele economische politiek kan tenslotte de staten redden uit hun insolvabiliteit. Om de deadlines wat uit te stellen bestaat er geen andere keus dan hun 'uitgaven' drastisch te snoeien. Dat is precies de zin van de plannen die in Griekenland, Portugal, Spanje, en morgen onvermijdelijk in de andere landen, doorgevoerd worden. Het gaat niet langer om soberheidsplannen zoals de arbeidersklasse er regelmatig gekend heeft sinds het einde van de jaren 1960. Wat nu aan de orde is, is de arbeidersklasse zwaar te laten betalen voor het voortbestaan van het kapitalisme. Het beeld dat we voor ogen moeten houden, zijn de eindeloze rijen wachtenden van arbeidersfamilies die aanschuiven bij de bakkerijen in de jaren 1930 voor een stuk brood. Dat is de enige toekomst die de crisis zonder uitkomst van het kapitalisme belooft. Tegenover de groeiende ellende kan alleen de massale strijd van de internationale arbeidersklasse het vooruitzicht openen op een nieuwe samenleving door dit systeem omver te werpen dat gebaseerd is op uitbuiting, warenproductie en winst.
Tino / 26.02.10
Bij de spoorwegen
Op 15 februari 2010 kwamen in België 19 mensen om het leven (waaronder een treinbestuurder) en werden er 170 reizigers gewond toen twee passagierstreinen frontaal op elkaar botsten. Met één klap kwamen opnieuw de veiligheidsmankementen aan het licht bij de spoorwegen. Alhoewel er in het verleden reeds meerdere dodelijke ongevallen met een gelijkaardige achtergrond plaatsvonden moesten de Belgische spoorwegen, die onder druk van de EU sedert 2005 een modernere veiligheidsnorm moesten invoeren, naar aanleiding van het ongeval toegeven dat slechts een derde van de lokale treinstellen is uitgerust met de overeenkomstige beveiligingssystemen. Terwijl de Belgische spoorwegen tot de oudste van het Europese continent behoren, de eerste spoorlijn werd geopend in 1835, en dit oude industrieland nog steeds beschikt over het dichtste spoornet ter wereld, zijn nu 175 jaar later nog niet alle treinstellen uitgerust volgens de modernste veiligheidsnormen, die het treinstel tot stilstand brengen wanneer een stoplicht genegeerd wordt. Deze om wraak roepende afgrond, die gaapt tussen wat er vandaag technisch mogelijk is en de alledaagse werkelijkheid, bestaat niet in een derde wereld land, maar in een van de oudste industrielanden, waar de zetel is van de EU-bureaucratie. Ook in de leidende industriële natie van Europa, Duitsland, dat lange tijd wereldwijd het uitvoerland bij uitstek was, dankzij zijn hoogtechnologische producten, leidt de druk van de crisis en het grenzeloze winstbejag steeds meer tot het aantasten van de veiligheid. Na het ontsporen van een ICE-3 trein in de zomer van 2008, moesten de Duitse spoorwegen bij het grootste deel van de beschikbare 250 ICE-3 treinstellen de wielassen veranderen voor een bedrag van meerdere honderden miljoenen Euro's. Ondertussen leven de bewoners van Berlijn nu al maandenlang met de gevaren van de besparingspolitiek en het winstbejag van de Duitse spoorwegen. De breuk bij een wielschijf, die in mei 2009 leidde tot de ontsporing van een S-Bahn trein, dwong tot de herkeuring van het gehele S-Bahn park in Berlijn. (...) Ook hier gaar het om een kostenplaatje van minstens 350 miljoen Euro's. Dat er de laatste weken ontsporingen waren van zware goederentreinen wijst er alleen op hoe groot het gevaar is voor nog meer ongevallen. (…)
De Belgische treinbestuurders toonden hierop de enige juiste reactie door de dag na het ongeval in grote delen van het land het werk neer te leggen uit protest tegen de arbeids- en veiligheidsomstandigheden.
Nadat in maart 2009 in Keulen het historische stadsarchief en de belendende woningen instortten, waarbij twee bewoners omkwamen, hebben eerste vaststellingen toestanden blootgelegd die totnogtoe hoofdzakelijk gangbare praktijken waren in derde wereld landen. Het is nu al duidelijk dat bij de bouw van de metro slechts 17% van de vereiste staalbeugels aangebracht werden, wat betekent dat 83% niet ingebouwd werd. Een deel ervan werd bij een geplande stopplaats door de arbeiders doorverkocht aan een schroothandelaar. Dit duidt zeker op het feit dat de lonen laag zijn en de werktijden en arbeidsomstandigheden ellendig. Wanneer het waar zou blijken dat relevante beveiligingsdelen door de arbeiders op massale wijze niet werden ingebouwd en in plaats daarvan verpatst werden, zou dit een gedrag zijn dat de ethische maatstaven van de arbeidersklasse aantast. Zij staan in tegenstelling tot de houding van de spoorarbeiders in België.
Tot nu toe gold in de hoog geïndustrialiseerde het respecteren van bepaalde veiligheidsnormen als algemeen aanvaard, omdat het onmisbaar was voor het enigszins rimpelloos laten functioneren van het productieproces. Wat nu, zoals bij de meest recente onderzoekingen bij de bouw van de metro in Keulen, aan het licht gekomen is betekent dat men een drempel heeft overschreden. “Massaal vervalste verslagen, gestolen en niet ingebouwde beveiligingsbeugels, illegale bronnen, teveel afgepompt bronwater, steeds terugkerende scheuren in de zijwanden, vooral door gebrek aan controle” kwamen aan het licht, kortom, “geklungel, verduistering, zaken die in de doofpot gestopt en systematisch vervalst werden” (Kölner Stadtanzeiger, 19.02.2010). (…) Vanaf nu dreigt ook het gevaar dat zulke gedragingen ingang vinden in de hoog ontwikkelde industriestaten, wier structuren tot nu toe niet zo erg geplaagd waren van een alles doordringende corruptie. (…)
Het neerstorten van een Airbus toestel in juni 2009 (met 228 mensen aan boord) bracht volgens de informatie van 'Der Spiegel' een gevaarlijke beveiligingslacune aan het licht, bij alle toestellen die toen werden goedgekeurd: de snelheidssensoren berusten op specificaties van 1947 – nog vóór het begin van het tijdperk van de straalvliegtuigen. De verdachte sensoren, wier bevriezing zeer waarschijnlijk geleid heeft tot het neerstorten van de Airbus A330, hoeven maar te werken tot een temperatuur van min 40 graden Celsius. Maar de huidige passagiersvliegtuigen vliegen bijna altijd op hoogtes waar beduidend lagere temperaturen bestaan. Een andere techniek kan al enige jaren als bijzondere uitrusting voor de Airbus toestellen besteld worden. Maar Air France weigert nog altijd om het 300.000 Euro's kostende systeem met de naam 'Buss' aan te schaffen.
(https://www.spiegel.de/wissenschaft/technik/0,1518,679180,html [8])
EB / 26.02.2010
Dit is een ingekorte versie van een artikel dat wij volledig gepubliceerd hebben op het Duitstalige deel van de website www.internationalism.org [9].
Met de verergering van de economische crisis en de sociale ontbinding overal in de wereld worden de levensomstandigheden steeds ondraaglijker, in het bijzonder in de landen van de Derde Wereld. In de komende jaren zullen de gevolgen van de ontbinding,en van de oorlog, maar ook van de klimaatverandering maken dat het vraagstuk van de immigratie waarschijnlijk nog belangrijker zal worden in de toekomst. In dit artikel zullen wij de historische rol onderzoeken van de immigratie van bevolkingen in de geschiedenis van het kapitalisme. De geschiedenis van het vraagstuk van de immigratie in de schoot van de arbeidersbeweging, de immigratiepolitiek van de bourgeoisie en een oriëntering voor de tussenkomst van de revolutionairen zullen aangesneden worden in een tweede artikel.
De Verenigde Naties schatten dat 200 miljoen immigranten -ongeveer 3% van de wereldbevolking- buiten hun land leven, het dubbele van in 1980. In de VS werden 33 miljoen inwoners geboren in het buitenland, ongeveer 11,7% van de bevolking; in Duitsland 10,1 miljoen, 12,3%; in Frankrijk 6,4 miljoen, 10,7%; in het Verenigd koninkrijk 5,8 miljoen, enz.(1) De bronnen van regeringen en de media schatten dat er meer dan 12 miljoen clandestiene immigranten zijn in de Verenigde staten en meer dan 8 miljoen in de Europese Unie. In deze context is de immigratie een brandend politiek vraagstuk geworden in alle kapitalistische metropolen en zelfs in de Derde Wereld.
Alhoewel er variaties bestaan volgens de landen en hun specificiteiten, volgt de houding van de bourgeoisie tegenover deze immigratie over het algemeen het zelfde patroon in drie luiken: 1) de immigratie aanmoedigen omwille van economische en politieke motieven 2) ze gelijktijdig beperken en proberen onder controle te houden 3) ideologische campagnes orkestreren om racisme en vreemdelingenhaat aan te wakkeren tegen de immigranten om de arbeidersklasse te verdelen.
De immigratie aanmoedigen: De heersende klasse rekent op gastarbeiders, legale of illegale, om slecht betaald werk te doen dat weinig aantrekkelijk is voor de arbeiders van het land zelf, en om te dienen als een reserveleger van werklozen en onderbetaalde werkkrachten om de lonen van de hele arbeidersklasse te drukken en te verhelpen aan de vermindering van de arbeidskrachten als gevolg van de veroudering van de bevolking en de daling van het geboortecijfer. In de Verenigde Staten is de heersende klasse zich er erg goed van bewust dat gehele industrietakken, zoals de kleinhandel, de bouw, de vlees- en pluimveebehandeling, de schoonmaakdiensten, de hotels, de horeca, de gezondheidszorgen aan huis en de kinderoppas voor het grootste deel gastarbeiderswerk zijn, legaal of illegaal. Om die reden zijn de eisen van uiterst rechts, om 12 miljoen illegale immigranten terug te sturen en de legale immigratie te verminderen, helemaal geen rationeel politiek alternatief voor de heersende fracties van de bourgeoisie en werden ze verworpen als irrationeel, onwerkbaar en schadelijk.
Beperken en controleren: Tezelfdertijd erkent de heersende fractie de noodzaak om het vraagstuk van het statuut van de immigranten zonder papieren op te lossen. Om een controle te behouden over een veelheid van sociale, economische en politieke problemen en daarbij inbegrepen het bestaan en toekennen van medische en sociale zorgen en onderwijs... Om die reden werden er de laatste jaren verschillende hervormingen doorgevoerd in de Verenigde Staten en in in Europa (Schengen) met de min of meer openlijke steun van de verschillende fracties van de bourgeoisie die de immigratie proberen te controleren.
De ideologische campagnes: De propagandacampagnes tegen de immigranten variëren al naar gelang de landen, maar de kern van de boodschap is merkwaardig gelijkaardig. Ze mikken in de eerste plaats op de 'latino's' in de Verenigde staten en op de moslims in Europa, onder het voorwendsel dat de laatste immigranten, in het bijzonder die zonder papieren, de verantwoordelijken zouden zijn van de verergering van de economische crisis en de sociale omstandigheden waaraan de arbeidersklasse van 'het land' zelf mee geconfronteerd wordt. Want zij zouden met de jobs gaan lopen, zouden de lonen doen dalen, zouden de scholen overbevolken met hun kinderen, zouden de sociale bijstandsorganisaties leegzuigen, zouden de criminaliteit en de sociale ellende doen toenemen. Het is een klassiek voorbeeld van de verdeel en heers strategie van de bourgeoisie , de arbeiders zodanig te verdelen dat zij elkaar er wederzijds van beschuldigen verantwoordelijk te zijn voor hun problemen, dat zij elkaar bevechten om de kruimels, eerder dan te in te zien dat het kapitalistische systeem verantwoordelijk is voor hun leed. Het dient om de capaciteit te ondermijnen van de arbeidersklasse om zich bewust te worden van haar identiteit als klasse en van haar eenheid, waarvoor de bourgeoisie vooral beducht is. De werkverdeling in de schoot van de bourgeoisie kent aan haar rechtervleugel de taak toe om het anti-immigranten sentiment, met een min of meer groot succes, aan te wakkeren en uit te buiten in alle grote kapitalistische metropolen, en het vindt een echo in sommige sectoren van het proletariaat.
In zijn bloeiperiode kende het kapitalisme een enorm belang toe aan de mobiliteit van de arbeidersklasse als een factor in de ontwikkeling van zijn productiewijze. Onder het feodalisme, zat de arbeidende bevolking vastgekluisterd aan de grond, en verplaatste zich bijna niet tijdens haar hele leven. Door de landbouwers te onteigenen heeft het kapitalisme brede lagen van de bevolking gedwongen om het platteland te verlaten voor de stad, om daar hun arbeidskracht te verkopen, en een onmisbare reserve aan arbeidskracht te worden.(2) “Bij het begin van het kapitalisme, tijdens zijn periode van 'primitieve accumulatie', werden de banden van de eerste loonarbeiders met hun feodale heren verbroken” en de “de revoluties... beroofden de grote massa's van hun productiemiddelen en traditionele bestaansmiddelen, ze wierpen hen lukraak op de arbeidsmarkt, proletariërs zonder hebben noch houden. Maar de basis van deze evolutie was de onteigening van de landbouwers” (3). Met het voortschrijden van de bloeiperiode van het kapitalisme, werd de massale immigratie van doorslaggevend belang voor de ontwikkeling van het kapitalisme in zijn periode van industrialisering. De beweging en het verplaatsen van massa's arbeiders naar die plaatsen waar het kapitaal er behoefte aan had waren essentieel. Van 1848 tot 1914, verlieten 50 miljoen mensen Europa en de grote meerderheid ging in de Verenigde Staten wonen. In 1900 bedroeg de Amerikaanse bevolking bij benadering 75 miljoen mensen; in 1914 ongeveer 94 miljoen. Tijdens deze periode voerde de Amerikaanse bourgeoisie wezenlijk een politiek van volledige openheid van de immigratie. Wat de gastarbeiders motiveerde om zich te ontwortelen was de belofte van hun lotsverbetering, het wegvluchten uit de armoede en de honger, voor de onderdrukking en het tekort an vooruitzichten.
Gepaard gaand met haar politiek van aanmoediging van de immigratie aarzelde de bourgeoisie niet om, tegelijkertijd, campagnes te voeren van vreemdelingenhaat en racisme om de arbeidersklasse te verdelen. Men, zette diegenen die men 'inheemse' arbeiders noemde – en waarvan sommigen zelf afstamden van de tweede of derde generatie van immigranten – op tegen de nieuw aangekomenen, die men aankloeg omwille van hun taalkundige, culturele en religieuze verschillen. Zelfs onder de nieuw aangekomenen werden de etnische verschillen gebruikt als voedsel voor de strategie van verdeling. De bourgeoisie gebruikte deze tactiek van 'verdeel en heers' om in te gaan tegen de historische tendens naar eenheid van de arbeidersklasse en om het proletariaat te onderwerpen. In een brief aan Hermann Schlüter, in 1892, noteerde Engels: “Uw bourgeoisie weet veel beter dan de Oostenrijkse regering hoe de ene nationaliteit tegen de andere uit te spelen: Joden, Italianen, Bohemen, enz.. tegen Duitsers en Ieren, en ieder van hen tegen de anderen”.(4) Dit is een klassiek wapen van de klassevijand.
Terwijl de immigratie in de bloeiperiode van het kapitalisme voor het grootste deel gevoed werd door de nood aan arbeidskracht van een historisch progressieve productiewijze,werden de motieven van de immigratie veel negatiever met het vertragen van de exponentiële groeivoeten in de vervalperiode. De nood om te vluchten voor vervolging, honger en armoede, die vele miljoenen arbeiders in de bloeiperiode dwong om te emigreren om werk en een beter leven te vinden, werd in de vervalperiode onvermijdelijk verscherpt. De nieuwe kenmerken van de oorlog in het verval gaven namelijk nog een nieuwe impuls aan de massale emigratie en de stroom van vluchtelingen. Met het begin van het verval, veranderde de aard van de oorlog op beslissende wijze, doordat hij heel de bevolking er bij betrok en heel het economisch apparaat van het nationaal kapitaal. Dit veroorzaakte massale migraties van geterroriseerde en gedemoraliseerde vluchtelingen in de 20e en ook nu in de 21e eeuw.
De emigranten die hun land ontvluchten worden onderweg nog eens vervolgd door de corrupte politie en militairen, door de maffia en de criminelen... Velen onder hen komen om of verdwijnen onderweg naar 'een beter leven'. Er dient opgemerkt te worden dat de kapitalistische gerechts- en ordediensten onbekwaam lijken of niets aan willen doen.
In de Verenigde Staten werd het verval vergezeld door een abrupte verandering: van een politiek van brede openheid voor de immigratie naar een regeringspolitiek van uiterst restrictieve immigratie. Met de verandering van de economische periode, was er globaal minder nood aan een voortdurende en massale stroom van arbeidskracht. Maar dat was niet de enige reden van een meer gecontroleerde immigratie, racistische en 'anti-communistische' factoren speelden ook mee. In de Verenigde Staten tijdens de 'Rode Schrik', die volgde op de revolutie in Rusland, werd van de arbeidsmigranten uit Oost-Europa gedacht dat ze een disproportioneel hoog aantal 'bolsjewieken' telden en van die van Zuid-Europa 'anarchisten'. Buiten het inperken van de immigratiestroom schiep de wet van 1924, voor het eerst in de Verenigde staten, het concept van de 'niet immigrante' buitenlandse arbeider, die wel naar de VS mocht komen maar niet het recht kreeg om er te blijven.
In 1950 werd er een wet aangenomen die erg beïnvloed was door het MacCarthyisme en de anti-communistische hysterie van de Koude Oorlog, die nieuwe beperkingen oplegde aan de immigratie onder de dekmantel van de strijd tegen het Russisch imperialisme. Op het einde van de jaren 1960, met het begin van de open crisis van het wereldkapitalisme, werd de Amerikaanse immigratie geliberaliseerd. De deur werd opengezet voor een stroom van immigranten, niet alleen uit Europa maar ook uit Azië en Latijns-Amerika. Dit weerspiegelde gedeeltelijk het verlangen van het Amerikaans kapitalisme om gelijke tred te houden met de Europese grootmachten die uit hun oude koloniale landen gekwalificeerde en getalenteerde arbeidskrachten zogen, dit noemde men de 'braindrain' van de onderontwikkelde landen, maar ook voor het leveren van slecht betaalde landarbeiders.Het niet verwachte gevolg van de liberalisering was een spectaculaire verhoging van de immigratie, legaal zowel als illegaal, in het bijzonder komende uit Latijns-Amerika.
In 1986werd een nieuwe wet uitgevaardigd om de toestroom van immigranten, vanuit Latijns-Amerika, proberen in te dijken en ze legde, voor het eerst in de geschiedenis van Amerika, sancties (boetes en zelfs gevangenisstraf) op aan de bazen die welbewust mensen zonder papieren aanwierven. De toestroom van illegale immigranten nam toe met de economische ineenstorting van de landen van de Derde Wereld tijdens de jaren 1970 en het bracht een emigratiegolf op gang van verarmde massa's die de nooddruft ontvluchtten. De enorme omvang van deze golf die aan de controle ontsnapte werd weerspiegeld in het recordaantal van 1,6 miljoen aanhoudingen van clandestiene immigranten door de Amerikaanse politie in 1986.
Op het vlak van de ideologische campagnes werd altijd de strategie van 'verdeel en heers' gebruikt tegenover de immigratie. De immigranten werden er van beschuldigd de metropolen te overrompelen, de lonen te doen dalen en ze te ontwaarden, de oorzaak te zijn van de epidemie van de misdadigheid en de 'culturele' vervuiling, de scholen te overspoelen, de sociale programma's te belasten – kortom van alle denkbare sociale problemen. Deze tactiek werd overal gebruikt in de Verenigde Staten en in gans Europa.
Sterk op elkaar lijkende ideologische campagnes tonen aan dat de massale immigratie een uiting is van de globale economische crisis en de de sociale ontbinding die in alle landen verergeren. Dit heeft allemaal tot doel om hindernissen op te werpen en de ontwikkeling te beletten van het klassebewustzijn bij de arbeidersklasse en te proberen hen te beduvelen zodat zij niet inzien dat het kapitalisme de oorzaak is van de oorlogen,de economische crisis en alle sociale problemen die kenmerkend zijn voor zijn sociale ontbinding.
De sociale weerslag van de verergering van de ontbinding en van de crises die daarmee gepaard gaan, evenals de ontwikkeling van de ecologische crisis, zullen in de komende jaren ongetwijfeld miljoenen vluchtelingen doen toestromen naar de ontwikkelde landen. Ook al worden deze plotse massale bevolkingsbewegingen anders behandeld dan de gewone immigratie, toch weerspiegelen ze altijd de fundamenteel onmenselijke aard van de kapitalistische maatschappij. De vluchtelingen worden dikwijls bijeengedreven in kampen, gescheiden van de maatschappij rondom hen en slechts druppelsgewijs losgelaten, soms na ettelijke jaren. Zij worden meer behandeld als gevangenen en ongewensten dan als leden van de menselijke gemeenschap. Een dergelijke houding staat volkomen in tegenstrijd met de internationalistische solidariteit van het proletarisch perspectief.
Jerry Grevin / Verkorte versie uit International Review nr.140, 1e kwartaal 2010.
Noten:
1. Bron: Muenz Rainer: 'Population and Migration in 2005' Retrieved September 2009 from: https://www.migrationinformation.org/USFocus/display [10]. [11] https://www.migrationinformation.org/USFocus/displayCfm?ID=402 [12]
2. Zie Internationalisme nr., World Revolution nr.300 & Révolution Internationale nr.253, februari 1996.
3. Marx, Het kapitaal , vol I, hfst 26
4. In 'Marx and Engels on the Irish Question', Progress Publishers, 1971, p.354.
Wij hebben op 3 maart op onze website in het Spaans, een commentaar ontvangen omtrent de toestand van de inwoners van de arbeiders- en volkswijken van de agglomeratie van Concepción, als gevolg van de aardbeving van eind februari 2010. In tegenstelling tot de propaganda van de media op internationale schaal, die het gedrag van de lokale bevolking belasterden door hen te beschrijven als daders van 'schandalige plunderingen', zet deze tekst de werkelijke feiten recht door het aanstippen van de waarachtige proletarische geest van solidariteit en onderlinge hulp die de arbeiders bezielden bij het herverdelen van de goederen. Dit in tegenstelling tot de roofzuchtige acties van de gewapende bendes waartegen de arbeidersbevolking heeft geprobeerd om haar eigen verdediging in handen te nemen en te organiseren.
(vanwege een anonieme kameraad)
Het zou wenselijk zijn dat in de mate dat jullie [de IKS] die dit verspreidingsmiddel [onze website] hebben, verslag geven van wat er aan de hand is in Concepción en zijn omgeving (1), net zoals in andere regio's van Chili die zwaar getroffen werden door de aardbeving. Het is geweten dat vanaf de eerste momenten de mensen blijk hebben gegeven van het meest evidente gezond verstand door naar de warenhuizen te gaan waar voedsel opgeslagen lag om er te nemen wat zij nodig hadden. Dit is zo logisch, zo rationeel, zo noodzakelijk en onvermijdelijk dat het als absurd overkomt om daar kritiek op te leveren. De mensen hebben een spontane organisatie opgezet (vooral in Concepción) om melk te verdelen, babyluiers en water, naargelang de noden van iedereen, en rekening houdend met, onder andere, het aantal kinderen per familie. De noodzaak om de producten te nemen die ter beschikking waren was zo evident en de vastbeslotenheid van het volk om in leven te blijven zo krachtig dat zelfs de politieagenten uiteindelijk de mensen hielpen bij het naar buiten halen van de levensmiddelen van de supermarkt Leader in Concepción, bijvoorbeeld. En toen men probeerde om de mensen dit enige redelijke handelen te beletten, werden de installaties in kwestie eenvoudigweg in brand gestoken, om de eenvoudige en logische reden dat wanneer tonnen etenswaren uiteindelijk ter plekke gaan rotten in plaats van logisch gezien te worden geconsumeerd, het beter is om ze te verbranden om zo bijkomende besmettingshaarden te voorkomen. Deze 'plunderingen' hebben het voor duizenden personen mogelijk gemaakt om gedurende enige tijd te overleven, in het duister, zonder drinkbaar water en zonder de minste hoop op enige hulp van waar dan ook.
Maar na een paar uur is de situatie compleet veranderd. Over de hele agglomeratie van Groot Concepción begonnen goed bewapende bendes, die zich verplaatsten in kwaliteitswagens, met het plunderen niet alleen van de kleinhandel, maar ook van de privé-woningen en van hele huizenblokken. Hun doel was om zich meester te maken van het beetje goederen die de mensen hadden kunnen recupereren in de supermarkten, evenals huishoudapparatuur, geld en alles wat deze bendes konden meegraaien. In bepaalde zones van Concepción hebben deze bendes de huizen beroofd, ze in brand gestoken en daarna onmiddellijk de vlucht genomen. De bewoners die in het begin zonder enige verdediging waren, begonnen zich te organiseren om zich te verdedigen, door bewakingsrondes te doen, door barricades op te werpen om de toegang tot de woonwijken te beschermen, en in enkele wijken door de de levensmiddelen in gemeenschap te beheren om de voeding van de inwoners te verzekeren.
Met dit korte overzicht van de ontwikkelingen in de afgelopen dagen, , beweer ik niet dat ik de informatie die geleverd wordt door de andere middelen wil 'vervolledigen'. Ik wil enkel de aandacht vestigen op alles wat deze kritieke situatie bevat vanuit een antikapitalistisch oogpunt. De spontane drang van de mensen om alles te nemen wat nodig is voor hun levensonderhoud, hun tendens tot dialoog, tot delen, tot het zoeken naar akkoorden en samen handelen, waren aanwezig van bij het begin van deze ramp. In onze omgeving hebben wij allemaal deze natuurlijke gemeenschapsdrang kunnen vaststellen onder verschillende vormen. Te midden van de verschrikkingen, die duizenden arbeiders en hun families beleefden,dook deze drang tot gemeenschapsleven op als een sprankje hoop in de duisternis, en herinnerde er ons aan dat het nooit te laat is om weer onszelf te worden.
Tegenover deze organische, natuurlijke, communistische tendens die het volk bezielde tijdens deze verschrikkelijke uren, verbleekte de staat en toonde hij wat hij is: een koud en machteloos monster. Ook heeft de brutale onderbreking van de helse cyclus van productie en consumptie, het patronaat overgeleverd aan de gebeurtenissen, op de loer wachtend tot de orde is hersteld. Zo heeft de toestand een echte bres geslagen in de maatschappij, waaruit de bron van een nieuwe wereld zou kunnen ontspringen die al leeft in de harten van de gewone mensen. Het werd dus dringend en noodzakelijk om ten koste van alles de oude orde van plundering, misbruik en diefstal te herstellen. Maar dit ging niet uit van de hoge sferen, maar van de bodem van de klassenmaatschappij: diegenen die tot taak hebben om de zaken terug op hun plaats te brengen, anders gezegd, met geweld de verhoudingen van terreur opdringen die de kapitalistische privé toe-eigening mogelijk maken. Het waren de maffia's van drugdealers die ingekapseld zitten in de volkswijken, de arrivisten onder de grootste arrivisten, de kinderen van de arbeidersklasse die zich aansluiten bij de bourgeois ten koste van de vergiftiging van hun broeders, van de sekshandel van hun zusters, van de consumptiedrift van hun eigen kinderen. Gangsters, anders gezegd kapitalisten in natuurlijke staat, plunderaars van het volk, veilig in hun 4x4 en bewapend met geweren, bereid tot intimideren en het pluimen van hun eigen buren of inwoners van anderen wijken om de zwarte markt proberen te monopoliseren en makkelijk geld te maken, anders gezegd : macht. Het feit dat deze individuen de natuurlijke bondgenoten zijn van de staat en de patroonsklasse blijkt uit het feit dat hun wansmakelijke misdaden door de media in de verf zijn gezet om paniek te zaaien in de hoofden van een al gedemoraliseerde bevolking en zo de militarisering van het land rechtvaardigt. Welk ander scenario had gunstiger kunnen zijn voor onze politieke en patronale heersers, die in deze rampzalige crisis niets anders zien dan een goede gelegenheid om goede zaken te doen en winsten verdubbelen door druk uit te oefenen op een arbeidskracht die overheerst wordt door schrik en wanhoop?
Van de kant van de tegenstanders van deze sociale orde is het zinloos om de lof te bezingen van de plunderingen, zonder de sociale inhoud van dergelijke acties te preciseren. Het is helemaal niet hetzelfde als een massa min of meer georganiseerde mensen, maar met een gemeenschappelijk doel voor ogen, de verdeling in handen neemt van de levensnoodzakelijke dingen om te overleven... en bewapende bendes die de bevolking bestelen om zichzelf te verrijken. De aardbeving van zaterdag de 27e heeft niet alleen de arbeidersklasse heel hard getroffen en bestaande infrastructuur vernietigd. Maar ze heeft ook ernstig de sociale verhoudingen overhoop gegooid in dit land. In een paar uur tijd, is de klassenstrijd met al haar kracht voor onze ogen opgedoken, ook al zijn ze misschien te gewend aan de televisiebeelden om het wezen van deze gebeurtenissen te vatten. De klassenstrijd is hier, in onze wijken die verworden zijn tot ruïnes in de duisternis, krakend en knarsend onder onze stappen, op de bodem zelf van de maatschappij, waar bij een dodelijke botsing twee soorten mensen eindelijk tegenover elkaar staan: aan de ene kant de vrouwen en mannen met een collectieve geest, die proberen elkaar te helpen en te delen ; aan de andere kant de anti-socialen die plunderen en op hen schieten om zo hun eigen primitieve accumulatie van kapitaal te kunnen beginnen. Hier, bij ons de onzichtbare en anonieme wezens van altijd, gedwongen in onze levens van uitgebuiten, van onze buren en onze ouders, maar bereid tot banden met allen die dezelfde bezitloosheid delen, Daar, bij hen, weinig talrijk, maar bereid om ons met geweld te beroven van het weinige of bijna niets dat wij onder elkaar kunnen delen. Aan de ene kant het proletariaat, aan de andere het kapitaal. Zo eenvoudig is dat. In vele wijken van dit verwoeste territorium, beginnen de mensen in deze vroege ochtenduren hun verdediging te organiseren tegen de bewapende horden. Op dit uur begint er een materiële vorm te ontstaan van klassebewustzijn van diegenen die zich verplicht zien om brutaal en in een oogwenk, te begrijpen dat hun levens aan henzelf toebehoren en dat niemand hen zal ter hulp komen.
Boodschap ontvangen op 3 maart 2010.
(1) De aardbeving had plaats op 27 februari 2010 in volle nacht, met een magnitude van 8,8. Ze veroorzaakte de dood van ongeveer 500 mensen, maar de tsunami die er op volgde voegde daar nog meer doden aan toe. Ze trof veel Chileense steden, waaronder de hoofdstad Santiago. Maar het was in de tweede agglomeratie van het land, die van Concepción (900.000 inwoners), waar de doden en de schade het ergste waren [nvdv].
Regering en media bazuinen het rond : België zou zonder te grote kleerscheuren de crisis doorstaan hebben dank zij haar sociale zekerheid. En ondertussen kleurt de economische hemel weer op zodat soberheid en besparingen binnenkort nog slechts een nare droom zouden zijn voor ons “rijk” landje. De voorbije wintermaanden trokken alle caritatieve verenigingen nochtans aan de alarmbel want door de groeiende armoede werden velen het slachtoffer van de bittere kou. Sneeuw en vorst zijn intussen verdwenen maar de thuis- en daklozen, de armoede in steeds grotere delen van de bevolking, die zijn niet verdwenen. De winterbeelden lieten trouwens maar het topje van de ijsberg zien want de armoede neemt wereldwijd toe. De tijd dat armoede in verband werd gebracht met Afrika, Azië of Latijns Amerika is lang vervlogen. Vandaag worden ook in Europa miljoenen mensen ermee geconfronteerd. Een Europeaan op de vijf wordt met armoede bedreigd, volgens recente cijfers van Eurostat en EU-SILC (Europese Unie/ Study on Income and Living Conditions). Volgens de gehanteerde definitie kent elkeen die onder de 60% grens valt van het inkomen van een mediaan gezin een verhoogd risico op armoede. In Spanje en Griekenland leeft reeds 20 % van de bevolking onder de relatieve armoedegrens en 4,5 % van de bevolking leeft in extreme armoede. In het Verenigd Koninkrijk groeit een derde van de kinderen op in armoede. Voor België gaat het over een goede 15% (1 op 7 gezinnen) en dit aantal stijgt (meer dan 1.500.000 personen). Dit cijfer ligt trouwens hoger dan in de andere ‘rijkere’ West Europese landen.
Bestaansonzekerheid wordt de regel voor een steeds groeiend deel van de arbeiders. En als deze bestaansonzekerheid blijft duren hebben ze ook geen middelen om voor zichzelf en voor hun kinderen een toekomst uit te bouwen in dit maatschappelijk systeem. Armoede in onze samenleving is niet enkel een financieel drama maar het strekt zich uit naar alle domeinen van de levenssfeer. Huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, maar ook sociale uitsluiting, isolement, perspectiefloosheid en extreme druk treffen daarom een steeds breder gamma van de bevolking. Dit alles vormt als het ware een vicieuze cirkel waardoor ganse gezinnen steeds dieper in de armoede wegzakken. Individuele drama’s en uitzichtloze revoltes als gevolg van deze situatie zijn dan ook bijna dagelijkse rubrieken in de media.
Inkomen door werk is uiteraard de hoeksteen in het kapitalistische systeem. Een slinkende afzetmarkt leidt voor de bourgeoisie tot problemen met beschikbaar kapitaal en dalende winsten en dit wordt vertaald in een aanval op de loon- en werkvoorwaarden. Winsten en kapitaal zijn immers onbetaald werk. Ofwel wordt het werk productiever ofwel moet het aandeel loon zakken: minder arbeiders per product of minder loon.
- de impact van de huidige economische crisis op de inkrimping van de arbeidsmarkt is groot : Vorig jaar groeide het ‘klantenbestand' van de RVA met ruim 10 % tot 1,3 miljoen en in 2010 wordt het nog erger (reeds 1,4 miljoen in maart). Nooit eerder in de RVA-geschiedenis waren er dat zoveel (en dit ondanks een agressief “controlebeleid” dat leidde in 2009 tot 90.000 (tijdelijke) schorsingen van de uitkering. (Agentschap Belga, 10.03.2010)). In Vlaanderen alleen was er een recordstijging op jaarbasis van 23,8 %. In landen als Ierland of Denemarken was er sprake in 2009 van een verdubbeling. In Nederland ging de werkloosheid met de helft omhoog, in Frankrijk met een kwart. De relatief lagere score van België heeft alles te maken met het bestaan van het systeem van tijdelijke werkloosheid, waarbij bedrijven hun overtollige arbeiders – en sinds kort (onder voorwaarden) ook bedienden – een tijdlang bij de RVA kunnen ‘parkeren', zonder ze te moeten ontslaan. In de maanden maart en april 2009 bereikten we ongeziene toppen van 25% van de totale arbeidersbevolking die tijdelijk economisch werkloos waren!
- Maar ook een groeiende proportie van de werkenden loopt een armoederisico. Door een precaire werksituatie of een ontoereikend loon komen vooral alleenstaande ouders (van 32 % in 2005 naar 40% in 2008 volgens EU-SILC), huishoudens met meerdere kinderen en personen met een niet-EU25 nationaliteit eerst in de armoedezone terecht. Ook de vele deeltijdse- en tijdelijke contracten, de precaire jobs leiden tot een verhoogd armoederisico. In 2006 had 14% van de personen onder de armoedegrens werk als voornaamste activiteit.
De tewerkstellingskansen worden kleiner en het feit werk te hebben is op zich geen garantie meer om niet in de armoedekringloop terecht te komen. Deze absolute verarming blijkt reeds duidelijk uit de daling van het aandeel loon in het nationale inkomen : dit is de laatste paar jaren gezakt van 60% naar 50%, volgens de nationale bank.
Maar onze democratieën gaan toch prat op een sterke sociale zekerheid die armoede verhindert door de behoeftigen op te vangen met sociale uitkeringen ? Universitaire instituten die observatiewerk verrichten voor de bourgeoisie ontkrachten zelf dit sprookje : “De sociale minima zijn ruim onvoldoende. Zelfs als gezinnen met een laag inkomen geen gezondheidsproblemen hebben en zij hun inkomen op de ideale wijze budgetteren, kunnen zij de materiële voorwaarden voor goede gezondheid en autonomie niet realiseren. (...). Wie enkel van een uitkering leeft, zit in ons land bijna automatisch rond of onder de armoedegrens” (B. Cantillon, hoofd van het Centrum voor Sociaal Beleid, U. Antwerpen, De Standaard 16.05.09 en 24.03.10). Nochtans hebben de beleidsmakers in het Generatiepact (2005) en in de Programmawet (2006) met groot vertoon een structureel welvaartsaanpassingsmechanisme voor de sociale uitkeringen opgenomen. Op papier oogt het mooi, maar in realiteit werd er – ondanks de mooie beloftes van de opeenvolgende regeringen - nog helemaal niks ‘ingevoerd’. Onlangs nog zei Vlaamse minister van Armoedebestrijding, Ingrid Lieten (SP.A) dat de (federale) minimumuitkeringen, zoals het leefloon en de minimumuitkering bij langdurige ziekte, ‘niet meer fatsoenlijk zijn'. Ze wil dat ze met 150 euro per maand opgetrokken worden. Zij voegt er wel cynisch aan toe: ‘Natuurlijk is die verhoging moeilijk te realiseren in crisistijd. Dat weten wij ook wel.'. De volgende “harde” gegevens vatten de meedogenloze realiteit samen :
- De minimumuitkeringen – het leefloon, de minima in de pensioenen, in de invaliditeitsuitkeringen, enzovoort – liggen in België meer dan 100 euro lager dan de Europese armoedegrens!
- In België staan de minimumwerkloosheidsuitkeringen in verhouding tot de gemiddelde lonen zowat 40 % lager dan in het midden van de jaren zeventig.
- Vergeleken met de minieme stijging van de (laagste) lonen verloren de bijstandsuitkeringen in de loop van de jaren negentig terrein, met 10 % (België) tot 20 % (Zweden) en meer (Nederland).
Enerzijds wil de bourgeoisie de onproductieve kosten afbouwen : alle kosten die niet rechtstreeks tot haar productieproces behoren moeten tot het minimum herleid worden. Anderzijds gaat het ook om wat de burgerlijke sociologen de “zweepfunctie” noemen : de sociale uitkeringen moeten duidelijk lager blijven dan de arbeidsvergoedingen. Want om de lonen te verlagen mogen ze niet te dicht in de buurt van de uitkeringen komen om zogezegd “werk niet te ontmoedigen” (sic). Onder het mom van “sociale inclusie” wordt zo de uitsluiting van al wie niet geactiveerd kan worden gegarandeerd.
Het Belgisch pensioenstelsel is al enige tijd aan het aftakelen en is totaal ontoereikend. De forfaitaire tussenkomsten van de zorgverzekering zijn ontoereikend voor wie een laag pensioen heeft en een rusthuis betalen zit er voor deze mensen niet in. Het gemiddeld brutopensioen per werknemer is 925 euro (studie van Assuralia 10/02/2010). België heeft daarmee zowat de laagste pensioenen van West-Europa.
Aanvullende pensioensystemen worden alsmaar onvermijdelijk. Zij creëren echter niet alleen meer ongelijkheid, maar zijn ook mechanismen van structurele uitsluiting. Honderdduizenden niet-actieve mensen hebben geen toegang tot deze aanvullende stelsels. Voor de werklozen, meer dan 200.000 invaliden, arbeidsgehandicapte mensen of leefloners is er geen aanvullend systeem, want daarvoor heb je werk nodig. En wat met de interimwerknemers of de dienstencheque-poetsvrouw?
Nagenoeg alle Europese landen hebben de voorbije jaren hun pensioenstelsel al meerdere malen hervormd. In de jaren negentig werden ze 'in evenwicht gebracht' en werd het vervroegde pensioen afgeschaft. De hervormingen van de jaren 2000 moesten de zogenaamde stijgende levensverwachting opvangen en ook het feit dat er te weinig werkenden zijn die afdragen en te veel uitkeringstrekkers. Zoals reeds aangetoond wordt een steeds groter deel van de arbeidersklasse uitgesloten en slaagt de bourgeoisie er wereldwijd steeds minder in de nieuwe generaties in het arbeidscircuit in te schakelen; het inkomen uit loon zakt en dus komen de pensioenkassen in moeilijkheden. Door de pensioenleeftijd op te trekken verlaagt men in feite nogmaals de uitkering. Dit kondigt nog meer armoede aan!
De combinatie van werkloosheid, slechtbetaalde jobs en dalende uitkeringen leiden tot een concentratie van problemen die de levensomstandigheden van de arbeidersklasse steeds zwaarder aantasten.
- De schuldenlast van de gezinnen neemt toe. Steeds meer Belgen leven op krediet en hebben problemen om hun schuldenlast tijdig af te betalen. De kredietcentrale van de Nationale Bank van België noteerde eind 2009 4,9 miljoen mensen (op populatie van ±10,5 miljoen) die minstens één krediet hadden lopen. Welgeteld 356.611 van hen hadden een betalingsachterstand, een stijging van 3,6 %. Het totale achterstallige bedrag steeg in 2009 met liefst 16,1 % tot 2,16 miljard euro. In 2007 waren er 338.933 personen geregistreerd met een schuldoverlast. Dit cijfer heeft enkel betrekking op consumentenkredieten en hypothecaire leningen. Schulden die verband houden met huur, gezondheidszorgen, telecommunicatie, energie... zijn hierin niet opgenomen.
- De kwaliteit van de huisvesting gaat sterk achteruit. Een groeiend deel van de arbeidersbevolking heeft weinig geld, zij zoekt naar een goedkopere woning, moet huren in het laagste segment van de privé huurmarkt (want het aantal sociale woningen is ontoereikend). Arbeidersgezinnen komen daardoor terecht in vochtige, kleine, onveilige huizen met onvoldoende sanitaire voorzieningen. Of ze worden helemaal dakloos. Nochtans, vormt een betaalbare en kwaliteitsvolle huisvesting een cruciaal gegeven in de spiraal van armoede en sociale uitsluiting.
Ongeveer 3 miljoen Europeanen zouden dakloos zijn, waarvan volgens officiële tellingen zo'n 20.000 in België (federale dienst Maatschappelijke Integratie). Volgens ramingen van onderzoeksgroepen van de Universiteit Antwerpen en de universiteit Luik zijn er in Vlaanderen 12 dak- en thuislozen per 10.000 inwoners (7.000), in Wallonië 25 per 10.000 inwoners (8.000) en in Brussel 30 per 10.000 inwoners (3.000).
Een aantal groepen ontsnappen wellicht aan de tellingen. Velen zijn maar even dakloos, anderen zijn ‘chronisch dakloos', nog anderen willen helemaal niet in het vizier komen, niet zelden omdat ze illegaal hier zijn. De groep thuis- en daklozen groeit en wordt ook jonger en vrouwelijker. Een snel groeiende groep zijn de uit hun woning gezette huurders. De ½ van de mensen die beneden de armoegrens leven vandaag heeft nog een huis door erfenis of verworven toen ze nog voldoende inkomen hadden. Maar 1 op 6 kan het niet verwarmen of onderhouden. (EU-SILC studie). Ook dit is een zoveelste indicatie over het verpauperingsproces dat aan de gang is !
- Het groeiende aantal geheel of gedeeltelijk afsluitingen van de energievoorzieningen is ook een aanduiding van de steeds erbarmelijk wordende levensvoorwaarden waarin mensen wonen. Aardgas is tussen begin 2003 en december 2009 50% tot 70% duurder geworden voor de grote meerderheid van de gezinnen, volgens een studie van de Belgische energieregulator. Voor een gezin met een gemiddeld verbruik dat zich met aardgas verwarmt, lag de eindprijs in december 2009 tussen de 35 en 40% hoger dan zes jaar geleden. Wat elektriciteit betreft toont de studie aan dat gezinnen met een klein verbruik bijna 40 % meer betaalden dan zes jaar geleden. In oktober 2009 zou Eandis, de grootste netbeheerder in Vlaanderen, meer dan 88.000 toegangspunten (elektriciteit en aardgas samen) op het distributienet hebben als sociale leverancier. Deze klanten werden dus allemaal gedropt door een commerciële leverancier, wegens het niet (kunnen) betalen van energiefacturen. In het Waalse Gewest genoten 37.991 afnemers van het sociaal tarief voor gas en 81.677 voor elektriciteit. (Commission Wallonne pour l’Energie – CwaPE, 2009).
- De gezondheidszorg neemt af. Ongezonde woonsituatie, opgedreven werkomstandigheden en goedkope onevenwichtige voeding leiden dikwijls tot gezondheidsproblemen. Omwille van de financiële situatie worden gezondheidszorgen vaak uitgesteld. De gezondheid wordt slechter en bemoeilijkt de tewerkstellingsomsvoorwaarden.
Uit cijfers blijkt dat de daling van het inkomensniveau vaak leidt tot slechtere gezondheid, een verminderde toegang tot de gezondheidszorg en tot vroeger sterven. De levensverwachting van de Belgen blijft stijgen en de kindersterfte blijft dalen, maar de gezondheidsindicatoren bevestigen het bestaan van belangrijke ongelijkheden op het vlak van de gezondheidstoestand en de toegang tot de gezondheidszorg, en dit op het vlak van de subjectieve inschatting van de gezondheid, de mate van belemmeringen in de dagelijkse bezigheden ten gevolge van ziekte, de depressies, het overgewicht, het alcohol en rookgedrag, de participatie in screening van baarmoederhals- en borstkanker.
De eerste bekommernis van de overheid is immers “wie betaalt de gezondheidszorg?” en niet “hoe zorgen we dat iedereen aan zijn trekken komt?”. En in tijden van draconische besparingen in de staatsuitgaven voor sociale zekerheid zal de bourgeoisie niet aarzelen de de kosten door te rekenen op de kap van de arbeidersklasse. En dit terwijl in 8 % van de gezinnen het afgelopen jaar reeds iemand een medische behandeling stopzette wegens geldproblemen, in 26 % werd een behandeling uitgesteld en in 9 % zag iemand helemaal af van een behandeling om die reden (enquête van Test–Gezondheid/Test–Aankoop).
Inzake goedkope voeding stellen we ook vast dat voor het 14e jaar op rij het klantenbestand voor de voedselbedeling groeit. In 1994 klopten 59.461 personen aan en in 2007 deden 108.100 personen een beroep op één van de negen voedselbanken, die verenigd zijn in de Belgische Federatie van Voedselbanken [16]. Het zijn hoe langer hoe meer mensen uit verschillende milieus: werklozen, leefloontrekkenden, mensen die failliet zijn gegaan, arbeiders en bedienden met een laag loon. Wat nogmaals de tendens bevestigd dat de armoede steeds groter delen van de arbeidersklasse raakt.
Ook de bourgeoisie en haar regeringen kunnen niet meer naast deze realiteit zien. Zij stelt dan ook alles in het werk om de ganse arbeidersklasse te misleiden over de essentiële reden voor de uitbreiding van de armoede. Eerst en vooral wil ze doen geloven dat de democratische regeringen werk willen maken van de strijd tegen de armoede : zo verklaarde Europa met veel trompetgeschal dat 2010 het Europese jaar van de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting zou worden. Bedoeling was hier duidelijk om bij de arbeidersklasse de indruk te wekken dat de democratische regeringen het probleem aanpakken om zo de aandacht van de arbeiders van de werkelijke oorzaak van hun ellende af te leiden. Op hun traditionele lentetop maakten de premiers en de presidenten van de Europese Unie echter reeds duidelijk dat hun plannen om het aantal mensen in armoede tegen 2020 met 20 miljoen te verminderen loutere bluf zijn. Deze optie werd gewoon geschrapt uit de eindverklaring. Verschillende lidstaten vonden dat armoedereductie geen doel op zich moet zijn, maar het gevolg van economische groei (sic!). Met sint-juttemis dus.
Anderzijds proberen de bourgeoisie en haar media ook de bevolking en meer bepaald de arbeiders te doen geloven dat de armen zich in die situatie bevinden door hun eigen fout of omdat ze niet hard genoeg werken – wat inhoudt dat ze lui en onverantwoordelijk zijn. Dat is een manier om een steeds groter deel van de arbeidersklasse een schuldgevoel aan te praten en volledig met de verantwoordelijkheid voor hun ellendige situatie op te zadelen. Het laat vermoeden dat de kapitalistische maatschappij geen verantwoordelijkheid draagt en dat er dus niets fundamenteel hoeft gewijzigd te worden aan de sociale verhoudingen. De onvermijdelijke gevolgen van armoede in deze kapitalistische maatschappij worden geïndividualiseerd en geïsoleerd bekeken en aangekaart zodat de basisoorzaken buiten schot blijven. “Sociale problemen (werkloosheid, armoede, enzovoort) worden als individuele problemen gezien die met een strenger repressief beleid moet worden aangepakt. Dit leidt tot simplistische beleidsmaatregelen, die zich vooral richten op symptoombestrijding: daklozen worden uit de metrostations verjaagd, en spijbelende jongeren (en hun ouders) worden harder aangepakt. En de maatschappij blijft netjes buiten schot.” stelden Nadia Fadil (KULeuven), Sarah Bracke (KULeuven), Pascal Debruyne (UGent) en Ico Maly (KifKif)) in een discussie naar aanleiding van de aanhoudende opstootjes in Anderlecht dit voorjaar. Deze wetenschappers “vergeten” wel even die maatschappij die buiten schot blijft een naam te geven : het kapitalisme, een systeem dat al decennia lang de grenzen van zijn kunnen heeft bereikt en in zijn historisch verval terecht gekomen is.
Om de armoede uit te roeien moeten we haar wortels aanpakken verstrengeld in de winstlogica van de kapitalistische marktwetten, die drooggelegd werd door de historische crisis waarin het systeem terecht kwam. De campagnes die de bourgeoisie opzet zijn inderdaad vooral gericht om de schuldvraag van zich af te schuiven. De realiteit achter al de cijfers die we opgesomd hebben en de fundamentele dynamiek die vervat zit in de sociale realiteit toont de onomkeerbaarheid aan van de armoedespiraal binnen de grenzen van het huidig systeem. Door de verdieping van de economische crisis wordt de ganse arbeidersklasse steeds harder getroffen en een steeds ruimer deel van haar leden zal in de armoede terecht komen.
Het inzicht in de juiste maatschappelijke- en klasse verhoudingen verdoezelen komt neer op het belemmeren van de bewustwording van de arbeidersklasse en het ontnemen van haar enige perspectief op een uitweg uit de armoede. In de jaren 1930 riepen de revolutionairen de arbeidersklasse reeds op zich niet te laten vangen : “ Een kapitalisme, dat gedwongen is de arbeiders te voeden in plaats van door hen gevoed te worden, heeft geen toekomst. (…) Als het kapitaal werk te geven had, wees maar niet bang, dan kregen we dit meer dan ons lief was. (…) Vraag niet om werk; vecht eenvoudig voor voedsel, kleding, onderdak! Verenig je stem met andere! Daar zijn de stempellokalen, daar zijn de straten en daar zijn ook de fabriekspoorten!” (Living Marxism, USA)
De bourgeoisie tracht van de huidige “sociale malaise” gebruik te maken om de arbeidersklasse te ontmoedigen : zij wil haar doen geloven dat wanhoop en concurrentie deel uitmaken van de « menselijke natuur » en dat de arbeidersklasse niets anders kan doen dan deze situatie te aanvaarden als een fataliteit. De revolutionairen daarentegen wijzen erop dat het de barbarij van het kapitalisme is die verantwoordelijk is voor de armoede en de zelfmoordspiraal. De situatie van uitbuiting en concurrentie die het proletariaat vandaag wereldwijd kent leidt niet noodzakelijkerwijze naar individuele wanhoop, zelfmoorden of depressies. De duizelingwekkende verwording van de levensvoorwaarden van de arbeiders houdt ook het perspectief in zich van de collectieve opstand en van de ontwikkeling van de solidariteit binnen de uitgebuite klasse. Niet de concurrentie tussen de arbeiders is de toekomst maar hun groeiende eenheid tegen de armoede en de uitbuiting, een steeds meer open massale en solidaire arbeidersstrijd.
In het kielzog van Marx herhalen we dus dat de realiteit van de kapitalistische crisis en van de armoedespiraal meer onthult dan enkel de armoede: “Zoals de economen de wetenschappelijke vertegenwoordigers van de bourgeoisklasse zijn, zo zijn de socialisten en communisten de theoretici van de proletarische klasse. Zolang het proletariaat nog niet voldoende ontwikkeld is om werkelijk een klasse te vormen en daardoor de strijd met de bourgeoisie nog geen politiek karakter draagt, zolang de productiekrachten in de schoot van de bourgeoisie zelf nog niet genoeg ontwikkeld zijn om de materiële voorwaarden vaag zichtbaar te laten worden die nodig zijn voor de bevrijding van het proletariaat en het vormen van een nieuwe maatschappij, zolang zijn deze theoretici slechts utopisten die, om aan de behoeften van de onderdrukte klasse tegemoet te komen, stelsels bedenken en op zoek zijn naar een regenererende wetenschap.
Maar naarmate de geschiedenis voortschrijdt en zich tegelijk de strijd van het proletariaat scherper aftekent, hoeven ze de wetenschap niet meer in hun eigen hoofd te zoeken. Ze hoeven zich alleen maar rekenschap te geven van wat zich voor hun eigen ogen afspeelt om zichzelf tot orgaan daarvan te maken. Zolang ze wetenschap zoeken en alleen stelsels creëren, zolang ze aan het begin van de strijd staan, zien ze in de armoede alleen maar armoede, zonder de revolutionaire, tot een omwenteling leidende kant daarin te ontwaren die de oude maatschappij omver zal gooien. Vanaf dit ogenblik wordt de wetenschap een bewust product van de historische beweging en heeft ze opgehouden doctrinair te zijn. Ze is revolutionair geworden.” (Karl Marx, De armoede van de filosofie, Tweede hoofdstuk: De metafysica van de politieke economie)
Lac / 06.04.2010
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/N_isme346.pdf
[2] https://es.internationalism.org/node/2765#comment-636
[3] https://fr.internationalism.org/icconline/2009/a_vigo_en_espagne_les_methodes_syndicales_m
[4] https://fr.internationalism.org/ri369/espagne.htm
[5] https://nl.internationalism.org/tag/4/80/spanje
[6] https://nl.internationalism.org/tag/4/72/griekenland
[7] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/crisis
[8] https://www.spiegel.de/wissenschaft/technik/0,1518,679180,html
[9] http://www.internationalism.org
[10] https://www.migrationinformation.org/USFocus/display
[11] https://www.migrationpolicy.org/programs/migration-information-source
[12] https://www.migrationinformation.org/USFocus/displayCfm?ID=402
[13] https://nl.internationalism.org/tag/18/310/immigratie-vluchtelingen-en-de-arbeidersbeweging
[14] https://nl.internationalism.org/tag/4/83/midden-en-zuid-amerika
[15] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/milieurampen
[16] https://www.foodbanks.be/nl/welkom
[17] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-belgie