Gepubliceerd op Internationale Kommunistische Stroming (https://nl.internationalism.org)

Home > Wereldrevolutie > Wereldrevolutie - jaren 2000 > Wereldrevolutie 2009 - 116 t/m 119 > Wereldrevolutie, nr. 116 - januari-april 2009

Wereldrevolutie, nr. 116 - januari-april 2009

  • 1822 keer gelezen

Een proletarisch internationalist: Joop Wandelee

  • 1849 keer gelezen

Op 84-jarige leeftijd is 2 september 2008  Joop Wandelee overleden. Er is niets vreemds aan dat we deze Amsterdamse arbeider en anarchist, die via vader en grootvader uit de school van Domela Nieuwenhuis kwam, en die we al van vóór het ontstaan van onze organisatie kenden, in ere houden. Joop was namelijk een overtuigd proletarisch internationalist. Ook al was hij het voor het overige volslagen met ons oneens, hij was zich er ten volle van bewust dat we dit punt gemeenschappelijk hadden. Van jongs af aan stond hij open voor debat met ‘radencommunisten'. Hij verdedigde dat ze, anders dan stalinisten en trotskisten, waarachtige klassenstrijders waren.

Wars van ieder kleingeestigheid kwam hij meerdere malen naar onze bijeenkomsten om te debatteren. Ook zette hij anderen daartoe aan, zoals vooral voor het marxisme-anarchisme debat te Amsterdam in november 1999, waar we stevig, maar ook in volle onderlinge solidariteit, de degens met elkaar hebben gekruist (1). Hij verdedigde onze aanwezigheid op de Pinksterlanddagen in Appelscha en reageerde met verontwaardiging op de "sektariërs" van de anarchistische boekenbeurs in Utrecht die ons de toegang weigerden en hij noemde het "schandalig" dat er binnen de anarchistische wereld mensen waren die "zichzelf anarchist noemen en klassenstrijders uitsluiten", en die zelfs probeerden om ons van het voetpad voor het gebouw te jagen. Bij ons voelde hij zich altijd welkom.

Dat was Joop, eenvoudig, eerlijk, recht door zee, luisterend naar argumenten, solidair en nooit bang zijn overtuiging met vuur tegenover iedereen te verdedigen.

IKS /14.12.2008

 

Voetnoten

(1) De Hollandse Linkerzijde, een brug tussen Marxisme en anarchisme?, in Wereldrevolutie, nr, 89; Stellingname over het publiek debat in Amsterdam: De onmacht van de anarchisten om het kapitalisme te bestrijden, in Wereldrevolutie, nr. 90, en  Debat over anarchisme/radenisme: Antwoord aan Daad en Gedachte, in Wereldrevolutie, nr. 91; Zie tevens: De Vrije

 

Politieke stromingen en verwijzingen: 

  • Radenkommunisme [1]

FORUM VAN DE CNT-AIT: Kunnen wij solidair zijn zonder éénheid?

  • 1999 keer gelezen

Wij publiceren hieronder een tussenkomst omtrent het vraagstuk van de eenheid en solidariteit die verschenen is op een discussieforum van de CNT-AIT. Deze tussenkomst is van bijzonder belang omdat ze een aantal wezenlijke en historische aspecten behandelt van de arbeidersstrijd.

‘Neen aan de eenheid, ja aan de solidariteit'

Tegenover het geweld van het kapitalisme, tegenover de alomtegenwoordige repressie die georganiseerd wordt door de machthebbers, maar ook ter ondersteuning van de strijd die onvermijdelijk steeds harder zal worden en die al de moeilijke momenten zal doormaken die men zich kan voorstellen, zal het vraagstuk van de éénheid gesteld worden, zelfs in onze eigen rangen. Maar de vraag stellen in die termen, betekent overduidelijk dat men de richting van het antwoord al bepaalt, dat men het opsluit in een valse evidentie.

Een mogelijke en redelijke oppositie.

Onder het vaandel van anti-sarkozysme beginnen al oproepen tot éénheid te verschijnen. Zelfs diegene die uitgaan van een syndicalisme dat beweert apolitiek te zijn hebben een déjà-vu politiek smaakje en als dusdanig zijn deze teksten de voorlopers van manoeuvres die op komst zijn. Zo kan men bijvoorbeeld in de oproep van het nationaal comité van ‘Solidaires' van 7 februari 2008 lezen : "het gaat om de opbouw van een beweging van grote omvang op nationale schaal tegen de politiek van Sarkozy en Fillon".

Uitgebroed door de commandoposten uit de hoek van de politiekers-oppositie, klinken zulke verklaringen ondanks hun harde toon, als een uitnodiging om aan te sluiten bij een mogelijke en redelijke oppositie. Ze vertrekken van die andere valse vanzelfsprekendheid, namelijk dat we eerst deze regering moeten weg krijgen en dat we vervolgens wel zullen zien. Zo bouwen ze eigenlijk verder op de algemene misleiding die ons vanaf 2002 daarheen geleid heeft waar wij nu zitten. Historisch gezien heeft dit soort prietpraat de weg trouwens altijd wijd opengesteld voor een proces dat, eenmaal omgevormd tot een reactie op een situatie, elke wil tot contestatie in een keurslijf perst.

‘Jullie spelen in de kaart van het gezag'

Wie weigert zich aan te sluiten bij zo'n simpel manicheïsme, wie weigert enkel te kiezen ‘voor' of ‘tegen' Sarko, wie weigert mee te stappen in dat 'allen samen' dat als ‘de' oplossing voorgesteld wordt, stelt zich bloot aan een heftige afwijzing: "Jullie spelen in de kaart van de gezag", slingert men ons in het gezicht. Werkelijk? Laten wij dat eens van naderbij bekijken.

Eerst en vooral is Sarkozy niet ‘het gezag', heel het gezag. Het is enkel de clown van dit moment, die in een klein land van de wereld het politiek gezag belichaamt. Dat zijn optreden ronduit schadelijk en walgelijk is, staat buiten kijf. Maar dat de werkelijke macht elders ligt staat ook als een paal boven water. In de grond weet iedereen dat deze ligt bij diegenen die hier en elders het kapitaal in handen hebben. Het kapitaal is bereid om een kleine president te vervangen door een andere, meer respectabel of een nog grotere clown, naargelang zijn belangen dat vereisen.

Het afgezaagde voorwendsel van de hoogdringendheid.

In de tweede plaats: wij eisen debat en discussie, dat de kritiek in al haar kracht, haar duurzaamheid en haar levendigheid gehoord wordt. Dan werpt men ons iets tegen dat van een heel andere orde en betekenis is. Dit scheldend verwerpen van meningsverschillen duidt erop dat die oproepen tot eenheid niet alleen gezien moeten worden in het perspectief van gezamenlijke actie, maar wel in die van een eenvormig denken. Het is de bekentenis dat elk meningsverschil als gevaarlijk beschouwd wordt. Maar is het dan nodig om eraan te herinneren dat een mensengemeenschap die geen meningsverschil duldt, een autoritaire maatschappij wordt genoemd, als het al niet puur en simpel een dictatuur is? Moet er nog aan herinnerd worden dat ‘morgen' ‘vandaag' voorbereid wordt ? Eerder dan onder het voorwendsel van ‘hoogdringendheid' mee te werken aan het zoveelste oplappen van de huidige maatschappij, verkiezen wij, wat ons betreft, de voorwaarden te stellen van de vrije mensheid waar wij naar streven.

Een beetje sociale biodiversiteit.

Periodes van spanning zoals vandaag gaan zwanger van conflicten op de werkvloer, zijn gunstig voor het ontluiken van nieuwe vormen van strijd, en samen daarmee van nieuw gedachtegoed. Ze bevatten de mogelijkheid van het ontwaken van ‘de utopie' in de uitgebuite klasse, van het ontluiken van nieuwe perspectieven.

De institutionele kartels die oproepen tot éénheid proberen deze opkomende sociale biodiversiteit te steriliseren. Zij verliezen niet uit het oog dat hun werkelijke rol erin bestaat om iedereen terug te brengen naar de schaapstal van de kapitalistische routine van zodra de schermutselingen voorbij zijn. Want wat de leiders van de éénheidsge-dachte in de grond meer vrezen dan Sarkozy, is een revolutie.

Immers tegenover de algemene onderdrukking die wij allen beleven, zijn al diegenen die nood hebben aan solidariteit revolutionairen, of kunnen het worden. Al wie solidair is met de slachtoffers van dit systeem zijn revolutionairen of kunnen het worden. Terwijl de eenheid bijdraagt tot de integratie in het systeem, behoort de solidariteit tot het revolutionaire proces. Ze is de ware voorwaarde voor een collectieve houding, een basisdaad van het bestaan dat iedereen op zijn niveau in praktijk kan omzetten. En ze respecteert de zelfstandigheid van de daad en gedachte van iedereen, individu of collectief. Ze overstijgt de politieke en vakbondsorganisaties, en om die reden willen deze laatsten haar altijd verschrompelen in termen van éénheid en frontvorming.

Als gevolg daarvan roepen wij, wat ons betreft, niet op tot éénheid maar tot solidariteit. Wij roepen er iedereen toe op om zijn zelfstandigheid van gedachte, uitdrukking en actie te behouden. Wij roepen op tot solidariteit met diegenen die onderdrukt worden, of wij nu wel of niet hun standpunt delen, of wij nu wel of niet denken dat hun tactiek fout is. Of zij nu vakbondsmilitanten zijn die overgaan tot directe actie, of burgers die op heterdaad betrapt worden bij het beschermen van kinderen, of zij door de anarcho-autonome media voorgesteld worden als ‘rookbommenwerpers', zij zijn allemaal, op hun manier, verzetsstrijders. Zij verzetten zich tegen de loonslavernij, tegen de razzia's, tegen de berusting. Als zodanig verdienen zij zeker en vast onze sympathie. Maar om die reden gaan wij nog geen politiek, bewoners- of syndicaal bondgenootschap aan met hun respectievelijke bewegingen, of zullen wij nalaten een kritische balans te maken van een of andere ideologisch standpunt of strategie. En dat omdat zich, buiten de problematiek van de repressie, op een zeer concrete wijze, de noodzaak doet gelden van een andere toekomst".

Uit Discussieforum van de CNT-AIT in Frankrijk.

 

Ons antwoord:

Eerst en vooral begroeten wij met enthousiasme deze oproep tot solidariteit met al diegenen die het slachtoffer zijn van het geweld van het kapitalisme, een oproep die volledig overeenstemt met de wereldcontext van de wederopkomst van de klassengevechten waarbij weer, en in toenemende mate, een van haar wezenlijke bestanddelen tot uitdrukking komt: de solidariteit en éénheid van de arbeidersklasse.

De kameraden die deze tekst schreven, onderstrepen hun verwerping van de ‘éénheid' voor een ‘anti-sarkozysme' ten allen prijze, een ‘éénheid' die tot een soort ‘sine qua non' (onvoorwaardelijke) voorwaarde geworden is van een oppositie tegen de huidige regeringspolitiek. Zij benadrukken terecht het feit dat dit ‘antisarkozysme' de krachten zou verzamelen voor een verandering, wat ook de politieke opties mogen zijn voor deze verandering, en dat dit totaal voorbijgaat aan het feit dat Sarkozy niet meer is dan de stroman van de bourgeoisie als geheel. Wij ondersteunen nadrukkelijk dit standpunt, omdat het zo duidelijk ingaat tegen al de propaganda die van Sarkozy de wrede en groteske zondebok wil maken van de toestand die de arbeidersklasse vandaag ondergaat. Zoals de kameraden stellen is de president van de ‘Franse Republiek', ook al is hij bijzonder ‘walgelijk', desalniettemin nooit meer dan "enkel de clown (...) die de belichaming is van het politiek gezag".

In die zin klopt het dat de oproepen tot ‘éénheid' tegen zijn politiek het bed spreiden voor compromissen met links, ultralinks en de vakbonden, alle politieke krachten die ruimschoots bewezen hebben openlijk deel te nemen aan het saboteren van de belangen van de arbeidersklasse. Nochtans komen de kameraden er in hun logica toe om het vraagstuk van de éénheid van de arbeidersklasse en dat van de solidariteit tegen elkaar op te zetten. Wat ons betreft bestaat er geen scheiding tussen beide, het zijn twee aspecten van de arbeidersstrijd die zich stellen in de concrete beweging van het proletariaat en zijn klasse-aard.

Zo komt het dat uit solidariteit met de stakingen van de Engelse arbeiders het idee ontstaan is, en dan de oprichting een feit werd, van een internationale arbeidersorganisatie (die het licht zag met de Eerste Internationale, de Internationale Arbeiders Associatie), in de tweede helft van de 19e eeuw. Deze internationale solidariteit kon geen vaste vorm krijgen zonder het bewustzijn binnen de proletarische rangen van een éénheid in hun belangen, over die van de beroepstakken heen, en verder reikend dan de ‘natie' waartoe ze behoorden. Om die reden is het ordewoord van het ‘Kommunistisch Manifest' van 1848, een ordewoord dat sinds 160 jaar nooit uit de actualiteit is geweest en dat zal zo blijven tot aan de komst van het kommunisme : "Proletariërs aller landen verenigt u !".

Natuurlijk houden de reactionaire krachten van de bourgeoisie, of ze nu van links, van rechts of van de vakbond zijn, er niet mee op om ons met een min of meer radicaal woordgebruik de oren af te zagen over ‘éénheid', maar ook over ‘solidariteit'. Zo was de vakbond ‘Solidarnosc' de voornaamste bouwmeester van de sabotage en het internationaal isolement van de arbeidersstrijd in Polen in 1980. Dit maakte het mogelijk om de proletariërs aan handen en voeten gebonden over te leveren aan de repressie die geleid werd door generaal Jaruzelski in december 1981.

De bourgeoisie en haar media bevuilen en ontaarden al wat een karaktertrek vormt van de beginselen van wat menselijk is. En zij doen nog meer hun best, met de steun van de leugenaars van ‘links' en ultralinks, als het om de ‘éénheid' en de ‘solidariteit' onder de arbeiders gaat. Ze willen ons immers doordrenken van het idee dat ‘solidariteit' slechts een voorbijgaande daad is, of buiten elk idee van klasse staat, en dat als men zich ‘verenigt', dat is omwille van bijzondere en beperkte belangen, tegengesteld aan de solidariteit.

Wij, van onze kant strijden, zoals de kameraden het zeggen "voor de noodzaak van een andere toekomst", maar de mogelijkheid van deze andere toekomst kan enkel gegrondvest zijn op het doorvoeren van een strijd die de solidariteit gebruikt als een wapen voor de opbouw van een éénheid tussen alle proletariërs. De solidariteit ligt aan de oorsprong van het ontstaan van een werkelijke éénheid in de strijd en in de verdediging van onze belangen. Solidariteit en éénheid die samen vorm zullen krijgen in het bewustzijn om deze wegrottende wereld te veranderen om een andere op te bouwen: de kommunistische wereldmaatschappij.

E / 25.10.2008

Politieke stromingen en verwijzingen: 

  • Internationalistisch anarchisme [2]

REACTIES VAN LEZERS Over het bankroet van het kapitalisme en de mogelijkheid van het kommunisme

  • 2354 keer gelezen

Verschillende belangwekkende reacties werden ingestuurd. We overlopen hieronder een aantal bedenkingen en vragen die essentiële facetten van de situatie naar voren brengen.

- Is een eerlijk en moreel kapitalisme mogelijk?

Is er dan geen  ‘beste mogelijke scenario' waarbij "de leidingen van sociale en politieke organisaties waarvan we mochten veronderstellen dat ze voor een leefbare menselijke wereld opkwamen, inzien dat een globaal programma met een antwoord op de noden van onderontwikkelde en meer welvarende landen nodig is" vraagt lezer O. zich af ? "Had men de bedrijven en beurzen rechtvaardig belast, het geld zou bij de gewone mens en in de echte economie terechtgekomen zijn en niet op de virtuele beurzeneconomie in rook zijn opgegaan".

Deze bedenking sluit aan bij wat politici en economische beleidsmakers ons vandaag vertellen: de onverantwoordelijke topmensen en speculanten moeten worden gestraft en de financiële wereld moet ‘moreler' gemaakt worden om de excessen die de huidige crisis veroorzaakt hebben te beletten en om een terugkeer naar een ‘gezond kapitalisme' mogelijk te maken. Wat ze hierbij niet vertellen is dat de ‘groei' van de voorbije jaren net mogelijk was dank zij deze ‘excessen', m.a.w door een algemene vlucht vooruit van het kapitalisme in de schulden en de ‘casino'-economie. Het zijn niet de ‘excessen van de financiële wereld' die de echte verantwoordelijkheid dragen voor de huidige crisis; de excessen en de financiële crisis, waarbij naar schatting fondsen met een tegenwaarde van vier jaar wereldproductie in een paar weken in rook opgingen, zijn slechts een uitdrukking van de onoplosbare crisis, van de historische impasse waarin het kapitalistische systeem als geheel verzeild is. Daarom ook komt er geen ‘einde van de tunnel', ondanks de talloze redding- en relanceplannen. De diepe oorzaken van de crisis zijn steeds aanwezig: een markt die verzadigd is met onverkoopbare goederen en financiële instellingen, ondernemingen, staten en particulieren die onder een zware schuldenlast gebukt gaan.

- Is socialisme gelijk te stellen met planeconomie?

Volgens lezer J.B. zouden wij als communisten een planeconomie voorstaan : "Jullie zijn op geen enkele manier een bedreiging voor de bourgeoisie, in feite onderstrepen jullie de macht van de bourgeoisie door aan te geven geen enkel perspectief te kunnen bieden. Hoe geven jullie dat aan: door voor de planeconomie te zijn. (...) Merk verder op dat de planeconomie helemaal niet iets is wat uit de bevolking zelf voortkomt, ook niet tijdens revoluties. Wat uit de bevolking voortkomt is het arbeiderszelfbestuur van bedrijven".

Deze reactie drukt de verwarring uit tussen socialisme en staatsplanning, die door het stalinisme, dat voortvloeide uit de ondergang van de Russische revolutie en zich als marxis-me voordeed, wijd verspreid werd. Immers, het ware socialisme dat door het marxisme en de revolutionairen gedurende de hele geschiedenis van de arbeidersbeweging verdedigd is, heeft niets te maken met de staat. Het socialisme komt zelfs neer op de ontkenning van de staat. De opbouw van een socialistische gemeenschap vereist in de eerste plaats de vernietiging van de staat in alle landen.

De staatstussenkomst voor de regulering van de economie, om ze ‘ten dienste te stellen van de burgers' enz., heeft niets te maken met het socialisme. In de eerste plaats omdat de staat nooit ten dienste staat van ‘alle burgers'. De staat is een orgaan van de heersende klasse en is gestructureerd, georganiseerd en opgevat om de belangen te verdedigen van de heersende klasse en om het productiesysteem in stand te houden die hem ondersteunt. De meest democratische staat ter wereld is nog steeds een staat ten dienste van de bourgeoisie en verdedigt met hand en tand het kapitalistisch productieregime. Op de tweede plaats heeft de specifieke tussenkomst van de staat op economisch vlak geen ander doel dan het vrijwaren van de algemene reproductiebelangen van het kapitalisme en van de kapitalistische klasse.

Gedurende de 20e eeuw, met de intrede van het kapitalisme in zijn historische vervalperiode is de staat geworden tot het grootste bolwerk tegen de aanscherping van de tegenstellingen van sociale, oorlogszuchtige en economische aard. De 20e en 21e eeuw worden gekenmerkt door de universele tendens naar staatskapitalisme. Deze tendens doet zich voor in alle landen, wat ook hun politiek regime moge zijn. Er bestaan hoofdzakelijk twee manieren om dat staatskapitalisme te verwezenlijken:

- De min of meer totale verstaatsing van de economie: dat is wat er bestond in de USSR of wat er op dit ogenblik nog bestaat in China, Cuba en Noord-Korea.

- De combinatie van staatsbureaucratie en de private grootbourgeoisie (zoals in de Verenigde Staten, Frankrijk, Nederland of België bijvoorbeeld).

In beide gevallen is het de staat die de economie controleert. In het eerste type beschikt hij over een groot deel van de productiemiddelen en diensten. In het tweede type komt de staat tussen in de economie via een serie indirecte mechanismen: budgetten, fiscaliteit, opkopen van bedrijven, vaststellen van de interbancaire rentevoeten, regulering van de prijzen, boekhoudkundige normen, staatsoverlegorganen, inspectie, investering, enzovoort.

Kan het arbeiderszelfbestuur van de bedrijven een alternatief vertegenwoordigen tegenover deze staatskapitalistische politiek? Het is een illusie te geloven dat door de arbeiders zelfbestuurde ondernemingen als alternatieve eilandjes kunnen overleven in het wereldkapitalisme. Zelfbestuur binnen het kapitalisme leidt tot zelfuitbuiting, niet tot bevrijding uit de wurggreep van het kapitalisme. Alleen een omverwerping van het kapitalisme en een machtsovername door de arbeidersraden kan leiden tot de emancipatie van de arbeiders en het redden van de mensheid.

- Is de analyse van de huidige recessie door de IKS niet al te ‘zwartgallig'?

"(...) de titel wekt de indruk dat het kapitalisme reeds bankroet is ("het kapitalisme is een bankroet systeem, ..."), meent lezer G. "Hiermee ben ik het niet eens: het is overduidelijk dat het kapitalisme nu nog bestaat en het zal ook niet ten ondergaan uit zichzelf - hoe diep en lang de crisis ook moge zijn. Het zal niet failliet gaan op eigen krachten. Integendeel, keer op keer vindt de bourgeoisie een manier om toch nog haar systeem in stand te houden. (...) we zijn niet in 1929! De bourgeoisie zal de crisis uitsmeren in de tijd, zodat de opkomst van sociale conflicten niet in één keer spontaan uitbarst".

Dikwijls stellen burgerlijke economisten inderdaad dat we te maken hebben met een ‘cyclische crisis', zoals het kapitalisme er in de loop van zijn geschiedenis al zo veel heeft doorgemaakt. Bijgevolg raadt men ons aan kalm te blijven, de rug te krommen tot de storm is overgewaaid en de tijd van de vette jaren van een nieuwe voorspoed aanbreekt.

Die ‘verklaring' lijkt op een vergeelde foto, ze kopieert en vervormt een beeld uit de negentiende en begin twintigste eeuw, maar dat niet meer toepasbaar is op de realiteit en de voorwaarden van het kapitalisme in het grootste deel van deze eeuw.

De negentiende eeuw was de periode van expansie en groei van het kapitalisme, dat zich als een olievlek over de gehele wereld verspreidt. Maar periodiek wordt het door elkaar geschud door de crisis, zoals het Communistisch Manifest beschrijft: "In de handelscrises wordt een groot gedeelte niet slechts van de voortgebrachte producten, maar ook van de reeds geschapen productiekrachten regelmatig vernietigd. In de crises breekt een maatschappelijke epidemie uit, die voor alle vroegere tijdperken iets onzinnigs zou hebben geleken - de epidemie van de overproductie. De maatschappij ziet zich plotseling in een toestand van tijdelijke barbaarsheid teruggebracht; een hongersnood, een algemene verdelgingsoorlog schijnen haar van alle bestaansmiddelen te hebben afgesneden; de industrie, de handel schijnen vernietigd, en waarom? Omdat zij te veel beschaving, te veel middelen van bestaan, te veel industrie, te veel handel bezit."

Dat de kapitalistische maatschappij periodiek ineenstortingen meemaakt had twee hoofdoorzaken die ook nu nog aanwezig zijn. In de eerste plaats de tendens tot overproductie - zoals het manifest die beschrijft - die honger, werkloosheid en ellende meebrengt, niet omdat er een tekort aan waren zou zijn (zoals het geval was in de voorafgaande maatschappijvormen), maar juist om de tegengestelde reden, omdat er een overschot aan productie is (!), omdat er teveel industrie is, teveel handel, teveel grondstoffen! In de tweede plaats omdat het kapitalisme op een anarchistische manier functioneert, door een felle concurrentie die de een tegen de ander opzet. Dat veroorzaakt een opeenvolging van momenten van ongecontroleerde wanorde.

Omdat er echter nieuwe markten te veroveren waren voor loonarbeid en handelsproductie, kwam het die momenten vroeg of laat te boven dankzij een nieuwe uitbreiding van de productie die de kapitalistische verhoudingen verder uitbreidde en verdiepte, vooral in de centrale landen van Europa en Noord-Amerika. In die periode waren de crisismomenten als de kloppingen van een gezond hart en de magere jaren maakten plaats voor een nieuwe etappe van voorspoed. Maar ook toen al ontwaarde Marx in die periodieke crises iets meer dan een eenvoudige eeuwigdurende cyclus die telkens op grotere voorspoed moest uitmonden. Hij zag er de uiting in van diepe tegenstellingen die het kapitalisme ondermijnen tot in zijn eigen wortels en die het naar zijn ondergang zullen brengen.

In het begin van de twintigste eeuw bereikt het kapitalisme zijn hoogtepunt, het heeft zich over de hele planeet verbreid, het grootste deel van de wereld leeft onder de heerschappij van de loonarbeid en de handelsruil. Zo treedt het binnen in zijn vervalperiode: aan de oorsprong van dit verval, zoals voor dat van de andere economische systemen, bevindt zich de groeiende discrepantie tussen de ontwikkeling van de productiekrachten en de productieverhoudingen. Voor het kapitalisme, waarvan de ontwikkeling wordt bepaald door de verovering van buitenkapitalistische markten, betekent dat concreet dat de Eerste Wereldoorlog de eerste uiting van betekenis is van zijn verval. Met het einde van de koloniale en economische verovering van de wereld door de kapitalistische metropolen worden deze ertoe gedreven met elkaar in botsing te komen om zich elkaars markten te betwisten. Van dan af treedt het kapitalisme binnen in een nieuwe periode van zijn geschiedenis, die door de Kommunistische Internationale in 1919 wordt omschreven als "de periode van oorlogen en revoluties" (1).

De wezenlijke kenmerken van deze periode zijn enerzijds het uitbreken van imperialistische oorlogen als uitdrukking van de strijd op leven en dood die de verschillende kapitalistische staten onderling voeren om hun invloedszone uit te breiden ten koste van de anderen, en van de strijd om de controle over een wereldmarkt die steeds krapper wordt en niet meer voldoende afzetmogelijkheden biedt voor zo'n overvloed aan rivalen; aan de andere kant is er de haast chronische tendens tot overproductie, zodanig dat de economische stuiptrekkingen en catastrofes steeds toenemen.

Anders gezegd: wat de 20e en 21e eeuw globaal kenmerkt, is een tendens tot overproductie - die in de negentiende eeuw tijdelijk en gemakkelijk te boven kon worden gekomen- die chronisch wordt en zo de gehele wereldeconomie onderwerpt aan een haast permanent risico op instabiliteit en vernietiging. Anderzijds wordt de concurrentie - een aangeboren kenmerk van het kapitalisme - extreem, en omdat ze af te rekenen heeft met een wereldmarkt die voortdurend neigt tot verzadiging, verliest ze haar kenmerk als stimulans van de uitbreiding om enkel nog haar negatieve en vernietigende karakter te behouden van chaos en confrontatie. De Wereldoorlog van 1914-1918 en de Grote Depressie van 1929 zijn de twee meest spectaculaire uitdrukkingen van de nieuwe periode. De eerste veroorzaakte meer dan twintig miljoen doden, veroorzaakte onbeschrijflijk lijden en zadelde enkele generaties op met morele en psychologische trauma's. De tweede was een brutale ineenstorting met werkloosheidspercentages van 20-30% en een vreselijke armoede die de arbeidersmassa's van de ‘rijk' genoemde landen trof, de Verenigde Staten voorop. De nieuwe situatie van het kapitalisme op economisch en imperialistisch vlak bracht belangrijke wijzigingen mee op politiek vlak.

Om de samenhang te verzekeren van de maatschappij die door een chronische tendens tot overproductie en door gewelddadige imperialistische conflicten wordt getroffen, grijpt de staat, het laatste bolwerk van het systeem, in op massale wijze in alle aspecten van het sociaal leven, en vooral in de meest gevoelige ervan: economie, oorlog en klassenstrijd. Steeds duidelijker wordt in deze periode de arbeidersklasse voor het alternatief geplaatst: socialisme of barbarij.

Deze korte en schematische schets van de algemene kenmerken van de huidige historische periode van het kapitalisme helpt ons nu om de crisis van vandaag te plaatsen, door haar op een overdachte manier te analyseren, ver van het alarmistisch en kortzichtig ‘catastrofisme' en evenzeer en vooral ver van de optimistische demagogie van de ‘cyclische crisis'.

- Wat te doen?

Andere lezers, zoals O., beklemtonen integendeel de ernst van de toestand : "Niet alleen de beursspecialisten of de belastingsparadijzen of het neoliberalisme gingen in de fout... Fundamenteel is de OVERPRODUKTIE (zo noemen de ivoren torens dat verschijnsel tenminste) de ‘fout'??! Tot nog toe wist men de dramatische gevolgen van zo'n filosofische denkwijze af te wentelen via verschulding... Dat kan dus niet langer meer zouden we kunnen beginnen vrezen. Als er geen alternatieven voor een bankroet systeem naar voren geschoven en geëist worden zou het wel eens kunnen dat wat massa's mensen tijdens de ineenstorting van de URSS en de Oostbloklanden bezielde en hen nadien lange tijd als een koude douche overkwam, ook hier voor de deur staat". Voor hem is het duidelijk dat de huidige crisis de vraag stelt naar de alternatieven voor dit vastgelopen systeem :

"Sinds januari 2008 is er 25000 miljard dollar in rook opgegaan wereldwijd, wat neerkomt op twee jaar de totale productie van de Verenigde Staten naar het schijnt. De malaise in de ivoren torens van de financiële wereld zit zo diep omdat men verdere dalingen van de winsten verwacht.  Dit ivoren toren systeem redeneert niet in functie van ‘wat er voor de mensen nodig is in de wereld, dat gaan we eens even produceren'... nee, dit systeem produceert in functie van de koopkracht. Nooit tevoren konden we met zijn allen technisch gezien meer produceren, maar globaal gezien kunnen we steeds minder en minder kopen (...) ...maar deze wijsheid is gewoon niet doorgedrongen tot voldoende mensen die hun heil zien in figuren die de traditionele politiek aanvallen door nog meer van hetzelfde gaan toe te passen".

Wij delen volledig zijn mening dat het onze essentiële taak is vandaag de omvang van de catastrofe duidelijk te maken bij het merendeel van de arbeiders en hen ook te wijzen op de wapens om weerstand te bieden: hun organisatie (buiten de traditionele inkapselingstructuren zoals de bonden) en hun bewustzijn (inzien dat catastrofe eigen is aan fundamentele kenmerken van kapitalisme en de discussie inzetten over alternatieven). Dit vergt een zo ruim mogelijke discussie met alle krachten die in deze strijd aan de kant van de arbeiders staan:

"Vermits de werkenden zichzelf zullen moeten organiseren (niet de taak van de politieke voorhoede volgens jullie), kan die interactie met andere 'voorhoedes' geen probleem zijn. Hoeveel mensen zitten er al in de fase dat ze buiten het kapitalisme oplossingen zoeken ? Buiten de burgerlijke democratie nog minder. Hoeveel, denk je, zien de afschaffing van loonarbeid en warenproductie zitten? (...). Denk je dat als er zich spontaan comités en raden gaan vormen, dat er dan geen tegenspraak en confrontatie meer zal zijn (...) dat een andere samenlevingsbeheer niet moet worden gepromoot voor iedereen 'blindelings ten strijde trekt'? Er zal dan een programma moeten zijn en een andere manier van organiseren moeten worden voorgesteld.  Tenminste als we niet meer door de verlinksing van de parlementaire democratie voorbijgestoken worden en zou blijken dat een herverdeling van de rijkdom alsnog de uitbuiting ‘as usual' kan rekken".

We begroeten deze analyse die we wereldwijd steeds vaker aantreffen bij een nieuwe generatie die weigert de "uitbuiting ‘as usual' te laten rekken door een ‘verlinksing' van de parlementaire democratie". Wij roepen op om deze discussie zo ruim mogelijk te voeren om de arbeidersklasse voor te bereiden op de onvermijdelijke confrontaties die de crisis van het kapitalisme met zich zal meebrengen.

IKS / 25.01.2009

Aktiviteiten van de IKS: 

  • Lezersbrieven [3]

Verkiezing president Obama: de keizer heeft nieuwe kleren

  • 1867 keer gelezen

Verkiezing president Obama: de keizer heeft nieuwe kleren

Nu is Obama president. Maar wat houdt dat in? Obama beloofde verandering te brengen, maar deze belofte was een ideologisch sofisme. De hele campagne was een schijnheilige leugen die de hoop van de bevolking begeesterde, en vooral van de werkende klasse die in toenemende mate de ellende en de oorlog beu wordt, maar die nog altijd niet duidelijk haar eigen rol inziet in de maatschappij en tot nog toe niet in staat is om de misleidingen van de heersende klasse te verdrijven.

De ware winnaar in deze verkiezing is niet de fictieve ‘Joe de Loodgieter' van de Amerikaanse middenklasse, niet de Afro-Amerikanen die deel uitmaken van de arbeidersklasse, maar eerder de heersende klasse. Het is duidelijk dat er meer van hetzelfde op komst is en dat men de arbeiders nog erger gaat opdissen en de last van de ellende zal opvoeren. Obama was geen ‘vredeskandidaat'. Zijn kritiek op Bush was dat deze laatste zichzelf klem heeft gereden in Irak, de troepen te dun heeft gespreid, en het Amerikaanse imperialisme niet in staat heeft gesteld om gepast te reageren op de toekomstige uitdagingen tegenover zijn heerschappij. Obama wil nog meer troepen sturen naar Afghanistan en zich klaar maken om de bedreigingen van de Amerikaanse imperialistische belangen af te wentelen. Hij was een verwoede criticus van de regering-Bush die niet in staat was om de Russische invasie van Georgië deze zomer te beantwoorden. Dat soort vredesactivist is hij!

Tijdens de presidentiële debatten heeft Obama uitgelegd dat hij het onderwijs in Amerika wil versterken, omdat een opgevoede arbeidskracht van levensbelang is voor een sterke economie en geen enkel land kan een overheersende militaire macht blijven zonder sterke economie. Met andere woorden, hij ziet de uitgaven voor onderwijs als een voorwaarde voor imperialistische overheersing. Welk een idealisme! Er is dus niets te winnen voor de arbeidersklasse bij deze overwinning van Obama.Voor de heersende klasse daarentegen is deze verkiezing een succes dat haar stoutste dromen overstijgt.

Ze is er in geslaagd om de verkiezingsmisleiding en de democratische mythe een verjongingskuur te geven, die zo hard getroffen waren sinds 2000, vooral onder de jongere generatie, en die zoveel mensen misnoegd gemaakt hadden over het ‘systeem'.

De roes na de verkiezingen - het daadwerkelijk dansen in de straten waarmee de overwinning van Obama werd toegejuigd - getuigt van de omvang van deze politieke overwinning. De impact van de verkiezing is te vergelijken met de ideologische overwinning die plaatsvond onmiddellijk na 11 september 2001. Toen kon de bourgeoisie profiteren van een opstoot van nationale hysterie, die de werkende klasse bond aan de burgerlijke staat. Vandaag bindt de hoop in de democratie en het geloof in een charismatische leider brede sectoren van de bevolking aan de staat.

Binnen de zwarte bevolking is het gewicht van deze roes bijzonder sterk ; het is een wijdverspreid geloof geworden dat de onderdrukte minderheid nu aan macht heeft gewonnen. De burgerlijke media vieren zelfs het feit dat Amerika het racisme te boven zou zijn gekomen, een van de meest belachelijke beweringen ooit. Bijna van de ene dag op de andere zou de zwarte bevolking in de Verenigde Staten zijn omgetoverd tot een van de meest vervreemde, ontgoochelde sectoren van de bevolking, naar één die pal achter de staat gaat staan, via de persoon van de net verkozen president.

Op internationaal vlak heeft de bourgeoisie bijna onmiddellijk kunnen profiteren van een succesrijk afstand nemen door de nieuwe regering van de blunders van het Bush-regime in de imperialistische politiek en het openen van nieuwe mogelijkheden voor het herstel van het Amerikaanse politiek gezag, geloofwaardigheid en leiderschap in de internationale arena.

Op het gebied van economische politiek zal de bekwaamheid van de Obama-administratie om noodzakelijke staatskapitalistische maatregelen te nemen voor het opkrikken van het onderdrukkings- en uitbuitingssysteem onovertroffen zijn. Zijn retoriek gaat over ‘herstel', terwijl het zal neerkomen op de grootste schuldenberg uit de geschiedenis van de Verenigde Staten, een tekort van een triljoen dollar, waarmee de toekomstige generaties van de arbeidersklasse zullen worden opgezadeld. Lokale en staatsregeringen zijn al bezig met het plannen voor het opheffen van sociale diensten en programma's vanwege de crisis, en dat op hetzelfde moment dat Obama opkomt voor nog meer ‘reddingsoperaties' van grote bedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen, die allen gefinancierd moeten worden door het zweet van de werkende klasse.

Bijna verbaasd door haar eigen succes, bewust dat zij aan de beloofde veranderingen tijdens de campagne niet wil en kan tegemoet komen, begint de heersende klasse al een retoriek te ontvouwen dat het ‘enthousiasme moet temperen'. Wij horen al zaken als ‘Obama kan alleen de gewetenloze politiek van Bush uitvlakken'. ‘Er was een hele bestuurstermijn van blunders', ‘Verandering kan er niet onmiddellijk komen', ‘Opofferingen zullen nodig zijn'.

Tegenover dit alles, verdedigen wij de historische standpunten van onze klasse:

  • democratie is de dictatuur van de heersende klasse;
  • de arbeidersklasse moet zich organiseren en strijden voor haar eigen belangen;
  • alleen een wereldwijde kommunistische revolutie kan een einde maken aan  kapitalistische uitbuiting en onderdrukking.

De roes kan niet lang aanhouden. De komende soberheidsprogramma's, die op gang gebracht zijn op een gedecentraliseerde manier via lokale en staatsregeringen, zullen dienen als een onontkoombare stimulans tot klassenstrijd. Het falen van de regering-Obama om de beloofde ‘verandering' en verbetering waar te maken zal onvermijdelijk leiden tot ontgoocheling en ziedende ontevredenheid.

Internationalism (US) / 11.11.2008

Geografisch: 

  • Verenigde Staten [4]

Bron-URL:https://nl.internationalism.org/content/wereldrevolutie-nr-116-januari-april-2009

Links
[1] https://nl.internationalism.org/tag/7/114/radenkommunisme [2] https://nl.internationalism.org/tag/7/117/internationalistisch-anarchisme [3] https://nl.internationalism.org/tag/11/153/lezersbrieven [4] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten