Gepubliceerd op Internationale Kommunistische Stroming (https://nl.internationalism.org)

Home > Internationalisme > Internationalisme - jaren 2020 > Internationalisme 2025 > Internationalisme nr. 382 - 1e-2e kwartaal 2025

Internationalisme nr. 382 - 1e-2e kwartaal 2025

  • 14 keer gelezen
[1]

De arbeiders moeten zich niet laten meeslepen in demonstraties ter verdediging van de democratie

  • 4 keer gelezen

Sinds het begin van het jaar is de wereld getuige van een spectaculaire heropleving van demonstraties, vaak politiek gemotiveerd. Deze bewegingen, zoals we ze al lang niet meer gezien hebben, zijn een onmiskenbaar teken van politieke en sociale crises in verschillende landen: Zuid-Korea, Servië, Turkije, Israël en, meer recentelijk, de Verenigde Staten[1] Maar moeten we ons per se verheugen over het feit dat deze gebeurtenissen zich over de hele wereld ontvouwen? Revolutionairen weten dat  “niet alles wat beweegt rood is” - en het is belangrijk om te zien wat erachter zit en de echte politieke grondslag van deze bewegingen te analyseren.

Zuid-Korea

In een land met een belangrijke arbeidersklasse en eeg zekere strijdervaring, waar een groepering van het linkskommunisme bestaat, leidde de machtsgreep van president Yoon Suk-yeol op 4 december tot grote demonstraties, waarbij aan de ene kant mensen de staatsgreep van de president verdedigden en mensen aan de andere kant zijn afzetting en arrestatie steunden. Aan het hoofd van de demonstraties verzamelden leden van de belangrijkste partijen in het Koreaanse parlement hun aanhangers, in afwachting van de beslissing van het Constitutionele Hof.

Het is duidelijk dat deze demonstraties niets te maken hebben met de belangen van de arbeidersklasse en dat wat we aan beide kanten zien niets meer is dan manoeuvres om de ene burgerlijke kliek tegen de andere te steunen. Deze situatie is het gevolg van de politieke impasse tussen de burgerlijke klieken in het parlement, die er niet in geslaagd zijn een begroting goed te keuren bij gebrek aan een voldoende meerderheid. Dit leidde tot de couppoging van de president. De daaropvolgende politieke chaos illustreerde duidelijk de situatie van de Koreaanse bourgeoisie, die diep verdeeld en gefragmenteerd is. De “ieder voor zich” houding van alle partijen, wordt geïllustreerd door de moordpoging  in januari 2024 op de belangrijkste leider van de oppositiepartij en de staatsgreep van 4 december..

De radicalisering van rechtse groeperingen in de richting van een door Trump geïnspireerde samenzweringsideologie, de groteske episodes die zich afspeelden tijdens de arrestatie van de president door de politie, een episode van presidentiële impeachment die zich sinds 2004 al drie keer heeft voorgedaan, gevolgd door het ontslag van de interim-president vanwege zijn gebrek aan samenwerking met het parlement, laten zien hoe zwaar de ontbinding weegt op de heersende klasse van het land..

“ Samenwerking met de Democratische Partij, een factie van de kapitalistische klasse, zal de strijd van de arbeiders alleen maar begraven. Het voorstellen van een hervorming van het kapitalisme door middel van ‘sociale hervormingen’ zonder het kapitalistische systeem zelf te bestrijden, verdoezelt het feit dat het kapitalistische systeem  de oorzaak van de huidige crisis en tragedie is en propageert de illusie van een gezonder kapitalisme” (Internationalist Communist Perspective, ‘Het ontslag van Yoon Seok-yeol is het begin van een klassenstrijd tegen het kapitalistische regime en het kapitalistische systeem!’).” (Internationalist Communist Perspective, “Het ontslag van Yoon Seok-yeol is het begin van een klassenstrijd tegen het kapitalistische regime en het kapitalistische systeem!”, 04.04.2025)[2].

De uitdaging voor de Koreaanse arbeidersklasse is om zich niet te laten meeslepen in de verdediging van het ene of het andere burgerlijke kamp, in een land dat onvermijdelijk zal lijden onder de dreigende recessie na de maatregelen van Trump en zijn kliek, die bijzonder ernstige gevolgen kunnen hebben voor de Zuid-Koreaanse economie.

Turkije

De arrestatie op 19 maart van Ekrem İmamoğlu, leider van de oppositie tegen de Republikeinse Volkspartij (CHP) van president Erdoğan en tot voor kort burgemeester van Istanboel, is het hoogtepunt van een hardhandig optreden tegen de oppositie in de aanloop naar de volgende presidentsverkiezingen - İmamoğlu was door zijn partij, die lid is van de Socialistische Internationale, genomineerd als kandidaat voor deze verkiezingen. Er kwam onmiddellijk een reactie in de straten met de grootste mobilisatie sinds de poging tot vernietiging van Gezi Park in Istanboel in 2013 om plaats te maken voor vastgoedproject. Maar de leuzen die naar voren werden gebracht laten zien dat de CHP controle heeft over deze demonstraties: ze gaan over “het verdedigen van de Turkse democratie” die wordt bedreigd door een “autoritaire regering” die verkiezingen in scène heeft gezet waarbij president Erdoğan zijn tegenstanders zou kiezen na de uitschakeling van zijn gevaarlijkste rivalen. Het gaat dus om de verdediging van de legitimiteit van het verkiezingsproces. In reactie hierop steunen we de conclusie van Internationalist Voice, een groep uit het proletarische milieu, die een goed gedocumenteerd artikel heeft gepubliceerd over de ontwikkelingen in Turkije: “Alleen door klassenstrijd en vanaf het klassenterrein kunnen we de aanvallen van de bourgeoisie afslaan. We moeten onze strijd onafhankelijk van alle burgerlijke facties en bewegingen uitbreiden en ons rechtstreeks tegen het kapitalisme verzetten. Ons belang ligt niet simpelweg in een verandering binnen de heersende klasse - d.w.z. in het vervangen van Erdoğan door İmamoğlu - maar in de klassenstrijd zelf.» [3].

Ook hier gaat het om een strijd tussen burgerlijke klieken, die volledig vreemd is aan de klassenbelangen van het proletariaat.  De catastrofale economische situatie van Turkije sleurt de Turkse arbeidersklasse mee in een spiraal van eindeloze armoede, die naar alle waarschijnlijkheid nog zal worden verergerd door de imperialistische conflicten waarop de hele Turkse bourgeoisie zich voorbereidt: botsingen met Israël in Syrië, met Rusland in de Kaukasus en Centraal-Azië, met de Koerden in Irak en Syrië en met Griekenland in de rivaliteit om de suprematie in de Egeïsche Zee... De oorlogsspiraal in de regio en de afhankelijkheid van de Turkse bourgeoisie van haar strijdkrachten zullen op geen enkele manier veranderen door een democratische verandering van de factie die aan de macht is in Turkije; Kemal Atatürk blijft het grote voorbeeld van de CHP. Vechten voor de ene burgerlijke kliek tegen de andere, terwijl het hele kapitalistische systeem in een diepe crisis verkeert en er een wervelwind van verschijnselen bestaat die verband houden met de ontbinding van de kapitalistische wereldorde, is aan de arbeidersklasse vragen om te vechten om te weten te komen wie haar naar armoede en oorlog zal leiden!

Servië

De instorting van het dak van het treinstation van Novi Sad in Servië (met 16 doden) op 1 november, een gevolg van grote structurele gebreken die verband houden met de corruptie die het land in zijn greep houdt, leidde tot een reeks gigantische demonstraties met als motieven “de strijd tegen corruptie”en “leven in een land waar een rechtssysteem is en dat werk”’. Deze enorme demonstraties, zoals die van 15 maart, brachten een grote massa mensen samen, met uiteenlopende politieke beweegredenen  variërend van democraten die zich verzetten tegen het autoritaire optreden van de Servische president Vucic tot pro-Russische ultranationalisten. Er liepen zelfs boeren mee met hun tractoren.

Het heterogene karakter van de deelnemers en de motieven achter deze protesten, evenals de steun van de oppositie voor de partij van de president in de vorm van acties in het parlement (zoals het laten ontploffen van rookbommen in het parlement op 4 maart), maken duidelijk dat het hier niet gaat om de verdediging van de belangen van de arbeidersklasse, die zelf verdronken wordt in een massa demonstranten die in feite de democratie verdedigen en een beter rechtssysteem voor het land eisen. Deze interklassistische beweging staat in haar kern volledig onder controle van burgerlijke klieken die de president tot aftreden willen dwingen en nieuwe verkiezingen willen organiseren. Ze vindt plaats op een terrein dat volledig vreemd en zelfs tegengesteld is aan de strijd van de arbeidersklasse. In een land dat gedestabiliseerd is door een diepe economische crisis en dat het strijdtoneel is van verschillende imperialistische invloeden - de ultranationalisten steunen Rusland, de oppositie wil lid worden van de Europese Unie, terwijl China de nieuwe spoorlijn tussen Belgrado en Boedapest aanlegt - moet de arbeidersklasse meer dan ooit haar eigen belangen verdedigen, onafhankelijk van welke burgerlijke factie dan ook. De arbeidersklasse in Servië zal zich zo snel mogelijk moeten losmaken van deze beweging: want vechten tegen corruptie in het kapitalistische systeem betekent vechten tegen de neveneffecten van zijn bankroet, niet tegen het systeem zelf.

De strijd ligt voor ons

Het proletariaat heeft alleen zijn eenheid en bewustzijn in de strijd tegen de bourgeoisie. Het steunen van één burgerlijke factie die ‘progressiever’ is dan de andere was zeker een strategie die Marx en Engels voorstonden tijdens de revolutie van 1848, maar het doel was toen in de eerste plaats om het nationale project van de bourgeoisie te verwezenlijken zodat de arbeidersklasse zich zou kunnen ontwikkelen en verenigen in een context waarin het kapitalisme zich in zijn opgaande fase bevond, in zijn volle ontwikkeling. Deze visie is nu volledig achterhaald gezien het historische bankroet van het kapitalistische systeem: alle facties van de bourgeoisie zijn nu reactionair en de arbeidersklasse heeft er geen belang bij om een van hen te steunen. tegen de anderen. De arbeidersklasse moet haar politieke autonomie behouden en haar eigen klassenbelangen verdedigen zonder deze te vermengen met die van de burgerlijke facties wier bestaansreden het is om elke ontwikkeling van de klassenstrijd te verhinderen. Hoe dan ook, het is een illusie om corruptie te willen bestrijden of meer “democratie” te eisen in een wereld waar winstmaximalisatie het hoofddoel is en waar de heersende politieke macht overal een klassendictatuur is!

In Zuid-Korea, Turkije, Servië en elders is de uitdaging vandaag onze klassenbelangen te verdedigen tegen de verslechtering van onze levens- en arbeidsomstandigheden, ontslagen, de drang naar herbewapening en de ultieme oorlog van allen tegen allen. Geen enkele burgerlijke factie is in staat om onze belangen te verdedigen! De meest geconcentreerde en ervaren delen van de arbeidersklasse, vooral die in West-Europa en de VS, moeten een voorbeeld stellen door te beslissen over onze eigen strijdmethoden: zich verenigen rond de verdediging van onze levensstandaard en arbeidsomstandigheden; vechten tegen de gevolgen van de economische crisis en het oorlogszuchtige politiek van alle bourgeoisieën; ons organiseren in demonstraties om solidariteit op te bouwen en deelnemen aan zo wijdverspreid mogelijke stakingen om een krachtsverhouding in ons voordeel te ontwikkelen. Alleen dan zullen we in staat zijn om duidelijk te begrijpen wat er echt op het spel staat, wie onze vrienden en vijanden zijn, hoe we de staat en de heersende klasse kunnen terugdringen en welke politieke perspectieven er zijn voor de arbeidersklasse. En zeker is dat we dit duidelijk niet zullen bereiken door de kapitalistische staat en de burgerlijke democratie te verdedigen!

HG (24 april 2025)

[1] Zie ons artikel: De bourgeoisie probeert de arbeidersklasse in de val van het antifascisme te lokken, Internationalisme 382

[2] De groep  International Communist Perspective  (ICP), https://communistleft.jinbo.net/x [2]

[3]  Neither Erdoğan nor İmamoğlu—Class Struggle is the Only Path Forward! Internationalist Voice

Geografisch: 

  • Zuid-Korea [3]

Recent en lopend: 

  • Nationalistische campagnes [4]

Rubric: 

Ideologische campagnes

De arbeidersklasse onder druk van de crisis en het militarisme

  • 12 keer gelezen

Na de betoging op 13 februari, die meer dan 100.000 betogers bijeenbracht, bevestigde de algemene staking van 24 uur op 31 maart eens te meer dat de verontwaardiging en woede tegen de bezuinigingsplannen van de federale regering[1] diep leeft bij een groeiend aantal arbeiders uit alle sectoren en regio’s van België, en dat de strijdbaarheid hoog blijft. De sectorale en regionale versnippering die de beweging is opgelegd, illustreert echter dat de bourgeoisie haar tegenoffensief heeft gelanceerd via haar vakbonden, en dit in een context van handelsoorlog en exploderende defensiebudgetten die massale nieuwe aanvallen op de arbeidersklasse inluiden, in België en over de hele wereld.

Een breuk met passiviteit en verwarring

Deze belangrijke strijdgolf in België staat niet alleen, maar is een uitdrukking van de breuk met jaren van passieve onderwerping van arbeiders aan de aanvallen van de bourgeoisie, van atomisering, maar ook van een ondergrondse rijping, het voortdurende proces van reflectie. “De heropleving van de strijdbaarheid van de arbeiders in een aantal landen is een belangrijke historische gebeurtenis die niet alleen het resultaat is van lokale omstandigheden en niet verklaard kan worden door louter nationale omstandigheden. Gedreven door een nieuwe generatie arbeiders, getuigen de omvang en gelijktijdigheid van deze bewegingen van een werkelijke verandering in de stemming van de klasse en een breuk met de passiviteit en desoriëntatie die heersten van het eind van de jaren tachtig tot nu[2] “. De zomer van woede in het Verenigd Koninkrijk in 2022, de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in de winter van 2023 en de stakingen in de Verenigde Staten, met name in de auto-industrie, aan het einde van de zomer van 2023, blijven de meest spectaculaire manifestaties van deze ontwikkeling van de arbeidersstrijd over de hele wereld. De huidige bewegingen in België illustreren ook de context waarin de arbeidersstrijd zich zal ontwikkelen, met name in de geïndustrialiseerde landen, met aanvallen op alle fronten als gevolg van de steeds sneller om zich heen grijpende economische crisis, die zich als in een wervelwind vermengt met de expansie van militarisme en chaos.

Het programma van de nieuwe regering-De Wever voorziet in een totaal van bijna 26 miljard euro aan bezuinigingen om de staatsschuld (105% van het BNP) terug te dringen. Het regeringsprogramma omvat diepgaande bezuinigingen op sociale budgetten, in het bijzonder bezuinigingen op pensioenen (door vervroegde uittreding te bestraffen en de pensioenregelingen van ambtenaren en leraren aan te tasten), evenals het beperken van werkloosheidsrechten tot maximaal twee jaar, waardoor dit jaar 100.000  werklozen zouden worden uitgesloten. Bovendien dreigt een half miljoen langdurig zieken hun uitkering te verliezen omdat ze “onvoldoende of niet meewerken” om weer aan het werk te gaan. Betalingen voor overwerk en nachtwerk worden ook drastisch verlaagd. De “sociale partners” zullen naar verwachting een hervorming van de automatische indexering van lonen en uitkeringen voorstellen (d.w.z. een verlaging!) tegen eind 2026. Minder dan twee maanden na de aankondiging van dit programma zullen de algemene Europese herbewapeningsplannen er bovendien toe leiden dat België, dat achterop hinkt op het vlak van defensiebudgetten, zijn budget de komende jaren bijna zal moeten verdubbelen.

Zodra de plannen uitlekten, werd het verzet tegen de maatregelen duidelijk. Om de controle over de situatie niet te verliezen, besloten de vakbonden een eerste actiedag te organiseren op 13 december 2024, met als doel de ontevredenheid af te leiden naar de richtlijnen van de Europese Unie. Deze eerste dag bracht ongeveer 10.000 demonstranten samen. Maar het maneuver sloeg niet aan en de ontevredenheid bleef groeien, zoals bleek uit de tweede actiedag op 13 januari, toen de vakbonden opnieuw probeerden de mobilisatie te beperken tot “het verdedigen van de pensioenen in het onderwijs”. In werkelijkheid waren er ongeveer 30.000 demonstranten uit een groeiend aantal sectoren en alle regio’s van het land. Op 27 januari bracht een “historische” regionale sectorale demonstratie van Franstalig onderwijspersoneel 35.000 deelnemers samen tegen de drastische bezuinigingen die door de regionale regering waren opgelegd. De vorming van de nieuwe federale regering en de aankondiging van haar bezuinigingsprogramma heeft het protest alleen maar aangewakkerd en de derde actiedag op 13 februari, georganiseerd onder de misleidende slogan “verdediging van de openbare diensten”, bracht meer dan 100.000 betogers uit alle sectoren samen die uiting gaven aan hun wens om de sectorale en regionale opdeling van de door de vakbonden georganiseerde beweging te doorbreken. De demonstranten riepen op tot een globale en gezamelijke strijd tegen de aanvallen van de regering.

De tegenaanval van de vakbonden: de strijdlust van de arbeiders omkaderen, versnipperen en uitputten

Geconfronteerd met de toename van de strijdlust van de arbeiders en het streven naar eenheid, lanceerden de vakbonden een tegenaanval om elke massamobilisatie tegen het globale karakter van de regeringsplannen te verhinderen: het gevoel tot één klasse te behoren, samen en solidair te strijden om een krachtsverhouding op te bouwen, moest worden tegengegaan! Op een moment dat solidariteit in de strijd steeds duidelijker werd, organiseerden de vakbonden de versnippering en opdeling van bewegingen tussen sectoren, met specifieke eisen, en tussen de vakbonden onderling. In plaats van gezamenlijke demonstraties werden verspreide stakingen van één of meerdere dagen georganiseerd in het onderwijs, het stads- en streekvervoer en de spoorwegen, met een tijdschema dat zich over 6 maanden uitstrekte! Zes weken later, op 31 maart, werd een eendaagse algemene staking uitgeroepen, zonder enige oproep tot demonstraties. De boodschap is nu om passief thuis te blijven, met een veelheid aan kleine stakingspiketten gecentreerd in hun bedrijf of sector, goed van elkaar gescheiden. De zogenaamde “algemene” staking is gebruikt als een middel om mobilisaties te verlammen en arbeiders te isoleren, om hun strijdlust uit te putten tegen elke neiging tot eenwording.

Het tegenoffensief van de regering en de vakbonden probeert daarom de beweging voor de zomerperiode uit te putten. Er is een oproep gedaan voor een nieuwe “algemene staking” op 29 april. Het feit dat sectoren zoals het spoorvervoer en het onderwijs nog steeds stakingen en actiedagen gepland hebben voor april, mei en juni onderstreept het feit dat de vakbonden “alles uit de kast halen” om de strijdbare sectoren te isoleren en vooral om ze uiteindelijk uit te putten in acties die afgesneden zijn van de rest van de arbeidersklasse[3] . Als de vakbonden op 22 mei (dus drie maanden na de vorige mobilisatie!) een nieuwe nationale demonstratie aankondigen, uiteraard opnieuw rond eisen die specifiek zijn in verdediging van de openbare diensten en de non-profitsector, dan is dat duidelijk in de hoop te kunnen constateren dat de strijdbaarheid afneemt en dat de ontmoediging toeslaat.

Het vakbondsoffensief is des te noodzakelijker omdat nieuwe aanvallen aan de horizon opdoemen: “Kijk naar de internationale context” zei de voorzitter van de Vlaamse socialisten (de partij “Vooruit”). De bourgeoisie heeft steeds minder speelruimte om de gevolgen van de economische oorlog en het groeiende militarisme op te vangen. De beslissing om het defensiebudget dit jaar aanzienlijk te verhogen van 1,3% naar 2% van het BBP is hiervan het sprekende bewijs en is slechts de eerste stap naar een niveau van 3% van het BBP, gefinancierd door nog brutalere bezuinigingsmaatregelen. Aan de andere kant werd de enorme investering in militaire budgetten gezien als een provocatie door veel van degenen die in opstand kwamen tegen de 5,1 miljard besparingsplannen op werkloosheid en pensioenen.

Trotskistische groepen roepen op tot een “echte” linkse regering en helpen democratische en pacifistische campagnes te versterken. De populistisch linkse PTB/PvdA organiseert op 27 april een mars onder het motto “Geld voor arbeiders, niet voor bewapening”. Op die manier voedt ze de illusie dat een “democratische” keuze binnen het kapitalisme mogelijk is.

De huidige context zal daarom meer en meer van de arbeidersklasse een meer gepolitiseerd niveau van strijd vragen om te slagen in het terugdringen van de bourgeoisie, zoals de situatie in België illustreert. Geconfronteerd met een verdere verergering van de economische crisis, de druk van het militarisme en de altijd aanwezige dreiging van een barbaarse oorlog, moeten we weerstand bieden aan het bedrieglijke en misleidende discours van de bourgeoisie, die steeds grotere offers van ons vraagt. De economische crisis, de ecologische vernietiging, de moorddadige oorlogen, de massale vluchtelingenstromen, tot wanhoop en dood gedreven, zijn het product van het kapitalisme in verval. Alleen solidariteit en eenheid in de strijd tegen de aanvallen op onze levensomstandigheden zullen ons in staat stellen eisen te ontwikkelen die de verschillende sectoren van de arbeidersklasse zullen verenigen. Een eerste stap in deze richting zou kunnen zijn om vakbondsmobilisatie te gebruiken als een gelegenheid om een zo breed mogelijke discussie tussen arbeiders aan te gaan over de algemene behoeften van de strijd, in plaats van passief te luisteren naar de retoriek van degenen die onze verdeeldheid en machteloosheid organiseren.

Lac, 15 april 2025.

 

[1]Zie “Een nieuwe uitdrukking van de internationale strijdbaarheid van de arbeidersklasse”, Révolution internationale no. 503, en “Arizona’ coalitie bereidt frontale aanval voor tegen werk- en levensvoorwaarden” Internationalisme n°381

[2] "Resolutie over de internationale situatie op het 25e Internationale Congres van het ICC", International Review nr. 170 (2023).

[3] Vooral de impopulaire stakingsactie bij de spoorwegen, met 19 stakingsdagen eind maart en nog tientallen in de komende maanden, illustreert deze wens om een uitputtingsslag en isolement van de rest van de klasse te organiseren.

Territoriale situatie: 

  • Klassenstrijd in België [5]

Recent en lopend: 

  • heropleving klassestrijd [6]

Rubric: 

Klassestrijd in België

De bourgeoisie probeert de arbeidersklasse in de val te lokken van het antifascisme

  • 5 keer gelezen

De laatste maanden staat Trump voortdurend in de schijnwerpers. Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat hij een verklaring aflegt die de wereld verbijstert: zijn wens om Groenland of Panama te annexeren, zijn publieke vernedering van Zelensky, zijn zuivering van de administratie, zijn onceremoniële ontslag van duizenden federale ambtenaren, zijn intimidatie van journalisten... In enkele weken tijd hebben zijn gangsterachtige accenten en zijn brutale machtsgebruik zoveel krantenkoppen gehaald dat de Amerikaanse en wereldpers nu in koor de meest hypocriete democratische refreinen zingt: de “grootste democratie ter wereld” zou veranderen in een “onliberaal regime” of zelfs een “dictatuur”. De bourgeoisie gaat tot het uiterste, want Trump is al publiekelijk beschimpt als een “verrader”, een “despoot” en een “fascist”. Sommigen trekken zelfs parallellen met Mussolini!

Is Trump een fascist?

Hoe meer de onbekwaamheid en wreedheid van Trump aan het licht komen, hoe makkelijker het is voor de rest van de bourgeoisie, onder leiding van de Democraten, om de president en zijn handlangers de schuld te geven van de economische en imperialistische chaos en de aanvallen op de arbeidersklasse. De oorverdovende campagne rond zijn “idiote beslissingen” en “autoritarisme” is een klassieke bourgeois-strategie om te laten geloven dat de chaos, barbaarse verwoestingen en slachtpartijen de schuld zijn van “onverantwoordelijke” of “waanzinnige” individuen – Trump of Poetin vandaag, Hitler, Mussolini of Stalin gisteren – en niet de uitdrukking van het historische failliet van het kapitalistische systeem.

In werkelijkheid weerspiegelen de verkiezing van Trump in de VS, die van Milei in Argentinië, en de wereldwijde opkomst van het populisme – vooral in Europa – de groeiende moeilijkheden van nationale bourgeoisieën om grip te houden op hun politieke apparaat, onder de druk van een steeds verder wegrottend kapitalisme.

De situatie van vandaag verschilt sterk van die in de jaren 1930. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog trok een krachtige revolutionaire golf door Europa. In landen als Duitsland, Italië en vooral Rusland was het proletariaat bijzonder strijdvaardig. In Rusland slaagde het er zelfs in om de politieke macht te grijpen tijdens de Oktoberrevolutie van 1917. Deze machtsgreep dwong de oorlogszuchtige bourgeoisie om de oorlog te beëindigen, zodat ze zich konden richten op de strijd tegen hun aartsvijand: het proletariaat, niet alleen in Rusland, maar vooral ook in Duitsland.

Helaas eindigde deze revolutionaire golf in een mislukking en felle onderdrukking door de bourgeoisie.

In Duitsland had de arbeidersklasse zwaar geleden onder een vernietigende fysieke en ideologische nederlaag, toegebracht door de sociaaldemocratie. Alleen in Rusland was de klap groter geweest. In deze context was het nazisme, net als het fascisme in Italië in de jaren ‘20, het meest doeltreffende middel voor de Duitse bourgeoisie om de verplettering van het proletariaat te voltooien, radicale sociale hervormingen door te voeren en de productie extreem te militariseren – allemaal noodzakelijke stappen op weg naar de Tweede Wereldoorlog.

In de “democratische” landen moest de bourgeoisie vasthouden aan het parlementaire en electorale theater. Ze gebruikte dit om de arbeidersklasse te verleiden om zich voor te bereiden op de oorlog en alle nodige offers te aanvaarden. Dat deed ze door een valse keuze op te dringen: het fascisme of de verdediging van de democratie. Deze antifascistische ideologie sluit de arbeidersklasse op in een strijd die niet de hare is en brengt haar ertoe zich neer te leggen bij wat zogenaamd het “minste kwaad” is: de “democratische” bourgeoisie.

Antifascisme is net als fascisme een gevolg van de fysieke en ideologische verplettering van het proletariaat. Ze maken deel uit van een periode van contrarevolutie, waardoor de bourgeoisie de vrije hand krijgt om de arbeiders naar een wereldoorlog te leiden.

Is de context vandaag vergelijkbaar? Sinds het einde van de contrarevolutie – zichtbaar in de gebeurtenissen van mei 1968 in Frankrijk en andere strijdbewegingen wereldwijd, van Italië in 1969 tot Polen in 1976 en 1980 – heeft de arbeidersklasse geen grote nederlaag meer geleden die de weg vrijmaakte voor een nieuwe periode van contrarevolutie. Er zijn momenten geweest van vooruitgang in het bewustzijn, van getamel en min of meer significante tegenslagen, maar nooit een definitieve nederlaag. Een vergelijking met de jaren ‘30 gaat dus niet op. Sinds eind 2022 zien we juist een langzame heropleving van strijdbaarheid en de ontwikkeling van een rijper bewustzijn binnen de arbeidersklasse, wat tot uiting komt in grote strijdbewegingen op internationaal vlak, onder meer in Groot-Brittannië, Frankrijk, de Verenigde Staten en België. Dit is een breuk met de voorgaande periode van verwarring en passiviteit.

Populisme en antifascistische campagnes

In tegenstelling tot het fascisme, dat een product was van de verplettering van het proletariaat, is de huidige populistische golf een uitdrukking van de verrotting van het kapitalisme. Het is zeker geen toeval dat populistische partijen zich sinds het begin van de 21ste eeuw echt hebben ontwikkeld en zo’n impact hebben bereikt. Hun ontwikkeling valt samen met de verspreiding van de schadelijke effecten van de ontbinding van de kapitalistische samenleving. Naarmate de economische crisis toeneemt en de imperialistische confrontaties oplaaien, escaleren de spanningen tussen de facties van de bourgeoisie, wordt de rivaliteit binnen de bourgeoisie steeds onbeheersbaarder en is er als gevolg daarvan sprake van een toenemend verlies van controle over het politieke apparaat. Populistische kliekjes hekelen de politieke elites en dominante facties die de macht monopoliseren en propageren kleingeestig beleid dat de politiek van de verschillende staten destabiliseert en nog irrationeler maakt. Het populisme drukt dus een realiteit uit die radicaal verschilt van die van het fascisme: terwijl het het politieke apparaat van de bourgeoisie destabiliseert, is het niet in staat om, tegenover een arbeidersklasse die de aanvallen weerstaat, de offers op te leggen die nodig zijn om een oorlog voor te bereiden, laat staan een wereldconflict.

Daarom gebruikt de bourgeoisie via haar linkse fracties de antifascistische ideologie om van het populisme een vogelverschrikker te maken en het gelijk te stellen aan het fascisme. Op deze manier proberen de linkse partijen het momentum van de arbeidersstrijd af te leiden naar de electorale impasse door zichzelf te positioneren als het ware “bolwerk” van democratie en gelijkheid, dat in staat zou zijn om een antwoord te bieden op de crisis van het kapitalisme.

De gelijkstelling van populisme met fascisme dient dus vooral de burgerlijke linkerzijde als instrument om een felle campagne tegen Trump te voeren. Hij wordt voorgesteld als de oorzaak van het economische debacle en de toenemende oorlogsdreiging, wat het historische failliet van de kapitalistische productiewijze verhuld. Tegelijk blijft de harde waarheid buiten beeld: de aanvallen op de arbeidersklasse zullen alleen maar toenemen.

De valstrik van demonstraties voor de burgerlijke staat

Met dit in gedachten riepen Sanders, Ocasio-Cortez, Warren en zogenaamd “radicale” fracties van de Democratische Partij, samen met de vakbonden, arbeiders op om massaal de straat op te gaan in Amerikaanse steden. Ze schaarden zich achter de Hands off-beweging om Trumps “autocratie” aan te klagen. Deze fracties van de bourgeoisie namen het voortouw en kanaliseerden het protest in een tijd van groeiende woede onder de arbeidersklasse. Die woede richtte zich niet alleen tegen het ontslag van tienduizenden ambtenaren, maar ook tegen zware bezuinigingen op sociale voorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg, en tegen de exploderende kosten van levensonderhoud. Voor de goede orde en om de reactie van de proletariërs op deze aanvallen verder te overstemmen, Om de stem van de proletariërs te overstemmen, werden allerlei gefragmenteerde eisen toegevoegd: voor de LGBTQ-beweging tot liefdadigheidsinstellingen. Allemaal van burgerlijke ideologische aard, gepresenteerd onder de vlag van “burgerrechten” en “democratie”.

Uiteindelijk ging het erom de strijdlust van de arbeiders af te wenden, de proletariërs weg te houden van mobilisaties op hun eigen klassenterrein – het terrein waar solidariteit, collectieve reflectie en proletarische eenheid worden opgebouwd. Daarom riepen de vakbonden ontslagen ambtenaren op geïsoleerd actie te voeren, los van de bredere arbeidersklasse, en tegen Elon Musk, voorgesteld als de personificatie van het kwaad, alsof hij de enige oorzaak van het onheil zou zijn. De Hands off-beweging heeft bovendien aangekondigd de druk op dit ideologisch rotte mijnenveld de komende weken verder op te voeren, terwijl Sanders en Ocasio-Cortez hun bijeenkomsten en rally’s vermenigvuldigen.

Tegenover de campagnes ter verdediging van de democratische staat moet de Amerikaanse arbeidersklasse de strijd aangaan op haar eigen klassenterrein. Ze moet zich verzetten tegen ontslagen bij de federale overheid, in het onderwijs, maar ook in de bedrijven, tegen de verlaging van de pensioenen die geïndexeerd worden aan de instortende beursindexen, tegen de verlaging van de sociale uitkeringen en de ontmanteling van de sociale zekerheid. Daarbij moet elke verdeeldheid tussen sectoren worden geweigerd. Geconfronteerd met de verscherping van de crisis, de “oorlogsinspanning” en alle aanvallen die door de bourgeoisie worden opgelegd, geconfronteerd met de gevolgen van ontbinding, is het van essentieel belang dat de arbeidersklasse, in de Verenigde Staten net als elders, haar verenigde strijd ontwikkelt tegen de aanvallen en opofferingen die de crisis en de oorlog haar opleggen. Het kapitalistische systeem heeft niets te bieden. De loze beloften van de bourgeoisie zijn er alleen om hen aan de uitbuiting te ketenen.

Camille, 21 april 2025

People: 

  • Trump [7]

Geografisch: 

  • Verenigde Staten [8]

Recent en lopend: 

  • anti-Trump campagnes [9]

Rubric: 

Ant-Trump campagnes

De omwenteling van de allianties verergert de logica van het 'ieder tegen ieder'

  • 4 keer gelezen

Terwijl de homepage van de NAVO verklaart: “De NAVO veroordeelt in de sterkste bewoordingen de oorlog van Rusland tegen Oekraïne. De Alliantie blijft vastbesloten om Oekraïne te ondersteunen en op deze manier te helpen om haar fundamenteel recht op zelfverdediging uit te oefenen”, vernederde en pestte Trump de Oekraïense president in het openbaar voor de media van de wereld, waarbij hij hem zelfs verantwoordelijk noemde voor de barbarij in Oekraïne, terwijl hij de banden aanhaalde en onderhandelingen startte met het Rusland van Poetin. Deze provocerende standpunten onderstreepten publiekelijk en brutaal de ideologische en strategische breuk van Trump met de centrale as van het NAVO-beleid. Trump trok ook de solidariteit tussen de NAVO-landen, de kwintessens van het Atlantisch Bondgenootschap, in twijfel: “Als ze niet betalen, ga ik ze niet verdedigen”, “Mijn grootste probleem met de NAVO (...) is dat als de Verenigde Staten een probleem hadden en we Frankrijk of andere landen die ik niet zal noemen zouden bellen en zeggen ‘We hebben een probleem’, denk je dat ze ons dan zouden komen helpen, zoals ze verondersteld worden te doen? Ik weet het niet zeker...” (France 24, 07.03.25). In een paar weken tijd heeft Donald Trump het Atlantisch Bondgenootschap getorpedeerd en het collectieve defensiepact dat de Verenigde Staten en Europa sinds 1949 had verenigd, politiek gesloopt. Amerika was niet langer van plan zijn bondgenoten te steunen bij de verdediging van Oekraïne en garandeerde zelfs niet langer de onvoorwaardelijke solidariteit van de Verenigde Staten in geval van agressie tegen een van zijn partners.

Het definitieve einde van de imperialistische betrekkingen sinds 1945

Deze gebeurtenissen hebben een diepgaande historische betekenis, omdat ze een volledige herziening van de imperialistische betrekkingen tussen de grootmachten die sinds 1945 hebben bestaan, in de openbaarheid brengen. In werkelijkheid zijn ze de culminatie van een heel proces dat in gang werd gezet door de ineenstorting van het Oostblok eind 1989, die ook het begin markeerde van de periode van ontbinding. Destijds gaf de IKS aan dat deze ineenstorting van het Sovjetblok gepaard zou gaan met de desintegratie van het Westblok: “Het verschil met de zojuist afgesloten periode is dat de splijtzwammen en antagonismen, die voorheen werden ingedamd en gebruikt door de twee grote imperialistische blokken, nu op de voorgrond zullen treden. Het verdwijnen van de Russische imperialistische gendarme, en de daaruit voortvloeiende verdwijning van de Amerikaanse gendarme ten opzichte van zijn belangrijkste partners van weleer, opent de deur voor het ontketenen van een hele reeks meer lokale rivaliteiten[1] “.

De desintegratie heeft zich sindsdien geleidelijk voltrokken, met ups en downs, en culmineert vandaag in de expliciete manifestatie van de Trans-Atlantische scheiding. In hun poging om hun status als enige heersende supermacht ter wereld te verdedigen, gebruikten de Verenigde Staten de NAVO aanvankelijk om hun rol als wereldpolitieagent te ondersteunen en om hun “partners” in het westelijke blok onder controle te houden (1e Irakoorlog, 1991, Afghanistan, 2001), om de Oost-Europese landen van het voormalige Sovjetblok in hun invloedssfeer op te nemen en meer recent om Oekraïne te steunen tegen de Russische aanval, waardoor Washington het streven naar onafhankelijkheid van Europese landen kon tegengaan. Dit verlangen kwam al tot uiting in het begin van de jaren 1990 met de manoeuvres van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland tijdens de burgeroorlog in het voormalige Joegoslavië, en werd nog versterkt door de weigering van de belangrijkste Europese landen in 2003 om deel te nemen aan het avontuur van de tweede Irak-oorlog onder Bush junior. Meer in het algemeen is de mondigheid van de Europese landen (vooral Duitsland) tot uiting gekomen in een aanzienlijke vermindering van hun militaire bijdragen aan de NAVO en in hun openstelling voor Rusland en China op het gebied van energie en handel.

Geconfronteerd met zijn onomkeerbare neergang in het licht van de explosie van “ieder voor zich” en de opkomst van de Chinese uitdager, is ‘s werelds leidende macht nu van plan om zijn militaire, economische en politieke macht te gebruiken om de verdediging van zijn belangen desnoods met grof geweld op te leggen aan alle andere landen, zowel tegenstanders als bondgenoten. Dus achter het feit dat Washington Oekraïne in de steek laat, de trans-Atlantische solidariteit binnen de NAVO in twijfel trekt en toenadering zoekt tot Rusland, wordt wel degelijk de manier waarop de wereld sinds 1945 is gestructureerd voorgoed van tafel geveegd.

De onomkeerbaarheid van de trans-Atlantische scheiding

NAVO-secretaris-generaal Rutte en bepaalde Europese militaire en politieke kringen hopen nog steeds dat de bulderende verklaringen van Trump in wezen bedoeld zijn om de inzet te verhogen in het kader van “transactionele” onderhandelingen over de NAVO-financiering, en dat de drastische verhoging van de militaire budgetten waartoe de Europese landen hebben besloten, de anti-Europese agressiviteit van Trump tot bedaren zal brengen. Hoewel de concrete vorm en de snelheid van afwikkeling van de scheiding tussen de “vaste bondgenoten” moeilijk te voorspellen blijven, wordt de onomkeerbaarheid van het proces bevestigd door een aantal factoren.

1 “Maar Trump heeft de NAVO politiek ontwapend, ontdaan van wat een collectieve defensieve alliantie sterk maakt: betrouwbaarheid.[2] “. De absolute garantie van militair ingrijpen ter ondersteuning en van de Amerikaanse atoomparaplu als dekking binnen de NAVO is helemaal niet meer verzekerd, integendeel, zo blijkt uit een recente nota van het Pentagon, de “Interim National Defense Strategic Guidance”, gebaseerd op richtlijnen van minister van Defensie Pete Hegseth die de Washington Post (31.03.2025) kon raadplegen. Daarin staat dat Europa in het geval van agressie mogelijk alleen kan rekenen op troepenversterkingen die niet essentieel zijn tegenover China. Bovendien blijft Trump aanspraak maken op Groenland tegenover Denemarken en op de annexatie van Canada, ook al zijn deze twee landen NAVO-partners. Geen wonder dat de Canadese premier Mark Carney concludeerde dat de VS niet langer een betrouwbare partner is! Wat de daaropvolgende omkeringen ook mogen zijn, er is twijfel gezaaid over de onwankelbaarheid van de Trans-Atlantische Alliantie en van de Amerikaanse steun voor Europa.

2. De onomkeerbaarheid van de scheiding wordt ook op ideologisch niveau benadrukt. Het sluiten van het Trans-Atlantisch Pact en de oprichting van de NAVO na 1945 hadden als ideologische dekmantel de verdediging van de “westerse democratie”. Het feit dat Trump de onwrikbare steun aan Oekraïne in twijfel trekt ten gunste van een toenadering tot de “dictator Poetin” en de aanval van vice-president Vance op het Forum van München op de opvatting van de democratie die door de Europese bourgeoisie wordt verdedigd, terwijl de regering Trump tegelijkertijd populistische en extreem-rechtse partijen in Europa blijft steunen, verscheuren deze gemeenschappelijke ideologische dekmantel volledig. Trump ontdoet het Atlantisch Bondgenootschap van al zijn ideologisch voegsel.

3. Europa, dat meer dan vijftig jaar lang een cruciale bondgenoot van de Verenigde Staten tegen de USSR was, heeft aan geostrategisch belang ingeboet naarmate de macht van China toenam, en is vooral een economische concurrent geworden en een leverancier van contesterende, zelfs vijandige landen bij gewapende conflicten. “We zijn hier vandaag ook om duidelijk en ondubbelzinnig uiting te geven aan een onontkoombare strategische realiteit: de Verenigde Staten kunnen zich niet langer in de eerste plaats richten op de veiligheid van Europa. De Verenigde Staten worden geconfronteerd met directe dreigingen tegen ons eigen grondgebied. We moeten - en zijn bezig - prioriteit geven aan de veiligheid van onze eigen grenzen. (...) Dit vereist dat onze Europese bondgenoten zich ten volle engageren en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen conventionele veiligheid op het continent[3] . Europa, en dus het Trans-Atlantische pact, is niet langer een prioriteit, of zelfs een noodzaak, voor het Amerikaanse imperialisme, en de Trump-regering drukt dit in niet mis te verstane bewoordingen uit.

4. Er verschijnen meningsverschillen tussen Europese landen met betrekking tot het mogelijk voortbestaan van Trans-Atlantische banden. Sommigen, zoals de Italiaanse Meloni en de Poolse Tusk, hopen dat de aanzienlijke wapenopbouw van de Europese landen zal helpen om de essentie van het bondgenootschap te behouden en de anti-Europese agressiviteit van de Trump-regering zal kalmeren; anderen daarentegen stellen  de finale verbrokkeling van de Trans-Atlantische band vast en dringen aan op de ontwikkeling van een alternatief beleid ten opzichte van de Verenigde Staten. Deze laatsten zullen de situatie ongetwijfeld uitbuiten door de druk op te voeren om de “Europese pool” op te breken. Op die manier zal Trump geneigd zijn een “transactioneel” beleid te ontwikkelen dat gunstiger is voor bepaalde landen, zoals Polen, en minder gunstig voor andere, zoals Duitsland.

5. “Kijk, laten we eerlijk zijn, de Europese Unie is ontworpen om de Verenigde Staten te naaien” (verklaring van Trump, 26.02.2025). De proliferatie van Amerikaanse invoertarieven op de import van Europese “bondgenoten” - door Trump ervan beschuldigd de Verenigde Staten slechter te behandelen dan bepaalde “vijanden” - en de Europese “vergeldingsmaatregelen” zullen de spanningen tussen beide zijden van de Atlantische Oceaan alleen maar verergeren en de economische component van de scheiding vormen. Deze handelsoorlog is een goede illustratie van hoe de Europese “partners” van weleer nu worden gezien als rivalen van “America first”. Het opleggen aan Europese landen van een gigantische militaire investeringsinspanning als gevolg van het einde van de Amerikaanse militaire paraplu is vooral bedoeld om alle EU-landen te dwingen een deel van hun economische reserves te “verspillen” aan de ontwikkeling van hun militaire middelen, zodat deze landen aan concurrentievermogen inboeten ten opzichte van de Verenigde Staten. Variaties in douanetarieven zijn mogelijk ook een middel om verdeeldheid te zaaien tussen Europese landen.

De Verenigde Staten op kop in de oorlog van ieder tegen ieder

Het in vraag stellen van de imperialistische relaties tussen de grootmachten is niet alleen van groot historisch belang, het zal ook leiden tot een dramatische versnelling van het ieder voor zich, van de irrationaliteit en de chaos op wereldschaal.

Het prioritaire doel van de regering Trump, in lijn trouwens met het beleid van Biden, is om alle economische en militaire middelen in te zetten om te voorkomen dat de Chinese uitdager de afnemende suprematie van de Verenigde Staten bedreigt. Om dit te bereiken wil Trump Rusland loskoppelen van China en is hij bereid Oekraïne en de stabiliteit van Europa, en zelfs de cohesie van de EU, op te offeren. Maar als Rusland de toenadering die de Verenigde Staten bewerkstelligen alleen maar kan toejuichen, als het de groeiende economische wurggreep van China in Siberië met argusogen bekijkt, is het tegelijkertijd op zijn hoede voor het fluctuerende karakter van de beslissingen van Trump; vandaar de terughoudendheid van de Poetin-factie om zich te engageren in het proces van beëindiging van de gevechten op basis van de door Washington voorgestelde ‘deal’. In feite doet Trump een zet zonder zeker te zijn van het succes ervan en zonder zich zorgen te maken over de gevolgen. In die zin is Trump een karikatuur van hoe de ontbindende bourgeoisie haar imperialistische beleid ontwikkelt: “een slag slaan”, met een onmiddellijke visie, zonder zich zorgen te maken over de gevolgen op langere termijn.

Een belangrijk gevolg van de Trans-Atlantische scheiding is ongetwijfeld de wijdverbreide explosie van wapenuitgaven en, meer in het algemeen, van het militarisme in Europa. Er vinden steeds meer ontmoetingen plaats tussen grote Europese landen om de militaire productie te verhogen en de steun voor Oekraïne te verzekeren. Overal in Europa is een verhoging van de militaire budgetten voor de komende jaren aangekondigd: dit is het geval in Groot-Brittannië, Frankrijk[4] , Duitsland[5] , en de EU heeft een steun van 800 miljard euro aangekondigd voor de komende 10 jaar. Duitsland heeft gestemd voor een grondwetswijziging om een clausule te schrappen die het land verbiedt om overheidstekorten aan te gaan, zodat het schulden kan maken om de militaire uitgaven te verhogen. Maar er ontstaan al meningsverschillen tussen de landen: nuances komen bijvoorbeeld tot uiting tussen Frankrijk en Groot-Brittannië enerzijds en Italië en Polen over de plannen met betrekking tot Oekraïne; en wat wordt de houding van de andere Europese machten tegenover Duitsland, de machtigste economie van de EU die nu ook de belangrijkste grootmacht van Europa wil worden; in Nederland is de premier overstemd door zijn eigen meerderheid over de toezeggingen aan Oekraïne, waarbij populisten het idee verdedigen dat het geld in de eerste plaats moet worden gebruikt voor het Nederlandse volk. Hoewel sommigen een strategische toenadering  tot de Verenigde Staten zullen zoeken en anderen binnen de EU, is de tendens dat er geen stabiele militaire allianties meer zullen zijn, een dynamiek die typerend is voor de verergering van de “ieder voor zich”-houding in tijden van ontbinding en die al wijdverbreid is in verschillende conflicten over de hele wereld.

Door Oekraïne in de steek te laten, het Trans-Atlantische pact te torpederen, zich naar Rusland te keren - kortom, door de laatste fundamenten van de internationale orde die de val van de USSR had overleefd, te vernietigen - zullen de Verenigde Staten geconfronteerd worden met een imperialistische wereld die nog vijandiger tegenover hen zal staan en nog minder controleerbaar zal zijn, omdat er niets stabiels zal voortkomen uit deze “omwenteling van allianties” die geen nieuwe blijvende allianties zal voortbrengen. In feite heeft Trump tegen de wereld gezegd: het woord van de Amerikaanse regering is waardeloos, je kunt ons niet vertrouwen. Het is duidelijk dat hij en zijn kliek niet op zoek zijn naar solide internationale allianties, maar naar eenmalige bilaterale “deals” die “op dit moment” geldig zijn. Dus na de opeenvolgende mislukkingen van de Amerikaanse bourgeoisie om haar orde op te leggen en de “ieder voor zich”-tendens in te perken, erkent Trump dat het onmogelijk is om deze dynamiek een halt toe te roepen, maar in plaats daarvan plaatst hij zichzelf aan het hoofd ervan door de “oorlog van iedereen tegen iedereen” open te verklaren. Dit is de echte vandalistische “strategie” van de nieuwe Amerikaanse regering: “De wereldorde is een wapen geworden dat tegen ons wordt gebruikt. Het is opnieuw aan ons om uit de chaos een vrije wereld te creëren. Hiervoor is een Amerika nodig (...) dat zijn eigen belangen boven alle andere stelt[6] “. Vanaf nu is er geen weg meer terug.

Voor de arbeidersklasse betekenen de Trans-Atlantische scheiding en de “omwenteling van de bondgenootschappen” in feite twee dingen: een aanzienlijke intensivering van de aanvallen op hun levensomstandigheden, uitgelokt door de verscherping van het militarisme, en de vermenigvuldiging van gruwelijke oorlogsconfrontaties, zoals die waarbij elke maand duizenden mensen worden afgeslacht in Oekraïne of Palestina. Tegenover de campagnes om hen te mobiliseren voor de verdediging van de democratische staat, tegenover de “oorlog van ieder tegen allen”, moeten arbeiders integendeel hun eenheid bewaren op hun klasseterrein om te strijden tegen de aanvallen van de verschillende bourgeoisies.

R. Havanais / 20.04.2025

 

[1] Oriëntatietekst “Militarisme en decompositie”, International Review 64, 1991.

[2] Column van Alain Frachon, Le Monde, 06.03.2025.

[3] Toespraak van P. Hegseth op 12.02.25 tijdens de vergadering van de NAVO-contactgroep Oekraïne.

[4] “De goedgekeurde kredieten in de militaire programmeringswet 2024-2030 bedragen 413 miljard euro”.

[5] “Er is een enorm fonds van 500 miljard euro gepland om Duitsland te positioneren als leider op het gebied van Europese defensie.

[6] Staatssecretaris Rubio, Senaatscommissie, 15.01.25, in “Alliance atlantique ou schisme occidental?” Le Monde diplomatique, april 2025.

Recent en lopend: 

  • scheiding VS - Europa [10]

Rubric: 

Trans-Atlantische scheiding, Oekraïne droppen, toenadering tot Rusland...

Het historische belang van de scheiding tussen de Verenigde Staten en Europa

  • 4 keer gelezen

De IKS houdt regelmatig discussiebijeenkomsten en openbare bijeenkomsten, zowel fysiek als online. Die van 5 april vond online plaats, met deelnemers uit verschillende landen en continenten. Tijdens dit debat werd ingegaan op de ontwikkelingen in de internationale situatie, die bijzonder ernstig en complex is. Dit om een beter inzicht te krijgen in de dynamiek die aan het werk is en om de voorwaarden voor de klassenstrijd zo duidelijk mogelijk te kunnen stellen.

Het verloop van de discussie

Een inleiding van de IKS schetste het politieke kader om de betekenis en de gevolgen te begrijpen van de trans-Atlantische scheiding, die we kunnen waarnemen tussen de Verenigde Staten en Europa en die sindsdien ruimschoots is versterkt en bevestigd. De wereldwijde dynamiek die sinds 1989 plaatsvindt en vandaag culmineerde in de verkiezing van Trump en het verbrokkelen van de bondgenootschappen die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden gesmeed. Dit heeft gevolgen op verschillende niveaus van het maatschappelijk leven. In het bijzonder op imperialistisch vlak en op de klassenstrijd.

Op basis van onze voorstelling werden de deelnemers gevraagd om meer in detail in te gaan op de volgende thema’s en vraagstukken:

– Kunnen we achter de vredesbeloften van Trump iets anders verwachten dan meer militarisme en oorlogsescalatie? Heeft de dynamiek die sinds 1989 aan de gang is nu een nieuw historisch niveau bereikt?

– Heeft de kapitalistische klasse geen andere keuze om haar omvangrijke wapenprogramma’s te financieren dan overal en op de meest meedogenloze wijze de arbeiders aan te vallen

Een definitieve scheiding

De kameraden die na de uiteenzettingen het woord namen, spraken hun algemene steun uit voor de standpunten van de IKS over de kwestie van de oorlogsspanningen, zij het met enkele nuances en in het geval van één kameraad zelfs met een andere visie op de manier waarop de wereld afglijdt naar oorlogszuchtige barbarij. Volgens hem zijn we getuige van een versterking van drie rivaliserende imperialistische blokken.

Maar in het kader van deze vergadering leek het ons beter om deze zeer belangrijke kwestie open te laten en ons te concentreren op de analyse van de historische omslag die de scheiding tussen de VS en Europa teweegbrengt.

Vele tussenkomsten bevestigden de realiteit van het ‘ieder voor zich’, met name binnen de EU, en benadrukten dat dit fenomeen wordt verergerd door de Amerikaanse druk en het grillige beleid van Trump als uitdrukking van het kapitalisme in ontbinding. Veel kameraden hebben zich geconcentreerd op de punten die wij essentieel achten, en hebben met name getracht de betekenis te begrijpen van wat wij de “scheiding” tussen de VS en de EU noemen, die het einde van hun alliantie betekent: “Het is moeilijk te voorspellen of er een definitieve breuk tussen de VS en de EU zal komen, maar het is duidelijk dat de EU dringend haar militaire uitgaven moet verhogen en haar onafhankelijkheid moet versterken [...]. Afgezien van Trump heeft het Amerikaanse beleid ten aanzien van China de neiging de EU te verdelen. Er zijn tal van factoren die de landen verdelen: een hechte alliantie, die de afgelopen dertig jaar fragiel was, maar die zich niet zal herhalen”.

Een andere kameraad benadrukte het belang en de ernst van het fenomeen: “We zien een breuk tussen de Verenigde Staten en Europa. Dit bevestigt wat al een tijdje aan de gang is. Het is een schok en verbijstering over Trump [...]. Zelfs de bourgeoisie beweert dat de wereld gevaarlijker is geworden [...]. De verkiezing van Trump is een nieuwe kwalitatieve stap van het kapitalisme naar barbarij”.

In dit verband werd ook veelvuldig gewezen op het gewicht van het populisme en de realiteit ervan. Een kameraad wilde zo “een diepgaande versnelling van de crisis van alle bourgeoisieën” benadrukken en wees erop dat “de Amerikaanse bourgeoisie nog steeds een voorsprong heeft op Rusland met als doel chaos te zaaien

in Europa om de wereldheerschappij te behouden en China een hak te zetten. We bevinden ons in een soort waanzinnige race naar de afgrond en de bourgeoisie heeft geen keuze, wat ze ook doet, het keert zich tegen haar [...]. Het is noodzakelijk [voor de Verenigde Staten] om Europa te desorganiseren en alles in het werk te stellen om de concurrentie van Europa tegen te gaan”.

De kameraden die het woord namen, benadrukten hoe moeilijk het is om grip te krijgen op een veranderlijke en complexe situatie. De IKS heeft daarom geprobeerd een bijdrage te leveren aan het debat, met de bedoeling een kader te bieden dat meer nadruk legt op de historische diepgang van de veranderingen die zich op internationaal vlak voltrekken. Om de situatie te begrijpen, in het bijzonder de kwestie van de breuk tussen de voormalige bondgenoten van het westerse blok, denken wij dat het noodzakelijk is om uit te gaan van het evenwicht tussen de allianties in de traditionele imperialistische verhoudingen die sinds 1945 zijn ontstaan. Na de Tweede Wereldoorlog heeft er altijd een sterke alliantie en een zekere afhankelijkheid tussen de Verenigde Staten en West-Europa bestaan. Zelfs na de val van de Berlijnse muur en het einde van de Koude Oorlog, en ondanks de dreigende ondergang van het westerse blok en zijn geleidelijke verbrokkeling, bleven de voormalige bondgenoten deels verenigd door hun “overwinning”, maar ook door hun bezorgdheid en voorzichtigheid ten aanzien van een ineenstorting van het Oostblok, die zou leiden tot een herschikking van de imperialistische kaarten. Onder het motto van de “overwinning van de vrije wereld” en de “democratie”, en later de “dood van het communisme”, bestonden er nog steeds politieke banden tussen de voormalige bondgenoten, die vervolgens verzwakten als gevolg van de groeiende kritiek op het Amerikaanse gezag, zonder dat dit gezag echter volledig verdween.

In februari 2025 begon de regering-Trump echter onderhandelingen met het Rusland van Poetin, zonder deelname van de Europese landen en Oekraïne. Trump ging zelfs zo ver dat hij de argumenten van Rusland overnam en daarmee de tussenkomst in Oekraïne rechtvaardigde, wat volledig in strijd was met de visie van de meeste Europese landen. De ontmoeting tussen de vernederde Oekraïense president Zelenski en de tandem Trump/Vance in Washington bevestigde deze officiële aansluiting van het Trump-team bij de eisen van Rusland ten aanzien van “dictator Zelenski”. Zowel wat de Oekraïense kwestie als de NAVO betreft, betekent Trump 2.0 dus een echte breuk met de voormalige Europese bondgenoten. De toch al zwakke banden zijn verbroken.

In tegenstelling tot de groepen uit het proletarische politieke milieu die denken dat we afstevenen op militaire blokken en een Derde Wereldoorlog, tonen de koppige feiten aan dat dit niet het geval is. Zelfs historische bondgenoten zoals de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada werken niet meer samen zoals in het verleden. Dit betekent echter geenszins dat militarisme en oorlog geen bedreiging meer vormen, integendeel!

In deze periode van toenemende ontbinding heerst er een groeiende chaos in de politieke machinerie van de bourgeoisie, die het militarisme voedt. De opkomst van het populisme, dat niet overeenkomt met een doordacht, rationeel beleid van de bourgeoisie, leidt tot chaotische en absurde politieke koerswijzigingen. We hebben voorbeelden genoemd, waaronder het spectaculaire voorbeeld van Groot-Brittannië met de Brexit, die niet gewenst was door het meest verlichte deel van de bourgeoisie. Een van de meest ervaren bourgeoisieën ter wereld verloor zo de controle over haar politieke apparaat!

Vandaag zien we dat de eerste wereldmacht zich op haar beurt laat leiden door een team van onverantwoordelijke avonturiers. Nooit eerder in de burgerlijke diplomatie is dergelijk gedrag waargenomen, zelfs niet tijdens de ergste momenten van de Koude Oorlog. Dit gangstergedrag wordt langzamerhand de norm. Er zijn ook talrijke voorbeelden gegeven van de irrationaliteit en domheid van populistische beleidslijnen, zoals het systematisch aanvallen van de wetenschap, waardoor de heersende klasse bepaalde instrumenten wordt ontnomen. Dit bewijst hoezeer de machtsovername door het team-Trump een totale aberratie is, gezien de noodzaak voor de verschillende heersende burgerlijke fracties om de belangen van de Amerikaanse bourgeoisie en haar staat te verdedigen.

De vooruitzichten voor de klassenstrijd

Het tweede punt dat tijdens deze openbare bijeenkomst aan bod kwam, betrof de vooruitzichten voor de klassenstrijd. Hoewel dit tweede deel van de discussie zeer levendig en boeiend was, ontbrak het helaas aan tijd om dieper in te gaan op de dynamiek van de arbeidersstrijd.

Over het algemeen werd in de tussenkomsten benadrukt dat het proletariaat, geconfronteerd met brute aanvallen, gedwongen zal worden te strijden: “Alle imperialistische mogendheden verhogen hun militaire budgetten en ontwikkelen een oorlogseconomie. Het is de arbeidersklasse wereldwijd die de last van deze oorlogseconomie en het bezuinigingsbeleid zal dragen en een daling van haar levensstandaard zal ondergaan. De arbeidersklasse zal gedwongen worden te reageren met klassenstrijd”. Ook werd benadrukt: ”Het is duidelijk dat aanvallen op de arbeidersklasse onvermijdelijk zijn, en dat geldt overal, vanwege de crisis. In Europa in het bijzonder, zoals ik al eerder heb gezegd, gaat de noodzakelijke verhoging van de militaire uitgaven, een verdubbeling, ten koste van de arbeidersklasse. De situatie verslechtert alleen maar”.

Veel tussenkomsten waren gebaseerd op de analyse dat ‘het proletariaat nog niet gemobiliseerd kan worden voor oorlog’, wat inderdaad heel belangrijk is en bevestigd wordt in de delen van de wereld waar het proletariaat de meeste historische ervaring heeft.

Sommige interventies wezen ook helder op de struikelblokken waarmee de arbeidersklasse te maken heeft, met name op ideologisch vlak. Zo moet de arbeidersklasse: “zich verzetten tegen de gevaren die uitgaan van voorstellen van bepaalde linkse organisaties of democraten (namelijk de valse tegenstelling tussen democratie en fascisme) en zich blijven inzetten voor haar onafhankelijke strijd. De enige progressieve weg is de klassenstrijd”. Een andere tussenkomst sloot hierbij aan en baseerde zich op de ervaring van de geschiedenis van de Linkskommunistische beweging: “de verdediging van de democratie tegen fascisme of populistische irrationaliteit is een essentieel aspect van de ideologische aanvallen van de bourgeoisie op de arbeidersklasse [...]. Tegelijkertijd spreken andere facties van de bourgeoisie over verzet en verdediging van de democratie tegen de autocratische gevaren van Trump. De kommunistische linkerzijde is zich altijd bewust geweest van het gevaar van dit soort ideologie. Bordiga verklaarde dat antifascisme het ergste product van het fascisme was”.

Een moeilijker te beantwoorden vraag is echter of het proletariaat zijn klassenidentiteit, zijn bewustzijn dat het een historische klasse vormt met belangen die tegengesteld zijn aan die van de bourgeoisie, volledig kan herwinnen, en of het in staat zal zijn om zijn strijd voor de omverwerping van het kapitalisme te versterken. Dit is een zeer belangrijke vraag, die de sleutel vormt tot het ontwikkelingsproces van het bewustzijn van de arbeidersklasse. Voor de IKS is dit proces begonnen en komt het zowel ondergronds als op een meer zichtbare manier tot uiting, zoals tijdens de strijd in het Verenigd Koninkrijk in de zomer van 2022, die een breuk betekende in de wereldwijde dynamiek van de klassenstrijd.

Tot dan toe zat de arbeidersklasse namelijk gevangen in de ideologische campagnes van de bourgeoisie over het zogenaamde “einde van de klassenstrijd” en zelfs van het “niet-bestaan van de arbeidersklasse”. Deze propaganda was gebaseerd op de ineenstorting van het Oostblok, die werd voorgesteld als ‘bewijs’ van de ‘dood van het communisme’. In werkelijkheid zal het herstel van de identiteit en het klassenbewustzijn een langdurig proces zijn, dat bovendien wordt belemmerd door talrijke ideologische valstrikken die de bourgeoisie heeft opgezet om de arbeidersklasse van haar doel af te brengen, zoals verschillende sprekers hebben benadrukt.

Om de betekenis van de breuk in het diepste bewustzijn van de arbeiders te begrijpen, moeten we historisch afstand nemen en methodisch te werk gaan. Voor de IKS kunnen we de stakingen in Groot-Brittannië niet op hetzelfde niveau plaatsen als die van eind jaren zestig, maar we kunnen wel, met inachtneming van de verhoudingen, een analogie maken. De stakingen van 1968 waren historisch gezien veel belangrijker. De stakingen in Groot-Brittannië in de zomer van 2022 getuigden echter van de realiteit van een nieuwe kwalitatieve dynamiek in de klassenstrijd. Zoals een kameraad opmerkte: “Deze strijd brak uit op hetzelfde moment dat de oorlog in Oekraïne woedde, met een uitgebreide mediacampagne over de oorlog en een politieke crisis binnen de bourgeoisie rond Johnson, net na de pandemie. Desondanks stelde de arbeidersklasse haar belangen boven die van het kapitalisme. Het was dus geen Pavlovreactie op de aanvallen, maar het vrucht van een nadenkingsproces”.

We moeten in dit proces ook het belang van het Engelse proletariaat, het oudste ter wereld, begrijpen. In de jaren 1970 stond het aan het hoofd van de strijd van het wereldproletariaat. In vergelijking met landen als Italië was Groot-Brittannië, vooral in 1979, het toneel van een groter aantal stakingsdagen. Het proletariaat was in die periode uiterst strijdlustig, met als hoogtepunt de mijnstakingen van 1985. Maar dit was een valstrik van de bourgeoisie, die het proletariaat isoleerde en versloeg. Een nederlaag die decennialang tot grote passiviteit heeft geleid. Er kwam een vertraging en een terugval van de arbeidersstrijd overal ter wereld. De val van de Sovjet-Unie verergerde de situatie in Groot-Brittannië.

Na een periode van passiviteit van meerdere decennia was het Verenigd Koninkrijk echter het toneel van de grote stakingsgolf van de zomer van 2022. Vanaf dat moment zagen we een mentaliteitsverandering in de arbeidersklasse, in de krachtsverhoudingen tussen het proletariaat en de bourgeoisie op verschillende plaatsen. Een verandering die zich voortzette met strijd in Frankrijk, de Verenigde Staten en België, zoals die sinds de jaren 1970 en 1980 niet meer had plaatsgevonden. Deze verandering in de strijdbaarheid van de arbeidersklasse betreft dus niet alleen Groot-Brittannië, maar is een teken van een diepgaande verandering binnen het internationale proletariaat.

Natuurlijk mogen we niet automatisch een snelle ontwikkeling van de strijd en het proletarische bewustzijn verwachten. De weg is lang. De arbeidersklasse zal tijd nodig hebben om haar klassenidentiteit en kracht te ontwikkelen en zal daarbij struikelblokken moeten overwinnen, zoals verschillende tussenkomsten duidelijk hebben aangetoond. Dit is een noodzakelijke fase voor de arbeidersklasse, voordat zij haar historisch bewustzijn kan ontwikkelen en de strijd een politiek perspectief kan geven.

Er werd benadrukt dat deze aanvallen ook het verzet van de arbeidersklasse zullen aanwakkeren. De arbeidersklasse zal dus even hard worden aangevallen als in de jaren 1930. In deze situatie moet zij meer dan ooit op haar eigen terrein, namelijk de verdediging van haar economische belangen, strijden. Ook al wordt de arbeidersklasse met grote moeilijkheden geconfronteerd, zij is niet verslagen en begint weer de kop op te steken.

Geconfronteerd met deze vooruitzichten voor de klassenstrijd hebben we opnieuw bevestigd dat revolutionairen klaar moeten staan om tussen te komen om het verzet van onze klasse te steunen, de zelforganisatie en de eenheid van de strijd te verdedigen en vooral deel te nemen aan het langzame en moeilijke proces van politisering van de strijd.

 

IKS, 23 april 2025

Recent en lopend: 

  • scheiding VS - Europa [10]

Rubric: 

Internationale Openbare bijeenkomst van de IKS

Het kapitalisme heeft geen oplossing voor de wereldwijde economische crisis!

  • 4 keer gelezen

Na de waanzinnige escalatie van de afgelopen maanden over douanetarieven en de daaruit voortvloeiende daling van de aandelenmarkten en de dollar, hangt de wereld aan de lippen van de beslissingen die Trump wel of niet zal nemen, die hij wel of niet zal terugdraaien … Voor de overgrote meerderheid van de facties van de bourgeoisie is het beleid van de huidige Amerikaanse regering “absurd”, zijn de beslissingen van Trump “gek” en bedreigen ze de ontwikkeling van een toch al wankele wereldeconomie, en in de eerste plaats die van de Amerikaanse economie.  Volgens recente prognoses van het IMF zal de groei van de Amerikaanse economie met bijna 1% dalen ten opzichte van eerdere prognoses, die van de Chinese economie met 0,6% en uiteindelijk die van de wereldeconomie met 0,5%.

In werkelijkheid is wat de wereldeconomie en de mensheid fundamenteel bedreigt het kapitalisme in historisch verval, dat zijn laatste fase van ontbinding is ingegaan, waarin de effecten van de economische crisis, oorlogen, de klimaatcrisis en alle manifestaties van het ontbindingsproces van een ten dode opgeschreven samenleving nu samenkomen. Trump is, net als het populisme, niets anders dan een product van deze maatschappelijke dynamiek.

De grondslagen van de grote economische wanorde

Sinds het heropduiken van de historische crisis van het kapitalisme aan het eind van de jaren 1960, een product van de fundamentele tegenstrijdigheden van het kapitalisme, heeft de bourgeoisie lapmiddelen toegepast in een poging de ergste gevolgen van de recessie voor zich uit te schuiven. De effectiviteit van dit beleid hing af van het vermogen van de belangrijkste geïndustrialiseerde landen om het eens te worden over een bepaald niveau van internationale samenwerking. Met als basis ervan het toepassen van mechanismen van staatskapitalisme die veruit de ruggengraat vormden van de globalisering van de economie en aanvankelijk economische transacties toelieten om te ontsnappen aan de chaos, zoals die bijvoorbeeld woedde op imperialistisch niveau of in het politieke leven van de bourgeoisie. Zo kon de bourgeoisie op het hoogtepunt van de economische stuiptrekkingen van 2007-2008, die de Verenigde Staten al hard hadden getroffen, en die van 2009-2011 met de “staatsschuld-crisis” haar antwoorden coördineren, waardoor de klappen van de crisis enigszins konden worden verzacht en een anemisch “herstel” in de fase 2013-2018 kon worden gegarandeerd.

Maar een dergelijk beleid bereikte zijn grenzen in de groeiende neiging van de verschillende nationale fracties van de bourgeoisie tot een “ieder voor zich”. Daardoor waren ze steeds minder in staat om een minimaal gecoördineerd antwoord te geven, door middel van verzachtende maatregelen, op de wereldwijde crisis van het kapitalisme. Een dergelijke “evolutie” was het teken van de uitdeining van de ontbinding van het kapitalisme, in het bijzonder van de ieder voor zich houding op alle niveaus van de samenleving, met inbegrip van het beheer van het kapitaal door de bourgeoisie. Dit werd treffend bevestigd door de pandemie van 2020 en vervolgens door de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten. Dit leidde tot het sluiten van grenzen, tot een uitgesproken trend ten gunste van maatregelen voor de “nationale herlocalisatie” van de productie, tot het behoud van sleutelsectoren binnen elk nationale kapitaal en tot de ontwikkeling van barrières voor het internationale verkeer van goederen en mensen. Dit alles heeft bijgedragen aan het zaaien van chaos in het monetair, financieel en handelsbeleid.

Trump 2.0, factor van ontwrichting van de economie

Het is in dit mijnenveld dat Trump terug op de politieke scene verschijnt met zijn populistische beleid, dat ongegeneerd irrationeel, veranderlijk en volledig onvoorspelbaar is. Trump is niet alleen een product van het rottingsproces van het kapitalisme, hij is er ook een actieve factor van. Dit wordt het meest overtuigend geïllustreerd door zijn gedoe als hoofd van de Amerikaanse uitvoerende macht in de tarievenoorlog die hij op de wereld heeft losgelaten. De ‘economische’ rechtvaardigingen die de regering Trump aanvoert in haar kruistocht om de tarieven op de meeste geïmporteerde goederen te verhogen, zijn ofwel bluf of absurd, of beide.

Eén daarvan, die bijna lachwekkend is, is dat de Verenigde Staten tot dan toe te vrijgevig waren geweest tegenover hun partners, die onverzadigbaar bleven profiteren van de vrijgevigheid van Uncle Sam (“De hele wereld profiteert van ons”). Daarom was het nodig om “de zaken recht te zetten” door zichzelf flink te betalen met douanerechten op bepaalde geïmporteerde goederen.

Een andere rechtvaardiging verwijst naar de strijd tegen inflatie, een gevoelig onderwerp in de Verenigde Staten sinds de prijsstijging onder president Biden grotendeels heeft bijgedragen aan de nederlaag van de Democraten bij de laatste verkiezingen. Het is moeilijk in te zien hoe hogere prijzen voor geïmporteerde producten de prijzen in de Verenigde Staten zouden kunnen doen dalen, behalve door middel van mysterieuze compensatiemechanismen. Maar daar gaat het niet om: wat we hier in realiteit meemaken is een poging om de echte oorzaak van inflatie te verdoezelen. Inderdaad, de verhoging van de importtarieven zal de inflatie verre van verhinderen, de oorzaak ervan ligt immers ergens anders: De fundamentele oorzaken van inflatie zijn te vinden in de specifieke omstandigheden van het functioneren van de kapitalistische productiewijze in haar fase van verval. Empirische observatie vertelt ons dat inflatie fundamenteel een fenomeen is van deze periode van kapitalisme, en dat het het meest acuut is tijdens oorlogsperiodes (1914-18, 1939-45, de Koreaanse Oorlog, 1957-58 in Frankrijk tijdens de Algerijnse Oorlog, etc.), d.w.z. wanneer de onproductieve uitgaven het hoogst zijn. Het is dus logisch om te denken dat we het fenomeen inflatie moeten proberen te verklaren op basis van dit specifieke kenmerk van het verval, het aanzienlijke aandeel van bewapening en meer in het algemeen van onproductieve uitgaven in de economie”. (Révolution Internationale, oude reeks nr. 6)[1].

Kortom, als de kosten van levensonderhoud in de Verenigde Staten net als elders stijgen, dan is dat grotendeels om de prijs van (onproductieve) militaire uitgaven te betalen. Het behouden van een enorme militaire voorsprong op al haar imperialistische rivalen - inclusief de machtigste van allemaal, China - brengt een prijs met zich mee die verre van verwaarloosbaar is en die moet worden doorberekend aan de bevolking.

De gevolgen van de tarievenoorlog

De “tarievenoorlog” is slechts een economische illustratie van de invraagstelling van de na 1945 gevestigde wereldorde. Deze werd al grotendeels verbrijzeld door de imperialistische “trans-Atlantische scheiding”, ten gunste van een totaal irrationeel en onvoorspelbaar beleid van ‘iedereen tegen iedereen’. In economische termen is het gebrek aan toekomstvisie van het kapitalisme echter een factor die de economische activiteit afremt. Het huidig beleid van Trump is meer dan enkel een gebrek aan uitzicht, het gaat hier om de onmogelijkheid om wat dan ook te voorspellen. Hij is immers in staat om zijn standpunt van de ene dag op de andere en meerdere keren achter elkaar te veranderen, afhankelijk van zijn onmiddellijke belangen. Zijn aanpak, om zijn tegenstanders, van dat moment zelve, een rad voor de ogen te draaien, gaat niet alleen om economische kwesties zoals douanerechten, maar zien we ook op het imperialistische front bij de vredesonderhandelingen in Oekraïne.

Bovendien is reageren op een economische depressie door tarieven te verhogen een totale ontkenning van de lessen die de bourgeoisie heeft geleerd van de Grote Depressie van de jaren dertig, namelijk dat protectionisme de crisis van overproductie alleen maar kan verergeren door de markten nog verder in te perken.

De absurde en autoritaire methoden van de regering Trump, die vaak volstrekt irrationeel zijn, niet alleen vanuit het oogpunt van de goede werking van het kapitalisme, maar ook vanuit dat van de eigen belangen van de Verenigde Staten, projecteren uiteindelijk het beeld van een onvoorspelbare en onbetrouwbare wereldleider. Als ‘s werelds grootste economische macht, met een grote voorsprong op al zijn rivalen, met name op economisch en militair gebied, kan het beleid van Trump alleen maar verwoestende gevolgen hebben voor de betrekkingen tussen naties over de hele wereld.

De ernstigste en meest verwoestende gevolgen van deze wereldwijde ontwrichting zullen in de eerste plaats gevoeld worden door de uitgebuite klasse in het kapitalisme: de arbeidersklasse. Rechtstreeks door de inflatie, die hun koopkracht ernstig aantast en dus hun kansen om in de huidige situatie te overleven. Maar het nationaal kapitaal zal ook manieren moeten vinden om de hogere kosten te compenseren die gepaard gaan met de herconfiguratie van de productiestromen als gevolg van globalisering en herlocalisaties. Om dit te doen hebben ze geen andere optie dan de proletariërs aan te pakken, banen te schrappen, de arbeidsomstandigheden aan te tasten om de marginale kosten te dumpen en te snoeien in de lonen en indirecte inkomsten uit de sociale zekerheid. De aankondigingen van de verschillende Europese regeringen over de “inspanningen” die gedaan moeten worden om de nationale economie te “redden” zijn niets anders dan een ideologische voorbereiding op de klappen die het proletariaat zal krijgen.

De arbeidersklasse in de hele wereld moet zich eraan verwachten dat zij als eerste zal betalen voor deze duik in de onzekerheid en de chaos. De aanvallen zullen toenemen en zullen onvermijdelijk gepaard gaan met ideologische campagnes waarin de schuld wordt gelegd bij Trump, of bij de aangevallen democratie, of bij de oorlogsstokers in Amerika, Rusland en ongetwijfeld ook elders wanneer dat nodig is. De handelsoorlog zal ook dienen om de nationalistische retoriek over het beschermen van “onze waarden”, het verdedigen van “ons economisch erfgoed” en de “grootsheid van onze natie” te versterken. Maar trap er niet in. De ontbinding van het kapitalisme sleurt het systeem in al zijn dimensies de ondergang in. Niets kan de mensheid van deze ondergang redden, niet de maatregelen die al zo vaak zijn geprobeerd en altijd meer crises en oorlogen hebben veroorzaakt, noch de “inspanningen” om de kostprijs van de arbeidskracht nog verder te verlagen en dus ook de arbeidsvoorwaarden en middelen om te overleven aantasten. Niets, behalve een totale en radicale invraagstelling van dit systeem, de omverwerping ervan ten gunste van een maatschappij die bevrijd is van de overheersing van het kapitaal en die uitsluitend ten goede komt aan de mensheid en het milieu. Deze maatschappij, het communisme, is een project in handen van het proletariaat dat, door de aanvallen van de bourgeoisie te weerstaan, steeds beter in staat zal zijn deze macht en haar historische verantwoordelijkheden te begrijpen. Het lijdt geen twijfel dat er nog een lange weg te gaan is, maar de vooruitzichten die de huidige situatie schetst, benadrukken alleen maar de urgentie van de ontwikkeling van de strijd.

Syl. D.

[1] Overproductie en inflatie, Revolution Internationale, oude reeks nr. 6, geciteerd in ons “Rapport over de economische crisis voor het 25e Congres van de ICC”.

Theoretische vraagstukken: 

  • Economie [11]

Recent en lopend: 

  • importtarieven [12]

Rubric: 

Importtarieven oorlog

Tegenover militarisering en oorlogen is klassenstrijd het enige antwoord

  • 4 keer gelezen

Concurrerende staten en hun leiders, of ze nu worden voorgesteld als “autoritair” of “democratisch”, proberen overal “offers” op te leggen aan de proletariërs in naam van de “noodzakelijke oorlogseconomie”.

Of het nu het Rusland van Poetin, het China van Xi Jinping, de Verenigde Staten van Trump of de Europese Unie van Von der Leyen is, “het is tijd om ons te herbewapenen”! De nieuwe Duitse bondskanselier bekrachtigt dit: “Vanaf nu geldt voor onze defensie de volgende regel: koste wat het kost!” De Franse president Macron wil “onze strijdkrachten zo snel mogelijk versterken”, net als de Britse premier Keir Starmer, die militaire uitgaven aankondigt “die sinds het einde van de Koude Oorlog ongekend zijn”.

Intense oorlogszuchtige en militaristische propaganda

Om deze kolossale bedragen op te leggen, midden in een economische en financiële crisis en tegen een achtergrond van torenhoge overheidstekorten, blijft manipulatie door angst de meest effectieve strategie: “Wie gelooft er nog dat het Rusland van vandaag bij Oekraïne zal stoppen?” (Macron). “Tirannen zoals Vladimir Poetin ontmoedigen?” (Starmer)

In werkelijkheid zijn in dit achterhaalde kapitalisme alle staten imperialistisch, klein of groot, agressors als slachtoffers van agressie. Allemaal verdedigen ze alleen de kille belangen van het nationale kapitaal. Het zijn allemaal gangsters, hebzuchtige monsters die wegkwijnen in een krabbenmand en die, als ze zich al niet wentelen in het bloed van burgers dat ze schaamteloos vergieten, zich voorbereiden op de toekomstige slachtpartijen waartoe ze in koelen bloede hebben besloten. En zoals steeds nemen deze oorlogsstokers de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen om op cynische wijze de monsterachtigheid van hun barbaarse ondernemingen te rechtvaardigen, altijd in naam van “vrede” en “waarden”! Vecht Poetin zelf niet tegen “nazi’s”? Verdedigt de Franse minister van Economische Zaken, Eric Lombard, niet een democratische “vredeseconomie” om zijn moordwapens te kunnen kopen?

Overal wordt de arbeidersklasse onderworpen aan deze intense propaganda, aan de stoomwals van de media die mensen probeert te overtuigen met misselijkmakende retoriek dat militaire uitgaven “noodzakelijk” zijn en dat de wapenproductie “onvermijdelijk moet toenemen”. Dit alles om redenen die alom worden voorgesteld als “ethisch”! Dit alles om redenen die overal als ‘ethisch’ worden voorgesteld! Er verschijnen dan opiniepeilingen om de publieke opinie te peilen, te manipuleren en dezelfde retoriek te voeden die mensen ervan wil overtuigen dat ze ‘hun vaderland moeten verdedigen’!

Maar beweren dat oorlog en militarisering van de samenleving een ‘noodzakelijk kwaad’ zijn, iets wat vanzelfsprekend is en waartegen niets kan worden gedaan zonder het risico te lopen op nog grotere bloedbaden, is een afschuwelijke leugen. Militarisering en oorlog zijn altijd het resultaat van barbaarse beslissingen van de heersende klasse en de uitdrukking zelf van de impasse waarin het in verval geraakte kapitalistische systeem steeds dieper wegzinkt. De wereldoorlogen van gisteren en de gruwelijke slachtpartijen in de Gazastrook of Oekraïne van vandaag zijn niet het product van de ‘waanzin’ van deze of gene leider, maar de uitdrukking van de historische impasse waarin het kapitalistische systeem zich bevindt, van zijn onvermogen om iets anders te bieden dan de arbeidersklasse en de hele mensheid mee te slepen in steeds grotere, apocalyptische vernietigingen. Achter alle mooie ‘vredesretoriek’ gaat niets meer en niets minder schuil dan de transformatie van steeds grotere gebieden in ruïnes, in nieuwe Oekraïnes, Syriës of Palestina’s! [1]

Nog meer aanvallen op arbeiders

Al deze oorlogszuchtige agitatie voedt op haar beurt weer dezelfde wapenwedloop en overal vragen de machthebbers de arbeidersklasse om de rekening te betalen. De geplande militaire budgetten in Europa overschrijden nu al 2 % van het huidige bbp. Het Europese plan “ReArm Europe” voorziet in de vrijmaking van 800 miljard euro voor de aankoop van oorlogswapens. Duitsland alleen al is van plan 1000 miljard euro uit te trekken voor zijn defensie. De militaire programmeringswet 2024-2030 in Frankrijk voorziet in een bedrag van 413 miljard!

 De uitgebuitenen beginnen dit alles te voelen in de vorm van aanvallen op hun levensomstandigheden. Door voortdurend te hameren op het feit dat we niet langer kunnen rekenen op de “vredesdividenden”, bereidt de bourgeoisie de weg voor om offers te laten accepteren ten dienste van massamoorden. Door warm en koud te blazen, de toespraken van een suikerlaagje te voorzien of een taal van ‘waarheid’ te gebruiken, zijn de vooruitzichten die van massale aanvallen op sociaal vlak: gezondheidszorg, pensioenen, onderwijs... Voor NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte ‘kan dit niet wachten [...]. Landen investeren tot een kwart van hun bbp in pensioenen, gezondheidszorg of sociale zekerheid. We hebben een klein deel van dat geld nodig om onze defensie te versterken”. Wat hij echter zorgvuldig verzwijgt, is dat dit ‘kleine deel’, dat wordt onttrokken aan al uitgeputte systemen, miljoenen mensen alleen maar nog armer zal maken. Het is een cynisch eufemisme dat in werkelijkheid neerkomt op drastische bezuinigingen op de sociale uitgaven, de sociale zekerheid, de werkloosheids- en ziekteverzekering. Wat ons wordt voorgeschoteld als een bron van “industriële herlokalisatie” om “de werkgelegenheid te bevorderen” is eveneens een sinistere schijnvertoning die bedoeld is om een intensivering van de wapenproductie te rechtvaardigen, die alleen maar ten koste kan gaan van een vlucht in de schulden, een duik in de wereldwijde recessie, maar ook van een intensivering van de uitbuiting en een algemene verslechtering van de levensomstandigheden van de proletariërs. Hoewel wapenbedrijven hier zeker aanzienlijke winsten uit zullen halen, zal de economie, vanuit het oogpunt van het mondiale kapitaal, worden verlamd door een enorme verspilling van middelen en kapitaal dat wordt gesteriliseerd in onproductieve wapenvoorraden. Deze wapens kunnen in het beste geval roesten, in het slechtste geval doden en vernietigen, en het beleid van de “verschroeide aarde” alom verspreiden! Kortom, dit betekent een sterk toegenomen waardevermindering van het kapitaal, dat nu al inflatie, aanvallen en ellende onder de arbeiders veroorzaakt!

Klassenstrijd, een vitale noodzaak

Deze nachtmerrieachtige situatie mag door de arbeidersklasse niet worden aanvaard. Als klasse kunnen we niets anders dan alle oorlogsvoorbereidingen en alle retoriek aan de kaak stellen die erop gericht zijn het proletariaat en de bevolking achter de ‘natie’ te scharen voor een zogenaamde ‘vrede’ en de verdediging van zogenaamde ‘democratische waarden’. De arbeidersklasse moet op haar hoede zijn en vooral haar valse vrienden aan de linkerzijde en uiterst links bestrijden, die de meest sluwe retoriek verspreiden. Zij werpen zo obstakels op voor het bewustwordingsproces van de arbeiders door valse alternatieven voor te stellen die evenzoveel ideologische valstrikken zijn: hetzij door pacifistische mobilisaties, waarmee de verantwoordelijkheid van het kapitalisme wordt verhuld, hetzij door ronduit steun te betuigen aan een militair kamp, waarbij het bloedbad wordt gerechtvaardigd in naam van het ‘minste kwaad’ ([2]).  In beide gevallen zijn de belangrijkste principes achter deze ideologisch vergif de verdeeldheid onder arbeiders en de verdediging van het kapitaal, en dat altijd in naam van de ‘democratie’! De valstrikken van democratische misleiding zijn des te gevaarlijker omdat ze inspelen op een reëel gevoel van woede als reactie op diverse aanvallen, zoals de talrijke demonstraties van 5 april in de Verenigde Staten, die werden gekanaliseerd in een anti-Trump- of anti-Musk-mobilisatie. Dezelfde valstrikken worden uitgezet met behulp van een reeks volksprotestbewegingen in tal van landen, zoals Turkije, Servië en Zuid-Korea. Het doel is om de arbeiders naar de stembus of naar burgerlijke oppositiepartijen te drijven door hen te laten geloven dat het mogelijk is om de kapitalistische samenleving op een meer humane en rechtvaardige manier te organiseren, wat een grove leugen is: het kapitalisme kan niet langer “progressief” zijn, het is tot op het bot uitgehold en heeft niets meer te bieden! Het is failliet en steeds destructiever.

De uitwasemingen van zijn ontbinding en de sociale fragmentering die hij teweegbrengt, worden zelf door de heersende klasse voor ideologische doeleinden gebruikt om het zoeken naar het enige haalbare en mogelijke perspectief, dat welke is nagelaten door de ervaring van de arbeidersbeweging en de klassenstrijd, te verdoven, te verduisteren: dat van het communisme.

Het is duidelijk dat de bourgeoisie probeert te verdoezelen dat militarisering noodzakelijkerwijs gepaard gaat met aanvallen op de arbeidersklasse. Het is precies op het terrein van de klassenstrijd, in de dynamiek van de arbeidersstrijd tegen de huidige en toekomstige aanvallen, dat het proletariaat zijn kracht kan ontwikkelen en zich bewust kan worden van het failliet van het kapitalisme. De enige manier om uitzicht te bieden op een levensvatbare alternatieve maatschappij is dan ook om de burgerlijke ideologische campagnes in hun geheel te weigeren en te verwerpen, om te strijden tegen de hele logica die het kapitaal oplegt en om te vechten tegen dit bloeddorstige monster.

WH, 5 april 2025

[1]De militaire manoeuvres en provocaties van China rond Taiwan begin april, in reactie op de recente irrationele beslissingen en provocaties van Trump over invoerrechten en zijn imperialistische bedoelingen, getuigen hiervan op brute wijze.
[2]Dit is wat linkse mensen er bijvoorbeeld toe brengt om openlijk de Hamas-slachtingen in Gaza te steunen in naam van het “antikolonialisme”.

Recent en lopend: 

  • militarisering [13]

Rubric: 

Editoriaal

Welke politiek voor de arbeidersklasse, tegenover het toenemende gevaar van de oorlog?

  • 4 keer gelezen

De barbaarse oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten lijken eindeloos door te gaan, net als de vele oorlogen in Afrika, met name die in Congo en Soedan. Ondertussen zijn de Europese machten min of meer in de steek gelaten door hun voormalige Amerikaanse ‘beschermer’ en vorderen ze een aanzienlijke verhoging van de militaire uitgaven voor hun ‘verdediging’, wat ongetwijfeld gepaard zal gaan met steeds meer aanvallen op de levensstandaard van de arbeiders. De spanningen tussen de VS en China worden steeds groter. Het vraagstuk van oorlog en de strijd ertegen wordt dus steeds acuter voor al diegenen die de internationale belangen van de arbeidersklasse willen verdedigen.

Maar elke poging om vandaag de dag een duidelijk standpunt tegen oorlog te ontwikkelen wordt onmiddellijk geconfronteerd met een aantal hindernissen.

Aan de ene kant zijn er de wolven in schaapskleren: de organisaties van ‘ultralinks’ van de kapitalistische politiek die zichzelf presenteren als authentieke revolutionairen. De belangrijkste onder hen zijn de trotskistische organisaties, en een aantal van hen zijn nog verder naar links opgeschoven om elke echte vraag over de aard van de oorlog van vandaag op te vangen [1]. De ultralinkse organisaties van de bourgeoisie presenteren zichzelf tegenwoordig als echte verdedigers van het internationalisme. Maar hun internationalisme is slechts een dekmantel voor hun ronduit chauvinistische geloofsbrieven. Zo roepen sommige linkse groeperingen (waaronder anarchisten) op tot steun aan Oekraïne als het ‘minste kwaad’ in de strijd tegen het Rusland van Poetin; andere beschouwen Rusland vandaag nog steeds als een soort anti-imperialistische macht en steunen de oorlog van dat land tegen de NAVO, zoals de World Socialist Web Site. Maar een meer ‘radicale’ trotskistische groep, de Revolutionaire Communistische Partij (voorheen Internationale Marxistische Tendens) lijkt een internationalistisch standpunt in te nemen: “We kunnen geen van beide kanten in deze oorlog steunen, omdat het aan beide kanten een reactionaire oorlog is. Uiteindelijk is het een conflict tussen twee groepen imperialisten”.  Maar ten opzichte van de oorlog in het Midden-Oosten is dit internationalisme van de RCP volledig verdwenen: “Vanaf de eerste dag van dit gruwelijke conflict hebben we deelgenomen aan de solidariteitsbeweging voor de Palestijnse bevrijding”. Wat linkse mensen nooit naar voren kunnen brengen is de conclusie die Rosa Luxemburg al trok tijdens de Eerste Wereldoorlog: in de vervalperiode van het kapitalisme, het tijdperk van ‘ongebreideld imperialisme’, zijn alle naties en alle oorlogen imperialistisch. Bovendien zijn alle oorlogen schakels in dezelfde keten van vernietiging: wie bijvoorbeeld de gewapende krachten steunt die vechten voor de “Palestijnse bevrijding”, steunt noodzakelijkerwijs de “As van Verzet” die wordt gesteund door Iran, dat op zijn beurt een leverancier is van dodelijke drones aan Rusland in zijn aanval op Oekraïne.

Maar er is een heel landschap van politieke krachten die een gebied bewonen dat we vaak het ‘moeras’ noemen, “die tussenliggende zone die al diegenen samenbrengt die heen en weer slingeren tussen het kamp van het proletariaat en dat van de bourgeoisie, die voortdurend op weg zijn naar het ene of het andere kamp”[2].

Geconfronteerd met de oorlog in Oekraïne verdedigen een aantal groepen, meestal met een anarchistische achtergrond, een ondubbelzinnig internationalistisch standpunt van oppositie tegen beide kampen, waarbij ze scherpe kritiek uiten op de anarchistische groepen die ‘autonome eenheden’ hebben gevormd binnen het Oekraïense leger. Dit internationalistische standpunt was het uitgangspunt voor de Praagse ‘anti-oorlog’ conferentie die we afgelopen zomer hebben bijgewoond [3]. Maar zoals we ook in Praag zagen, staat het anarchisme haaks op een coherent politiek kader dat uitgaat van de arbeidersklasse als het enige historische subject dat in staat is het kapitalisme omver te werpen en zo een einde te maken aan alle oorlogen. Ze laten zich vaak verleiden tot het zoeken naar onmiddellijke resultaten op basis van het activisme van kleine groepen (bijvoorbeeld pogingen om de productie of levering van wapens te belemmeren of te saboteren). En in sommige gevallen mondt dit soort activisme uit in een regelrecht linkse politiek, zoals in het geval van de Anarchist Communist Group, die vanaf het begin van de oorlog zowel Israël als Hamas afwees, maar tegelijkertijd bekendheid gaf aan de activiteiten van ‘Palestine Action’ [4], een ‘actiegroep’ die duidelijk haar kamp heeft gekozen.  Revolutionairen moeten actief tussenkomen in dit landschap, de verwarringen daar blootleggen en de helderheid die het heeft bereikt naar een hoger niveau tillen. Maar hoe zit het met het ‘revolutionaire milieu’ zelf: de organisaties van de enige traditie die de afgelopen eeuw of langer een consequent internationalisme heeft gehandhaafd, de internationale communistische linkerzijde?

Imperialistische oorlog en de taken van het linkskommunisme

 Net zoals het proletariaat als geheel, dat Marx in de Bijdrage tot de Kritiek op de  Hegelse Rechtsfilosofie “een klasse van de burgerlijke maatschappij die geen klasse van de bur­gerlijke maatschappij is” noemde, zijn revolutionaire organisaties een ‘vreemd lichaam’ binnen dit systeem, een levende uitdrukking van de kommunistische toekomst, en toch leven en ademen ze binnen dit systeem, en dit betekent dat ze nooit immuun zijn voor het inademen van het gif van de dominante ideologie.

De ziekte die deze ideologie met zich meebrengt staat bekend als opportunisme – de aanpassing aan de vooronderstellingen van dit systeem (zoals het idee dat naties iets eeuwigs zijn en boven de verdeling van de maatschappij in klassen staan) en het afzwakken van principes om een onmiddellijke weerklank te krijgen binnen de massa.

Het binnendringen van het opportunisme in het bestaande milieu van het linkskommunisme is het duidelijkst als we kijken naar de reactie van de verschillende Bordigistische groepen (Internationale Communistische Partijen) op de oorlog in het Midden-Oosten. Na een duidelijk standpunt te hebben ingenomen over de oorlog in Oekraïne, zijn hun verklaringen over Gaza en de Palestijnse kwestie, zoals veel groepen in het moeras, vaak zeer dubbelzinnig, neigend naar steun voor de strijd van de ‘Palestijnse massa’s’ specifiek tegen de Israëlische bezetting, of eisend dat Israëlische arbeiders zich eerst mobiliseren ter ondersteuning van de Palestijnen voordat ze zich kunnen aansluiten bij een gemeenschappelijke klassenstrijd tegen de uitbuiters van beide kampen. Zoals we laten zien in een nieuw artikel in International Review 173, hebben de verwarringen van de Bordigisten over de nationale kwestie diepe historische wortels, en weerspiegelen ze een echte moeilijkheid bij het erkennen dat het kapitalisme niet langer, en nergens, een systeem in zijn opgaande fase met mogelijkheden voor nationale of burgerlijke revoluties zoals het was in de dagen van het Kommunistisch Manifest [5].

Het toegeven aan de burgerlijke ideologie en praktijken, het kenmerk waarmee de ‘rechtervleugel’ van de arbeidersbeweging zich onderscheidt, is altijd gepaard gegaan met sektarisme tegenover de ‘linkervleugel’ van de beweging, tegenover degenen die hechten aan principes en de capaciteit om de diepgaande veranderingen in de situatie van het kapitalisme en het proletariaat te begrijpen een ergernis is voor degenen die door willen gaan met hun opportunistische plannen. Dit is duidelijk het geval met de Bordigisten, die van de weigering om met andere stromingen van de revolutionaire beweging te discussiëren bijna altijd een nieuw ‘eeuwig principe’ hebben gemaakt, een principe dat volledig in strijd is met de praktijk van de Italiaanse Fractie van de Kommunistische Linkerzijde in de jaren 1930, die altijd beweerde dat de confrontatie van politieke standpunten een vitale noodzaak was voor de ontwikkeling en uiteindelijke eenwording van de revolutionaire beweging.

Toen in 2022 de oorlog in Oekraïne uitbrak, riep de IKS  op tot een gezamenlijke verklaring van alle echte groepen van het linkskommunisme ter verdediging van de internationalistische principes [6]. Dit werd gevolgd door andere oproepen (rond de oorlog in het Midden-Oosten, de burgerlijke campagnes rond de ‘verdediging van de democratie’ tegen populistisch rechts). Op enkele uitzonderingen na, waarvan we het belang niet willen onderschatten, zijn deze oproepen systematisch verworpen door de andere groepen.

De reactie (of in de meeste gevallen, het uitblijven van een reactie) van de Bordigisten was te verwachten, omdat het past in hun klassiek sektarische idee dat hun verschillende organisaties al de verheven positie hebben bereikt de enige echte klassenpartij te zijn. Maar we moeten ook opmerken dat de Internationalistische Communistische Tendens, wier programmatische standpunten, vooral over de nationale kwestie, veel dichter bij de onze liggen dan die van de Bordigisten, ook onze oproep verwierp, net als haar voorgangers hebben gedaan op andere momenten van acute imperialistische conflicten, zoals bij de Russische invasie in Afghanistan, de oorlog in ex-Joegoslavië, enz. Een gezamenlijke verklaring van de Kommunistische Linkerzijde werd om verschillende redenen verworpen: omdat ze te algemeen was en voorbijging aan belangrijke verschillen in analyse, omdat ze niet gestuurd werd naar groepen die wij als parasitair definiëren maar die zij willen accepteren als deel van het linkskommunisme (bijvoorbeeld de GIGC [7]), en vooral omdat haar voornaamste bekommernis was om een breder scala aan internationalistische groepen en individuen samen te brengen. Vandaar haar No War But the Class War initiatief, waarbij groepen worden gevormd op basis van een beperkt aantal principes om propaganda of agitatie te voeren tegen imperialistische oorlog [8].

Voor ons was dit een nieuw geval van sektarisme ten opzichte van het linkskommunisme dat gepaard ging met een opportunistische benadering van het moeras - het NWBCW-initiatief was vooral gericht op het anarchistische milieu en werd voorafgaand aan de Praagse conferentie aangeboden als een weg vooruit voor al haar zeer heterogene componenten, waarvan de meerderheid het verzet tegen de oorlog op een volledig activistische manier ziet. In feite, zoals we in een artikel over de conferentie hebben betoogd, was een van de positievere elementen die uit deze bijeenkomst naar voren kwamen het voorzichtige begin van politieke samenwerking tussen de IKS en de Communist Workers’ Organisation (de aan de ICT gelieerde organisatie in het VK) bij het naar voren brengen van een kritiek op individueel of klein groepsactivisme, gebaseerd op een duidelijke erkenning dat verzet tegen imperialistische oorlog alleen kan voortkomen uit de massale strijd van het proletariaat ter verdediging van zijn eigen klassenbelangen[9].

Naar onze mening was dit fragiele moment van eenheid tussen de krachten van de Kommunistische Linkerzijde (dat op echte vijandigheid stuitte van sommige ‘organisatoren’ van de conferentie) een bevestiging van de benadering van de linkervleugel, met name Lenin en de Bolsjewiki, tijdens de conferenties van Zimmerwald en Kienthal tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Bolsjewieken begrepen de noodzaak om aan deze conferenties deel te nemen ondanks het feit dat er pacifisten en centristen en ook consequente internationalisten aan deelnamen. Het belangrijkste was om aanwezig te zijn om een rigoureuze kritiek op het pacifisme en centrisme naar voren te kunnen brengen en om een echt internationalistisch standpunt te schetsen (dat op dat moment het best werd uitgedrukt door de leuze “zet de imperialistische oorlog om in een burgeroorlog”). Dezelfde conclusie kan worden gebruikt vandaag: ja, we moeten erop uit gaan en iedereen opzoeken die tegen de imperialistische oorlog wil vechten, met hen samenkomen en met hen discussiëren, maar zonder concessies te doen aan het verwarde idee van organisatie van de groepen, aan hun politieke onsamenhangendheid en aan de burgerlijke en kleinburgerlijke ideologie. Om dit te doen is een verenigd standpunt van de groepen van het linkskommunisme een essentieel uitgangspunt.

Hiermee willen we niet ontkennen dat er belangrijke meningsverschillen bestaan tussen de groepen van de Kommunistische Linkerzijde, zoals de vraag of de huidige drang naar oorlog leidt tot de heropbouw van imperialistische blokken en afstevent op een derde wereldoorlog, of dat de heersende tendens gaat in de richting van een imperialistische chaos die niet minder gevaarlijk is. Dit zijn discussiepunten waar we op terug zullen komen in een tweede artikel, dat zich zal richten op de betekenis van de ‘scheiding’ tussen de VS en Europa. Maar wat Praag liet zien is dat het linkskommunisme echt de enige stroming is die het probleem van oorlog vanuit een klassenperspectief kan benaderen. Naar onze mening leidt de toepassing van dit perspectief in de huidige omstandigheden tot de conclusie dat de mogelijkheid van een massaal proletarisch verzet tegen de imperialistische oorlog voornamelijk zal voortkomen uit de strijd van de arbeiders tegen de aanvallen op hun levensstandaard als gevolg van de economische crisis. Het feit dat deze aanvallen steeds meer gepaard gaan met oproepen tot offers om de oorlogseconomie op te bouwen, zal er zeker toe bijdragen dat arbeiders de link kunnen leggen tussen de strijd voor economische eisen en de kwestie van de imperialistische oorlog, en uiteindelijk hun strijd kunnen politiseren, maar dit blijft een lang proces dat niet moet leiden tot ongeduldige acties die de neiging hebben de noodzakelijke massale strijd van het proletariaat te vervangen. Na tientallen jaren van teruggang in de klassenstrijd kan de arbeidersklasse haar gevoel van zichzelf als klasse - als een wereldmacht die geen vaderland heeft om te verdedigen - alleen terugwinnen door de harde leerschool van de verdediging van haar levensstandaard te doorlopen. De organisaties van de Kommunistische Linkerzijde zullen zeker een sleutelrol spelen in het herstel van de klassenidentiteit en uiteindelijk van het perspectief van de revolutie, maar ze kunnen dit alleen doen als autonome politieke organisaties die gebaseerd zijn op een samenhangend platform en niet als losse ‘fronten’ die misleidend genoeg de mogelijkheid lijken te bieden van meer direct succes in het tegengaan of zelfs stoppen van de oorlog.

D’nA

[1] Zie ons artikel De twist tussen ‘Révolution Permanente’ en ‘Lutte Ouvrière’: Twee trotskistische varianten van dezelfde nationalistische standpunten, ICC Online

[2] De twee spenen die de communisten zogen: Ontkenning van het revolutionaire proletariaat, ontkenning van de dictatuur van het proletariaat, International Review N°172

[3] Praagse “Actieweek”: Activisme is een barrière voor politieke verheldering, International Review N°172

[4] https://www.anarchistcommunism.org/2025/04/14/palestine-antimiltarist-ja... [14], en ons artikel Het ACG zet weer een stap in de richting van steun aan de nationalistische oorlogscampagne, ICC Online

[5] De nationale kwestie volgens de Bordigistische legende, International Review N°173

[6] Twee jaar na de Gemeenschappelijke Verklaring van Communistisch Links over de oorlog in Oekraïne, International Review N°172.

[7] De aanval op het IKS: de raison d’être van de IGCL, ICC online.

[8] Voor een meer ontwikkelde kritiek op dit initiatief, zie De ICT en het Geen Oorlog Maar de Klassenoorlog initiatief: een opportunistische bluf die de Communistische Linkerzijde verzwakt

[9https://nl.internationalism.org/content/1751/praagse-actieweek-enkele-le... [15], Internationalisme n°381

Aktiviteiten van de IKS: 

  • Correspondentie met andere groepen [16]

Politieke stromingen en verwijzingen: 

  • Kommunistische Linkerzijde [17]

Recent en lopend: 

  • oorlogscampagnes [18]

Rubric: 

Debat binnen het Proletarisch Politiek Milieu

Bron-URL:https://nl.internationalism.org/content/1781/internationalisme-nr-382-1e-2e-kwartaal-2025

Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_382_klweb.pdf [2] https://communistleft.jinbo.net/x [3] https://nl.internationalism.org/tag/geografisch/zuid-korea [4] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/nationalistische-campagnes [5] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/klassenstrijd-belgie [6] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/heropleving-klassestrijd [7] https://nl.internationalism.org/tag/17/320/trump [8] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten [9] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/anti-trump-campagnes [10] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/scheiding-vs-europa [11] https://nl.internationalism.org/tag/3/42/economie [12] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/importtarieven [13] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/militarisering [14] https://www.anarchistcommunism.org/2025/04/14/palestine-antimiltarist-jackdaw-special-out-now/ [15] https://nl.internationalism.org/content/1751/praagse-actieweek-enkele-lessen-en-antwoorden-op-laster [16] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen [17] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde [18] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlogscampagnes