Onder de vele historische jubilea die in 2019 gevierd zullen worden, is er één die de media en historici negeren, of wanneer ze het - meestal heel snel - vernoemen, is het om bewust de betekenis ervan verdraaien. In maart 1919 werd het eerste Congres van de Kommunistische Internationale gehouden, het congres voor de oprichting van de Derde Internationale.
Bij de viering van de verjaardag van de Franse Revolutie van 1789 - net zoals bij de tweehonderdste verjaardag van de Verenigde Staten - benadrukken de goedbetaalde historici, in dienst van de bourgeoisie, de waarden van vrijheid, gelijkheid, broederschap, democratie en de natie. Ze worden gepresenteerd als de absolute en definitieve principes voor het bereiken van het “geluk” van de mensheid, die uiteindelijk zijn ontdekt.
Twee eeuwen van uitbuiting, klassenstrijd, ellende en imperialistische oorlogen hebben de realiteit van het kapitaal, blootgelegd, die waren verborgen zat achter deze mooie woorden. Voor de bourgeoisie is het doel van deze vieringen om mensen te doen vergeten dat “het kapitaal is geboren, druipend van bloed en vuil” (K. Marx), dat het geboren is uit klassenstrijd, en bovenal dat het een overgangsmaatschappij is die voorbestemd is om te verdwijnen, zoals alle andere productiewijzen voordien.
Voor de bourgeoisie van 2019 herinnert de verjaardag van de oprichting van de Kommunistische Internationale haar aan de realiteit en de actualiteit van de klassenstrijd in het huidige kapitalisme in crisis, aan het bestaan van het proletariaat als een uitgebuite en revolutionaire klasse en de aankondiging van haar eigen einde.
De oprichting van de Komintern roept ook zeer slechte herinneringen op voor de hele kapitalistische klasse en haar ijverige dienaren. In het bijzonder de vrees, die ze aan het einde van de Eerste Wereldoorlog voelde, bij het vooruitzicht van het opkomende en onvermijdelijke getij van de internationale revolutionaire golf. 1917: zegevierende proletarische revolutie in Rusland in oktober, muiterijen in de loopgraven ; 1918: troonsafstand van Willem II en de haastige ondertekening van de wapenstilstand in reactie op de muiterijen en de opstand van de werkende massa's in Duitsland ; arbeidersbewegingen vanaf 1919: arbeidersopstanden in Duitsland, de oprichting van republieken van arbeidersraden in Beieren en Hongarije naar Russisch voorbeeld, begin van de massale stakingen van arbeiders in Italië en Groot-Brittannië ; muiterijen op de Franse vloot en van de Franse troepen, alsook onder de Britse militaire eenheden, die weigerden op te trekken tegen Sovjet-Rusland...
Lloyd George, destijds premier van de Britse regering, bracht de vrees het best van de internationale bourgeoisie over de macht van de sovjets van de Russische arbeiders het beste onder woorden toen hij in januari 1919 verklaarde dat, “Als hij zou proberen duizend Britse troepen te sturen om Rusland te helpen bezetten, de troepen in opstand zouden komen”, en dat “als er een militaire bezetting zou worden ondernomen tegen de Bolsjewieken, Engeland bolsjewistisch zou worden en er een sovjet in Londen zou ontstaan (…) Heel Europa is vervuld van de geest van de revolutie. Er is niet alleen een diep gevoel van ontevredenheid, maar ook van woede en opstand onder de arbeiders. De hele bestaande orde, in zowel haar politieke, sociale als economische aspecten wordt in vraag gesteld door de massa’s van de bevolking van het ene uiteinde van Europa tot het andere”. (Lloyd George, in een geheim memorandum aan de Franse premier Georges Clemenceau, maart 1919) (geciteerd in E. H. Carr, The Bolshevik Revolution, Vol 3, p.135).
De oprichting van de Komintern markeert - zoals we vandaag de dag weten - het hoogtepunt van de revolutionaire golf die op zijn minst duurde van 1917 tot 1923, en die de wereld doorkruiste, over heel Europa tot Azië (China) en het “nieuwe” continent, van Canada (Winnipeg) en de VS (Seattle) tot Latijns-Amerika. Deze revolutionaire golf is het antwoord van het internationale proletariaat op de Eerste Wereldoorlog, op vier jaar imperialistische oorlog tussen de kapitalistische staten voor de herverdeling van de wereld. De houding van de partijen en militanten van de sociaaldemocratie, van de Tweede Internationale, die in 1914 werd weggespoeld door de imperialistische wereldoorlog, zou bepalend zijn voor de houding die zij zouden aannemen tegenover de revolutie en de Kommunistische Internationale.
Denk aan de imperialistische oorlog! Dit zijn de eerste woorden die de Kommunistische Internationale richt tot elke werkende man en vrouw, waar ze ook wonen en welke taal ze ook spreken. Vergeet niet dat door het bestaan van de kapitalistische maatschappij een handvol imperialisten in staat waren om de arbeiders van de verschillende landen vier jaar lang te dwingen elkaar de keel door te snijden! Vergeet niet dat de oorlog van de bourgeoisie in Europa en in de hele wereld de meest angstaanjagende hongersnood en de meest verschrikkelijke ellende heeft voortgebracht! Vergeet niet dat zonder de omverwerping van het kapitalisme de herhaling van dergelijke roversoorlogen niet alleen mogelijk maar ook onvermijdelijk is!” (‘Statuten van de Kommunistische Internationale, aangenomen op het Tweede Congres’, juli 1920).
https://sites.google.com/site/sozialistischeklassiker2punkt0/komintern-1... [2]
In het Kommunistische Manifest (1848) formuleert K. Marx een van de essentiële beginselen van de strijd van het proletariaat tegen het kapitalisme: “De arbeiders hebben geen vaderland”. Dit principe betekende niet dat de arbeiders geen interesse zouden moeten hebben in de nationale kwestie, maar integendeel dat zij hun standpunt en houding ten aanzien van deze kwestie en die van nationale oorlogen zouden moeten bepalen in functie van de ontwikkeling van hun eigen historische strijd. Het vraagstuk van de oorlogen en de houding van het proletariaat heeft altijd centraal gestaan in de debatten in de Eerste Internationale (1864-1873) en in de Tweede Internationale (1889-1914). In het grootste deel van de 19de eeuw kon het proletariaat niet onverschillig blijven voor oorlogen van nationale emancipatie tegen de feodale en monarchistische reactie, in het bijzonder tegen het tsarisme.
Binnen de Tweede Internationale waren de marxisten, in het bijzonder die achter Rosa Luxemburg en Lenin, in staat om de verandering van de periode van het kapitalistische leven, dat zich aan het begin van de 20e eeuw voltrok, te herkennen. De kapitalistische productiewijze was op zijn hoogtepunt en heerste nu over de hele planeet. Toen begon de periode van “het imperialisme, als hoogste stadium van het kapitalisme”, zoals Lenin zegt. In deze periode zal de komende Europese oorlog een imperialistische wereldoorlog zijn, die de verschillende kapitalistische naties tegen elkaar opzet voor het geruzie om de verdeling van de koloniën en de wereld. Het was vooral de linkervleugel van Tweede Internationale die de strijd leidde om de Internationale en het proletariaat, in de nieuwe situatie, te wapenen tegen de opportunistische vleugel die elke dag een beetje meer de principes van de proletarische strijd losliet. Een van de sleutelmomenten in deze politieke strijd was het Internationaal Congres in Stuttgart in 1907, waar Rosa Luxemburg, lering trekkend uit de ervaring van de massale staking van 1905 in Rusland, de kwestie van de imperialistische oorlog koppelde aan de kwestie van de massastaking en de proletarische revolutie:
Links heeft een amendement laten aannemen dat van het grootste belang is voor de resolutie van het Congres, ingediend door Rosa Luxemburg en Lenin:
In 1912 herbevestigde het Congres van Bazel van de Tweede Internationale deze stellingname in het licht van de immer toenemende dreiging van de imperialistische oorlog in Europa:
Op 4 augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Doordrenkt van opportunisme, weggevaagd in de vloedgolf van chauvinisme en oorlogskoorts, barstte de Tweede Internationale uit elkaar en stierf in schaamte: de belangrijkste partijen waaruit zij was samengesteld - en vooral de Duitse, Franse en Engelse sociaaldemocratische partijen in de handen van opportunistische leiders - stemden voor oorlogskredieten, riepen op tot de “verdediging van het vaderland”, “heilige eenheid” met de bourgeoisie tegen “het vreemde land”, en werden in Frankrijk voor hun verzaken aan de klassestrijd zelfs beloond met de ministersposten. Zij krijgen ‘theoretische’ steun van het ‘centrum’ (tussen de rechter- en linkervleugel van de Internationale) wanneer Kautsky, ‘de paus van het marxisme’, oorlog en klassestrijd scheidt en deze laatste alleen mogelijk verklaart in ‘vredestijd’. En natuurlijk onmogelijk in ‘oorlogstijd’.
Slechts enkele partijen verzetten zich tegen de storm: vooral de Italiaanse, Servische, Bulgaarse en Russische partijen. Elders zouden militanten, die vaak geïsoleerd zijn, vooral die van links zoals Rosa Luxemburg en de Nederlandse ‘Tribunisten’ rond Pannekoek en Gorter, trouw blijven aan het proletarische internationalisme en de klassestrijd, en proberen zich te hergroeperen.
De dood van de Tweede Internationale betekende een zware nederlaag voor het proletariaat, dat het met zijn bloed in de loopgraven zou betalen. Veel revolutionaire arbeiders verdwenen in die slachting. Voor de ‘revolutionaire sociaaldemocraten’ kwam dit neer op het verlies van hun internationale organisatie die weer moest worden heropgebouwd:
In september 1915 werd de ‘Internationale Socialistische Conferentie van Zimmerwald’ gehouden. Die zou gevolgd worden door een tweede conferentie in april 1916 in Kienthal, nog steeds in Zwitserland. Ondanks de omstandigheden van oorlog en onderdrukking namen er afgevaardigden uit 11 landen deel, uit Duitsland, Italië, Rusland, Frankrijk, enz.
Het Manifest van Zimmerwald erkende de oorlog als een imperialistische oorlog. De meerderheid van de Conferentie weigerde de opportunistische rechterzijde van de sociaaldemocratische partijen, die waren overgegaan naar het kamp van de ‘heilige eenheid’, aan de kaak te stellen en te overwegen om met haar te breken. Deze centristische meerderheid was pacifistisch en verdedigde de leuze ‘vrede’.
Verenigd achter de vertegenwoordigers van de Bolsjewistische fractie, Lenin en Zinovjev, verdedigde de ‘Linkerzijde van Zimmerwald’ de noodzaak van een breuk en de oprichting van de Derde Internationale. Tegenover het pacifisme stelde ze dat “de strijd voor vrede zonder revolutionaire actie een holle en valse frase is” (Lenin) en verzette zich tegen het centrisme met de leuze “de imperialistische oorlog omzetten in een burgeroorlog. Het is precies deze leuze, die is aangegeven door de resoluties van Stuttgart en Basel”. (Lenin.) Hoewel links van de ene conferentie naar de andere aan kracht won, slaagde ze er niet in de afgevaardigden te overtuigen en bleef ze een minderheid. De balans is echter positief:
De bijeenkomst en de gemeenschappelijke strijd van de linkervleugel van de verschillende landen tijdens de conferenties maakte de oprichting van de “eerste kern van de Derde Internationale in opbouw” mogelijk, erkende Zinovjev in maart 1918.
Zoals we eerder hebben gezien, opende de proletarische revolutie in Rusland in 1917 een revolutionaire golf in heel Europa. Door de proletarische dreiging besluit de internationale bourgeoisie een einde te maken aan de imperialistische slachting. Lenins motto werd werkelijkheid: het Russische en toenmalige internationale proletariaat veranderde de imperialistische oorlog in een burgeroorlog. Het proletariaat eerde dus de Linkerzijde van de Tweede Internationale door de beroemde resolutie van Stuttgart toe te passen.
De [keuze voor de] oorlog wierp de opportunistische rechterzijde van de sociaaldemocratische partijen definitief in het kamp van de bourgeoisie. De revolutionaire golf zette de pacifisten van het centrum tegen de muur en zou op haar beurt een groot deel van hen - vooral de leiders, zoals Kautsky - ertoe aanzetten zich aan te sluiten bij de klassevijand. Er was geen Internationale meer. De nieuwe partijen die zich vormden, in breuk met de sociaaldemocratie, begonnen de naam ‘kommunistische partij’ aan te nemen, terwijl de revolutionaire golf de oprichting van de wereldpartij van het proletariaat, de Derde Internationale noodzakelijk maakte en aanmoedigde.
De Internationale, die de naam Kommunistische Internationale kreeg, werd in maart 1919 opgericht op basis van de organische breuk met de rechtervleugel van de partijen van de Tweede Internationale, die ter ziele was gegaan. Zij verwierp echter niet de beginselen en bijdragen van deze laatste:
De stromingen, fracties, tradities en standpunten die door de Linkerzijde werden verdedigd en verdiept, en die aan de basis zouden liggen van de Komintern, waren ontstaan en ontwikkeld binnen de Tweede Internationale:
Naast individuen zoals Lenin, Rosa Luxemburg, Anton Pannekoek, of zelfs groepen en fracties van sociaaldemocratische partijen zoals de Bolsjewieken, de Duitse, de Nederlandse, de Italiaanse Linkerzijde, enzovoort, was er een politieke en organische continuïteit tussen de Linkerzijde van de Tweede Internationale, de Linkerzijde van Zimmerwald en de Derde Internationale. Op initiatief van de Russische Kommunistische Partij - de voormalige Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (Bolsjewieken) van Rusland die aangesloten was bij de Tweede Internationale - en de Kommunistische Partij van Duitsland - de voormalige ‘Spartakusbund’ – werd het Eerste Congres van de nieuwe Internationale werd bijeengeroepen. De Bolsjewieken hadden de Linkerzijde warm gemaakt voor en meegenomen naar Zimmerwald. Deze laatste, een echt organisch en politiek verband tussen de Tweede en Derde Internationale als ‘linker-fractie’ van de Tweede Internationale, maakte de balans op van haar voorbije strijd en gaf de noodzaak aan van het moment:
Wij leggen met name de nadruk op de continuïteit tussen de twee Internationales. Inderdaad, we hebben gezien dat de Komintern, op organisch vlak, niet uit het niets tevoorschijn komt. Hetzelfde geldt voor haar programma en haar politieke beginselen. Het niet erkennen van de historische rode draad die hen met elkaar verbindt, betekent toegeven aan het anarchisme dat niet in staat is de loop van de geschiedenis te begrijpen, of het is toegeven aan het meest mechanische spontaneïsme dat de Komintern uitsluitend ziet als het product van de revolutionaire beweging van de werkende massa’s.
Het niet erkennen van continuïteit betekent de onmogelijkheid om te begrijpen hoe de Komintern breekt met de Tweede Internationale. Want als er sprake is van continuïteit tussen de twee – onder meer in het principe van de resolutie van Stuttgart - is er ook sprake van een breuk. Een wezenlijke breuk gerealiseerd wordt in het politieke programma, de politieke standpunten en de organisatorische en militante praktijk van de Komintern als ‘Kommunistische Wereldpartij’. Een breuk op het vlak van de feiten zelf, door het gebruik van wapens en de bloedige repressie, door de regering-Kerensky, waaraan Mensjewieken en [rechtse] Sociaal-Revolutionairen, leden van de Tweede Internationale, deelnemen, tegen het proletariaat en de Bolsjewieken in Rusland, door de sociaaldemocratische regering Noske-Scheidemann tegen het proletariaat en de KPD in Duitsland.
Het niet erkennen van deze ‘breuk in de continuïteit’ maakt het ook onmogelijk om de ontaarding van de Komintern in de jaren 1920 te begrijpen, en de strijd die erbinnen en daarna erbuiten werd gevoerd, nadat de fracties van de “Italiaanse”, “Duitse” en “Nederlandse” Kommunistische Linkerzijde, om maar enkele van de belangrijkste te noemen, waren uitgesloten. De huidige kommunistische groepen, en de standpunten die zij verdedigen, zijn het resultaat van het werk van deze linkse facties in de verdediging van de kommunistische principes, in de kritische beschouwing van de Komintern en de revolutionaire golf van 1917-1923.
Het niet erkennen van de erfenis van de Tweede Internationale, als de politieke erfenis van het proletariaat, maakt het onmogelijk om de fundamenten van de standpunten van de Komintern te begrijpen, noch de huidige geldigheid van enkele van de belangrijkste bijdragen van de fracties van de jaren 1930. Dat wil zeggen, de onbekwaamheid om vandaag de dag met vertrouwen en vastberadenheid de revolutionaire standpunten te verdedigen.
Eind januari 1919 schreef Trotski de ‘Uitnodigingsbrief voor het Stichtingscongres’ van de Kommunistische Internationale, dat de politieke principes bepaalde die de nieuwe organisatie zich wilde geven. Het is in feite het ontwerp van het ‘Platform van de Kommunistische Internationale’ en geeft er een goede samenvatting van. Het is gebaseerd op de programma's van de twee belangrijkste kommunistische partijen:
De ‘Spartakusbund’ bestond op dat moment niet meer, sinds de oprichting van de Duitse Kommunistische Partij op 29 december 1918. Deze laatste, de KPD, had zojuist haar belangrijkste leiders verloren, Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht, vermoord door de sociaaldemocratie tijdens de verschrikkelijke repressie van het Berlijnse proletariaat in januari 1919. Op het moment van haar oprichting kende dat de Komintern dus, tegelijkertijd met het internationale proletariaat, haar eerste nederlaag. Twee maanden voor haar oprichting had zij twee van haar leiders verloren wier prestige, kracht en theoretische en politieke capaciteiten vergelijkbaar waren met die van Lenin en Trotski. Het was Rosa Luxemburg, die in haar geschriften aan het einde van de vorige eeuw, het meest het standpunt had ontwikkeld, dat de hoeksteen zou worden van het politieke programma van de Derde Internationale.
Voor Rosa Luxemburg is het duidelijk dat met de oorlog van 1914 de periode van verval van de kapitalistische productiewijze begon. Na de imperialistische slachting werd dit standpunt niet langer meer betwist:
Dit standpunt wordt nogmaals bevestigd door de Internationale in het eerste punt van de Uitnodigingsbrief voor het Eerste Congres:
Voor iedereen die zich op het terrein van de Kommunistische Internationale situeert, heeft het verval van het kapitalisme gevolgen voor de levensomstandigheden en de strijd van het proletariaat. In tegenstelling tot het standpunt van het pacifistische centrum, zoals dat van Kautsky, betekent het einde van de oorlog geen terugkeer naar het leven en het vooroorlogse programma. Dit is een van de breekpunten tussen de Tweede dode Internationale en de Derde:
De opening van de periode van verval van de kapitalistische maatschappij, gekenmerkt door de imperialistische oorlog, betekent nieuwe levensomstandigheden en een nieuwe strijd voor het internationale proletariaat. De massastaking in Rusland in 1905, de opkomst van een nieuwe vorm van eenheidsorganisatie van de arbeidersmassa's, de sovjets, de vorming van arbeidersraden, hadden dit aangekondigd.
Rosa Luxemburg (‘Massastaking, Partij en Vakbonden’, 1906) en Trotski (‘1905’) trekken de essentiële lessen uit deze massabewegingen. Met R. Luxemburg leidde de hele linkerzijde het debat over de massastaking en de politieke strijd binnen de Tweede Internationale tegen het opportunisme van leiding van de vakbonden en de sociaaldemocratische partijen, tegen hun visie van een vreedzame en geleidelijke evolutie naar het socialisme. In breuk met de sociaaldemocratische praktijk stelt het Komintern dat:
De actie van de arbeidersmassa's leidde tot de confrontatie met de burgerlijke staat. De meest waardevolle bijdrage van de Komintern was de houding van het revolutionaire proletariaat tegenover de staat. Nadat het had gebroken met het reformisme van de sociaaldemocratie steunend op de marxistische methode en de lessen van historische ervaringen - de Commune van Parijs, 1905, en in het bijzonder de opstand van oktober 1917 en vervolgens de vernietiging van de kapitalistische staat in Rusland en de uitoefening van de macht van de arbeidersraden - sprak de Komintern zich duidelijk en ondubbelzinnig uit voor de vernietiging van de burgerlijke staat en de dictatuur van het proletariaat, de dictatuur van de arbeidersmassa's georganiseerd in de arbeidersraden.
In de reeds geciteerde ‘Uitnodigingsbrief’ kan men lezen :
Deze kwestie was van essentieel belang voor het Congres, dat de door Lenin gepresenteerde ‘Stellingen over burgerlijke democratie en proletarische dictatuur’ zou aannemen.
De Stellingen beginnen met het aan de kaak stellen van de valse tegenstelling tussen democratie en dictatuur “omdat er in geen enkel beschaafd kapitalistisch land een ‘democratie in het algemeen’ bestaat, maar alleen een burgerlijke democratie”. De Commune van Parijs heeft het dictatoriale karakter van de burgerlijke democratie aangetoond. Het verdedigen van de ‘zuivere’ democratie in het kapitalisme is het verdedigen van de burgerlijke democratie, de ultieme vorm van de dictatuur van het kapitaal. Welke vrijheid van vergadering bestaat er voor arbeiders? Welke persvrijheid? Lenin antwoordt:
Het claimen en verdedigen van pure democratie, zoals de Kautskysten deden, is een misdaad tegen het proletariaat na de ervaring van de oorlog en de revolutie, zo gaan de Stellingen door. In het belang van de verschillende imperialismes, van een minderheid van de kapitalisten, zijn miljoenen mannen in de loopgraven afgeslacht en in alle landen, democratisch of niet, de “militaire dictatuur van de bourgeoisie” ingesteld. Het was de burgerlijke democratie die Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg vermoordde tijdens hun arrestatie en gevangenschap door de sociaaldemocratische regering.
Alleen de dictatuur van het proletariaat op wereldschaal kan het kapitalisme vernietigen, de klassen afschaffen en de overgang naar het kommunisme verzekeren.
Het vraagstuk van de staat was van cruciaal belang op een moment dat de revolutionaire golf in Europa uitbrak en op een moment dat de bourgeoisie van alle landen een burgeroorlog voerde tegen het proletariaat in Rusland, terwijl de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal, tussen het proletariaat en de bourgeoisie zijn meest extreme en dramatische niveau bereikte. De revolutionairen werden op een concrete manier geconfronteerd met de noodzaak om de dictatuur van het proletariaat in Rusland en de internationale uitbreiding van de revolutie te verdedigen, van de macht van de Sovjets naar Europa.
Voor of tegen de Staat van de dictatuur van het proletariaat in Rusland en de revolutionaire golf. ‘Voor’ betekent lidmaatschap van de Kommunistische Internationale en de politieke en organische breuk met de sociaaldemocratie. ‘Tegen’ betekent de verdediging van de burgerlijke staat en de uiteindelijke keuze voor het kamp van de contrarevolutie. En voor de centristische stromingen, die aarzelen omtrent de keuze, betekent dat uiteenvallen en verdwijnen. Revolutionaire periodes laten geen ruimte voor de timide politiek van de ‘gulden middenweg’.
De verandering in de historische periode die met de oorlog van 1914-1918 definitief aan het licht kwam, bepaalde de breuk tussen de politieke standpunten van de Tweede en Derde internationale. We hebben het zojuist gezien met betrekking tot de kwestie van de staat. De achteruitgang van het kapitalisme en de gevolgen daarvan voor de levensomstandigheden en de strijd van het proletariaat leverde een hele reeks nieuwe problemen op: moeten we altijd deelnemen aan verkiezingen en gebruik maken van het parlementarisme? Zijn de vakbonden die deelnamen aan de ‘heilige eenheid’ nog steeds arbeidersorganisaties? Welke houding moeten we aannemen ten opzichte van nationale bevrijdingsstrijd in het tijdperk van de imperialistische oorlogen?
De Komintern wist deze nieuwe vragen niet te beantwoorden. Ze werd meer dan een jaar na oktober 1917 in Rusland opgericht, twee maanden na de eerste nederlaag van het proletariaat in Berlijn. De daaropvolgende jaren werden gekenmerkt door de nederlaag en de teruggang van de internationale revolutionaire golf en, bijgevolg, door het groeiende isolement van het proletariaat in Rusland. Dit isolement was de bepalende factor voor de ontaarding van de staat van de dictatuur van het proletariaat. Deze gebeurtenissen maakten het voor de Komintern onmogelijk om de ontwikkeling van het opportunisme tegen te houden. Op haar beurt zou ook zij eraan ten onder gaan.
Om een balans van de Komintern op te maken, moet uiteraard worden erkend wat ze was: de Internationale Kommunistische Partij. Voor degenen die haar beschouwen als een burgerlijke organisatie - vanwege de daaropvolgende ontaarding ervan - is het onmogelijk om er conclusies en lering uit te trekken. Het trotskisme beroept zich kritiekloos op de ‘Eerste Vier Congressen’. Zij hebben nooit ingezien, waar het Eerste Congres brak met de Tweede Internationale en de daaropvolgende congressen een stap terug betekenden: in tegenstelling tot de breuk met de sociaaldemocratie, die werd gemaakt tijdens het Eerste Congres, stelde het Derde Congres voor met haar een bondgenootschap aan te gaan in het ‘Eenheidsfront’.
Nadat ze [de Komintern] had erkend dat de sociaaldemocratie definitief was overgegaan naar het kamp van de bourgeoisie, rehabiliteerde ze deze op het Derde Congres. Deze politiek van alliantie met de sociaaldemocratische partijen zou leiden tot het ‘entrisme’ van de Trotskisten in de jaren 1930, d.w.z. tot toetreding tot deze partijen in weerwil van de principes van het Eerste Congres. Deze politiek van alliantie, of van capitulatie zoals Lenin zou hebben gezegd, stortte de Trotskistische stroming met een nog grotere snelheid in de contrarevolutie, met haar steun aan de burgerlijk-republikeinse regering in de oorlog in Spanje en daarna door haar deelname aan de Tweede imperialistische Wereldoorlog, waardoor Zimmerwald en de Internationale werden verraden.
Binnen de Komintern werd in het begin van de jaren twintig [van de vorige eeuw] een nieuwe linkerzijde opgericht in een poging om de ontaarding te bestrijden: met name de Italiaanse, Duitse en Nederlandse Linkerzijdes. Deze Linkse fracties, die in de jaren 1920 werden uitgesloten, zetten hun politieke strijd voort om de continuïteit tussen de wegkwijnende Komintern en de ‘partij van morgen’ te waarborgen door de balans op te maken van de revolutionaire golf en van de Kommunistische Internationale. Het was niet voor niets dat de revue van de Italiaanse Fractie van de Kommunistische Linkerzijde in de jaren 1930 “Bilan” werd genoemd (‘de balans’).
In continuïteit met de principes van de Internationale, bekritiseerden deze groepen de zwakheden van de breuk met de Tweede Internationale. Hun niet aflatende werk, in de donkerste periode van de contrarevolutie, hun verdediging van kommunistische principes in de jaren 1930 en tijdens de Tweede Wereldoorlog, maakte de opkomst en het bestaan van de huidige kommunistische groepen mogelijk die, bij gebrek aan organische continuïteit, de politieke continuïteit verzekerden. De door deze groepen uitgewerkte en verdedigde standpunten beantwoordden aan de problemen die de nieuwe periode, van het verval kapitalisme, binnen de Komintern had opgeroepen.
Op basis van de kritische balans van de Kommunistische Linkerfracties leeft de Komintern nu en zal ze leven in de Kommunistische Wereldpartij van morgen.
In het licht van de toenemende uitbuiting en ellende moet het proletariaat vandaag hetzelfde standpunt innemen als de Linkerfractie van Zimmerwald:
Nee tegen de offers om de nationale economie te redden!
Lang leve de klassestrijd!
De omvorming van de economische oorlog in een burgeroorlog!
In het licht van de economische catastrofe, in het licht van de ontbinding van de maatschappij, in het vooruitzicht van de imperialistische oorlogen, waartoe het kapitalisme ons voert, blijft het historische alternatief hetzelfde als in 1919: de vernietiging van het kapitalisme en de vestiging van de dictatuur van het proletariaat op wereldvlak, socialisme of barbaarsheid.
De toekomst behoort toe aan het kommunisme.
R.L.
Noot: De volledige titel van de Uitnodigingsbrief voor het Eerste Congres van de Derde Internationale is: ‘Einladungsschreiben einiger Kommunistischer Parteien zur Teilnahme an einem Internationalen Kommunistischen Kongress’.
Na de golf van volksprotesten, die de straten van Algiers, Oran of Constantine overspoelden, om zich te “ontdoen” van Bouteflika en zijn clan, gaf de oude president schijnbaar toe aan de druk van zijn ‘volk’: “Er zal geen vijfde termijn zijn en voor mij is daar nooit sprake van geweest; mijn gezondheidstoestand en mijn leeftijd gelasten mij slechts om, als een ultieme plicht aan het Algerijnse volk, bij te dragen aan het vastleggen van de fundamenten voor een nieuwe Republiek als kader voor het nieuwe Algerijnse systeem dat we allemaal willen” (de boodschap van Bouteflika aan de natie, uitgezonden door de media op 11-03-2019). Een eerste stap in een overwinning van het volk voor een democratisch project, stellen de media! Terwijl de juichende menigte ‘overwinning’ riep, kondigde de vertrekkende president uiteindelijk aan dat “er op 18 april geen presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden. Het gaat dus om het inwilligen van een verzoek dat velen van u aan mij hebben gericht”. Door deze verklaring werd de volkswoede aangewakkerd. Voor de Algerijnse bevolking kwam deze start duidelijk over als een valse start, een kronkel van Bouteflika en zijn clan om zijn mandaat te verlengen zonder langs de stembus te hoeven gaan....... Wat een farce! In de betogingen konden we horen: “Het volk moet soeverein zijn, het moet over zijn lot en zijn toekomst en zijn president beslissen”; “Met het vertrek van Bouteflika zullen nieuwe politieke partijen kunnen opkomen en ons een nieuw Algerije geven”.
Deze jongeren, precairen, werklozen, middelbare scholieren, studenten, die zich aan het hoofd van het protest hebben gesteld en die ook hele families , maatschappelijke groeperingen van allerlei aard met zich meesleepten, winkeliers, kleine handelaren, ambtenaren, enzovoort…., zijn sinds 22-02-2019 met honderdduizenden gemobiliseerd. Het was nooit eerder vertoond dat men zich tegen de kandidatuur voor een vijfde presidentsmandaat van Bouteflika uitspreekt en zijn corrupte systeem aan de kaak stelt. Bouteflika's diskrediet onder de bevolking is zo groot dat niemand de toespraak over zijn vertrek gelooft. De massale demonstraties blijven het einde van het “boutef”-systeem en de oprichting van een “echte democratie” eisen.
De arbeidersklasse in Algerije moet zichzelf geen sprookjes vertellen. Wie de heersende kliek ook is, haar lot zal altijd het lot zijn van een uitgebuite klasse. In deze eenheid van het nationale ‘volk’, om heel deze kliek van gehate leiders te verdrijven, is het proletariaat volledig ondergedompeld in het ‘Algerijnse volk’, temidden van sectoren van de ‘progressieve’ bourgeoisie, de kleinburgerij, intellectuelen en andere nationalistische ‘democraten’. Het terrein van de verdediging van de burgerlijke democratie, het nationalistische terrein dat streeft naar een ‘nieuw Algerije’, is niet het terrein van de arbeidersklasse. Het verdedigen van de burgerlijke democratie en haar verkiezingencircus, het streven naar vernieuwing van de Algerijnse natie, is het opgeven van de strijd tegen uitbuiting.
Het is altijd de heersende klasse die de verkiezingen wint! Welke heersende factie ook aan de macht is, alle regeringen, alle staatshoofden in alle landen van de wereld hebben maar één functie: het nationale kapitaal beheren, de belangen en de privileges van de bourgeoisie verdedigen en beschermen over de ruggen van de arbeidersklasse. De Bouteflika-clan heeft zich zeer zeker bijzonder minachtend en arrogant getoond en zijn rijkdom opvallend geëtaleerd, terwijl het grootste deel van de bevolking in erbarmelijke omstandigheden leeft. We hoeven echter alleen maar te kijken naar wat er gebeurt in landen waar een ‘pluralistische democratie’ bestaat, waar rechtse en linkse regeringen elkaar zijn opgevolgd: de arbeidersklasse wordt op dezelfde manier uitgebuit; armoede, werkloosheid, verslechtering van haar leef- en werkomstandigheden en aanvallen op de lonen zijn van jaar tot jaar alleen maar toegenomen. De proletariërs in Algerije mogen zich niet laten betoveren door het misleidend discours van de vakbonden, die hen oproepen zich aan te sluiten bij het volksprotest door het organiseren van een algemene staking. Een staking die niet is gericht tegen de armoede, de uitbuiting en de verslechtering van alle levensomstandigheden, maar om Bouteflika te vervangen door een ‘goed’ staatshoofd, dat begaan is met de belangen van het ‘volk’ en met de bouw van een ‘nieuw Algerije’ voor alle klassen tesamen. Al deze leugenachtige partijen, deze ‘providentiële figuren’, deze vakbondsaboteurs van de klassestrijd, beloven de uitgebuitenen in Algerije een mooie toekomst in een democratischer, ‘nieuw Algerije’, terwijl de hele kapitalistische wereld steeds meer wegglijdt in een economische crisis, die de arbeidersklasse hard treft.
Het proletariaat in Algerije weet wat het betekent om te vechten tegen de uitbuiting. In het verleden heeft het stakingen kunnen voeren in verschillende sectoren en de onderdrukking van de Bouteflika-kliek weten aan te pakken. Het mag zichzelf niet voor de gek houden: zelfs als Bouteflika morgen ‘het veld ruimt’, zal dezelfde repressie op de uitgebuite klasse neerkomen wanneer zij haar eigen belangen durft te verdedigen door zich op haar eigen klasseterrein te mobiliseren, een repressie bevolen door een “new look” en democratisch gekozen regering.
In Algerije moet het proletariaat, net als in de hele kapitalistische wereld, de burgerlijke verkiezingsmisleiding en het gif van het nationalisme afwijzen. Bouteflika, deze seniele potentaat, is niets meer dan de verpersoonlijking van een seniel wereldkapitalistisch systeem dat de uitgebuitenen niets anders te bieden heeft dan steeds meer ellende en repressie. In Algerije is er, zoals in alle landen, maar één alternatief: de zelfstandige strijd van de proletariërs tegen hun uitbuiters!
Raymond
De confrontatie die al jaren aan de gang is in Venezuela tussen de rivaliserende burgerlijke fracties van de oppositie en van het Chavisme heeft sinds de eerste dagen van 2019 een nieuw hoogtepunt bereikt. Dit gebeurt in de context van een ongekende verdieping van de economische en sociale crisis. Het duidelijkste teken hiervan is de toename van de armoede van een groot deel van de bevolking. Tegelijk verscherpt zich op de achtergrond de rivaliteit tussen de grote mogendheden, een scenario waarin de zogenaamde ‘internationale gemeenschap’ ook een belangrijke rol speelt. Sommigen doen dit door openlijk hulp te verlenen aan het regime van Nicolas Maduro, anderen door hun steun te geven aan de afkondiging van Juan Guaido als president. Met de erkenning van Guaido als president van Venezuela zetten de Verenigde Staten de toon. Zij hebben een vastberaden en verreikende strategie ontketend om Nicolas Maduro definitief van zijn macht te ontdoen. Zoals hoge ambtenaren en Donald Trump zelf hebben betoogd sluit deze dreiging een US militaire interventie niet uit met als alibi de ‘humanitaire hulp’ aan de bevolking. De reacties ter ondersteuning van Nicolas Maduro kwamen voornamelijk uit landen als Rusland en China, de belangrijkste bondgenoten van het Chavisme. We kunnen niet uitsluiten dat de huidige imperialistische spanningen zouden leiden tot een oorlog tussen grootmachten, elk met hun eigen lokale pionnen (Maduro en Guaido). Het belangrijkste gevaar ligt echter, nog meer dan in een directe militaire confrontatie tussen de grootmachten, in de impasse die het gevolg zou zijn van het gebruiken van de bevolking in het algemeen en de arbeiders in het bijzonder als kanonnenvoer in een bendeoorlog ten koste van nog meer bloedvergieten. De meer dan 40 doden en de wrede repressie (in de laatste weken van januari alleen al meer dan 900 gevangenen) vormen slechts een voorproefje van deze werkelijkheid.
Geconfronteerd met deze escalatie van de confrontatie tussen de burgerlijke fracties van rechts en links in Venezuela, die veel verder gaat dan de grenzen van dit land, is het belangrijk en dringend om het Venezolaanse en het wereldproletariaat op te roepen het dreigende gevaar van een bloedbad in hun gelederen te onderkennen, en om zich vooral niet aan te sluiten bij een van de betrokken fracties van het kapitaal, zowel van binnen als van buiten het land. Het tevens op te roepen om op zijn klasse-terrein te blijven en deze helse spiraal van chaos en barbaarsheid te verwerpen, waarin de regio wegzinkt als een uitdrukking van de ontbinding, waarin het kapitalisme ons stort.(1)
De opkomst van Guaido komt niet uit het niets; zijn plotselinge intrede in de politieke arena is zorgvuldig voorbereid door de Verenigde Staten, met de steun van leden van de Venezolaanse oppositie in het land en leden van de zogenaamde internationale gemeenschap (de Lima-groep in Latijns-Amerika, met uitzondering van Mexico), die de strategie van de Verenigde Staten tegen het Maduro-regime steunen. De agressieve en vastberaden houding van de Verenigde Staten tegenover Maduro wordt ondersteund en aanzienlijk versterkt door de verkiezingsoverwinning van Jair Bolsonaro in Brazilië (waarin de Verenigde Staten zelf een belangrijke rol hebben gespeeld). Het is geen toeval dat de eerste gezamenlijke verklaring met Mike Pompeo (Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken) tijdens de inhuldigingsceremonie van Bolsonaro ging over ‘de strijd tegen het socialisme’ en het herstel van de ‘democratie’ in Venezuela. Op die manier werd Venezuela aan zijn belangrijkste grenzen omsingeld. In het westen door Colombia (de belangrijkste bondgenoot van de Verenigde Staten in Zuid-Amerika) en in het zuiden door Brazilië. Verschillende landen van de Europese Unie hebben uiteindelijk ook de legitimiteit van Guaido erkend, terwijl ze proberen hun eigen imperialistische interventie te ontwikkelen via de zogenaamde ‘Contactgroep’, die het Amerikaanse optreden probeert af te zwakken.
Deze krachtige reactie van de Verenigde Staten en hun bondgenoten in de regio vindt plaats tegen de achtergrond van een situatie die is ontstaan door de emigratie van vele Venezolanen. Zij zijn op de vlucht voor de ellende en barbaarsheid, die door het linkse burgerlijke regime van het Chavisme is opgelegd en die voortduurt onder Maduro (volgens cijfers van de VN heeft het geleid tot de migratie van meer dan vier miljoen mensen). De Venezolaanse oppositie (dezelfde oppositie die, vanwege de belangenconflicten en het gewicht van de ontbinding in haar gelederen, de weg had gebaand voor de machtsgreep van de avonturier Chavez in 1999) is begonnen aan dit offensief tegen Maduro door gebruik te maken van de manifestaties van woede die uitbarstten onder de arbeiders en onder de bevolking in het algemeen. Noch de bevolking noch de arbeiders hebben echter de kracht om zowel het chavistische regime als de burgerlijke oppositionele sectoren op een coherente wijze te confronteren vanwege de verdeeldheid die werd gecreëerd door de politieke confrontatie tussen de fracties van het kapitalisme. (2)
De sectoren van de oppositie, verzwakt door onderlinge belangenconflicten, beweren nu achter Guaido aan te lopen in een ander avontuur dat onder de bevolking steun krijgt vanwege de wanhoop die veroorzaakt is door de honger en de armoede. Het optreden van de meerderheid van de regionale en de wereldbourgeoisie, die nu een standpunt inneemt tegen Maduro, benadrukt de hypocrisie van de uitbuitende klassen; zij spreken nu over respect voor de mensenrechten, terwijl diezelfde klassen, eerst de lof van Chavez zongen als de ‘verdediger van de armen’ die erin zou zijn geslaagd miljoenen armen in Venezuela uit de ‘armoede en onzichtbaarheid’ te halen en die, dankzij de hoge olieprijs, de winsten onder de bevolking verdeelde. In werkelijkheid consolideerde hij de fundamenten van de barbaarsheid, die vandaag de dag welig tiert. Hierdoor verrijkte zich alleen de klasse van militaire en burgerlijke leiders, die momenteel haar privileges verdedigt door het land in brand te zetten en met bloed te besmeuren. (3)
Het Chavistische regime, anderzijds, verklaarde zichzelf ‘socialistisch’ en ‘revolutionair’, terwijl het in werkelijkheid Venezuela een wreed regime van buitensporig staatskapitalisme oplegde, in dezelfde stijl als de dictatoriale regimes in Cuba, China, Noord-Korea of de zogenaamde vertegenwoordigers van het ‘Arabische socialisme’. (4) Dit regime heeft verklaard de strijd op te nemen tegen het ‘wilde neoliberalisme’, maar de gevolgen van dit ‘socialisme’ zijn even vernietigend gebleken voor de bevolking. De extreme armoede treft 61,2 procent van de bevolking en 87 procent van de gezinnen leeft onder de armoedegrens, meer dan 10 procent van de kinderen lijdt aan ernstige ondervoeding. En in 2017 stierven elke week gemiddeld vijf tot zes kinderen als gevolg van ondervoeding of ziekte. In 2017 en 2018 bedroeg de hyperinflatie meer dan 1.000.000.000 procent, wat de lonen heeft verpulverd. Niet alleen heeft de Chavistische politiek de collectieve arbeidsovereenkomsten in de praktijk geëlimineerd, zij heeft ook, op de werkplek en binnen de bedrijven, een regime van repressie opgelegd.
Deze modellen van kapitaalbeheer, zoals dat van het Chavistische regime, zijn regimes die niets te maken hebben met het kommunisme waarvoor Marx, Engels, Lenin, Rosa Luxemburg hebben gevochten alsmede al diegenen die de noodzaak hebben gesteld om een einde te maken aan de burgerlijke staat (ongeacht of deze door rechts of door links bestuurd wordt) en aan de blinde wetten van de kapitalistische productiewijze. We mogen niet vergeten dat noch de linkerzijde van het kapitaal, noch de rechtse fracties van de bourgeoisie een uitweg uit de crisis van het kapitalisme kunnen vinden in deze fase van ontbinding. We zien bijvoorbeeld hoe rechts in Argentinië, na de linkse regeringen van Kirchner te hebben vervangen, nu in een veel ernstigere crisis is beland, die zij afwentelt op de rug van de arbeiders. Hetzelfde gebeurt nu met de regering-Bolsonaro in Brazilië.
Het Chavisme en zijn linkse aanbidders over de hele wereld, maar ook de verschillende centrum of rechtse opposities, hebben boudweg geprobeerd, door het verspreiden van allerlei leugens en verwarring, om het historische erfgoed van het marxisme en de lessen die de strijd van de arbeidersbeweging heeft nagelaten te verdraaien, zowel wanneer zij zichzelf tot ‘marxisten’ uitroepen als wanneer zij het zogenaamde ‘socialisme van de 21ste eeuw’ met het ‘kommunisme’ identificeren. Allen hebben zij geprobeerd om hun klassenoverheersing te handhaven. Nu is het de beurt aan rechts of centrumrechts door te verklaren dat het ‘kommunisme’ in Latijns-Amerika uitgeroeid moet worden, waarbij ze dit gelijkstellen aan het Chavisme of het Castrisme.
Zoals reeds vermeld, is Guaido gepromoot door de Verenigde Staten, die proberen om de nauwste controle over hun achtertuin te herstellen. China, met zijn groeiende invloed in Latijns-Amerika en in andere landen van de wereld, met name via zijn ambitieuze programma genaamd de ‘zijderoute’, aast niet alleen op een groter aandeel van de wereldmarkt, maar streeft ook naar een strategische imperialistische verankering op wereldschaal. Door zijn expansie op het economische toneel probeert China een imperialistisch web van wereldomvang te weven om de omsingeling te doorbreken, die de Verenigde Staten sinds het Obama-tijdperk hebben nagestreefd (met Japan, Zuid-Korea, Filippijnen, India, enzovoort). In die zin zijn allianties met Venezuela, Ecuador, Nicaragua, enzovoort van groot belang met het oog op de imperialistische ambities van China. ‘Operatie Guaido’ is een Amerikaanse tegenaanval die zich voegt bij de gewonnen posities in Argentinië en Brazilië en bij de traditionele loyaliteit van de alliantie met Colombia.
De eerste stap van de Amerikaanse imperialistische operatie is de inzet van zogenaamde ‘humanitaire hulp’. Het is het toppunt van cynisme en hypocrisie om honger, gebrek aan medicijnen, de wanhopige situatie van miljoenen arbeiders en uitgebuite mensen in Venezuela te gebruiken om de eerste fase van de strategie tegen het Maduro-regime ten uitvoer te brengen. De vrachtwagens die voedsel en medicijnen brengen en op de beroemde brug met de kleine winkeltjes in de Colombiaanse stad Cucuta staan, zijn het equivalent van raketten en bommenwerpers. Hiermee probeert het Amerikaanse imperialisme zijn Chavistische imperialistische rivaal in een ongemakkelijke situatie te brengen: die van het afwijzen van voedsel en medicijnen voor een hongerende bevolking. De twee hoofdrolspelers, zowel de Amerikanen als de Chavisten, zowel de aanhangers van Guaido als Maduro, tonen zo hun weerzinwekkend cynisme. De eerstgenoemde exploiteren de honger onder de bevolking als oorlogswapen en herhalen de operatie die Clinton al in 1998-1999 in Servië tot uitvoering bracht, waarbij tonnen voedsel werden gedropt door transportvliegtuigen om het rivaliserende regime van Milosevic te verzwakken. Net zoals de gelijkaardige manoeuvre die in 2004 werd uitgevoerd in Haïti. (5) De Chavisten, met Maduro aan het hoofd, verwerpen de hulp en laten daarmee zien wat overduidelijk is: ze geven helemaal niet om de honger, het lot en het onnoemelijke lijden van de mensen.
Maduro zal zich zoveel mogelijk vastklampen aan de macht en ongetwijfeld zullen China en Rusland hun uiterste best doen om hem te steunen. Tot nu toe hebben het leger en de repressiekrachten de rangen gesloten achter het Chavisme. Het is nu de bedoeling om deze ‘onwrikbare’ loyaliteit van het militaire politieapparaat aan Maduro te verzwakken. Om deze destabilisatieoperatie met succes te kunnen uitvoeren, komt het gevaar van gewapende conflicten om de hoek kijken. Gezien de ernst van de imperialistische belangen en de hoge mate van ideologische, politieke, economische en sociale ontbinding die zich in Venezuela heeft ontwikkeld, is de kans reëel dat de situatie zelfs kan leiden tot het uitbreken van een burgeroorlog of in ieder geval kan ontaarden in een reeks botsingen met herhaaldelijk bloedvergieten. Dit zou op zijn beurt kunnen leiden tot een groeiende chaos en een toename van allerlei vormen van afrekeningen, waarin het land en de hele regio zouden kunnen wegzinken. De angst voor dit vooruitzicht wordt ook gevoed door de analyses van het Venezolaanse Observatorium voor Geweld, dat schat dat er acht miljoen illegale vuurwapens in het land zijn. Bovendien zijn er geen precieze gegevens over het aantal wapens in handen van de georganiseerde misdaad, waaraan nog de dreiging moet worden toegevoegd van de Chavistische regering om 500.000 wapens te leveren aan haar paramilitaire milities.
De massale uittocht van de Venezolaanse bevolking naar landen in de regio, zoals Colombia, Brazilië, Argentinië, Chili, Ecuador en Peru (met karavanen van wandelaars die te vergelijken zijn met deze die trekken van Honduras naar de Verenigde Staten) is ook een factor in de verspreiding van de chaos. Dit is een probleem dat niet mag worden onderschat en waarop de bourgeoisie van de meest betrokken landen reageert met racistische en xenofobe campagnes die bedoeld zijn om barrières op te werpen tegen de verspreiding van de chaos. (6)
De crisis van het kapitalisme is niet te stoppen, ze wordt iedere dag gevoed door de tegenstellingen van het systeem zelf. Om die reden zal de uitweg uit de crisis, die de uitgebuiten tot op het bot beleven, alleen mogelijk zijn via de vereniging van de proletariërs van Venezuela, van de hele regio en van de hele wereld. In de huidige fase van ontbinding van het kapitalisme is er geen enkel land in de wereld dat niet wordt bedreigd door het lijden onder de barbaarsheid, die vandaag het dagelijks leven in Venezuela kenmerkt. Noch de populisten van links en rechts, noch de verdedigers van het neoliberalisme bieden een uitweg.
De arbeiders in Venezuela moeten zich verzetten tegen elke vorm van inlijving in de gelederen van de fracties die strijden om de macht, door enerzijds de lokliedjes van de bourgeoisie van de oppositie te verwerpen die de uitgebuite massa’s oproepen om zich bij haar strijd aan te sluiten. Anderzijds moeten ze vermijden terecht te komen in de vangnetten van de linkse partijen, groepen of vakbonden of van de linkse tegenstanders van het regime, zoals degenen die zich beroepen op een zogenaamd ‘Chavisme zonder Chavez’ en die beweren hun eigen linkse burgerlijke interpretatie van een uitbuitingsregime in te voeren dat sterk lijkt op dat van Maduro.
We hebben gezien dat er in Venezuela een groot aantal protesten heeft plaatsgevonden onder het Chavistische regime. In 2018 werden er alleen al 5.000 demonstraties geregistreerd (gemiddeld 30 demonstraties per dag), waarvan de meesten fundamentele sociale rechten eisten, zoals voedsel, water, sociale diensten en betere lonen. De afgelopen jaren is met name de strijd van artsen en verpleegkundigen opmerkelijk geweest. Ze hebben het aangedurfd om niet alleen de repressieve krachten van de staat uit te dagen, maar zij hebben ook blijk gegeven van solidariteit, die kenmerkend is voor een klasse-reactie, door hun belangen te identificeren met die van hun patiënten die geen medicijnen of toegang tot zorg hebben en door op te roepen tot eenheid van hun strijd met andere sectoren, zoals de leraren en het onderwijs.
Deze strijd werd echter niet gespaard van de invloed van de vakbonds- en corporatistische organisaties in een poging om hem te controleren en te saboteren. Toch moet worden opgemerkt dat er een tendens bestond om zowel het Chavisme als de oppositiekrachten te verwerpen in een poging om meer zelfstandigheid te behouden in hun strijd. Arbeiders moeten hun strijd tegen het uitbuitingsregime van de bourgeoisie op hun eigen klasse-terrein voortzetten. In deze strijd moeten de arbeiders proberen de andere niet-uitbuitende lagen van de maatschappij met zich mee te trekken. Het proletariaat is de enige klasse die het vermogen heeft om sociale verontwaardiging om te zetten in een echt politiek programma voor maatschappelijke omvorming.
De revolutionaire organisaties die beweren deel uit te maken van de Kommunistische Linkerzijde en de meest gepolitiseerde minderheden in Venezuela, in de regio en in de hele wereld, moeten oproepen tot de ontwikkeling, op proletarische grondslag, van een beweging van solidariteit en strijd met de uitgebuite massa’s zoals in Venezuela, waar ook ter wereld. Het wereldproletariaat heeft een antwoord te brengen op dit perspectief van ondergang in de barbaarsheid. Daarom moet het met hand en tand zijn klasse-zelfstandigheid verdedigen, wat impliceert dat alle rivaliserende burgerlijke bendes worden verworpen en dat zijn eigen eisen als klasse worden bevestigd. De strijd voor de eenheid van alle arbeiders moet worden opgebouwd rond de oproep: “Hier of elders, overal, dezelfde arbeidersklasse”!
Internationale Kommunistische Stroming / 12.02.2019.
(1) Om de notie van de ontbinding van het kapitalisme op een diepgaande wijze te begrijpen, lees onze “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme” https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het- [14]
(2) Zie ons artikel: “The crisis in Venezuela: the proletariat suffers the misery, chaos and repression of capitalism”, https://en.internationalism.org/icconline/201710/14408/crisis-venezuela-... [15]
(3) Zie ons artikel ten tijde van de dood van Chavez in maart 2013: “Le legs de Chavez à la bourgeoisie : un programme de défense du capital, une grande mystification pour les masses appauvries [16]”.
(4) We hebben de grote leugen van de 20e eeuw, het zogenaamde "kommunisme" van landen als de USSR, China, Cuba en Noord-Korea, herhaaldelijk aan de kaak gesteld. Zie “De Russische ervaring: Privébezit en collectief eigendom”, https://en.internationalism.org/ir/131/russian-experience [17]. Ook “Vijf vragen over het kommunisme”, https://es.internationalism.org/accion-proletaria/200510/246/5-preguntas... [18]
(5) Zie met name ons artikel : “Behind the ‘humanitarian’ operations of the great powers, imperialist barbarism is unchained [19]”; en het artikel “The fraud of ‘humanitarian aid’ in Haiti”, https://en.internationalism.org/wr/2010//331/ [20]
(6) Lees ons artikel: “Migrations en Amérique latine : seul le prolétariat peut arrêter la barbarie du capitalisme en décomposition [21]”, Révolution Internationale nr. 474, (januari-februari 2019).
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 805.68 KB |
In de afgelopen maanden zijn er in 270 steden over de hele wereld demonstraties van jongeren geweest die protesteerden tegen de verslechtering van het klimaat en de vernietiging van het milieu.
Jongeren gaan de straat op om uiting te geven aan hun terechte bezorgdheid over de toekomst van de planeet en de menselijke soort zelf, een toekomst die steeds meer in gevaar wordt gebracht door de gevolgen van een productiesysteem dat de natuurlijke omgeving vernietigt (terwijl het leven van miljoenen mensen wordt vernietigd door uitbuiting, oorlog en de ellende die het veroorzaakt). Dit veroorzaakt veranderingen in de klimatologische, atmosferische en reproductieve omstandigheden van de planeet, met steeds meer catastrofale gevolgen.
Ook uiten zij hun verontwaardiging over het cynisme en de hypocrisie van de leiders die hun mond vol hebben van uitspraken die "hun bezorgdheid" uiten over het "milieuprobleem" en die talloze fora (Kyoto, Parijs, enz.) organiseren om spectaculaire en inefficiënte "maatregelen" te nemen, terwijl ze tegelijkertijd, in dienst van hun imperialistische en economische plannen, de achteruitgang van de planeet alleen maar aanzwengelen.
We delen de bezorgdheid en verontwaardiging van deze tienduizenden jongeren volledig, maar we moeten ons afvragen of deze beweging, in haar doelstellingen, benaderingen en methoden, een afdoende strijd is om het probleem op te lossen, of dat het eerder een valstrik is die hen alleen maar kan leiden tot ontmoediging en verbittering gebruikt en bedrogen te zijn geworden.
De geschiedenis van de afgelopen 100 jaar staat bol van dit soort weerzinwekkende misleidingen door regeringen en partijen die het kapitalisme dienen. Zo werden in de jaren dertig en tachtig van de vorige eeuw grote "vredesdemonstraties" georganiseerd door regeringen en "democratische" partijen, en de ervaring leert dat dit een vreselijke manipulatie was omdat zij zich met deze "pacifistische" mobilisaties voorbereiden op oorlog: de Tweede Wereldoorlog met zijn 60 miljoen doden of de ontelbare lokale oorlogen die nog steeds de wereld rond dood, ruïnes en ellende zaaien.
De huidige demonstraties richten zich op het ‘vragen aan de autoriteiten om iets te doen’, om druk op hen uit te oefenen, zelfs om hun computers te vullen met e-mails, tweets, etc. vol bedreigingen.
Maar het zijn diezelfde autoriteiten die maatregelen nemen die de verslechtering van het klimaat en het milieu alleen maar verergeren, teneinde de kapitalistische belangen van maximale winst en het innemen van strategische posities op de wereldmarkt veilig te stellen. Dit soort benadering van ‘druk’ op overheden om ‘iets te ondernemen’ is als het vragen aan een hacker om voor computerbeveiliging te zorgen of aan een vos om op de kippen te letten.
Staatsleiders staan niet ‘ten dienste van de burgers’ en proberen ook niet ‘naar hun eisen te luisteren’. De staat is niet het orgaan van het ‘volk’, maar de exclusieve en uitsluitende machine die de belangen van elk nationaal kapitaal verdedigt, van de minderheid die ons uitbuit en verantwoordelijk is voor de aantasting van het milieu.
De initiatiefnemers op wereldvlak van de beweging hekelen het feit dat “al 40 jaar lang politieke partijen van alle pluimage de oorlog tegen de klimaatverandering aan het verliezen zijn!” Deze partijen beloven en misleiden alleen het publiek, terwijl ze in de praktijk economische, militaire of oorlogszuchtige beslissingen nemen die bijdragen aan de vernietiging van de planeet. Een 18-jarige middelbare scholier uit Genève klaagde deze klucht aan: “Er is veel wantrouwen in de institutionele politiek, maar ook in milieuorganisaties als Greenpeace, die als te gematigd en geïnstitutionaliseerd worden ervaren”.
De demonstraties spitsen zich uiteindelijk toe op het voeren van ‘gesprekken’ met ministers, parlementariërs, pressiegroepen en milieuactivisten. Dit komt alleen de democratische staat ten goede om hun handen wit te wassen en de manifestanten in de doolhof van wetten en overheidsbeleid te laten verdwalen. Alle pogingen tot ‘dialoog’ met politieke woordvoerders leiden alleen maar tot grootsprakerige beloften die niets oplossen.
Het motto van de demonstraties is: ‘Save the climate, change the system’. Maar dit is een vage formule die in de praktijk zich vertaalt in ‘back to business’ en zich oplost in een reeks van lokale of regionale maatregelen die absoluut geen aarde aan de dijk brengen en slechts uitputting en teleurstelling opleveren.
In verschillende scholen zijn bijvoorbeeld ‘klimaatcomités’ opgericht om ‘klimaatprojecten’ per school te ontwikkelen. Onder het motto ‘Verander de wereld, begin bij jezelf’ is de voorgestelde doelstelling om je eigen ‘ecologische voetafdruk’ te verkleinen.
Dit soort oriëntatie is bijzonder pervers omdat het ons opzadelt met het schuldgevoel dat WIJ VERANTWOORDELIJK ZOUDEN ZIJN VOOR DE KLIMAATKATASTROFE, zodat een historisch gegroeid en globaal probleem veroorzaakt door het kapitalisme wordt omgezet in een ‘huishoudelijk’ probleem veroorzaakt door individuen. Het verminderen van onze ‘ecologische voetafdruk’ zou betekenen dat we minder water gebruiken om de vaat te wassen, slechts één keer per week douchen en het toilet niet doorspoelen...
Deze zienswijze om ‘individuen verantwoordelijk te stellen’ is bijzonder gevaarlijk. Ten eerste omdat het dient om het Kapitaal en de Staten en regeringen die in haar dienst staan vrij te stellen van elke aansprakelijkheid.
Ten tweede omdat het deze duizenden jongeren die vandaag leerlingen of studenten zijn, maar morgen werknemers of werklozen zullen zijn, herleidt tot geatomiseerde ‘burgers’ die ‘eisen en bedelen bij hun regeringen’. Dit wekt een verkeerd beeld op van de maatschappij waarin wij leven: zij bestaat niet uit ‘vrije en gelijke burgers’ maar uit sociale klassen die geconfronteerd worden met tegenstrijdige belangen: een minderheid, de kapitalistische klasse, die bijna alles bezit en steeds rijker wordt, en een immense meerderheid, het proletariaat, dat niets bezit en steeds maar armer wordt.
En ten derde en voornaamste: de individualistische benadering van ‘laten we allemaal iets voor het klimaat doen’ leidt tot verdeeldheid en confrontatie binnen de arbeidersklasse zelf. Wanneer autofabrieken of andere industriële of logistieke filialen worden gesloten in naam van de ‘klimaatstrijd’, zullen de autoriteiten met de vinger wijzen naar de werknemers die zich verzetten tegen de ontslagen door hen aan te klagen als medeplichtigen aan de aantasting van het klimaat.
Met dezelfde aanpak, maar dan net omgekeerd (“laten we ophouden met praten over klimaatverandering en banen behouden”), won de populistische demagoog Trump veel stemmen in de getroffen industriële staten van het Amerikaanse Midwesten ("de roestgordel"), waardoor hij de presidentsverkiezingen kon winnen.
Het is een dilemma waarmee ze ons in de val willen lokken: de werkgelegenheid in stand houden ten koste van het klimaat of de levensomstandigheden en de werkgelegenheid zelf verliezen om ‘de planeet te redden’? Het is een vicieuze valstrik waarmee het kapitalisme zijn egoïstische belangen redt, verpakt onder de aantrekkelijke vlag van ‘het redden van de planeet’.
De problemen van vernietiging van de natuur, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, verslechtering en opwarming van de aarde kunnen alleen op wereldschaal worden opgelost. De bourgeoisie kan en wil dit niet doen omdat de NatieStaat in het kapitalisme de hoogste vorm van eenheid is die zij kan en wil bereiken. Als gevolg daarvan botsen naties als gieren, hoe ‘groen’ hun regeringen ook zijn, ondanks het bestaan van internationale conferenties en supranationale organisaties zoals de VN of de Europese Unie.
Het doel van Internationale organisaties zoals de VN is niet om ‘de problemen van de wereldbevolking op te lossen’. Er bestaat niet zoiets als een ‘internationale gemeenschap van naties’. Integendeel, de wereld is het toneel van een brute imperia-listische confrontatie tussen alle staten en een helse concurrentiestrijd voor het grootste gewin. De VN of de vele internationale ‘samenwerkingsorganisaties’ zijn toevluchts-oorden van sjacheraars die door elke nationaal kapitaal worden gebruikt om haar eigen belangen op te leggen.
De enige klasse die een echt internationalisme kan bevestigen is de arbeidersklasse.
Welke maatschappelijke krachten kunnen dan zo een fundamentele verandering realiseren? In tegenstelling tot de bourgeoisie is de arbeidersklasse in staat om zich op wereldvlak te verenigen, om verdeeldheid en tegenstellingen tussen NatieStaten te overstijgen. Zij heeft geen enkel voorrecht te verdedigen in de uitbuitingsmaatschappij van vandaag. Alleen in het kader van een revolutionaire strijd van de wereldarbeidersklasse kunnen milieuproblemen worden aangepakt.
De arbeidersklasse heeft als meest uitgebuite klasse in de samenleving geen belang bij het verdedigen van dit systeem in verval. Anderzijds kan zij, door de geassocieerde wijze waarop ze in het kapitalisme is georganiseerd, de kiem leggen van een andere samenleving: een samenleving die geen scheiding oplegt tussen volkeren, tussen de natuur en de producten die daaruit voortkomen, tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving. Zodra de arbeidersklasse zich als een zelfstandige klasse opstelt, door massaal de strijd te ontwikkelen en op haar eigen klassenterrein, zal zich een groeiend deel van de samenleving achter haar aansluiten, achter haar eigen strijdmethoden en unitaire ordewoorden en tenslotte haar eigen revolutionaire project voor de omvorming van de samenleving.
De beweging tegen de opwarming van de aarde ontwikkelt zich in een context van een bijna totale afwezigheid van strijd van de arbeidersklasse, die ook geconfronteerd wordt met een verlies van zelfvertrouwen en zelfs van haar eigen klasse-identiteit. Daardoor is de arbeidersklasse nog niet in staat om de vraag te beantwoorden die sommige deelnemers aan de klimaatbeweging zich stellen, namelijk wat is het toekomstperspectief tegenover een kapitalistische samenleving op weg naar de afgrond?.
Wat kunnen we doen? Het gaat er zeker niet om niets te doen, maar onder het voorwendsel om ‘toch maar iets te doen’ de partijen en regeringen die dienaars van het kapitalisme te steunen, dat moeten we verwerpen.
De verontwaardiging en bezorgdheid over de toekomst van de planeet zal stilaan een antwoord ontdekken binnen het historisch kader dat zich ontplooid met de ontwikkeling van de strijd van de arbeidersklasse tegen de aanvallen op haar levensomstandigheden, de ontslagen, enz. omdat er een eenheid bestaat tussen de strijd tegen de gevolgen van de kapitalistische uitbuiting en de strijd voor de afschaffing ervan.
De jongeren die aan de beweging deelnemen, moeten begrijpen dat zij geen ‘toekomstige burgers’ zijn, maar in hun overgrote meerderheid in de toekomst zullen deel uitmaken van de werknemers met precaire contracten, van de werklozen, de uitgebuiten. Zij zullen zich moeten verenigen en een globale strijd aangaan tegen kapitalistische uitbuiting, tegen oorlog, vernietiging van het milieu, morele barbaarsheid, enz. vervat in alle poriën van dit uitbuitingssysteem.
Dit is wat de beweging tegen de invoering van de CPE (startbanencontract) in Frankrijk in 2006 of de Indignados-beweging in Spanje en andere landen in 2011, zij het met mondjesmaat, begon te doen. Dit waren jongerenbewegingen die hun toekomst niet zagen als ‘vrije en gelijkwaardige burgers’, maar als deel van de uitgebuiten die moeten strijden tegen de uitbuiting om deze uiteindelijk af te schaffen.
In het kapitalisme is er geen oplossing: noch voor de vernietiging van de planeet, noch voor oorlogen, noch voor de werkloosheid, noch voor de precaire onzekerheid. Alleen de strijd van het wereldproletariaat,samen met alle onderdrukten en uitgebuiten van de wereld, kan de weg openen naar een alternatief.
Internationale kommunistische stroming / 14.03.2019.
We publiceren hieronder grote delen uit een brief van een lezer die, hoewel hij de krachtlijn van ons pamflet over de beweging van de “gele hesjes” verwelkomt, ook kritiek heeft op een aantal van onze standpunten, in het bijzonder het idee dat er uit deze interklassistische beweging niets goeds kan voortkomen voor het proletariaat. Deze vragen raken aan uiterst belangrijke aspecten van de proletarische strijd: wat de arbeidersklasse is, haar strijd, haar perspectief.
Alleen door middel van een breed, open en geanimeerd debat zullen we erin slagen om de meest diepgaande antwoorden uit te werken, om deel te nemen aan de ontwikkeling van het klassebewustzijn van het proletariaat, om zich het wapen van de theorie eigen te maken. Wij moedigen al onze lezers dan ook aan ons te schrijven, hun kritiek, hun akkoorden of hun vragen te formuleren, om zo een debat te voeden dat van vitaal belang is voor het proletariaat. Met dit in het achterhoofd laten wij deze brief vergezeld gaan van ons antwoord.
Brief van onze lezer
“(....) Ik heb verschillende standpunten doorlopen, waaronder die van de verschillende linkse groepen die deze beweging zien als een heruitgave van 1968. Het verschil is duidelijk, maar een dergelijke vergelijking rechtvaardigt hun onbegrensde steun.
Net als in uw pamflet kunnen we erkennen dat de spontane opkomst van deze blokkades een afspiegeling is van een zeer diepe maatschappelijke woede. Een zeer uiteenlopende, zo niet tegenstrijdige woede, die het interklassistische karakter van de beweging en de burgerlijke of zelfs de nationalistische expressie ervan uitdrukt. Ik sluit me aan bij uw kritiek ten gronde.
Op drie punten zouden we in discussie kunnen treden:
- Het idee van een valkuil die voor de arbeiders is gezet. Welke betekenis moet aan deze “valkuil” worden gehecht? Een valkuil veronderstelt een organisatie die het voorbereidt, organiseert, enz. Hiervan is echter geen sprake.
In het pamflet staat ook het idee dat de arbeidersklasse verhinderd wordt te vechten: “Heel dit mooie politieke theater, ieder met zijn eigen credo, bezet en kapselt het sociale terrein in om te voorkomen dat de arbeiders zich massaal zouden mobiliseren, dat ze een autonome, solidaire en eengemaakte strijd zouden ontwikkelen tegen de aanvallen van de bourgeoisie”. Worden de arbeiders enkel “verhinderd”, zouden ze anders openlijk strijd leveren op hun klasseterrein? Nee, natuurlijk niet.
Er is inderdaad sprake van een gemengde sociale beweging, waarbij de verhoudingen niet in het voordeel zijn van de arbeidersklasse, en die andere lagen de ruimte laat om hun eigen belangen te behartigen, wat vandaag de dag niet verwonderlijk is. In die zin ben ik het eens met de passage: “De proletariërs willen hun diepe woede uiten, maar ze weten niet hoe ze hun levensomstandigheden doeltreffend kunnen verdedigen tegen de groeiende aanvallen van de bourgeoisie en haar regering”.
- Is het hier ook mogelijk om een autonome klassenstrijd op te vatten als voorwaarde voor een consequente beweging? Wordt de klassestrijd niet zelfstandig door zich als zodanig vrij te maken in de loop van de beweging zelf?
- Zelfs als ik de kritiek op de inhoud en de methoden deel, zou ik meer openstaan voor de mogelijkheid van hun evolutie. [U hebt] de spontaniteit in het uitlokken van deze blokkades opgemerkt, maar sommige van hen tonen de zorg om zich zelfstandig te organiseren, om te functioneren door middel van echte algemene vergaderingen, enz. (…)”
Ons antwoord
Op basis van een gemeenschappelijke vaststelling betreffende de beweging van de “gele hesjes”(1), gekenmerkt door “een zeer uiteenlopende, zo niet tegenstrijdige woede, die het interklassistische karakter van de beweging en de burgerlijke of zelfs de nationalistische expressie ervan uitdrukt” roept deze brief drie belangrijke vragen op.
Een valkuil voor de proletariërs?
In ons pamflet staat dat deze beweging een echte valkuil is voor de proletariërs. Maar voor de kameraad stelt zich de vraag:“welke betekenis moeten we aan deze "valkuil" geven? Een valkuil veronderstelt een organisatie die het voorbereidt, organiseert, enz. Hiervan is echter geen sprake”. Deze beweging was inderdaad spontaan. Een jonge zelfstandig ondernemer uit Seine-et-Marne heeft op sociale media een petitie gelanceerd tegen een verhoging van de belastingen op dieselbrandstof. Dan is er nog een chauffeur van hetzelfde departement die heeft opgeroepen de wegen blokkeren, met een geel hesje aan. In enkele klikken hebben deze twee kreten van woede zich in een zeer hoog tempo verspreid, wat getuigt van een algemene frustratie in de bevolking.
Het is dus geen valkuil van de bourgeoisie, haar staat, haar partijen, haar vakbonden of haar media, maar een beweging die door haar interklassistische aard op zich een valkuil is voor de arbeiders. Want in een interklassistische beweging waar de proletariërs (werkers, studenten, gepensioneerden, werklozen, ...) als individuen-burgers temidden van alle andere lagen van de samenleving (kleinburgers, boeren, ambachten, ...) verwaterd zijn, overheersende sociale aspiraties en strijdmethoden van al deze tussenliggende lagen.
Daarom was het uitgangspunt van de beweging de explosie van woede onder vrachtwagen-, taxichauffeurs en eigenaars van kleine ondernemingen bij de verhoging van de belastingen op dieselbrandstof, die hun bedrijf verder benadeelde. Daarom werd de voorkeur gegeven aan het bezetten van rotondes en tolhuizen, vervolgens van de “mooiste avenue ter wereld”, de Champs-Élysées, met een fluorescerend geel hesje op de rug, om “gezien”, “gehoord” en vooral “erkend te worden”. Daarom waren de Franse vlag, La Marseillaise en verwijzingen naar de Franse Revolutie van 1789, ook alomtegenwoordig te midden van deze kreet van het “Volk van Frankrijk”. Allemaal methoden die op geen enkele manier uitdrukking geven aan een mobilisatie van de arbeidersklasse op haar eigen terrein, waardoor de uitbuiting van het kapitalisme in vraag wordt gesteld door eisen zoals loonsverhogingen, tegen ontslag, enz.
Bovendien kwamen de strijdmethoden van de arbeidersklasse daarin nooit tot uitdrukking. De afwezigheid van stakingen in verschillende sectoren van de klasse of van algemene vergaderingen, waarin de uitgebuitenen debatteren en nadenken over hun strijd en de doelstellingen die eraan gegeven moeten worden, bevestigen dit ruimschoots.
Erger nog, het verrotte terrein van populisme en de xenofobie vergiftigt een groot deel van de beweging. Enkele van de meest misselijkmakende aspecten van de huidige historische periode kwamen tot uiting, zoals officiële oproepen tot versterking van anti-immigratiewetten of nog xenofobe misstanden (2). Meer dan 90% van de aanhangers van de Rassemblement National van Marine Le Pen steunen de “gele hesjes” en meer dan 40% zegt zelf deel te nemen aan de beweging.
Ziedaar de valkuil waarin al deze proletariërs in de “gele hesjes” werden gevangen. Ja, deze beweging is voor hen een echte ideologische valkuil geweest.
Wat zijn de oorzaken van de politieke problemen van de arbeidersklasse?
In enkele regels van deze brief wordt een centrale vraag gesteld: “In het pamflet staat ook het idee dat de arbeidersklasse verhinderd wordt te vechten (…) Worden de arbeiders enkel “verhinderd”, zouden ze anders openlijk strijd leveren op hun klasseterrein? Nee, natuurlijk niet.”Wat zijn de oorzaken van de huidige politieke moeilijkheden van de arbeidersklasse? Het antwoord daarop vinden we niet in een fotografische visie van het actuele proletariaat, maar in de film van zijn geschiedenis. Deze complexe vraag kunnen we hier, in de context van dit artikel, dus niet volledig beantwoorden (3). We willen eenvoudigweg één aspect benadrukken. We mogen het permanente ondermijnende werk van de vakbonden niet onderschatten, die al meer dan een eeuw een specifieke rol hebben in de sabotage, op het werkplek, van de strijd en het bewustzijn.
Een voorbeeld: enkele maanden voor de beweging van de "gele hesjes" organiseerden de vakbonden de "estafettestaking van de spoorwegarbeiders". Duizenden arbeiders, bijzonder strijdlustig, zijn vele dagen lang in staking gegaan, volledig geïsoleerd, afgesneden van andere sectoren van het proletariaat. Tegelijkertijd echter, in de bejaardentehuizen, bij de post, in de crèches, ziekenhuizen, bepaalde fabrieken, enz. vond er ook strijd plaats, elk in zijn eigen hoekje. Vervolgens lanceerde de CGT haar oproep tot “convergentie van de strijd”, een schijn van eenheid, bestaande uit het marcheren op straat, de enen na de anderen, ieder achter “zijn” leuze, “zijn”sector, “zijn” bedrijf.... en terug naar huis te keren zonder een gemeenschappelijke algemene vergadering, zonder discussie, zonder solidariteit in de strijd.
Deze vakbondsbewegingen, die jaar na jaar worden herhaald, hebben als enige functie het gif van verdeeldheid, wanhoop en machteloosheid te verspreiden. Dus ja, de systematische sabotage van de eenheid van de arbeiders door de vakbonden is een van de belangrijkste ingrediënten van de huidige zwakheid van het proletariaat, een zwakheid die een gunstige voedingsbodem schept voor de explosie van interklassistische en dus uitzichtloze woede.
In feite maakt de bourgeoisie gebruik van de zwakheden van het proletariaat in een poging het meer te versuffen. De arbeidersklasse maakt inderdaad een moeilijke periode door. Sinds 1989 met de campagnes over de ineenstorting van het stalinisme die gelijkgesteld werd met het zogenaamde “bankroet van het kommunisme”, is het proletariaat er niet in geslaagd zijn klasse-identiteit terug te winnen en zichzelf als een revolutionaire klasse te herkennen. De uitgebuite klasse, die niet in staat is om de contouren van een maatschappij zonder uitbuiting te schetsen, blijft zeer kwetsbaar, maar vooral zeer passief op het gebied van de strijd.
Alhoewel grote delen van het proletariaat zich, terecht, niet herkenden in de volksopstand van de “gele hesjes”, waren deze centrale sectoren toch niet in staat om zich massaal en in solidariteit en eenheid te mobiliseren, om te reageren op de aanvallen van de regering op hun eigen klasseterrein en met hun eigen strijdmethoden.
Ondanks deze moeilijkheden is het proletariaat echter niet verslagen. Gezien de algemene ontevredenheid en de aanvallen die opdoemen, kunnen de grote proletarische massa's in de komende periode deze lethargie heel goed te boven komen. De toekomst behoort dus nog steeds aan de klassestrijd.
De "gele hesjes", een springplank voor de strijd van de arbeiders?
"Wordt de klassestrijd niet zelfstandig door zich als zodanig vrij te maken in de loop van de beweging zelf? Zelfs als ik de kritiek op de inhoud en de methoden deel, zou ik meer openstaan voor de mogelijkheid van hun evolutie. [U hebt] de spontaniteit in het uitlokken van deze blokkades opgemerkt, maar sommige van hen tonen de zorg om zich zelfstandig te organiseren, om te functioneren door middel van echte algemene vergaderingen, enz. (…)”
Zou de beweging van de "gele hesjes", ook al begon ze op een slechte basis, zich kunnen omvormen tot iets anders, een authentieke strijd van de arbeidersklasse?
Wat spreekt voor deze stelling is de geleidelijke verbreding van de eisen, aangezien de afwijzing van de verhoging van de dieselbelasting op de achtergrond is geraakt ten gunste van een breder protest tegen armoede en voor koopkracht. Bovendien blijft de sympathie van het publiek voor deze beweging onverminderd bestaan. Hoewel de beweging nooit massaal was (ongeveer 300.000 "gele hesjes" op het hoogtepunt van de mobilisatie) en de meerderheid van de proletariërs van grote bedrijven en de openbare dienst toeschouwers bleven, is het niettemin waar dat ze een grote populariteit genoot.
Ter ondersteuning van deze stelling zijn er historische precedenten. Hier zijn er slechts drie, maar niet de minste: de Commune van Parijs uit 1871 ging uit van een explosie van schijnbaar nationalistische en anti-Pruisische woede; de massale staking in Rusland in 1905 begon onder religieuze vaandels, met een pope (Gapon) aan het hoofd; mei 1968 in Frankrijk werd op gang gebracht door een beweging van studenten die in die tijd vaak uit de kleinburgerij voortkwam. Elke keer nam de arbeidersklasse uiteindelijk het voortouw in de strijd, met haar eigen methoden, organisatie en kracht. Om onze lezer te parafraseren: elke keer is "de klassestrijd zelfstandig geworden door zich als zodanig te ontwikkelen in de loop van de beweging zelf".
Zou de beweging van de "gele hesjes" ook iets anders kunnen zijn geworden, een echte arbeidersstrijd? In feite geeft de kameraad zelf het antwoord in zijn brief: “Er is inderdaad sprake van een gemengde sociale beweging, waarbij de verhoudingen niet in het voordeel zijn van de arbeidersklasse, en die andere lagen de ruimte laat om hun eigen belangen te behartigen, wat vandaag de dag niet verwonderlijk is.”
Maar waarom is dat zo? Omdat dit niet 1871, 1905 of zelfs 1968 is. In 1871 was de Commune van Parijs geen uitzondering. In veel delen van Europa, voornamelijk in Frankrijk, was de arbeidersklasse in een strijd verwikkeld en braken verschillende “Communes” uit. De massale staking in Rusland in 1905 werd voorafgegaan door een diepgaand proces van de opkomst van de proletarische strijd (van bewustzijn en organisatie), opnieuw op internationale schaal, sinds de jaren 1890 (Rosa Luxemburg beschrijft dit proces op briljante wijze in haar boek “Massastaking, Partij en Vakbonden”). Mei 68 kwam na een jaar 1967, gekenmerkt door zeer belangrijke stakingen van arbeiders, met name in termen van zelforganisatie, vooral in de grote steden van West-Frankrijk.
Vandaag de dag zien we daar niets van. Zoals we al eerder zeiden, is de arbeidersklasse verstrikt in grote moeilijkheden. Ze is zich zelfs niet eens bewust van haar bestaan als een klasse antagonistisch ten opzichte van de burgerlijke klasse en te onderscheiden van de tussenliggende sociale lagen (vooral de kleinburgerij). Ze is de herinnering aan haar eigen verleden kwijt en kan niet teruggrijpen naar haar reusachtige historische ervaring, waarvoor ze zich zelfs schaamt omdat de bourgeoisie het woord “arbeider” voortdurend gelijkstelt met een soort die "verdwenen" is en het woord “kommunisme” met de barbaarsheid van het stalinisme.
In deze situatie kan de beweging van de "gele hesjes" op geen enkele manier een soort springplank of vonk zijn voor een authentieke strijd van de arbeidersklasse. Integendeel, de proletariërs die zich achter de leuzen en methoden van de kleinburgerij begaven, ie verdronken in de interklassistische ideologie van het burgerschap, en die opgelost werden in alle andere sociale lagen, konden de negatieve druk van het burgerlijk “democratisme” en nationalisme alleen maar ondergaan.
Daarom is het een goede zaak dat de meerderheid van de arbeidersklasse zich tevredengesteld heeft met een platonische ondersteuning, en dat de proletariërs niet massaal deelnamen aan deze beweging zonder perspectief. Deze terughoudendheid toont aan dat de arbeidersklasse, afgezien van haar sympathie voor sommige eisen tegen de armoede, vanaf het begin vooral afstandelijk, voorzichtig was over de focus op belastingen en de gebruikte methoden (de bezetting van rotondes), gealarmeerd was door en walgend van de onmiddellijke steun door heel rechts en extreemrechts.
Dit wantrouwen toont aan dat het proletariaat, ondanks de moeilijkheden die het ondervindt om de strijd op het klasseterrein te beginnen, niet verpletterd, verslagen of massaal betrokken was bij de verrotte ideeën van de kleinburgerij en het xenofobe en anti-immigrantenpopulisme.
In de afgelopen weken, te midden van deze malaise, waren er zelfs kleine lichtpuntjes: middelbare scholieren begonnen te strijden tegen de hervorming van de eindexamens (zonder Marseillaise of Tricolore vlag), niet voor zichzelf, maar uit solidariteit met de toekomstige leerlingen die een opleiding van lager niveau krijgen. Ook studenten mobiliseerden om de verhoging van het collegegeld voor buitenlanders te verwerpen onder de leuze“Solidariteit met de immigranten”. De woede van de jong opgeleide generaties (en toekomstige proletariërs) is een vernietigend antwoord op zowel de onrechtvaardige regeringsmaatregelen als de anti-immigranteneisen van de "gele hesjes". Solidariteit is inderdaad het cement en de kracht van de arbeidersklasse.
Het proletariaat heeft tijdelijk zijn klasse-identiteit verloren, het is afgesneden van zijn geschiedenis en ervaring. Maar het is er nog, steeds levendig. In de diepte gaat de overdenking over het gebrek aan perspectief van de kapitalistische samenleving door, vooral bij de meest bewuste en strijdlustige elementen. Gedreven door de verergering van de economische crisis, in eerste instantie zonder zich bewust te zijn van zijn kracht, zonder te geloven in zijn mogelijke eenheid en zelforganisatie, zal het proletariaat gedwongen worden zich in te zetten voor de strijd om zijn levensomstandigheden te verdedigen. De beweging van de "gele hesjes" is een onthullend teken van de diepte van ontevredenheid, die in de hele uitgebuite klasse bestaat, en van het potentieel van de komende klassestrijd.
Tegenover de tijdelijke verlamming van de klassestrijd moeten de revolutionairen zich wapenen met geduld, niet het isolement, de bakken kritiek en het onbegrip vrezen; zij moeten alle vijanden van het proletariaat, alle ideologische valkuilen, alle impasses, ontmaskeren om in de mate van hun zwakke krachten deel te nemen aan de ontwikkeling van het bewustzijn binnen de arbeidersklasse. Dit in de overtuiging dat alleen klassestrijd in staat is een perspectief te bieden voor de toekomst van de mensheid.
Révolution Internationale, krant in Frankrijk van de IKS, 24-12-2018
(1) “Face à la misère et à la dégradation de nos conditions de vie: Comment lutter pour faire reculer le gouvernement et le patronat ?” (een pamflet beschikbaar op onze website)
(2)“Stellingen over de ontbinding”, Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 107 (2001)
(3)“Quand la bourgeoisie fait croire au prolétariat qu’il n’existe pas”, Révolution Internationale nr. 447 (2014) et “Waarom heeft het proletariaat het kapitalisme nog niet omvergewrorpen ?”, Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 104 (2001)
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_370_web.pdf
[2] https://sites.google.com/site/sozialistischeklassiker2punkt0/komintern-1/woltkongess-2/9-statuten-der-ki
[3] https://www.marxists.org/francais/inter_com/1919/ic1_19190300b.htm
[4] https://www.sinistra.net/komintern/wk1/komint105d.html
[5] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/derde-internationale
[6] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/comintern
[7] https://nl.internationalism.org/tag/2/37/de-revolutionaire-golf-1917-1923
[8] https://nl.internationalism.org/tag/2/38/dictatuur-van-het-proletariaat
[9] https://nl.internationalism.org/tag/2/39/revolutionaire-organisatie
[10] https://nl.internationalism.org/tag/8/133/de-beweging-van-zimmerwald
[11] https://nl.internationalism.org/tag/8/134/derde-internationale
[12] https://nl.internationalism.org/tag/people/bouteflika
[13] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/algerije
[14] https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het-
[15] https://en.internationalism.org/icconline/201710/14408/crisis-venezuela-proletariat-suffers-misery-chaos-and-repression-capitalism
[16] https://fr.internationalism.org/revolution-internationale/201306/7402/legs-chavez-a-bourgeoisie-programme-defense-du-capital-grande-
[17] https://en.internationalism.org/ir/131/russian-experience
[18] https://es.internationalism.org/accion-proletaria/200510/246/5-preguntas-sobre-el-comunismo
[19] https://en.internationalism.org/content/3568/international-situation-behind-humanitarian-operations-great-powers-imperialist
[20] https://en.internationalism.org/wr/2010/331/
[21] https://fr.internationalism.org/content/9831/migrations-amerique-latine-seul-proletariat-peut-arreter-barbarie-du-capitalisme
[22] https://nl.internationalism.org/tag/people/maduro
[23] https://nl.internationalism.org/tag/people/guaido
[24] https://nl.internationalism.org/tag/4/86/venezuela
[25] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/venezuela
[26] https://nl.internationalism.org/files/nl/2019_n_pamflet_climat_bam.pdf
[27] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/klimaat
[28] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/klimaatopwarming
[29] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/milieu
[30] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/ecologie
[31] https://nl.internationalism.org/tag/11/155/tussenkomsten
[32] https://nl.internationalism.org/tag/3/48/milieu
[33] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatstaking
[34] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatbetoging
[35] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/gele-hesjes