De waslijst van misdaden tegen de menselijkheid in de afgelopen honderd jaar draagt vaak de naam van een stad: Guernica, Coventry, Dresden, Hiroshima, Sarajevo. Vandaag is de historische stad Aleppo in Syrië, één van de oudste permanent bewoonde steden ter wereld, aan de lijst toegevoegd.
In 1915 herkende de revolutionaire Rosa Luxemburg, die de golf van nationalisme trotseerde welke Duitsland bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog overspoelde, dat dit conflict over heel Europa een nieuw tijdperk in de geschiedenis van het kapitalisme geopend had, een tijdperk waarin de meedogenloze concurrentie, inherent aan het systeem, de mensheid nu voor de keuze stelde: socialisme of barbarendom. Deze oorlog, schreef ze, met haar slachting van mensen op industriële schaal, vormde een nauwkeurige weergave van wat barbarendom betekent.
Maar de Eerste Wereldoorlog was nog maar een begin en de barbaarsheid van het kapitalisme bereikte al snel een hoger niveau. De oorlog werd beëindigd door het verzet van de arbeidersklasse in Rusland, Duitsland en elders, door de muitende troepen, stakingen en opstanden die, voor een kort ogenblik, het voortbestaan van de kapitalistische orde bedreigden. Maar deze bewegingen waren geïsoleerd en werden verpletterd; en met de nederlaag van de arbeidersklasse, de enige echte kracht die in staat is een hindernis op te werpen tegen de kapitalistische tendens naar de oorlog, namen de verschrikkingen van imperialistische conflicten een nieuwe dimensie aan.
De eerste imperialistische oorlog werd, net als de oorlogen van de 19e eeuw, nog steeds voornamelijk uitgevochten op de slagvelden. De omvang van de moordpartijen, evenredig aan de duizelingwekkende ontwikkeling van technologie in de decennia die aan de oorlog voorafgingen, was een schok, ook voor de politici en de militaire leiders die gokten op een kort, scherp conflict, dat ‘met Kerstmis’ beëindigd zou zijn. Maar in de oorlogen, die erop volgden, waren de voornaamste slachtoffers van oorlogen niet langer de soldaten in uniform, maar de burgerbevolking.
Het bombardement, door Duitse en Italiaanse vliegtuigen, op Guernica in Spanje, een gebeurtenis vereeuwigd door Picasso’s beelden van gemartelde van vrouwen en kinderen, zette de toon. Ten eerste was het opzettelijk aanvallen van burgers vanuit de lucht iets ongekends en bracht een nieuwe schok teweeg, en zeer zeker iets dat alleen de fascistische regimes van Hitler en Mussolini in overweging konden nemen. Maar de oorlog in Spanje was een generale repetitie voor de Tweede Wereldoorlog die het aantal doden in vergelijking met de Eerste Wereldoorlog verdrievoudigde en waarbij de overgrote meerderheid van de slachtoffers burgers waren.
Beide zijden gebruikten de tactiek van de “bommentapijten” om steden plat te bombarderen, de infrastructuur te vernietigen, de bevolking te demoraliseren, en - omdat de bourgeoisie mogelijkheid van een arbeidersopstand tegen de oorlog nog vreesde - het proletarische gevaar neer te slaan. Dergelijke tactieken werden steeds minder bestempeld als misdaden, maar verdedigd als de beste manier om een einde te maken aan het conflict en om verdere slachtingen te voorkomen - vooral door het ‘democratische’ kamp. Het in lichterlaaie zetten van Hiroshima en Nagasaki door de zojuist uitgevonden atoombom werd om precies dezelfde redenen gerechtvaardigd.
Vandaag, als de leiders van de ‘democratische’ wereld het Assad-regime in Syrië en zijn Russische steun in de rug, veroordelen voor hun meedogenloze, systematische slachting van de burgerbevolking van Aleppo en andere steden, mogen we niet vergeten dat zij slechts dat uitvoeren wat nu een gevestigde traditie is in de kapitalistische oorlogsvoering. Het opzettelijk vernielen van ziekenhuizen en andere belangrijke delen van de infrastructuur, zoals de watervoorziening, de blokkering en zelfs het bombarderen van hulpkonvooien: dit is moderne oorlogvoering, waarvan de militaire tactieken niet alleen zijn geleerd van voorgaande generaties ‘dictators’, maar ook van democratische militaristen zoals ‘Bomber’ Harris en Winston Churchill.
Dat wil niet zeggen dat er niets uitzonderlijks gebeurt in Aleppo. De ‘burgeroorlog’ in Syrië begon in 2011 - als onderdeel van de ‘Arabische Lente’ - met een opstand van de bevolking, uitgelokt door de wreedheid van het bewind van Assad. Maar Assad had geleerd van de val van zijn collega-dictators in Egypte en Tunesië, en reageerde op de demonstraties met een moorddadige vuurkracht. De vastberadenheid van het regime om te overleven en zijn privileges te laten voortbestaan zijn, zo laat het zich aanzien, grenzeloos.
Assad is bereid hele steden in puin te leggen, miljoenen van zijn eigen burgers uit te moorden of te verjagen, alleen maar om aan de macht te blijven. Er is hier sprake van zoiets als een wraak van de tiran op iedereen die zijn regime durft te verwerpen. Het is een neerwaartse spiraal van vernietiging waarbij er weinig of niets overblijft voor de heersers om over te regeren. In dit opzicht is de nuchtere, rationele berekening, achter de terreurbombardementen op de ‘rebellerende’ steden in Syrië, een nieuw symbool geworden van de toenemende irrationaliteit van de kapitalistische oorlog.
Maar de waanzin van deze oorlog beperkt zich niet tot Syrië. Na de massamoord op de ongewapende demonstranten, leidden splitsingen in de Syrische leger tot een gewapende burgerlijke oppositie, waardoor de oorspronkelijke opstand snel veranderde in een militair conflict tussen kapitalistische kampen. Deze situatie vormde op haar beurt een uitmuntende gelegenheid voor een groot aantal lokale en mondiale imperialistische machten om te tussen te komen ter verdediging van hun eigen smerige belangen. De etnische en religieuze verdeeldheid, die het conflict in Syrië verergerde, werden misbruikt door regionale machten, ieder met hun eigen agenda.
Iran, dat beweert de leider te zijn van de sjiitische moslims in de wereld, steunt het ‘alawitische’ regime van Assad en geeft ruggensteun aan de interventies van de Hezbollah-milities uit Libanon. Soennitische moslimlanden, zoals Saoedi-Arabië en Qatar, hebben de talrijke islamitische bendes bewapend, die de ‘gematigde’ opstandelingen moesten vervangen, waaronder de Islamitische Staat (ISIS) zelf. Turkije heeft, vaak onder het mom van een aanval op de ISIS, deze oorlog gebruikt om haar aanvallen op te voeren op de Koerdische militaire krachten, die aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt in het noorden van Syrië.
Maar in dit conflict dat drie, vier, vijf kanten kent, spelen 's werelds grootmachten ook hun rol. De VS en Groot-Brittannië hebben Assad opgeroepen om terug te treden en hebben indirect de gewapende oppositie gesteund, zowel de ‘gematigde’ oppositie en, via Saoedi-Arabië en Qatar, de Islamisten. Toen ISIS, zoals Al Qaida in het vorige decennium, begon te bijten in de hand die haar voedde en zich als een nieuwe en ongecontroleerde macht in Syrië en Irak begon te profileren, hebben een aantal westerse politici hun standpunt herzien, met als argument dat Assad, in vergelijking tot ISIS, eigenlijk een ‘minder kwaad’ vertegenwoordigt.
Eerder in het conflict bedreigde Obama het Assad-regime met militaire interventie, waarbij hij verklaarde dat het gebruik van chemische wapens tegen burgers de grens vormde, die niet kon worden overschreden. Maar dit bleek een loos dreigement, en de debatten, die vervolgens in Washington en in Londen werden gevoerd, gingen voornamelijk over hoe strijd tegen ISIS gevoerd moest worden, en vormden zodoende dus een indirecte aanmoediging voor Assad.
De besluiteloosheid van de VS ten opzichte van de situatie in Syrië is het gevolg van een lang proces van achteruitgang van hun wereldheerschappij, die vooral is samengevat in hun rampzalige inval in Irak en Afghanistan in het kielzog van de aanslagen van september 2001 in New York en Washington. De ‘War on Terror’, ontketend door de regering-Bush, heeft alleen maar geleid tot de verergering van de chaos in het Midden-Oosten en heeft van het islamitisch terrorisme een nog grotere kracht gemaakt dan hij was voordat de Twin Towers instortten. De oorlog in Irak bleek bijzonder onpopulair in de VS en zelfs de schietgrage Trump verkondigt nu dat het een ramp is geweest. De VS is dus erg terughoudend om niet opnieuw te worden meegesleurd in een moeras in het Midden-Oosten.
Het imperialisme verafschuwt een vacuüm en de aarzelingen van de VS verleenden een herrijzend Rusland de kans om zichzelf opnieuw te vestigen in een regio waaruit het, sinds het einde van de Koude Oorlog, grotendeels was verdreven. Syrië is de laatste plaats in het Midden-Oosten waar Rusland haar militaire bases behield, en zijn steun voor het regime van Assad is permanent doorgegaan. Maar na het inslaan van een nieuwe politieke weg - via de oorlog in Georgië en de Oekraïne – en het terugwinnen van het verloren imperium in de regio van de voormalige USSR, gokt Poetin’s Rusland nu op een vergroting van zijn status als wereldmacht door een direct ingrijpen in het Syrische conflict.
Het oorspronkelijke voorwendsel, dat door Rusland werd gebruikt, bestond in de noodzaak om ISIS terug te drijven, die terrein won in Irak en Syrië, en zelfs de enige overgebleven uitweg voor Rusland naar de Middellandse Zee bedreigde, de marinebasis in Tartus. Doordat dat de Russische interventie werd voorgesteld als een reactie op ISIS, werd deze in alle stilte door de VS gesteund. Na de gruweldaden van ISIS in Parijs, heeft Frankrijk zelfs enkele gemeenschappelijke operaties ondernomen met Russische troepen in Syrië. Maar ook het Russische imperialisme heeft laten zien weinig interesse te hebben de bases van ISIS aan te vallen en er alle belang bij te hebben het bewind van Assad te ondersteunen, dat ernstige tekenen van verval vertoonde.
Door de eenvoudige truc om de gehele oppositie tegen Assad te brandmerken als terroristen, is Rusland een belangrijke kracht geworden in de aanvallen van Assad op bolwerken van de rebellen, en heeft het effectief het doen keren ten gunste van Assad. Het antwoord van het Russische imperialisme op het conflict in Syrië is eenvoudig, en stemt geheel overeen met de methoden van Assad en werd ook al genadeloos toegepast in Grozny in 1990-2000 in antwoord op de Tsjetsjeense nationalistische beweging: verander de stad in puinhoop en het probleem van rebellie is opgelost.
Het Russische imperialisme maakt geen geheim van zijn ambities in het Midden-Oosten. "In het weekend, dat de eerste verjaardag van de Russische interventie in Syrië markeerde, zonden de staatsmedia voortdurend gedurfde uitspraken de ether in, zoals "Rusland heeft bewezen dat het niettemin toch een supermacht is" en "Rusland is uitgegroeid tot de belangrijkste speler in deze regio (…) De Verenigde Staten, anderzijds, verloren hun status als eerste violist.""[1]
De aanval op Aleppo, die tot nieuwe hoogtes werd verheven na de snelle ineenstorting van het nieuwste staakt-het-vuren, dat was bemiddeld door de VS, heeft de spanningen tussen Rusland en de VS zienderogen verslechterd. Als reactie op de beschuldiging dat het oorlogsmisdaden pleegt in Syrië – wat ongetwijfeld waar is - heeft Rusland zich teruggetrokken uit de vredesonderhandelingen over Syrië en ook uit een proces dat erop is gericht de Amerikaanse en Russische voorraden plutonium terug te brengen. Ondertussen stelt Poetin de meest vergaande voorwaarden ten aanzien van een hervatting van de gesprekken, inclusief het opheffen van de sancties tegen Rusland en de aanzienlijke vermindering van NAVO-troepenconcentraties in Oost-Europa.
Geconfronteerd met de steeds wredere politiek van het Poetin-regime, in binnen- en buitenland, met de terugkerende nationalistische ideologie en rauwe leugenpropaganda, is het voor de ‘democratische’ machten in het westen niet moeilijk om de moraalridders te spelen. Maar we hebben al gezien dat het Russische gebruik van terreurbombardementen in Syrië een lange voorgeschiedenis heeft in het Westen. En de schijnheiligheid van de democratische staten betreft evenzeer hun recente en huidige optreden.
De veroordeling van Rusland door de VS, met betrekking tot de vernietiging van Aleppo en andere steden, kan ons niet het bombardement op Bagdad in 2003 doen vergeten of de belegering van Fallujah in 2004, die ook leidden tot duizenden Iraakse burgerslachtoffers; zelfs als de bommen en raketten van de VS zogenaamd ‘intelligenter’ zijn dan de Russische en dus meer gericht zijn op zuiver militaire doelen. Evenmin mag het vertroebelen hoe Groot-Brittannië de rust in Jemen heeft verstoord – door de bevoorrading van de Saoedi’s met wapens in hun tussenkomst in een bloedige ‘burgeroorlog’. Een recent rapport in The Guardian toont aan dat meer dan een miljoen kinderen in Jemen geconfronteerd worden met de hongerdood, als een direct gevolg van de blokkades door Saoedi-Arabië en de bombardementen op gebieden, die door de Houthi rebellen worden gecontroleerd.[2]
Maar de westerse hypocrisie bereikt een hoogtepunt ten opzichte van de miljoenen Syriërs die, om hun leven te redden, gedwongen waren te vluchten en die nu lijden aan ernstige ondervoeding in slecht toegeruste vluchtelingenkampen in Turkije, Jordanië of Libanon; of, als ze proberen om het ‘toevluchtsoord’ West-Europa te bereiken, in handen vallen van gewetenloze mensensmokkelaars die hen, in boten die niet eens zeewaardig zijn, aanzetten tot een gevaarlijke overtocht over de Middellandse Zee. De Europese Unie heeft laten zien niet bij machte te zijn om te gaan met, waarnaar Cameron eens heeft gewezen als de ‘zwerm’, vluchtelingen uit Syrië en uit andere conflictengebieden in het Midden-Oosten en Afrika.
Terwijl sommige regeringen, zoals de Duitse, zwaaien met hun ‘welkomstpolitiek’ naar degenen wier arbeidskracht ze nodig hebben om uit te buiten, zijn er in heel Europa muren en prikkeldraadversperringen opgericht. Steeds meer Europese regeringen en partijen conformeren zich aan of omhelzen openlijk de politiek van uitsluiting en het zoeken van zondebokken, zoals die wordt verkondigd door de populistische stromingen. We zijn getuige van de sinistere echo's van de moord op de joden in de jaren 1930 en 1940, toen de democratieën zich de handen wrongen over de nazi-vervolgingen en moorden, maar alles deden, wat ze konden, om hun grenzen te sluiten voor de slachtoffers, en niet meer dan een symbolisch aantal Joodse vluchtelingen opnamen.[3]
Dubbelzinnigheid en schijnheiligheid over Syrië beperkt zich niet tot de regeringspartijen. De meerderheid van de ‘linkse’ politieke partijen hebben een lange geschiedenis van steun aan Rusland, Iran, Hezbollah en het Baath-regime in Syrië, waarbij ze aanvoeren dat deze, ondanks al hun fouten, ‘het imperialisme bestrijden’, waarmee ze het imperialisme bedoelen van de VS, Israël en andere westerse staten.
De ‘Stop de oorlog’ coalitie in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld (waarin Jeremy Corbyn vele jaren een leidende rol heeft gespeeld) organiseert massale demonstraties tegen de Israëlische militaire invallen in Libanon en Gaza, onder leuzen als ‘We zijn allemaal Hezbollah’. Maar je ziet ze nooit een dergelijke demonstratie organiseren tegen het optreden van Assad en de Russen in Syrië, dat niet alleen een evenbeeld is van het Israëlische militarisme, maar deze ver overtreffen op het vlak van dodenaantal en vernietiging.
Andere activistische organisaties kiezen voor de steun aan het militaire optreden van de VS en het Westen. De Avaaz-groep, die is gespecialiseerd is in online campagnes en verzoekschriften en die tegen de Amerikaanse invasie van Irak was, stelt nu dat de enige manier om de kinderen van Aleppo te beschermen is een beroep te doen op Obama, Erdogan, Hollande om een no-flyzone in te stellen in Noord Syrië.[4]
Hoe dan ook, we worden gevraagd om de ene of het andere kamp te steunen in wat is uitgegroeid tot een wereldwijd imperialistisch conflict.
Voor de revolutionairen is het essentieel om tegenover elke imperialistische slachting het beginsel van internationalisme te verdedigen. Dat betekent het handhaven van politieke onafhankelijkheid ten opzichte van alle staten en milities van proto-staten en de strijd te steunen van de uitgebuiten in alle landen tegen hun eigen bourgeoisie. De verdediging van dit principe is afhankelijk van het feit of de uitgebuiten verwikkeld zijn in een open strijd. Het is een wegwijzer voor de toekomst die we nooit mogen verliezen. Terwijl veel van hun voormalige kameraden zich achter de oorlogsinspanningen schaarden van hun eigen bourgeoisie in 1914, keerden de internationalisten, die een zeer kleine minderheid vormden, zich tegen de oorlog en hielden hardnekkig vast aan hun klasse-standpunten. Dit was absoluut essentieel voor de opkomst van een massale proletarische strijd tegen de oorlog, die twee of drie jaar later plaatsvond.
Het lijdt geen twijfel dat het proletariaat in Syrië van het toneel is verdwenen. Dit is een afspiegeling van de politieke en numerieke zwakte van de Syrische arbeidersklasse, die er niet in slaagde om stand te houden tegen het bewind van Assad en zijn verschillende burgerlijke tegenstanders. Maar we kunnen zeggen dat het lot van Syrië en dat van de ‘Arabische Lente’ als geheel de historische situatie samenvat, waarmee de wereldwijde arbeidersklasse wordt geconfronteerd. Het kapitalisme is in een vergevorderd stadium van verval en heeft de mensheid geen andere toekomst meer te bieden dan onderdrukking en oorlog. Dit is de reactie geweest van de heersende klasse op de verschillende opstanden die Noord-Afrika en het Midden-Oosten teisterden in 2011.
Maar dit was slechts mogelijk omdat de arbeidersklasse niet in staat was om het voortouw te nemen in deze opstanden, en er niet in slaagde om een ander doel en een ander perspectief naar voren te schuiven dan de democratische illusies, die de sociale bewegingen domineerden. En dit was een mislukking niet enkel van de arbeidersklasse van Noord-Afrika en het Midden-Oosten, maar ook van de arbeidersklasse in de centrale industrielanden van het kapitalisme, wier revolutionaire tradities dieper zijn geworteld en die een lange ervaring heeft in de confrontatie met het obstakel van de burgerlijke democratie.
It is these battalions of the class who are best placed to revive the perspective of proletarian revolution, which remains the only hope for a human future. This is not just wishing for the best. The Arab spring also served as an inspiration to struggles in the central countries, most notably the Indignados revolt in Spain, which went furthest of all the movements of 2011 in posing serious questions about the future of world capitalism and in developing the means of struggle against it. But this was just a glimpse of the possible, a small indication that, despite the steady advance of capitalist barbarism, the proletarian alternative is still alive.
Deze bataljons van de klasse zijn het best geplaatst om het perspectief van proletarische revolutie, die de enige hoop is voor een menselijke toekomst, weer nieuw leven in te blazen. Dit is niet alleen een wensdroom. De Arabische lente diende ook als een bron van inspiratie voor strijd in de centrale landen, vooral voor de opstand van de ‘Indignados’ [de verontwaardigden, nvdv] in Spanje, die het verst ging van alle bewegingen van 2011, door ernstige kwesties te stellen met betrekking tot de toekomst van het wereldkapitalisme en de ontwikkeling van de strijdmiddelen ertegen. Maar dit was slechts een glimp van het mogelijke, een kleine aanwijzing dat, ondanks de gestage opmars van het kapitalistische barbarendom, het proletarische alternatief nog steeds levend is.
Amos / 08.09.2016
[1] https://www.theguardian.com/world/2016/oct/03/russia-media-coverage-syria-war-selective-defensive-kremlin [2]
[2] https://www.theguardian.com/world/2016/oct/04/yemen-famine-feared-as-starving-children-fight-for-lives-in-hospital [3]
[3] Hiermee willen we geen afbreuk doen aan de oprechte inspanningen van vele duizenden vrijwilligers die in Europa hebben geprobeerd om hulp te bieden aan de vluchtelingen, alsmede het werkelijk fantastisch werk van artsen, verpleegkundigen en hulpverleners, die vechten om levens te redden in de meest erbarmelijke omstandigheden in Aleppo en andere belegerde steden. Heel vaak beginnen deze inspanningen als spontane initiatieven, maar worden dan vervolgens door regeringen en andere officiële machten onder hun eigen controle gebracht.
“De kommunisten worden verder verweten alle landen en nationaliteiten af te schaffen. De arbeiders hebben geen vaderland. We kunnen hen niet afnemen wat zij niet hebben”.(Kommunistisch Manifest, 1848)
Het kapitalisme, het systeem van uitbuiting die de planeet regeert, kan zich niet handhaven door dwang en geweld alleen. Het kan niet zonder de kracht van ideologie - de eindeloze schepping van ideeën die de werkelijkheid op zijn kop zetten en de uitgebuitenen weten te overtuigen dat het in hun eigen belang is om zich achter hun eigen uitbuiters te scharen. Precies honderd jaar geleden betaalden honderdduizenden arbeiders uit Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en andere landen, tijdens de Slag aan de Somme, de ultieme prijs voor de elementaire leugen van de heersende klasse - dat de arbeiders moeten ‘vechten voor hun vaderland’, wat slechts kon betekenen te vechten en te sterven voor de belangen van de heersende klasse. De afschuwelijke moordpartijen van de Eerste Wereldoorlog bewezen voor eens en voor altijd dat nationalisme de dodelijkste ideologische vijand is van de arbeidersklasse.
Vandaag, na decennia van aanvallen op de levensstandaard, van het uiteenvallen van industrieën en gemeenschappen, van financiële schokken en bezuinigingspakketten, en van een hele reeks verloren gevechten, wordt de arbeidersklasse onderworpen aan een nieuwe golf van nationalistisch vergif in de vorm van de populistische campagnes van Trump in de VS, Le Pen in Frankrijk, de Brexiters in Groot-Brittannië en in vele andere centrale kapitalistische landen. Deze campagnes baseren zich openlijk op de werkelijke desoriëntatie en woede binnen de arbeidersklasse, op een groeiende frustratie over het gebrek aan banen, huisvesting, gezondheidszorg, op wijdverspreide gevoelens van machteloosheid tegenover onpersoonlijke, mondiale krachten. Maar het laatste wat deze campagnes willen is dat arbeiders kritisch nadenken over de werkelijke oorzaken van al deze ellende. Integendeel, de functie van het populisme is om iedere poging om inzicht te krijgen in het ingewikkelde en ogenschijnlijk mysterieuze maatschappelijke systeem dat onze levens regeert, te herleiden naar een veel eenvoudigere oplossing: het zoeken van een zondebok om die de schuld te kunnen geven.
Het komt allemaal door de elites, schreeuwen ze: de hebzuchtige bankiers, de corrupte politici, de schimmige bureaucraten die de EU regeren en ons allemaal verstrikken in buitensporige bureaucratie en regelgeving. Al deze figuren maken inderdaad deel uit van de heersende klasse en leveren hun bijdrage in het opvoeren van de uitbuiting en de vernietiging van banen en toekomstperspectieven. Maar ‘de elites de schuld geven’ is een vertekening van het klassebewustzijn en niet de echte kwestie. Deze truc kan worden blootgelegd door de vraag te stellen: wie vent er met dit nieuwe anti-elitarisme? En je hoeft maar te kijken naar Donald Trump of de leiders van de Brexit-campagne of de massamedia die hen ondersteunen, om te begrijpen dat dit soort anti-elitarisme wordt verkocht door een ander deel van diezelfde elite. In 1930 gebruikten de nazi's dezelfde truc, door een sinistere internationale elite van Joodse financiers de schuld te geven voor de verwoestende gevolgen van de wereldwijde economische crisis en de arbeiders mee te voeren achter een deel van de heersende klasse, die beweert de werkelijke belangen van de nationale economie te verdedigen. De nazi-propagandaminister Goebbels zei eens “hoe groter de leugen, hoe meer kans is op succes”; en de bewering op te komen voor de kleine man tegen de elite, geuit door politici zoals de miljardair Trump, is een leugen die gelijkstaat aan die van Goebbels zelf.
Maar het is niet een deel van de rijken, die het mikpunt zijn van het nieuwe nationalisme, maar de meest onderdrukte lagen van de arbeidersklasse zelf, de meest directe slachtoffers van de kapitalistische economische crisis, de wrede imperialistische oorlogen, de verwoesting van het milieu - de massa van economische migranten en vluchtelingen uit oorlogsgebieden die naar de centrale kapitalistische landen worden gedreven, op zoek naar een uitweg uit de armoede en de massamoord. Een andere ‘simpele’ oplossing die geboden wordt door de populisten: “als we ze konden stoppen, als we ze eruit konden schoppen, zou er zeer zeker meer overblijven en zou er een betere kans zijn voor de ‘eigen’ arbeiders in het vinden van een baan en huisvesting”. Maar dit schijnbare gezonde verstand verduistert het feit dat werkloosheid en dakloosheid het gevolg zijn van het reilen en zeilen van het kapitalistische systeem, van de ‘marktwerking’ die niet wordt tegengehouden door muren of grenswachters en van het feit dat migranten en vluchtelingen worden verdreven door hetzelfde kapitalistische streven naar winst dat fabrieken in de oude industriegebieden en hele bedrijfstakken naar de andere kant van de wereld verplaatst, waar de arbeid goedkoper is.
Geconfronteerd met een systeem van uitbuiting dat van nature wereldwijd is in zijn bereik, kunnen de uitgebuitenen zich alleen verdedigen door de vereniging over alle nationale verdelingen heen, door zich te verenigen in een internationale macht tegen de internationale macht van het kapitaal. En tegenover deze noodzaak staat de tactiek van verdeel en heers, die wordt gebruikt door alle kapitalistische partijen en groeperingen, maar die door de door populisten tot haar uiterste is doorgevoerd. Wanneer een groep arbeiders andere arbeiders beschouwt als de oorzaak van hun problemen, wanneer ze denken dat hun belangen worden verdedigd door partijen die pleiten voor harde maatregelen tegen immigratie, geven ze de mogelijkheid op om zich te verdedigen en verzwakken ze het vooruitzicht op verzet van de arbeidersklasse als geheel.
De valse alternatieven voor het populisme
Achter de anti-immigrantenretoriek van de populisten ligt de zeer reële dreiging van geweld, van de pogrom. In landen als Hongarije en Griekenland heeft de giftige haat tegenover de ‘buitenlanders’, de opkomst van de islamofobie en het antisemitisme van fascistische groeperingen voorgebracht, die bereid zijn migranten en vluchtelingen te terroriseren en te vermoorden – de Gouden Dageraad in Griekenland, Jobbik in Hongarije en de lijst kan gemakkelijk worden uitgebreid. In Groot-Brittannië is er, na de overwinning van de Brexit, een echte opleving van racistische aanslagen, zijn er beledigingen en bedreigingen geuit tegen Polen en andere EU-migranten alsook tegen zwarte en Aziatische mensen, alsof de meeste openlijk racistische stromingen in de maatschappij het gevoel hebben dat het moment is aangebroken om uit hun riolen te voorschijn te komen.
Maar het voorbeeld van Groot-Brittannië toont tevens aan dat er een vals alternatief is voor het populisme dat aan kant van het kapitalistisch systeem blijft staan. De chaotische politieke situatie die is ontstaan door de uitslag van het referendum, de toenemende dreiging voor de gastarbeiders, had vele goedwillende mensen ertoe gebracht voor het Remain-kamp [1] te stemmen, en in de nasleep ervan, grote demonstraties te organiseren ten gunste van de EU. We hebben zelfs anarchisten gezien die, in paniek over de steeds scherper wordende openlijke uitingen van racisme aangewakkerd door de campagne, hun verzet tegen kapitalistische verkiezingen vergaten en Remain stemden.
Stemmen voor of demonstreren ten gunste van de EU is een andere manier om in handen te vallen van de heersende klasse. De EU is geen charismatische instelling, maar een kapitalistische alliantie die de meest meedogenloze bezuinigingen oplegt aan de arbeidersklasse, zoals we het duidelijkst kunnen zien in wat de EU eist van de Griekse arbeiders in ruil voor financiële steun aan de failliete Griekse economie. En de EU is zeker geen welwillende beschermer van migranten en vluchtelingen. Terwijl ze een voorstander is van het ‘vrije verkeer’ van arbeidskrachten, wanneer dit het winstbeginsel ten goede komt, is ze eveneens in staat muren te bouwen en prikkeldraadversperringen op te werpen wanneer zij de migranten en vluchtelingen als overbodig beschouwt. Eveneens worden vluchtelingen, wier arbeidskracht niet ten nutte kan worden gemaakt, via smerige deals teruggestuurd naar de kampen die ze juist proberen te ontvluchten – zoals is gedaan in een recente overeenkomst met Turkije.
De nationalistische toren van Babel en de fraude van de burgerlijke democratie
De verdeling tussen een pro- en anti-EU kamp stijgt uit boven de traditionele links-rechts verdeling in de burgerlijke politiek. Beide kampen hebben hun linkse en rechtse supporters. De Remain-campagne in Groot-Brittannië werd geleid door een fractie van de Britse Conservatieve Partij, maar werd officieel gesteund door de meerderheid van Labour, en door de SNP in Schotland. Links zelf was verdeeld tussen ‘blijven’ en ‘verlaten’. Corbyn was eigenlijk voor blijven maar hij komt voort uit de ‘Old Labour’-idee van een ‘socialistisch Groot-Brittannië’, met andere woorden een eiland van autarkisch staatskapitalisme en het was duidelijk dat hij in zijn hart was niet helemaal achter de Remain-campagne stond. Corbyn's medestanders in de Socialist Workers’ Party en soortgelijke groepen waren voor een ‘Linkse Exit’, een absurd spiegelbeeld van het Brexit-kamp. Deze toren van Babel van nationalisme of het nu pro- of anti-EU is, is zelf een factor in de overheersende ideologische mist, waarin alles wordt gesteld in termen van ‘in’ of ‘uit’, van de belangen van Groot-Brittannië, van het bestaande systeem.
En al deze kapitalistische groeperingen en partijen trokken een nog dikkere mist op door de leugen van de ‘democratie’ te verspreiden, het idee dat burgerlijke verkiezingen of referenda de ‘wil van het volk’ echt tot uitdrukking kunnen brengen. Een sleutelelement in de Leave-campagne was het idee ‘ons land terug te winnen’ op de buitenlandse bureaucraten - een land dat de overgrote meerderheid sowieso nooit in bezit had, omdat het in bezit is van en gecontroleerd wordt door een kleine minderheid. Deze laatste manipuleert de democratische instellingen om ervoor te zorgen dat, wie ook de meerderheid van de stemmen verovert, de arbeidersklasse, als klasse, uitgesloten blijft van de macht.
Het democratische stemhokje - dat in sommige landen terecht een ‘isolatiehokje’ wordt genoemd - is niet, zoals burgerlijk links vaak beargumenteert, een middel voor de arbeidersklasse om haar klasse-bewustzijn tot uitdrukking te brengen, op zijn minst op een defensieve manier. Het is een middel om de arbeidersklasse te atomiseren, om haar te verdelen in een massa van machteloze burgers. En referenda vormen in het bijzonder een reeds lang bestaand middel van mobilisatie van de meest reactionaire krachten in de maatschappij - iets dat al duidelijk werd onder het dictatoriale bewind van Louis Bonaparte in het 19e-eeuwse Frankrijk. Om al deze redenen, en ondanks de politieke schokken die de stemming voor de Brexit heeft voortgebracht, was het EU-referendum een ‘succes’ voor de burgerlijke democratie, aangezien het werd voorgesteld als het enige mogelijke kader voor het voeren van de politieke discussie.
Het alternatief van de arbeidersklasse.
Geconfronteerd met een wereld die ieder land lijkt te veranderen in een bunker, waar alleen wij en de onzen het verdienen om te overleven, hebben sommige groepen de leuze “No Borders” (Geen grenzen) aangeheven. Dit is een lovenswaardig doel, maar om de grenzen op te heffen, moet je je ontdoen van natie-staten. En om je te ontdoen van de staat moet je je ontdoen van de maatschappelijke verhoudingen van uitbuiting, die ze beschermen. En dat alles vereist een wereldwijde revolutie van de uitgebuitenen, de invoering van een nieuwe vorm van politieke macht welke de burgerlijke staat ontmantelt en de kapitalistische productie voor winst begint te vervangen door de kommunistische productie voor de universele behoeften.
Deze doelstelling lijkt momenteel onnoemelijk ver en de toenemende ontbinding van de kapitalistische maatschappij - vooral haar neiging de arbeidersklasse mee te slepen in haar eigen materiële en morele neergang - bevat het gevaar dat dit perspectief definitief verloren raakt. En toch blijft dit de enige hoop op een menselijke toekomst. En het is geen kwestie van passief af te wachten, als op de Dag des Oordeels. Het zaad van de revolutie is gelegen in de heropleving van de klassenstrijd, om terug te keren naar het pad van de strijd tegen aanvallen van rechts en links, in de sociale bewegingen tegen de bezuinigingen, de repressie en de oorlog; in de strijd voor solidariteit met alle uitgebuitenen en de uitgeslotenen, de verdediging van de ‘buitenlandse’ arbeiders tegen bendes en pogroms. Dit is de enige strijd die het perspectief van een wereldgemeenschap kan doen heropleven.
En wat te denken van de kommunisten, een minderheid van de klasse die nog overtuigd is van het perspectief van een menselijke wereldgemeenschap? We moeten nuchter erkennen dat we, in de huidige situatie, tegen de stroom in zwemmen. En net als de voorgaande revolutionaire fracties, die de uitdaging van een vloed van reactie of contrarevolutie weerstonden, moeten we weigeren concessies te doen aan de principes, die we geleerd hebben van decennia van klasse-ervaring. We moeten er dus op staan dat er geen steun kan worden gegeven enige kapitalistische staat of alliantie van staten, dat er geen concessies kunnen worden gedaan aan de nationalistische ideologie, geen illusies in het feit dat de kapitalistische democratie een middel zou vormen om onszelf te verdedigen tegen het kapitalisme.
Wij weigeren deel te nemen aan de burgerlijk campagnes van de ene of de andere kant, juist omdat ons doel is deel te nemen aan de klassenstrijd, en omdat de klassenstrijd onafhankelijk moet worden van alle krachten van het kapitalisme die erop gericht zijn deze af te leiden of in te dammen. En geconfronteerd met de enorme verwarring en wanorde die momenteel in onze klasse heerst, moeten we ons wijden aan een ernstige theoretische inspanning om een wereld te begrijpen, die steeds meer ingewikkeld en onvoorspelbaar wordt. Theoretisch werk betekent niet afzien van de klassestrijd, maar helpt in de voorbereiding ervan, daar de theorie, in Marx' woorden, materiële macht wordt zodra ze grip krijgt op de massa's.
Amos / 2016.07.09
[1] De leuze “Remain” werd gebruikt door diegenen, die campagne voerden om Groot-Brittannië binnen de EU te houden.
[2] Schotse nationalistische partij.
[3] Jeremy Corbyn, leider van de Labour Party.
[4]. De grootste trotskistische groep in Groot-Brittannië, die een rol speelt in de burgerlijke politiek, welke vergelijkbaar is met die van de Lutte oOuvrière in Frankrijk.
De reactie van de Turkse bevolking op de couppoging van 15/16 juli was, volgens de Turkse President Erdogan, een “geschenk van God”. Hij stond erop dat de “zuiveringen” zouden doorgaan en het “virus zou worden uitgeroeid” samen met terroristen, waar die zich ook bevonden. Dit lijkt zeer zeker op een “Stalinistische” zuivering, met lijsten van namen die al vooraf waren opgesteld, en die met kracht werd uitgevoerd. Tegelijkertijd werd de oorlog tegen de Koerden, in het zuidoosten van Turkije, onmiddellijk opgevoerd.
Zonder enige speculatie over de mogelijke rol of voorkennis van buitenlandse agentschappen, lijkt het duidelijk dat er ook een paar hogere officieren van het Turkse leger bij de staatsgreep betrokken waren. Toen de staatsgreep zich ontvouwde werden deze door BBC, “de waarborgers van het Turkse secularisme” genoemd.
Deze putsch om Erdogan en zijn AKP omver te werpen was naar alle waarschijnlijkheid breder en dieper dan een eenvoudige ‘Gulenistenbeweging’ (1), hoewel de allianties en de banden tussen de verschillende schimmige facties en tendensen binnen de Turkse staat, in al hun complexiteit, vaak echt Byzantijns zijn. De Gulenisten zijn er bijvoorbeeld lange tijd beschuldigd betrokken te zijn geweest bij de Ergenekon samenzwering (een soort staat binnen de staat), die was opgericht rond de jaren 1990, zogenaamd als een waarborg voor Turkije’s seculiere tradities. Traditioneel gezien zijn niet de Gulenisten de belangrijkste tegenstanders van Erdogan’s ‘gematigde’ islamitische partij, de AKP, maar de Kemalistische (2) facties binnen het leger en de maatschappij als geheel.
Maar hier was niet alleen sprake van een nieuwe confrontatie tussen de islamitische AKP en de seculiere Kemalisten – want, inderdaad, in de nasleep van de staatsgreep organiseerde de belangrijkste Kemalistische partij, de CHP of WKK, een steunbetuiging aan de regering in een massale uiting van nationale solidariteit. En er spelen ook ingewikkelde religieuze rivaliteiten mee: tussen Soennieten en de weinig orthodoxe Alevi’s, en tussen Erdogan’s versie van de soennitische islam en de versie die verkondigd wordt door de Gulenisten. Maar nu hebben Erdogan en de AKP hun totalitaire greep op de Turkse staat versterkt, met een drie maanden durende staat van beleg, waardoor ze in een sfeer van angst en verhoogd staatstoezicht bij decreet kunnen regeren.
Tot op dit moment (CNN, 09-08-2016) zijn er 22.000 mensen zijn aangehouden en 16.000 gearresteerd op basis van specifieke aanklachten, met inbegrip van duizenden militairen. Daarvan komt ongeveer een derde uit de rangen van de Turkse generaals en admiraals. Honderden journalisten zijn gearresteerd, worden vastgehouden, ondervraagd of ontslagen, samen met vele duizenden ambtenaren. Reizen naar het buitenland is voor velen ook niet meer mogelijk. In totaal zijn er 68.000 ontslagen of geschorst en zijn er 2000 instellingen gesloten. De staat van beleg heeft geleid tot marteling, mishandeling, en uithongering van degenen die zijn aangehouden.
Sommigen, behorende tot de directe kring van Erdogan, zijn opgepakt terwijl de presidentiële garde is ontmanteld. Tijdens de staatsgreep werden aan de kant van de regering ongeveer 250 soldaten en burgers gedood evenals een onbekend aantal aan de kant van de coupplegers, die opzettelijk of onopzettelijk werden gedood. Tientallen bommenwerpers, helikopters, duizenden gepantserde voertuigen en drie marineschepen werden ingezet tijdens de staatsgreep. Volgens sommige berichten ontsnapte Erdogan ternauwernood aan de dood, na waarschuwingen als gevolg van wat door de Russen was opgevangen.
Sinds enkele jaren was Turkije, te midden van een zee van problemen in het Midden-Oosten, niet langer een bloeiend eiland van economisch stabiliteit en een voorbeeld van gematigde, democratische Islam. Weliswaar heeft Turkije, als staat, een meer solide historische inplanting dan vele van zijn door oorlog verscheurde buren, zoals Syrië en Irak. Maar het blijft zo dat Turkije veel gemeen heeft met Syrië en Irak in termen van etnische en sektarische verdelingen.
De kracht van Erdogan’s AKP was gelegen op het economisch vlak, waardoor de levensstandaard voor het grootste deel van het platteland en de armen in de grote steden is gestegen. Door enorme bedragen te lenen voor staatsinvesteringen en staatsprojecten zijn er banen geschapen. Op hetzelfde moment heeft Erdogan geprofiteerd van de opkomst van de Islam door een gematigde vorm van fundamentalisme na te streven om zodoende het imago van een ‘Nieuw Turkije’ te versterken en zijn macht als een potentiële leider van de soennitische wereld te demonstreren. Achter het conflict tussen de islamitische AKP en de seculiere Kemalisten van het leger en bredere lagen van de maatschappij, namelijk de confrontatie tussen het islamitische en seculiere nationalisme verbergt zich nog een ander religieuze element.
Het vroegere seculiere Kemalistische systeem werd beschouwd als een indirecte manier om de sjiïtische Alevitische minderheid voor te trekken ten koste van de soennitische meerderheid, aangezien het Alevitisme als een vorm van de islam wordt gezien dat zich gemakkelijker aanpast aan de moderne wereld. Op dit niveau is er een zekere gelijkenis tussen het voormalige Kemalistische systeem in Turkije en het regime van Assad, dat grotendeels bestaat Alawieten (3), een ander sjiïtische sekte, die regeert over een soennitische meerderheid. De huidige oorlog in Syrië tussen de Alawieten en de Soennieten kan de religieuze en culturele rivaliteit tussen vergelijkbare elementen in Turkije alleen maar beïnvloeden en aanscherpen. In de nasleep van de staatsgreep, bijvoorbeeld, waren er berichten van pogromistische aanvallen op huizen en winkels van Alevieten.
Het Turkije van vandaag is niet hetzelfde land als ten tijde van de vorige militaire staatsgreep in 1980, die gerechtvaardigd werd vanwege de groeiende wanorde gezaaid door conflicten tussen rechtse en linkse politieke facties, en zelfs niet hetzelfde als tien jaar geleden, toen de AKP aan de macht kwam. Als gevolg van de hoogconjunctuur, waar nu een einde aan lijkt te komen, ontstond er in de grote steden zowel een modern proletariaat als een nieuwe elite van specialisten en intellectuelen. Een groot deel van deze elementen voelen zich helemaal niet op hun gemak met de ‘islamisering’.
Er is dus een gevaarlijke situatie ontstaan waar de putsch van de oude elite (voor zover zij er aan deelnam), de haat en de roep om wraak heeft uitgelokt van de aanhangers AKP-. Aan de andere kant moet Erdogan de waarschuwing serieus nemen, die door deze poging tot staatsgreep wordt vertegenwoordigt. Als hij te ver gaat in zijn ‘tegencoup’ kan dit, in het ergste geval, leiden tot een burgeroorlog of een permanent conflict in de vorm van gewapende opstanden of nieuwe vormen van terrorisme – zelfs als het verzet van deze krachten voor het moment beteugeld is geweest.
Op een moment dat het land is overgegaan van een ‘economische mirakel’ naar een van Morgan Stanley's ‘Vijf Kwetsbare Landen’, die het meest worden bedreigd; op een moment dat de economische groei laag is, terwijl de arbeidskosten, inflatie en kosten voor de leningen stijgen, zouden de gevolgen van een verdere economische instabiliteit dramatisch kunnen zijn – ineenstorting van het toerisme, emigratie van de nieuwe generatie van geschoolde werkers, enzovoort.
Bovendien heeft de Turkse bourgeoisie een lange traditie van ‘uitsluiting' die de fundamenten vormen van het moderne Turkije: de genocide op de Armeniërs, de afslachtingen van de Grieken en het langdurige verzet tegen iedere mogelijke Koerdische staat. De visie van de AKP, dat alle tegenstanders vijanden zijn die moeten worden onderdrukt, heeft een lange geschiedenis in Turkije.
Sinds de ineenstorting van het Oostblok in 1989, is Turkije sterk beïnvloed door de middelpuntvliedende tendensen, die zijn losgekomen. De verzwakking van het imperialisme van de VS, en dat van Rusland, heeft Turkije in staat gesteld haar eigen ambities te ontwikkelen, door zichzelf naar voren te schuiven als een regionale leider van de soennitische regimes. Het regime van Erdogan is in onmin geraakt met Israël, versterkte de banden met Hamas en noemde de regering van al-Sisi in Egypte, die de regering en omver wierp van de Moslimbroederschap ‘onwettig’. Zijn relatie met Rusland, die na de staatsgreep en na de ontmoeting van 9 augustus tussen Erdogan en Poetin in Sint-Petersburg warmer lijkt te worden, is ingewikkeld en wisselend geweest. In de huidige situatie kan Turkije het Westen chanteren met zijn banden met Rusland, China (en Iran), en haar eigen kaarten in het Midden-Oosten uitspelen.
Voor de Turkse bourgeoisie zou de oprichting zijn van een Koerdische staat de grootste nachtmerrie zijn. Het westen heeft hier een dilemma: in hun oorlog tegen Isis ze aangewezen op de Koerden als kanonnenvlees. Deze worden voorzien van wapens, luchtsteun en ‘adviseurs’. Dergelijke ontwikkelingen kunnen het Koerdisch nationalisme en zijn ambities voor een ‘onafhankelijke’ staat alleen maar versterken, zelfs als de Koerdische nationalisten zich zijn opgesplitst in een aantal verschillende facties. De botsing van belangen met betrekking tot de Koerden, met de VS, Duitsland en Groot-Brittannië enerzijds en Turkije anderzijds, is grimmig. Voor de oorlog stond Erdogan dichtbij het regime van Assad en tijdens de oorlog hebben beide de Isis krachten gebruikt voor hun eigen merkbare voordelen.
Assad heeft de Koerdische PKK ook gebruikt, om dezelfde redenen. Maar na een vijf durende oorlog en een Russische (en andere) tussenkomst ten gunste van Assad, zijn er tekenen dat Ankara overweegt om Assad aan het bewind te laten en een soort deal met hem te sluiten. Assad noch Turkije hebben belang bij een Koerdische staat of een soort van Koerdische autonome regio langs de grens. Ongeveer een jaar geleden zijn er gesprekken geweest tussen de Alawieten van Assad in Damascus en vertegenwoordigers van Moederlandpartij uit Turkije (4), samen met elementen van de Turkse militaire inlichtingendienst. Deze hadden onder andere tot doel de Turkse militaire steun aan de vijanden van Assad stop te zetten.
In de atmosfeer, die heerst na de staatsgreep, schijnen deze Turkse ‘onderhandelaars’ onaangetast te blijven, wat de suggestie doet wekken dat deze gesprekken zullen blijven doorgaan. Als dit het geval is, zal dat gaan ten koste van het Westen en hun Koerdische ‘bondgenoten’ (5).
We moeten hierbij ook de betekenis overwegen van het feit dat Erdogan, de leider van een NAVO-land, de regeringen van andere NAVO-landen - met name de Verenigde Staten - heeft beschuldigd van steun aan de putsch, terwijl hij op hetzelfde moment Rusland prees, die hem had gewaarschuwd dat er plannen bestonden voor een staatsgreep. Er moet ook een vraagteken worden geplaatst bij de beschikbaarheid van de militaire basis van Incirlik, die tot nog toe wordt beschouwd als een NAVO-basis. Maar Erdogan heeft gezegd dat hij er zich niet tegen zou verzetten als de Russen haar gebruiken voor hun operaties tegen Isis. Deze ontwikkelingen, dit spel van onderhandeling en chantage, zijn nog een teken van de groeiende kwetsbaarheid van imperialistische bondgenootschappen in de regio.
Sir Richard Dearlove, de voormalige baas van MI6 [Britse geheime dienst], vergeleek de deal van de EU met Turkije over de vluchtelingen met “het opslaan van benzine naast de brandhaard” (Belfast Telegraph, 15-05-2016). Turkije zal deze miljoenen ‘activa’ gebruiken als een verder element van chantage tegen de EU (die door Erdogan “een christelijke club” wordt genoemd). Hij heeft al gedreigd om de deal te annuleren, waardoor de Europeanen genoodzaakt waren een poging te ondernemen om hem te kalmeren. De huidige zuivering en de jacht op tegenstanders betekent dat er, naast de meer dan 2 miljoen Syrische en andere vluchtelingen, meer Turken zijn die zelf het land gaan ontvluchten en de algemene vluchtelingencrisis vervoegen.
Als een systeem sneller in verval raakt, dan overheerst er op het historisch vlak de tendens tot instabiliteit en chaos. Maar dit betekent niet dat de heersende klasse er hulpeloos tegenover staat en dat er geen tegentendensen bestaan. We hebben dit bijvoorbeeld gezien in het Verenigd Koninkrijk na de rampzalige uitslag van het EU-referendum. Geconfronteerd met het gevaar van ernstige scheuren in haar eigen gelederen heeft de heersende klasse zeer snel gereageerd. Op een vrij handige manier heeft ze haar gelederen op regeringsniveau gereorganiseerd om een gezamenlijke reactie op de Brexit-crisis voor te stellen.
En we kunnen vergelijkbare tendensen onderscheiden in Turkije. Hoewel de Kemalisten en Gulenisten samenwerkten in de staatsgreep, is het feit dat de Gulenisten werden geviseerd een belangrijk gegeven. In de nasleep van de staatsgreep heeft Erdogan steeds meer de erfenis van Ataturk benadrukt en de kaart van het Turkse nationalisme gespeeld in plaats van die van het islamisme. Dit kan een serieuze poging betekenen om de Kemalisten, evenals de Alevieten en andere burgerlijke facties te mobiliseren voor de optie van een autoritaire leider die de vereisten van de Turkse natie benadrukt (enigszins naar het model van Poetin in Rusland).
De huidige bewieroking van Erdogan in de straatdemonstraties, waar op grote schaal bekendheid aan wordt gegeven, zou deel kunnen uitmaken van deze strategie om te bouwen aan een nieuwe eenheid binnen de Turkse heersende klasse. Aan de andere kant moeten we de officiële foto's, die massale steun voor Erdogan en de AKP laten zien, niet zomaar voor lief nemen. Op dit moment is hij de winnaar, daar hij rivaliserende bendes heeft verslagen, maar er zijn grenzen aan Erdogan’s autoritaire project. De sterke economie is één kracht geweest van Erdogan en zijn partij maar, zoals we hebben gezegd, deze fase van economische groei komt tot een einde.
Hij is nooit zo populair geweest als de propaganda wil laten geloven. In 2013 waren er in belangrijke plaatsen anti-regeringsdemonstraties, ontketend door de protesten in Taksim Gezi park (6). Deze lieten zien dat er sprake is van een wijdverbreide afwijzing van zijn beleid, in het bijzonder onder stedelijke, goed opgeleide jongeren. Er blijft in het leger ook een diepe wrok bestaan tegen Erdogan en zijn partij. Nog maar een jaar geleden werden ministers van de AKP, tijdens de begrafenissen van soldaten die waren gedood in operaties tegen de Koerdische PKK, geconfronteerd met openlijke afkeer en spot door hoge militairen
De regering van Erdogan reageerde op deze publieke vernedering – gedurende evenementen die een voorbeeld moest zijn van staatspropaganda – door de media te vragen om te stoppen met de verslaggeving van de begrafenissen (Times, 31-08-2015). Het leger maakte publiekelijk bezwaar tegen het voorstellen van de afgeslachte soldaten als ‘martelaars’, en was van mening dat de militaire zuivering tegen de PKK deel uitmaakte van de versterking van de electorale positie van de AKP tegenover de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP).
Op dit moment heeft de bende van Erdogan haar positie versterkt. Ze heeft de controle terug in houden genomen van de coupplegers, maar haar sociale controle blijft ongewis met mogelijke gevolgen voor de situatie, zowel binnen als buiten Turkije.
Boxer / 2016.08.15 (dit artikel is een bijdrage van een sympathisant van de IKS)
(1) Fethullah Gülen, een voormalige bondgenoot van Erdogan, die nu in de VS in ballingschap leeft, regeert daar over een rijk dat vele instellingen controleert en activa bezit, die naar verluidt ongeveer 50 miljard dollar waard zijn. De Gulen/Hizmet beweging heeft wereldwijd 80 miljoen aanhangers en heeft openlijk de Clintons en de Democratische Partij gesteund. Hun islamisme lijkt meer fundamentalistisch dan dat van de AKP. De anti-Kemalistische Gulenisten konden bepaalde instellingen van de Turkse staat binnendringen door hun bondgenootschap, van 2002 tot 2011, met Erdogan en de AKP. Maar hun sekte-achtige structuur werd door Erdogan steeds gezien als een bedreiging voor zijn bewind.
(2) Kemalisten – seculiere nationalisten die beweren in de traditie te staan van Kemal Ataturk, stichter van de moderne Turkse staat in de jaren 1920.
(3) De Alevieten of Alevi’s [voornamelijk in Anatolië, Turkije, noch soennitisch noch sjiïtisch, tolerant en vor gelijkheid man en vrouw] en de Alawieten [vooral in de Levant, Syrië, sjiïtisch] zijn niet de dezelfde sekte, hoewel beide namen hun eerbied tot uitdrukking brengen voor Ali, de schoonzoon van Mohammed en een sleutelfiguur in de sjïitische tak van de Islam. Er zijn ook etnische verschillen tussen de meerderheid van hun aanhangers.
(4) De Moederlandpartij (YP), een kleine rechtse conservatieve partij, opgericht in 2002.
(5) Op 29 augustus veroordeelde de Verenigde Staten met kracht de hernieuwde gevechten tussen het Turkse leger en Koerdische strijders in het noorden van Syrië. Zoals in het verleden heeft Turkije een offensief tegen Isis (dat verdreven is uit de stad Jarablus) gebruikt als een middel ter escalatie van de oorlog tegen de Koerden, en dit conflict is nu openlijk overgewaaid naar de militaire acties op het Syrische grondgebied.
(6) Met betrekking tot deze protesten, zie https://en.internationalism.org/icconline/201306/8371/turkey-cure-state-terror-isnt-democracy [9]
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme365_were140_klweb.pdf
[2] https://www.theguardian.com/world/2016/oct/03/russia-media-coverage-syria-war-selective-defensive-kremlin
[3] https://www.theguardian.com/world/2016/oct/04/yemen-famine-feared-as-starving-children-fight-for-lives-in-hospital
[4] https://secure.avaaz.org/campaign/en/protect_syrian_civilians_loc/?slideshow
[5] https://nl.internationalism.org/tag/3/44/imperialisme
[6] https://nl.internationalism.org/tag/5/311/brexit
[7] https://nl.internationalism.org/tag/4/73/groot-brittannie
[8] https://nl.internationalism.org/tag/3/47/maatschappelijke-ontbinding
[9] https://en.internationalism.org/icconline/201306/8371/turkey-cure-state-terror-isnt-democracy
[10] https://nl.internationalism.org/tag/17/315/erdogan