Irak - Midden-Oosten: Het kapitalisme verzinkt in de oorlogsbarbarij

Printer-friendly version

Na de aanslag van 11 september 2001 in New York heeft de Amerikaanse staat uitgelegd dat het noodzakelijk was om de oorlog te verklaren aan Irak uitgaande van drie elementen. Het eerste was de dreiging die uitging van de ‘massavenietingingswapens’; wapens van dien aard waren er duidelijk niet te vinden. Het tweede argument was het scheppen van een democratie in Irak naar het beeld van die van de Verenigde Staten; de burgerlijke democratie in Irak neigt meer naar een politieke anarchie en een land dat momenteel onregeerbaar is. Tenslotte, en nog belangrijker, zei men dat de militaire aanval op Irak absoluut noodzakelijk was om op wereldvlak in staat te zijn een totale en ongenadige oorlog te voeren tegen het terrorisme. Dit hield natuurlijk in dat er een nauwe band bestond tussen de slachter Saddam Hussein en de organisatie Al Qaïda van Osama Bin Laden. Sindsdien is de wereld nog meer afgegleden in een bloedige chaos. Geen dag gaat voorbij in Afghanistan, in Irak, in het Midden-Oosten, in Afrika zonder dat er zich nieuwe afslachtingen plaatsvinden. De gefilmde onthoofding wordt een oorlogswapen, dat ongeremd gebruikt kan worden zonder enige blijk van menselijkheid. Maar erger nog is dat de burgerbevolking, vrouwen en kinderen inbegrepen, gegijzeld wordt door alle imperialistische klieken, machtig of zwak, die elkaar ongeremd verscheuren.

Na de aanslag in Madrid van 11 maart 2004 die volop de arbeidersbevolking trof op weg naar het werk, heeft het terrorisme niet meer opgehouden nieuwe ravages aan te richten. In Irak hebben in de eerste dagen van augustus niet minder dan zes ontploffingen met bomauto’s de christenminderheid getroffen in Bagdad en Mossoel, die tenminste tien doden veroorzaakten en tientallen gewonden. De eerste twee aanvallen hebben in Bagdad een Armeense kerk getroffen en ook een van de Syriaakse richting, elders vormde een Chaldese plaats het doel. In Palestina worden er gewoon bommen gegooid op huizen bewoond door een bevolking zonder inkomsten die ondergedompeld is in de ellende. Op 11 augustus waren er aanslagen op hotels en gas-depots. Volgens The Independent werden deze opgeëist door een groep die zich ‘Aba Hafa Al Masri’ noemt. Deze laatste verklaarde op Internet: “Istanboel is slechts het begin van de bloedige oorlog die wij de Europeanen beloofd hebben”. Wie ook de werkelijke aanstichters zijn van de wreedheden in Istanboel, in Bagdad of Madrid, feit is dat deze bloedige aanslagen berekend zijn om angst en terreur te zaaien. De toepassing van het terrorisme als oorlogswapen begint algemene toepassing te vinden. Gisteren nog was het een wapen van de zwakke imperialistische staten, zoals Syrië en Libië, vandaag behoort het tot de oorlogsuitrusting bij uitstek van alle militaire klieken en andere krijgsheren die steeds in invloed toenemen door de verzwakking van de nationale staten. Deze algemene tendens van het uiteenvallen van de maatschappij dringt zich op als de barbaarse werkelijkheid van het wereldkapitalisme op weg naar zijn ontbinding.

Klein-Azië aan de rand van de chaos

Onder leiding van het Amerikaanse imperialisme zijn de politieke en religieuze leiders van Irak op 15 augustus in Bagdad bijeengekomen om de eerste sessie te houden van een nationale conferentie die officieel het in de loop van 2005 te organiseren verkiezingen tot doel heeft. Volgens The New York Times “proberen de Amerikanen en de huidige Iraakse regering met deze conferentie aan te tonen dat de verkiezingen kunnen plaatsvinden ondanks het geweld ddat het land in opschudding brengt”. Dit verkiezingsperspectief is feitelijk gedoemd tot een totale mislukking. De New Yorkse krant geeft als bewijs: “De openingsdag van de conferentie werd meer gekenmerkt door oproepen om een eind te maken aan de strijd in Nadjaf dan door de komende verkiezingen”. En inderdaad, de conferentie was nauwelijks van start gegaan of twee obussen vielen in de nabijheid waardoor men gedwongen werd deze ontmoeting af te gelasten. Sedert 5 augustus zijn het geweld en de chaos weer sterk toegenomen in heel het land. Op die datum verklaarde de radicale sjiitische chef Maqtada Al Sadr “de Jihad (heilige oorlog) tegen de Amerikaanse en Britse bezetters, nadat deze laatsten de avond ervoor vier van zijn mannen hadden aangehouden”, naar een bericht van Al Hayat (Courier International, 06.08.2004). Sindsdien belegert het Amerikaanse leger Nadjaf met instemming van de gouverneur van de stad Al Zorfi. Op het moment dat we dit schrijven zitten de mannen van Moqtada Al Sadr verschanst rond het mausoleum van de iman Ali, de heiligste religieuze plek van het wereldsjiitisme, en ze dwingen sjeik Jawad Al Khalesi, de iman van de grote moskee van Kadimiya, tot het afleggen van de volgende verklaring: “Noch deze pseudo-gouverneur, die voormalige tolk van het Amerikaanse leger die werd uitgekozen vanwege zijn bereidheid om de krankzinnigste orders op te volgen, noch iemand anders, daarbij inbegrepen de hoogste religieuze autoriteiten, hebben het recht om ongelovigen toe te laten in het mausoleum van Ali”. De strijd heeft zich vervolgens uitgebreid naar Kout, Amara, Diwaniya en Bassora, evenals naar de sjiitische wijk Sadr City in Bagdad. Totnutoe zouden er volgens een Amerikaans pers-communiqué enkele honderden doden zijn gevallen aan de kant van de sjiitische milities en slechts twee aan Amerikaanse zijde. Onmiddellijk werd het land overspoeld door pro-Al Sadr en anti-Amerikaanse betogingen. Zo werd Irak ondergedompeld in chaos en niets kan het er uit halen. Zelfs niet de tussenkomst in hoogsteigen persoon van de opperste religieuze chef van de sjiitische gemeenschap, Al Sistani, die opriep tot een staakt-het-vuren dat hoe dan ook slechts tijdelijk kan zijn. De Verenigde Staten zien zich, willens nillens, meegesleurd in een vlucht vooruit in de oorlog, als uitdrukking van het feit dat ze steeds minder in staat zijn om de toestand zelfs maar een beetje onder controle te houden. De Verenigde Staten, zich bewust van het groeiende verzet tegen henzelf, hebben, met een voorstel van staatssecretaris Colin Powell dat in Saoedi-Arabië ter tafel kwam, geprobeerd om de moslimstaten militair te betrekken in het Iraakse wespennest. Deze poging toont eens te meer de totale impasse waarin het Amerikaanse imperialisme is terechtgekomen en hij isonvermijdelijk tot mislukken gedoemd. De Egyptische minister van buitenlandse zaken heeft er geen gras over laten groeien door te verklaren dat Egypte geen troepen zou sturen. De terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Nadjaf zou neerkomen op het openlijk toegeven van hun onmacht en een fantastische aansporing voor de oorlog tegen henzelf. Anderzijds zou de inname van Nadjaf en van de heilige plaats van de sjiitische cultus een werkelijke aardbeving teweegbrengen in de hele sjiitische en moslimwereld. Het zou onvermijdelijk een zeer belangrijke factor vormen voor toename van het verzet tegen de Verenigde Staten, van de oorlog, van de chaos, en van het terrorisme in de hele regio. Wat ook de gevolgen van de belegering van Nadjaf, het Amerikaanse imperialisme zal steeds meer geconfronteerd worden met een nog grotere radicalisering van het geweld en het verzet van de Sjiieten niet alleen in Irak, maar ook in het geheel van de Arabische landen waar ze aanwezig zijn.

In dit wespennest waar ieder enkel zijn eigen imperialistische belangen verdedigt, is het zeker dat Iran politiek noch militair geen vreemde is van de sjiitische revolte in Irak. Daarom hebben we de laatste tijd een reeks bedreigingen zien uitgaan van Washington en de Amerikaanse administratie. Colin Powell zelf heeft op 1 augustus vanuit Bagdad Iran ervan beschuldigd zich te mengen in Iraakse zaken. Zo heeft de oorlog in Irak grote gevolgen voor de hele regio, van Koerdistan tot Turkije via Iran: heel de regio komt steeds meer in de greep van een destabiliseringsproces en de chaos. In Irak stallen de Verenigde Staten openlijk en zichtbaar voor de hele wereld hun toenemende verzwakking uit als eerste imperialistische wereldmacht. Deze stand van zaken is verheugend voor hun belangrijkste concurrenten in de wereldarena, zoals Frankrijk, Duitsland en zelfs Rusland, en het kan hun vastbeslotenheid enkel versterken.

De anti-Iraanse campagne die door de Verenigde Staten wordt gevoerd en waarbij Israël zich aansluit draait ook rond de kwestie van zijn nucleaire programma. Tijdens een persconferentie in augustus verklaarde de Amerikaanse minister van landsverdediging D. Rumsfeld: “Iran heeft jarenlang op de lijst gestaan van terroristische staten en één van de grote zorgen van de wereld betreft de banden tussen een terroristische staat die massavernietigingswapens bezit en de terroristische netwerken. Het is begrijpelijk dat de naties, niet alleen in deze regio maar in de hele wereld, ernstig verontrust zijn”. Het valt niet uit te sluiten dat de volgende stap van het Amerikaanse imperialisme in zijn vlucht naar voren in Iran wordt gezet. Zelfs als de Verenigde Staten, verzwakt als ze zijn, er in de toekomst belang bij zouden hebben om op Iran te steunen, is het mogelijk dat ze zich bij de steeds barbaarsere zelfmoordpolitiek van de staat Israël gaan aansluiten. Een artikel uit de Sunday Times van 15 juli citeert ‘Israëlische bronnen’ volgens welke Israël “oefeningen heeft afgerond voor een aanval op Iran” en “in geen geval zal toestaan dat de Iraanse kernreactors, met name die van Bushehr, die met Russische hulp gebouwd worden, het beslissende niveau zouden bereiken [...] In het ergste geval, mochten de internationale inspanningen mislukken, hebben we er het volste vertrouwen in dat wij met één klap de nucleaire hoop van deayatollah’s de grond in kunnen boren.”

De Palestijnse Autoriteit valt onherroepelijk uiteen

Deze oorlogspolitiek van de vlucht vooruit komt eveneens op barbaarse wijze tot uiting in het Midden-Oosten. Eén van de belangrijkste gevolgen van de ontwikkeling van de chaos in dit deel van de wereld is het plaatsgrijpende uiteenvallen van de Palestijnse Autoriteit. Deze werd in het leven geroepen in de nasleep van de akkoorden van Oslo, die in 1993 een aanzet tot zelfstandigheid toekenden aan de Palestijnse gebieden. Het vertegenwoordigde de sokkel voor een toekomstige Palestijnse staat, die na een overgangsperiode van vijf jaar verwezenlijkt moest worden. Dit illusoire vooruitzicht van stabilisering van het Midden-Oosten is veranderd in een precies tegenovergestelde situatie bestaande uit slachtpartijen, sluipmoorden, bombardementen en onophoudelijke aanslagen, waaruit geen enkele Palestijnse staat te voorschijn kan komen. De vergevorderde staat van ontbinding in dit deel van de wereld, onder druk van de expansionistische en oorlogszuchtige politiek van Israël, maakt dat de Palestijnse Autoriteit haar laatste machtsattributen verliest. Zelfs als Arafat nog krampachtig vasthoudt aan zijn plaats als president van deze Autoriteit, dan belet dat niet dat zijn handlangers elkaar steeds gewelddadiger de machtsattributen betwisten. De Palestijnse Autoriteit die ondermijnd is door corruptie laat de vrije loop aan deze interne spanningen die het gevolg zijn van de onmacht van de Palestijnse bourgeoisie. En zelfs als het ‘gehakketak’ tussen de Palestijnse leider Yasser Arafat en zijn eerste minister Ahmed Qorei tijdelijk geluwd is zal niets kunnen verhinderen dat de Palestijnse Autoriteit in de toekomst uiteenvalt en zal leiden tot de ontwikkeling van nog meer geradicaliseerde bewapende bendes die misbruik maken van de wanhoop van de bevolking om over te gaan tot steeds blinder terroristische en zelfmoordacties. Onder de banier van Sharon kan de Israëlische staat niets anders doen dan haar oorlogspolitiek voortzetten gericht op het verpletteren van elk Palestijns verzet en op de totale kolonisatie van Westelijke Oever. Daarom bouwt de Israëlische staat voort aan de muur rond Westelijke Oever en verandert ze deze regio in een onmetelijk concentratiekamp. Het verzet van Sharon binnen zijn eigen partij en zijn verlangen om het Israëlische links van Simon Perez in de regering op te nemen, wat op zichzelf getuigt van de verzwakking van de samenhang van de Israëlische staatsstructuur, zal geen enkel gewicht in de schaal leggen van de oorlogspolitiek van de Israëlische staat. De gebeurtenissen in het Midden-Oosten bevatten alle ingrediënten voor een destabilisering van het geheel van de regio, van Jordanië tot Libanon via Egypte en het geheel van de landen van de Arabische Golf. Maar ook de twist tussen de president van de Franse Republiek, Jacques Chirac, en Sharon in verband met de bedreigingen die er zouden bestaan aan het adres van de Joodse gemeenschap in Frankrijk, toont aan dat de stijging van de imperialistische spanningen ook zwaar doorweegt in de verhoudingen tussen Frankrijk en Israël, als het ware aansluitende op de Frans-Amerikaanse spanningen.

In het kapitalisme is er geen ander perspectief dan veralgemening van chaos en ellende

De versnelde aftakeling van de Verenigde Staten als eerste imperialistische wereldmacht kan de andere grootmachten, met Frankrijk en Duitsland voorop, er enkel toe aanmoedigen om louter nog hun eigen belangen te verdedigen, door de Verenigde Staten er zoveel mogelijk in de richting te sturen van militaire wespennesten, zoals momenteel in Irak. Deze toestand van het ontstaan van steeds meer oorlogshaarden, slachtpartijen, volkerenmoorden en aanslagen vergroot op zichzelf nog eens de wereldchaos en daarmee de ontbinding van de kapitalistische maatschappij. Geen enkele regeringswissel in Israël, in de Verenigde Staten of elders kan een dergelijk vooruitzicht veranderen. Met eventueel Kerry aan het hoofd van de Amerikaanse regering en het vertrek van Bush, zou er niets wezenlijks veranderen aan deze werkelijkheid: die van de imperialistische politiek van de vlucht vooruit van de Verenigde Staten. “De onmacht inroepen van deze of gene staatschef als oorzaak van de oorlogen stelt de bourgeoisie in staat om de werkelijkheid te verdoezelen, namelijk de afschuwelijke verantwoordelijkheid te verbergen die het kapitalisme in verval draagt en daarmee die van het geheel van de burgerlijke klasse op wereldvlak” (De ware verantwoordelijke is het kapitalisme, Internationale Revue, nr. 115). Het wereldkapitalisme als geheel wordt geconfronteerd met de versnelling van zijn economische crisis die onvermijdelijk afstevent op ontbinding en chaos.

Tino / 26.08.2004

Geografisch: 

Recent en lopend: