Openbare vergadering Parijs: Studenten, middelbare scholieren, werkenden en werklozen: Eenzelfde strijd tegen het kapitalisme!

Printer-friendly version

De volgende tekst vormde de inleiding tijdens de openbare vergadering van de IKS van Parijs op 11 maart waar studenten en militanten die betrokken waren in de recente gebeurtenissen debatteerden over hun ervaring en de beste manier om de beweging uit te breiden.

Zoals jullie uit de media konden vernemen trokken gisterenmiddag (10 maart) enkele honderden studenten van de universiteiten uit de regio van Parijs naar de Sorbonne (1). Die was verschillende dagen bezet door een vijftigtal studenten van deze faculteit in het centrum van Parijs. Aan de faculteit van Censier werd gisteren een algemene vergadering van de studenten gehouden die besloot om een massale afvaardiging te sturen om voedsel te brengen naar de kameraden die door politiekordons in de Sorbonne waren opgesloten.
Verschillende honderden studenten forceerden een doorgang en gingen via ramen en deuren naar binnen. Maar de solidariteitsbeweging met hun gegijzelde kameraden die vastzaten in de valstrik van de Sorbonne was heel erg uiteenlopend. Sommige studenten, vooral die van Censier, probeerden om te discussiëren met de mobiele eenheden van de gendarmerie. Sommigen hieven leuzen aan: “CRS aan onze kant!” (2)  anderen riepen: “Sarkozy, aan het RMI” (3). De politie chargeerde nog niet, ook al begonnen de meest heetgebakerden te duwen en werden er heimelijke knuppelslagen uitgedeeld. Ondanks de schermutselingen zijn er, voor zover wij weten, op dat moment geen aanhoudingen verricht. De ordestrijdkrachten hadden blijkbaar het bevel gekregen om niet te chargeren, wat het mogelijk maakte dat de studenten in de Sorbonne kwamen door ramen en deuren te forceren. Enkele honderden studenten zijn dus in de val getrapt.
De toestand sloeg vrijdagnacht om en er waren gewelddadige botsingen tussen studenten en ordestrijdkrachten. Om vier uur ’s morgens ontruimde de CRS tenslotte de Sorbonne met knuppels en traangas. Enkele tientallen studenten werden opgepakt.
Deze kinderen van de arbeidersklasse overkwam dus hetzelfde als de geitjes van mijneer Seguin: ze hielden zich sterk tot in de vroege ochtend maar de wolf at ze toch op (4).
Tegenover de repressie, tegenover de arrestaties maar ook de politiecontrole over de universiteiten die zijn volgestouwd met verklikkers en RG-ers (5), heeft de IKS de plicht om luid en duidelijk de aanslagen van de burgerlijke ‘democratische’ staat aan te klagen op de kinderen van de arbeidersklasse. De IKS verklaart zich solidair met de kinderen van de arbeidersklasse die worden aangevallen door het Startbaancontract, het CPE (6), die in elkaar worden geslagen en aangehouden door de politie.
Vandaag “heerst orde” op de Sorbonne. De kinderen van de arbeidersklasse hebben een slag verloren, maar het proletariaat heeft de klassenoorlog niet verloren.
De beste solidariteit die de arbeidersklasse kan betuigen met de jonge generaties, tegenover de aanvallen van het kapitalisme, is nu in alle sectoren de strijd aan te gaan tegen het CPE, tegen alle aanvallen van de bourgeoisie en tegen de repressie. De arbeidersklasse moet de vrijlating eisen van haar kinderen die in boevenwagens zijn afgevoerd.
Daarom moeten er overal massale algemene vergaderingen worden houden waar debat kan plaatsvinden. Het is tijd om massaal op straat te komen.
Want vooraleer op de been te komen moet er worden nagedacht, door allen tezamen, over de doelen en middelen van de strijd. Want het doel heiligt niet alle middelen. De meest bewuste mensen, de heldersten van de arbeidersklasse, de meest bewuste van de studentenjeugd moeten de voorhoede vormen opdat het verzet tegen het CPE geen avontuur van korte duur wordt. Wat zich vrijdagnacht in de Sorbonne afspeelde is enkel een onderdeel van een beweging die zich, op het een of ander moment, als een olievlek zal verspreiden over de nationale grenzen.
Maar laten we in het kort ingaan op de gebeurtenissen van de laatste weken.
Ondanks de black-out van de burgerlijke media en vooral van de televisie, ondanks de verspreiding door de schoolvakantie, kwamen sinds begin februari studenten en mindere mate scholieren (7) op de been vooral in de universiteiten van de grote steden om te protesteren tegen het nu al beruchte Startbaancontract (CPE) dat zojuist was aangenomen door het parlement.
Toen we hoorden van wat er gebeurde op de faculteiten van Paris-3 Censier hebben we onmiddellijk onze krachten verzameld om te proberen te begrijpen wat er gaande was en wat het belang van deze beweging was.
Intussen kunnen we met stelligheid verklaren dat deze beweging van de jeugd niets te maken heeft met een koude drukte van klassensamenwerking (8). En dat zelfs als er op de faculteiten overduidelijk kinderen zijn van de bourgeoisie en uit de kleinburgerij, waarvan het merendeel vijandig tegenover de staking staat en dat vol van illusies is over de toekomst die het kapitalisme hen biedt. Hoe de strijd van de studenten tegen het CPE ook zal aflopen, het is geen strovuurtje, geen revolte van korte duur. De IKS begroet luid en duidelijk deze beweging die volop deel uitmaakt van de strijd van de arbeidersklasse.
Waarom?
Eerstens omdat de opstand van de studenten een gerechtvaardigd protest is tegen een directe  massale en frontale economische aanval op het geheel van de arbeidersklas. Met het CPE staat de nieuwe generaties aan het einde van hun schoolloopbaan nog meer bestaansonzekerheid en armoede te wachten.
Vervolgens omdat de studenten onmiddellijk op de been kwamen op een klassenterrein, zoals ze dat op magistrale wijze lieten zien op de betoging van 7 maart. Ze waren in staat om hun bijzondere eisen opzij te zetten (zoals bijvoorbeeld de hervorming van de LMD (9)) om zich te scharen achter eisen waarin de arbeidersklasse zichzelf kan herkennen.
Tenslotte is het voor het eerst sinds mei 1968 dat men studenten slogans hoorde aanheffen die oproepen tot eenheid en solidariteit van de hele arbeidersklasse: “Arbeiders, werklozen, scholieren, studenten, eenzelfde strijd!”
Ze gingen verder dan de studenten van Mei 1968: in tegenstelling tot de generatie van Mei 1968 die getekend was door de geest van dwarsliggerij en wat men toen noemde ‘het generatieconflict’, stelden de studenten nu de noodzaak van eenheid voorop, niet alleen tussen de verschillende delen van de arbeidersklasse maar ook van de generaties, tussen diegenen die worden aangevallen door het CPE en de huidige en toekomstige gepensioneerden die worden aangevallen worden door een ‘Eindbaancontract’.
Als de nieuwe generatie in zeker opzicht rijper is dan die van de jaren 1960, dan is dat vooral doordat de objectieve voorwaarden gerijpt zijn: de economische crisis is dieper geworden. Die ontmaskert momenteel het onafwendbare bankroet van het kapitalistische systeem.
Maar de studenten gingen vooral veel verder dan hun voorgangers van Mei 1968 in de wijze waarop ze de strijd in eigen hand namen. Het was verbazingwekkend en opvallend hoe ze de strijdmethodes van de arbeidersbeweging overnamen en tot solidariteit met de strijd op te wekken. Deze methode trad heel duidelijk op de voorgrond in de algemene vergaderingen in Censier, maar juist niet in de bezetting van de Sorbonne.
Wij willen hier eerst ingaan op wat er de laatste dagen plaatsvond aan de universiteit van Paris-3 Censier. Iedere dag weer bezetten de studenten en het personeel die in staking waren de collegezalen om er massale algemene vergaderingen te houden.
Omdat we er zelf getuige van waren wat er zich in die algemene vergaderingen afspeelde, kunnen we duidelijk verklaren dat ze functioneren naar het voorbeeld van de arbeidersraden. De rijkdom van de discussies waarbij iedereen het woord kon nemen om zijn zienswijze uit te leggen, de manier waarop de zaal het debat organiseerde, het stemmen, het aanstellen van verschillende comités van verkozen en door de soevereine algemene vergaderingen afzetbare afgevaardigden; heel deze dynamiek, deze strijdmethode is dezelfde als die opdook tijdens de grootste momenten van klassenstrijd: in 1905 en in 1917 in Rusland, in 1918 in Duitsland, en in Polen tijdens de massastaking van 1980.
Voor ons is het duidelijk dat de zuurstof van de beweging, het epicentrum van de aardbeving, niet is te vinden in de Sorbonne waar de studenten werden ingesloten in de bezette universiteit en waar ze omsingeld waren door de CRS. Het epicentrum van de aardbeving bevond zich aan de universiteit van Censier. En de bourgeoisie wist dat. Daarom hebben de media een totale black-out afgekondigd over de algemene vergaderingen van Censier.
De studenten van Censier zijn er in geslaagd hun leraren en het administratief personeel in de staking te betrekken. Ze zijn er in geslaagd om een solidaire en eensgezinde beweging op te bouwen. Zodanig zelfs dat ze beslisten om gemeenschappelijke algemene vergaderingen te houden van studenten en personeel van de universiteit.
Hoe kan het dat deze jongeren, waarvan sommigen van de leiders van de beweging slechts eerstejaars zijn, zich zo snel konden ontwikkelden om een dergelijke beslissing te nemen sinds de betoging van 7 maart?
Heel eenvoudig omdat de botte weigering van Mijnheer Villepin na de betoging van 7 maart de studenten er toe dreef heeft om de algemene vergaderingen open te stellen voor het personeel en dat het woord te verlenen. In 1968 was het juist de afzondering van de arbeiders in de bedrijven, aangeprezen door de vakbonden, die de bourgeoisie in staat stelde om de arbeidersklasse de nederlaag te bezorgen.
Het merendeel van de arbeiders kon niet discussiëren met hun kameraden uit andere bedrijven of met de studenten. Ze hadden zich laten opsluiten achter de bedrijfspoorten. Het is een ervaring die de jonge generaties moeten opdoen om de manoeuvres en de valstrikken te ontlopen van alle saboteurs die ze in kleine groepjes naar de nederlaag voeren.
Om terug te komen op de gebeurtenissen sinds 7 maart:
De dag na de betoging kwam een minderheid van arbeiders van andere sectoren, die trouwens ook revolutionaire militanten zijn en ouders van de strijdende studenten, zien naar wat er gaande was op de universiteit. En wat we te zien en te horen kregen in de algemene vergaderingen van Censier deed ons inzien dat deze studentenagitatie tegen het CPE een strijd was die volledig deel uitmaakt van die van de arbeidersklasse. We kunnen vandaag andermaal herhalen dat de toekomst van de menselijke maatschappij wel degelijk in de handen van de jongere generaties berust. Eens te meer, zoals Marx zei, heeft de oude mol zijn werk gedaan (10). Andermaal heeft het marxisme, als revolutionaire theorie van het proletariaat, de vuurproef doorstaan.
De militanten van de IKS namen als arbeiders en als ouders van strijdende studenten het woord op de algemene vergaderingen. De leidraad was voor hun toespraken bestond uit het analysekader van de IKS dat als enige een perspectief kan bieden opdat de strijd van de studenten niet alleen blijft staan.
Zodra we begrepen wat er gaande was in Censier, besloot de IKS om het vuile werk van de burgerlijke media te bevechten: daarom wordt ons pamflet in zoveel mogelijk talen vertaald (en staat al op het web in het Frans, Spaans, Engels, Italiaans en Nederlands, wat betekent dat de arbeidersklasse en de universiteiten van Europa en het Amerikaanse continent op de hoogte kunnen zijn van wat er in Frankrijk gebeurd).
In de algemene vergaderingen van de laatste twee dagen hebben de leraren en het administratief personeel van de universiteit van Censier de beweging een nieuwe stoot gegeven. Zij namen verschillende keren het woord om te herhalen dat ze actief zouden deelnemen aan de uitbreiding van de staking op de universiteit. Ze probeerden om de meer aarzelende en vijandige studenten mee te trekken door ze gerust te stellen: ze verbonden zich ertoe om de stakende leerlingen niet te benadelen bij de examens en met betrekking tot hun studieuitkeringen.
En tenslotte nemen we een zin voor onze rekening van een van de leraren Paris-3: “De studenten van Censier hebben iets nieuws uitgevonden, iets heel machtigs dat de andere universiteiten met hen mee zal slepen. En dat zagen we heel duidelijk tijdens de betoging van 7 maart.”
Inderdaad, wat gebeurde op 7 maart?
Meer dan duizend studenten stonden op het plein voor de faculteit van Censier om gezamenlijk te vertrekken naar de betoging, waartoe was opgeroepen door vakbonden en linkse partijen. Zodra ze zich er bewust van werden dat de vakbondsstoet, en dan vooral die van de CGT (11), in de betoging voorop wilde gaan, maken de studenten rechtsomkeert. Ze nemen de metro om vóór de vakbondsstoet te komen en nemen hun kameraden van de andere faculteiten op sleeptouw. Daardoor nam de strijdende studentenjeugd spontaan de kop van de betoging in achter één enkel spandoek, met een eenheidsslogan, waarin kort en bondig de intrekking werd geëist van het CPE, terwijl in het pamflet dat door de PCF (12) werd uitgedeeld met geen woord rept over intrekking van het CPE (we hebben dat pamflet en de kameraden kunnen het komen inzien)!
Dank zij deze indianenlist van de studenten van Censier, bevond de stoet van de oude stalinistische dinosaurus zich plotseling achter de kinderen van de mammoet van het nationale onderwijs (13). De CGT werd gedwongen om haar verroeste wagons te koppelen aan de locomotief van de jonge generatie, een generatie die Rosa Luxemburg de “bloezem van het proletariaat” noemde.
Zoals in mei 1968 waren heersende klasse en haar inkapselingskrachten in de arbeidersrangen verrast en overspoeld door de toestand. En wij moeten toegeven, in zekere mate was ook de IKS verrast door de vitaliteit en het reactievermogen van de studenten die het meest bij de pinken waren.
Het is juist omdat hij de klap niet had zien aankomen dat de leider van de CGT, Bernard Thibault, in een vraaggesprek voor de televisie op het LCI-kanaal verklaarde: "Het klopt dat we in de betoging van 7 maart niet alles hadden voorzien.”
Ook al vanwege dit ‘onvoorziene deel’, omdat ze door de gebeurtenissen werden overspoeld, vielen de vechtjassen van de PCF ons op de betoging aan en dan vooral onze tafel met publicaties. Eén van hen braakte deze scheldpartij uit: “Ik heb zin om in jullie gezicht te spuwen. Jullie durven jullie brochure (14) te verspreiden terwijl er helemaal geen stalinisten meer zijn in de PCF.” (sic!).
Tot zover het verslag van de gebeurtenissen. De kameraden en voornamelijk de studenten die zich hier in de zaal bevinden, kunnen deze inleiding in de discussie aanvullen, verbeteren en verduidelijken.
Wij willen nu in het kort ingaan op de black-out van de media.
Tijdens de rellen in de buitenwijken van herfst vorig jaar schrok de bourgeoisie er niet voor terug om een luidruchtige mediacampagne te voeren, niet allen in Frankrijk, maar tot in alle uithoeken van de wereld. In alle landen en op alle continenten stonden de rellen in Frankrijk op de voorpagina’s van de dagbladen en in het centrum van het nieuws op de televisie-kanalen.
En wat gebeurt er nu in medialand? Tot 7 maart was er volslagen stilte. Dagenlang werden we platgekletst over de vogelgriep, de smerige zaak van de ‘de barbarenbende’ (15) en andere rookgordijnen om het publiek bezig te houden en om het vooral niet te hoeven hebben over het belangrijkste, dat wil zeggen over het op de been komen van de studenten tegen het CPE.
Waarom bewaarden de burgerlijke media het stilzwijgen over de staking van de studenten terwijl ze zoveel heibel maakten over de rellen van de buitenwijken? Heel eenvoudig omdat, in tegenstelling tot de wanhopige rellen van de jongeren uit de buitenwijken, de strijd van de studenten geen strovuurtje is. Hij draagt een toekomstperspectief voor de maatschappij in zich.
En als de media de black-out momenteel opheffen dan is dat alweer om de belangen van de bourgeoisie te dienen. De studenten worden voorgesteld als een stelletje relschoppers. Dat is de boodschap die meneer Tony Blair overbrengt aan de Engelse krant The Times, die daags na de betoging van 7 maart titelde “Riots...”, dat wil zeggen: Rellen aan de Franse universiteiten.
De Franse media van hun kant dragen hun steentje bij tot de sabotage van de klassenstrijd. En niet alleen rechtse kranten zoals Le Figaro of Le Parisien. Ook die van links zoals de krant Libération die geleid wordt door de voormalige 1968-er Serge July die zelf wel nooit last zal hebben van werkloosheid. Zo werd de uitgave van Libération van 10 maart gratis uitgedeeld in de hal van Censier omdat er een klein belachelijk artikeltje in stond over de staking in deze faculteit, getiteld: “Een zweem van Mei 1968.”
Die boodschap bestaat uit, vergeef ons de uitdrukking, smeerlapperij. Een zweem van Mei 1968, dat betekent dat de studenten niets anders zouden hebben gedaan dan revolutionaire liederen zingen door op 3 maart de theatertroep Jolie Môme op de faculteit uit te nodigen! Daarentegen geen woord over de dynamiek van de algemene vergaderingen, over de eenheid en de solidariteit van de beweging die de leraren en het administratief personeel er in betrok.
En deze stilte is zeker niet te wijten aan het feit dat de journalisten van de Libération of van de televisie niet op de hoogte waren. Zij waren op de faculteit heel druk in de weer met hun camera’s en interviews. De Franse staat kan haar journaille en hun zeer artistieke beelden met een vette medaille belonen!
Voor de IKS is het duidelijk dat de beweging van de schoolgaande jeugd de heersende klasse schrik aanjaagt. Mijnheer Villepin en zijn vriendjes van links en rechts hebben angst dat de creativiteit van de studenten van Censier heel de arbeidersklasse op slechte gedachten zou kunnen brengen.
De zwijgzaamheid van de media, de vervalsing van het nieuws, het geknoei met camera’s, met reportages en met vraaggesprekken; het heeft slechts één enkele betekenis: ze laten de angst van de bourgeoisie zien. En die angst wordt nog groter omdat de meest bewuste studenten momenteel voorop in de beweging lopen. Het is deze voorhoede die de Franse bourgeoisie, met haar smerissen en haar RG-ers (4), wil demoraliseren en het zwijgen opleggen.
De kinderen van de arbeidersklasse kwamen massaal op de been tegen het CPE; het zijn díe kinderen over wie meneer Raffarin (16), bij de hervorming van  het systeem van de pensioenen, de gore moed had te zeggen: “Het is niet de straat die regeert.”
Het enige antwoord van de bourgeoisie op dit protest tegen de bestaansonzekerheid en de werkloosheid is de repressie. Het CPE laat het bankroet van het kapitalistisch systeem zien. De repressie toont momenteel duidelijk het ware gezicht van de burgerlijke democratie! Momenteel maakt de sociale toestand steeds meer duidelijk dat die van boven niet meer kunnen regeren zoals voorheen omdat die van onder niet meer willen leven zoals voorheen.
En dat is de reden waarom de Franse bourgeoisie druk is om al haar krachten in de strijd te gooien om de beweging te verdelen, de versplinteren, om de studenten op te sluiten in de faculteiten om ze vervolgens “met de hogedrukspuit schoon te vegen”, zoals ze dat vannacht deden op de Sorbonne.
Op alle TV-kanalen konden we vandaag de beelden zien waarop de bourgeoisie voor haar commentaar zat te wachten, zoals Claire Chazal (17) zei: “De beweging heeft een andere wending genomen, die van het geweld.” Natuurlijk gaat het hier niet over het politiegeweld, maar over dat van de kinderen van de arbeidersklasse, die voorgesteld worden als vandalen, als uitschot!
Waarom heeft de handlanger van de politiestaat, van onze mooie Franse democratie, meneer Sarkozy, eens te meer de repressie ontketend?
Omdat de studenten niets moeten hebben van de kapitalistische ellende, omdat ze na hun studies niet werkloos willen worden! Omdat ze bij de Sorbonne naar binnen gingen om hun solidariteit te betuigen en eten te brengen aan hun kameraden die verrekten van de honger. Deze studenten zijn in elkaar geramd, aangehouden, eenvoudigweg omdat zij het slechte voorbeeld gaven van solidariteit in de strijd.
Maar om op lange termijn in de klassenstrijd vaste koers te houden mogen de meest bewuste bataljons van het proletariaat niet vergeten wat Marx en Engels zeiden in het Kommunistisch Manifest van 1848: “De kommunisten hebben op de rest van het proletariaat voor dat ze een heldere kijk hebben op de voorwaarden, het verloop en de einddoelen van de proletarische beweging.” Ze mogen nooit vergeten dat het meest doorslaggevende wapen van de arbeidersklasse eerst en vooral haar bewustzijn is, in tegenstelling tot het blinde geweld van de jonge relschoppers in de buitenwijken.
Tegenover het geweld van de troepen van het kapitaal die de orders van Sarkozy opvolgen, moet het klassenbewustzijn in de strijd worden gesteld.
De meest bewuste mensen van de arbeidersklasse moeten ook in de herinnering roepen wat Marx en Rosa Luxemburg stelden: “Anders dan de revoluties uit het verleden is de proletarische revolutie de enige revolutie uit de geschiedenis die pas zal overwinnen na een hele reeks van nederlagen.” Omdat de proletarische revolutie haar poëzie “ontleent aan de toekomst” mogen de revolutionairen nooit toegeven aan ontmoediging en ongeduld.

(1) De Sorbonne: universiteitsgebouw in Parijs dat symbool staat voor het studentenprotest in 1968.
(2) CRS: Franse oproerpolitie.
(3) RMI : Revenue Minimum d’Insertion; de Franse minimumuitkering voor werklozen (het bijstandsminimum) bedraagt momenteel €433,- per maand voor een alleenstaande – dat dekt vaak niet eens de maandhuur. Nicolas Sarkozy is Minister van Binnenlandse Zaken en werd in de herfst berucht met zijn uitspraak dat hij de buitenwijken “met de hogedrukspuit schoon zou vegen.”
(4) Een bekend kort verhaal van Alphonse Daudet waarin een geitje in de bergen zijn vrijheid hoopt te vinden terwijl hij weet dat hij daar aan de wolf moet ontsnappen; wat hem de hele nacht lukt, maar alleen om ’s morgens te worden opgepeuzeld.
(5) RG: Renseignement Généraux, speciale inlichtingendiensten.
(6) In Frankrijk bestaat er een verschil tussen de universiteiten (eigenlijk eerder hogescholen) en de “grandes écoles”. Terwijl de studenten van de “grandes écoles” merendeels uit de bourgeoisie komen en aan het eind van hun studie over het algemeen een redelijke kans op een baan hebben, dan is het merendeel van de universiteitsstudenten voorbestemd voor geschoolde arbeid.
(7) Contrat Première Embauche (Startbaancontract): een nieuwe vorm van arbeidscontract voor arbeiders onder de 26 jaar voorgesteld door de regering Villepin. De meest saillante maatregel ervan is de tweejarige ‘proefperiode’, waarin de werkegever het recht heeft om een arbeider zonder voorafgaande kennisgeving of opgaaf van redenen te ontslaan. Deze maatregel wordt al toegepast in het CNE-arbeidscontract voor arbeiders van alle leeftijden in het kleinbedrijf (minder dan 25 werknemers). In feite zijn deze twee nieuwe arbeidscontracten bedoeld om, samen met tijdelijke contracten voor oudere werknemers (CDD Séniors), geleidelijk de bestaande Franse arbeidswetgeving om zeep te helpen, en daarmee de beperkte rechten af te schaffen die deze de arbeiders tegenwoordig nog biedt.
(8) Klassensamenwerking, Frans interclassiste, een beweging die zich niet op proletarisch terrein bevindt maar die wordt voorgesteld als een beweging die boven de klassen zou staan en waardoor het studentenprotest in het verleden voortdurend werd gekenmerkt.
(9) LMD: Licence Masters Doctorat, het nieuwe Europese standaarddiploma.
(10) De oude mol: verwijzing naar De Achttiende Brumaire van Napoleon Bonaparte, waarin Marx ingaat op de ondergrondse rijping van het klassenbewustzijn.
(11) CGT: Confédération générale du Travail: Franse stalinistische vakbond.
(12) PCF: Parti Communiste Français; Franse stalinistische partij.
(13) Het schoolsysteem staat bij linkse zowel als rechtse regeringshervormers ook bekend als “De Mammoet”, een verwijzing naar de veronderstelde achterhaalde en starre aard ervan.
(14) Het gaat om onze brochure Comment le PCF est passé dans le camp du capital (Hoe de PCF overliep naar het kamp van het kapitaal).
(15) Een bende straatschenders die een afgrijselijke kidnapping van een jonge winkelbediende op touw zette om diens familie geld af te persen. De winkelbediende werd daarbij vermoord.
(16) Jean-Pierre Raffarin, voorganger van Dominique de Villepin als Eerste Minister.
(17) Claire Chaza: een bekende Franse televisie-presentatrice.

Geografisch: