Hieronder publiceren wij een rapport over de imperialistische situatie dat het centrale orgaan van de IKS tijdens een vergadering in juni 2018 heeft aangenomen. Sinds het rapport werd geschreven, hebben de gebeurtenissen rond Trump's bezoek aan Europa de belangrijkste ideeën, die in het rapport werden ontwikkeld, duidelijk bevestigd, in het bijzonder het idee dat de VS nu de belangrijkste drijvende kracht zijn geworden van de tendens van het “ieder voor zich” op wereldvlak, zelfs tot op het punt dat de instrumenten van hun eigen “wereldorde” worden weggegooid. (Zie ons artikel: Trump in Europe: an expression of capitalism in turmoil [1])
* * *
De hoofdlijnen van het rapport over de imperialistische spanningen van november 2017 (zie onze website: https://nl.internationalism.org/content/1413/rapport-over-de-imperialistische-spanningen-november-2017 [2]) bieden ons het essentiële kader om de huidige ontwikkelingen te begrijpen
De laatste tijd is het gewicht van het populisme steeds tastbaarder geworden, waardoor de tendens van het “ieder voor zich” en de toenemende onvoorspelbaarheid van imperialistische conflicten wordt verergerd;
Deze algemene kenmerken van die tijd worden nu weerspiegeld in een reeks bijzonder betekenisvolle tendensen.
De evolutie van de Amerikaanse imperialistische politiek van de afgelopen dertig jaar is een van de meest significante fenomenen van de periode van ontbinding: na de belofte van een nieuw tijdperk van vrede en welvaart (Bush Senior) in de nasleep van de implosie van het Sovjetblok, na de strijd tegen de tendens tot het “ieder voor zich”, is ze nu de belangrijkste drijvende kracht van deze tendens in de wereld geworden. Het voormalige hoofd van een blok en de enige grote imperialistische supermacht die overblijft na de implosie van het Oostblok, die al ongeveer 25 jaar optreedt als wereldpolitieagent en strijdt tegen de verspreiding van het “ieder voor zich” op het imperialistische vlak, verwerpt nu internationale onderhandelingen en mondiale overeenkomsten ten gunste van een politiek van “bilateralisme”.
Een gemeenschappelijk principe, gericht op het overstijgen van de chaos in de internationale verhoudingen, is samengevat in de volgende Latijnse leuze: “pacta sunt servanda” - verdragen, overeenkomsten moeten worden gerespecteerd. Als iemand een globaal - of multilateraal - akkoord ondertekent, wordt hij of zij verondersteld het te respecteren, althans op het eerste gezicht. Maar de Verenigde Staten, onder Trump, schafte deze conceptie af: “Ik onderteken een verdrag, maar ik kan het morgen opheffen”. Dit is al gebeurd met het TransPacific Pact (TPP), het Akkoord van Parijs over klimaatverandering, het nucleaire verdrag met Iran, het slotakkoord tijdens de bijeenkomst van de G7 in Quebec. De Verenigde Staten verwerpen nu internationale overeenkomsten ten gunste van onderhandelingen tussen staten, waarbij de Amerikaanse bourgeoisie haar belangen rechtstreeks oplegt door middel van economische, politieke en militaire chantage (zoals nu het geval is met Canada voor en na de G7 met betrekking tot de NAFTA of met de dreiging van represailles tegen Europese bedrijven die in Iran investeren). Dit zal enorme en onvoorspelbare gevolgen hebben voor de ontwikkeling van imperialistische spanningen en conflicten (maar ook voor de economische situatie op wereldvlak) in de komende periode. We zullen dit illustreren aan de hand van drie “hete hangijzers” in de huidige imperialistische botsingen:
Hoewel deze politiek een enorme toename van chaos en het “ieder voor zich” met zich meebrengt, evenals een verdere achteruitgang van de mondiale posities van de eerste wereldmacht, is er geen tastbaar alternatief in de Verenigde Staten. Na anderhalf jaar van onderzoek door openbare aanklager Mueller en andere vormen van druk op Trump is het onwaarschijnlijk dat Trump uit het ambt wordt verwijderd, mede omdat er zich geen andere politieke kracht aandient. Het moeras binnen de Amerikaanse bourgeoisie deint uit.
De tegenstelling kan niet opvallender zijn. Terwijl de Verenigde Staten van Trump de globalisering aan de kaak stellen en terugkeren naar “bilaterale” overeenkomstenen, kondigt China een grootschalig wereldwijd project aan, de “Nieuwe Zijderoute”. Hierbij zijn ongeveer 65 landen op drie continenten betrokken, die 60% van de wereldbevolking en ongeveer een derde van het mondiale BBP (bruto binnenlands product) vertegenwoordigen, met investeringen over een periode van 30 jaar (2050!) die een omvang van 1,2 triljoen dollar kunnen bereiken.
Sinds het begin van zijn heropkomst, die gepland is op de meest systematische manier en op lange termijn, heeft China zijn leger gemoderniseerd, een “parelketting” geconstrueerd te beginnen met de bezetting van koraalriffen in de Zuid-Chinese Zee en de oprichting van een keten van militaire bases in de Indische Oceaan. Maar voorlopig is China niet op zoek naar een directe confrontatie met de Verenigde Staten; integendeel, het land wil tegen 2050 de machtigste economie ter wereld worden en probeert zijn banden met de rest van de wereld te ontwikkelen en tegelijkertijd directe confrontaties te vermijden. De politiek van China is een politiek van lange termijn, in tegenstelling tot de overeenkomsten op korte termijn die door Trump worden voorgestaan. China streeft ernaar zijn expertise en zijn industriële, technologische en vooral militaire kracht te ontwikkelen. Op dit laatste terrein hebben de Verenigde Staten nog steeds een aanzienlijke voorsprong op China.
Terwijl de G7-top in Canada (9-10 juni 2018) mislukte, organiseerde China in Quingdao een conferentie van de Shanghai-samenwerkingsorganisatie (SSO), waar de presidenten van Rusland (Poetin), India (Modi), Iran (Rohani) en de leiders van Wit-Rusland, Oezbekistan, Pakistan, Afghanistan, Tadzjikistan en Kirgizië aanwezig waren (20% van de wereldhandel, 40% van de wereldbevolking). De huidige doelstelling van China is duidelijk het project van de “Zijderoute” - met als doel zijn invloed uit te breiden. Dit is een project op lange termijn en een directe confrontatie met de Verenigde Staten zou deze plannen alleen maar dwarsbomen. In dit perspectief zal China zijn invloed aanwenden om aan te dringen op een overeenkomst die leidt tot de neutralisatie van alle kernwapens in de Koreaanse regio (met inbegrip van Amerikaanse kernwapens) en die - indien ze wordt aanvaard door de VS - de Amerikaanse strijdkrachten terug zou dringen tot Japan en de onmiddellijke dreiging op het noorden van China zou verminderen.
De ambities van China zullen echter onvermijdelijk leiden tot een confrontatie met de imperialistische doelstellingen, niet alleen van de Verenigde Staten maar ook van andere mogendheden, zoals India of Rusland:
De verergering van de neiging van het ieder voor zich op het imperialistische vlak en de toenemende concurrentie tussen imperialistische haaien wakkeren een ander significant fenomeen van deze ontbindingsfase aan: het aan de macht komen van “sterke leiders” met radicale taal en agressieve nationalistische retoriek.
Het aan de macht komen van een “sterke leider” en een radicale retoriek over de verdediging van de nationale identiteit (vaak gecombineerd met sociale programma's voor gezinnen, kinderen, gepensioneerden van het “eigen volk”) is typerend voor populistische regimes (Trump natuurlijk, maar ook Salvini in Italië, Orbán in Hongarije, Kaczynski in Polen, Babiš in de Tsjechische Republiek, ....) maar het is ook een meer algemene tendens in de wereld, niet alleen in de sterkste mogendheden (Poetin in Rusland) maar ook in tweederangs imperialistische landen zoals Turkije (Erdogan), Iran, Saoedi-Arabië (met de “coup” van Prins Mohammed Ben Salman).
In China is de beperking van het presidentschap tot twee periodes van vijf jaar uit de grondwet geschrapt, zodat Xi Jinping zich heeft opgedrongen als “leider voor het leven”, de nieuwe Chinese keizer (president, partijleider en hoofd van de Centrale Militaire Commissie, iets wat sinds Deng Xiaoping nooit meer is voorgekomen). “Democratische” leuzen of het ophouden van de democratische schijn (mensenrechten) zijn niet langer het dominante discours (zoals blijkt uit de gesprekken tussen Trump en Kim), in tegenstelling tot de periode van de val van het Sovjetblok en het begin van de 21ste eeuw. Zij hebben plaatsgemaakt voor een combinatie van zeer agressieve retoriek en pragmatische imperialistische afspraken.
Het sterkste voorbeeld is de Koreaanse crisis. Trump en Kim gebruikten eerst sterke militaire druk (zelfs met de dreiging van een nucleaire confrontatie) en zeer agressief taalgebruik voordat ze in Singapore bijeenkwamen om te onderhandelen. Trump bood enorme economische en politieke voordelen aan (het Birmese model) om Kim in het Amerikaanse kamp te lokken. Dit is niet helemaal ondenkbaar omdat de Noord-Koreanen een dubbelzinnige relatie en zelfs een wantrouwen hebben jegens China. De verwijzing naar Libië door Amerikaanse verantwoordelijken (waaronder John Bolton, nationaal veiligheidsadviseur) maakt dat de Noord-Koreanen echter bijzonder wantrouwig zijn tegenover de Amerikaanse voorstellen - Noord-Korea kan inderdaad hetzelfde lot beschoren zijn als Libië, toen Kadhafi werd aangespoord zijn wapens op te geven en zijn regime vervolgens met geweld werd neergehaald en hij werd gedood.
Deze politieke strategie is een meer algemene tendens in de huidige imperialistische botsingen, zoals blijkt uit de agressieve tweets van Trump tegen de Canadese premier Trudeau, door hem “een foute en zwakke leider” genoemd, omdat hij weigerde hogere invoerbelastingen te accepteren die door de Verenigde Staten worden verdedigd. Verder was er ook het brutale ultimatum van Saoedi-Arabië aan Qatar, beschuldigd van “centrisme” tegenover Iran, of de oorlogszuchtige verklaringen van Erdogan tegen het Westen en de NAVO over de Koerden. Tot slot vermelden we nog Poetin’s zeer agressieve regeringstoespraak, waarin de meest geavanceerde wapensystemen van Rusland werden gepresenteerd met de boodschap: “Je kunt ons maar beter serieus nemen”!
Deze tendensen versterken de algemene kenmerken van de tijd, zoals de intensivering van de militarisering (ondanks de sterke economische last die ermee gepaard gaat) bij de drie grootste imperialistische haaien, maar hebben ook een impact op het veranderend imperialistisch landschap in de wereld en in Europa. In deze context van agressieve politiek is het gevaar van beperkte nucleaire aanvallen zeer reëel, aangezien er veel onvoorspelbare elementen zijn in de conflicten rond Noord-Korea en Iran.
4) De tendens tot versnippering van de EU
Alle tendensen in Europa in de afgelopen periode – de Brexit, de opkomst van een grote populistische partij in Duitsland (AfD), de opkomst van populisten in Oost-Europa, waar de meeste landen worden geleid door populistische regeringen, worden versterkt door twee belangrijke gebeurtenissen:
Dit zal enorme gevolgen hebben voor de samenhang binnen de EU, de stabiliteit van de euro en het gewicht van de Europese landen op het imperialistische toneel.
Al deze oriëntaties versterken de crisis binnen de EU en de tendens tot versnippering. Uiteindelijk zal dit invloed hebben op de politiek van Duitsland, als het leidinggevende land in de EU, omdat het intern verdeeld is (gewicht van AfD en CSU), het geconfronteerd wordt met politieke oppositie van de populistische leiders van Oost-Europa en met economische oppositie van de mediterrane landen (Italië, Griekenland,,....) en verder een geschil heeft met Turkije, terwijl het rechtstreeks geviseerd wordt door de invoerrechten van Trump. De toenemende versnippering van Europa door de slagen van het populisme en het “America First” beleid zal tenslotte ook een groot probleem vormen voor de Franse politiek, aangezien deze tendensen volledig haaks staan op het programma van Macron, dat hoofdzakelijk gebaseerd is op de versterking van Europa en het volledig meegaan in het verhaal van de globalisering.
IKS (juni 2018)