In haar “Antwoord op de stompzinnige beschuldigingen van een organisatie die uit elkaar valt”, gepubliceerd op haar website, heeft het IBRP (1) weer eens een grens overschreden in haar ernstig opportunistisch afglijden, dat we reeds duidelijk maakten in ons artikel “Het IBRP in gijzeling genomen door herrieschoppers!”: Ze rechtvaardigt nu de anti-proletarische gebruiken van een parasitaire groep die zichzelf “Interne Fractie van de IKS” noemt.
Het ‘Antwoord’ van het IBRP begint met het bekritiseren van “het uiterst vulgaire karakter” van de toon van ons artikel, waarin wij de zogenaamde ‘Interne Fractie van de IKS’ (IFIKS) hebben afgedaan als een bende “herrieschoppers”.
Als het IBRP de vermoorde onschuld speelt (2) dan betekent dat niet dat zijzelf ‘beschaafder’ omgangsvormen heeft, die van een ‘Heer’, want ze staat borg voor de methodes van de IFIKS en gebruikt deze voor haar eigen doeleinden. Vandaar dat het IBRP geen aanmerkingen had nóch op de vulgariteit van de tekst van de IFIKS getiteld “Smaad kent geen grenzen”, nóch op “het uiterst vulgaire karakter” van de methoden van deze schooiertjes, die geen scrupules kennen als ze nu oproepen tot pogroms tegen onze zogenaamde “vuiligheden” en tegen onze militanten die als “smeerlappen” worden gebrandmerkt (3).
Zo is dit ‘Antwoord’ van het IBRP op de “stompzinnige beschuldigingen” van de IKS er in de eerste plaats op gericht de diefstal van ons adressenbestand door een lid van de IFIKS goed te praten met de volgende argumenten: “als leidende kameraden van de IKS – die als zodanig beschikken over het adressenbestand van hun organisatie – met de organisatie breken en het adressenbestand bij zich houden omdat ze de kameraden willen overhalen tot de ‘juiste richting’, dan is dit geen diefstal. Het valse moralisme van de IKS stinkt van de huichelarij als ze allerlei soorten beschuldigingen uitstort over diegenen die haar in de steek laten”.
Deze poging tot ‘rechtvaardiging’ van de gangsterpraktijken van de IFIKS noopt ons tot een paar opmerkingen:
1. Ons adressenbestand, net zoals het geld en al het andere politieke materiaal, behoort toe aan de organisatie als geheel en niet aan de individuele leden die haar vormen. Dat is een elementair beginsel van functioneren van alle revolutionaire organisaties. En het IBRP weet dat heel goed! Daarom weigert ze ook te antwoorden op onze brief van 1 oktober 2004, waarin we onder andere de volgende vragen stelden:
2. Als het IBRP niet akkoord gaat met het beginsel dat dit materiaal toebehoort aan de organisatie en niet aan de individuele leden, dan betekent dit dat de militant die de financiën beheert, onder het voorwendsel van de voortzetting van politiek werk, er rustig met de kas vandoor kan gaan zodra hij uitgesloten wordt of breekt met de organisatie. Deze zienswijze is er één van een anarchist of een lompenproletariër, maar niet die van de organisaties van het proletariaat.
Wij herinneren het IBPR eraan dat de bende herrieschoppers van de IFIKS zich niet beperkte tot het stelen van ons adressenbestand. Ze heeft ook geld gestolen van de IKS. Ze heeft ook geld van de organisatie verduisterd door te weigeren ons de prijs van de vliegtuigtickets terug te betalen die bedoeld waren om twee afgevaardigden van onze afdeling in Mexico naar Parijs te laten komen: deze laatsten werden op het vliegveld van Roissy gekidnapt door de herrieschoppers van de IFIKS, die hen verhinderden om deel te nemen aan de Buitengewone Conferentie van 2002 (zie ons artikel in Révolution Internationale, nr. 323, mei 2002).
Het lezen van de argumenten van het IBRP waarmee diefstal van ons politiek materiaal wordtgerechtvaardigd, rechtvaardigt ons recht de vraag te stellen: heeft het IBRP ook met het geld, dat gestolen is van de IKS, de zaal kunnen huren om haar openbare bijeenkomst van 2 oktober in Parijs te houden (want het IBRP heeft deze bijeenkomst georganiseerd met materiele steun van de IFIKS)?
3. De opvatting van het IBRP volgens welke “leidende kameraden” al het materiaal mee kunnen nemen dat hen is toevertrouwd, omdat ze er niet in geslaagd zouden zijn om de militanten te overtuigen van de juistheid van hun standpunten, is volkomen vreemd aan de arbeidersbeweging. Deze politiek heeft een naam: het is de verwoestende politiek van de ‘verschroeide aarde’. Als men er niet in slaagt om zijn standpunten op waarde te laten schatten, dan berooft men de organisatie; en in een poging om haar activiteiten te saboteren maakt men zich meester van haar politieke materiaal (4).
Deze schooierspraktijken zijn door de IKS al eerder publiekelijk aan de kaak gesteld tijdens de ‘affaire Chénier’ in 1981. Toentertijd hadden de twee organisaties die het IBRP zouden vormen (Battaglia Comunista en de Communist Workers Organisation) nog een minimum aan waardigheid: ze snelden nóch de burger Chénier nóch de parasitaire groep CBG te hulp. Ze schreeuwde geen moord en brand over “het uiterst vulgaire karakter” van de IKS toen wij in de navolgende termen de handelwijze van deze schooiertjes verwierpen: “Deze kameraden (die van de voormalige afdeling van de IKS in Aberdeen) hadden al maanden weet van de manoeuvres van Chénier en ze hebben de diefstal achteraf goedgepraat als iets ‘normaals in het geval van een splitsing’. Onze veroordeling van deze praktijken werd gekwalificeerd als een ‘reactie van kleinburgerlijke bezitters’ [...] In de eerste nummers van The Bulletin verwees ze [de CBG] naar onze houding om zich over te geven aan de verspreiding van kletspraat over de IKS dat net zo laag als stompzinnig was [...] Als men zich afsplitst kan men stelen wat men wil, maar als men tenslotte een groep voor zichzelf heeft, is men thuis de baas... zodra de schooiertjes enig bezit hebben verworven denken ze er anders over [...] Wat zijn de standpunten van de CBG? Ziedaar alweer een groep wier bestaan parasitair is. Wat vertegenwoordigt ze ten opzichte van het proletariaat? Een provinciaalse versie van het platform van de IKS, maar zonder de samenhang en met diefstal ter compensatie.” (Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgaven, nr. 36, “In antwoord op de antwoorden”). Wat we twintig jaar geleden vaststelden met betrekking tot de schooiersmethoden van de CBG is bijgevolg volledig van toepassing op de IFIKS.
Het moet duidelijk zijn dat de IKS er niet van afziet om het geld dat de IFIKS heeft gestolen op de ene of andere manier terug te halen (5). Zij zal, als het zover is, dezelfde politiek voeren als meer dan twintig jaar geleden toen ze het materiaal terughaalde dat door een paar mensen van de ‘Chénier-richting’ gestolen was, en met name diegenen die de CBG vormden (6).
4. Juist omdat het gaat om een elementaire regel in het functioneren van de organisaties van het proletariaat, zoals vastgelegd in onze statuten, moet iedere militant die de organisatie verlaat (of dat nu gebeurt op eigen initiatief of als gevolg van een uitsluiting) al het materiaal teruggeven aan door de IKS dat hem is toevertrouwd voor zijn taken te vervullen: “de militant doet geen persoonlijke ‘investering’ in de organisatie, waarvan hij dividend verwacht of die hij kan terugtrekken als hij haar verlaat. We moeten daarom iedere praktijk van ‘beslaglegging’ op materiaal of fondsen uit de organisatie verwerpen als volslagen vreemd aan het proletariaat, zelfs als het doel er uit bestaat een andere politieke groep op te richten”. (Rapport over de structuur en de functionering van de organisatie van revolutionairen, punt 12, Internationale Revue, Nederlandstalige uitgave, nr. 16). De leden van de IFIKS weten dus heel goed dat ze, door ons adressenbestand mee te nemen (en door geld te stelen van de organisatie), praktijken hebben toegepast die “volslagen vreemd zijn aan het proletariaat”. Ze hebben onze statuten overtreden en dus gebroken met de IKS door zich buiten de organisatie te plaatsen nogvoordat ze werden uitgesloten.
Onder andere daarom weigerden ze om een beroep te doen op een Erejury, zoals hen tweemaal is voorgeslagen door de IKS. Ze verklaarden de beschuldigingen die we op grond van hun gedrag tegen hen inbrachten als leugens (zie ons artikel op de website: De Erejury: een wapen om kommunistische militanten en organisaties te verdedigen).
5. Het IBRP geeft nog een ander argument om de diefstal te rechtvaardigen: omdat het om “leidende kameraden” ging, “als zodanig” konden de leden van de IFIKS zich het rechtaanmatigen het materiaal mee te nemen dat aan de organisatie toebehoorde. Dus, de ‘leiders’ zouden rechten en privileges hebben die de ‘basismilitanten’ niet hebben! Deze elitaire en bureaucratische visie vindt men terug in de burgerlijke (en met name in de stalinistische) organisaties, maar niet in die van de arbeidersklasse!
We willen er graag de nadruk op leggen dat de IKS niet het piramidale gezichtspunt van het IBRP huldigt van ‘leiders’ maar van de leden van de ‘centrale organen’. Het is niet “als zodanig” (dat wil zeggen als “leidende” leden) dat de IKS haar adressenbestand had toevertrouwd aan iemand die nu lid is van de IFIKS. De IKS had haar dit bestand gegeven omdat zij als militant belast was met de verzending van de publicaties aan onze abonnees. Als wij deze zeer belangrijke en verantwoordelijke taak hebben toevertrouwd aan wat het IBRP “leidende kameraden” (iets wat de militanten van de IKS flink heeft doen lachen!) noemt, dan is dat alleen omdat ze deze zeer goed vervulde (7).
In argumenten, die in dit ‘Antwoord’ op onze “stompzinnige beschuldigingen” zijn vervat, ontdekken we in werkelijkheid de medeplichtigheid van het IBRP aan deze diefstal. Ze zegt ons in feite dat de IFIKS het recht had dit adressenbestand te houden teneinde “kameraden voor de juiste richting te kunnen winnen” (8). Dit argument is niet alleen bedoeld om laaghartige praktijken van de IFIKS ‘goed te praten’. Het heeft ook en vooral de bedoeling om de pogingen tot sabotage en destabilisering van de IKS door het IBRP te rechtvaardigen, die al meer dan twee jaar achter onze rug om geschieden.
Onze lezers kunnen de manoeuvres van het IBRP ontdekken in Bulletin, nr. 9 van de IFIKS, manoeuvres die eruit bestaan deze bende herrieschoppers aan te moedigen haar aanvallen tegen onze centrale organen en tegen onze militanten voor te zetten teneinde een maximum aan kameraden te winnen voor... “de juiste richting”! Wij nodigen onze lezers dus uit om zich te wenden tot Report of the meeting on 17-03-02, gepubliceerd in ditzelfde Bulletin, nr. 9 (beschikbaar op de website van de IFIKS). Ze zullen er de ‘argumenten’ vinden die de diefstal van ons adressenbestand moeten rechtvaardigen: het gaat er voor de IFIKS om (met de zegening van het IBRP) haar walgelijke proza aan de militanten van de IKS te zenden teneinde “de ogen van de militanten van de IKS te openen, waarvan wij menen dat zij op korte termijn in een dynamiek meegaan die erin bestaat het BO (Besluitvormende Orgaan) van de IKS te ‘volgen zonder zich vragen te stellen’ [...] Het IBRP heeft deze oriëntatie goedgekeurd”, en wel in de volgende termen: “Jullie moeten je strijd voortzetten tegen de huidige afwijkende richting en [voor] het herstellen van de organisatorische en politieke verworvenheden.”
Zo vernemen we dus dat het IBRP niet alleen de IFIKS aanmoedigde om haar vuile werk te doen (dat eruit bestaat de brievenbussen van onze kameraden en onze abonnees te vullen met hun walgelijke laster), maar bovendien heeft ze deze strijd aangemoedigd en ondersteund... “voor het herstellen van de organisatorische en politieke verworvenheden van de IKS”! Onze lezers kunnen zich zelf een idee vormen van de dubbelzinnigheid en de ongelofelijke (maar ware!) dubbelzinnige taal van het IBRP: aan de ene kant pretendeert ze (op een huichelachtige manier) er belang bij te hebben de “organisatorische en politieke verworvenheden” van de IKS te verdedigen, aan de andere kant bevestigt ze (in haar ‘Antwoord’ op onze “stompzinnige beschuldigingen”) de IFIKS te willen “overtuigen” dat de “intrinsieke zwakheden” van de IKS zijn gelegen in “de fundamentele methodologische vraagstukken die ons (het IBRP) altijd al van de IKS hebben gescheiden”.
En deze huichelarij bereikte werkelijk haar hoogtepunt toen het IBRP, terwijl ze tegelijkertijd de IFIKS steunde in haar strijd tegen onze zogenaamde “liquidationistische leiding” (zoals de IFIKS het noemde), schreef: “Het is niet aan ons om te zeggen wie gelijk of ongelijk heeft in de organisatorisch-disciplinaire twisten van de IKS”! (zie de tekst van het IBRP, gedateerd februari 2002 en gepubliceerd in verschillende talen op hun website: Elementen ter overdenking over de crises van de IKS).
Men begrijpt nu veel beter waarom het IBRP de diefstal van ons adressenbestand niet kon veroordelen. Ze had er eenvoudigweg belang bij om de IFIKS (en haar smerige praftijken) te gebruiken, niet alleen als wervingsagent voor haar eigen winkeltje, maar ook om te proberen problemen te veroorzaken binnen de IKS.
Het is duidelijk dat (anders dan het IBRP pretendeert) niet het “valse moralisme van de IKS”, maar de verwerping door het IBRP van iedere vorm van proletarische moraal “stinkt naar hypocrisie”!
En wij herhalen nog een keer naar het IBRP (op het gevaar af nogmaals haar kuisheid van een kostschoolmeisje te choqueren): wie slaapt met een vrouw van lichte zeden, moet niet verbaasd zijn een druiper op te lopen.
In punt 2 van haar ‘Antwoord’ aan onze “stompzinnige beschuldigingen”, bevestigt het IBRP, nog altijd in verband met de diefstal van ons adressenbestand dat gebruikt werd om de uitnodiging te versturen voor de openbare bijeenkomst van 2 oktober: “We hoeven noch aan de IKS noch aan iemand anders verantwoording af te leggen over de manier waarop we politiek bedrijven” en het IBRP stigmatiseert de “pretentie van de IKS de zogenaamde tradities van de Kommunistische Linkerzijde te vertegenwoordigen”, iets wat haar “pathetisch” voorkomt.
Wat óns vooral “pathetisch” lijkt, dat is om te moeten vaststellen dat het IBRP, door van zichzelf een medeplichtige van de IFIKS te maken, haar eerstgeborenenrecht heeft verkocht voor een bord linzen. Daarom is zij bezig om niet alleen de traditie van de Kommunistische Linkerzijde voor de zwijnen te gooien, maar ook de elementaire beginselen van de arbeidersbeweging, om in plaats daarvan de wet van de jungle te aanvaarden!
Op de vraag, die gesteld werd door onze abonnees, “hoe heeft het IBRP onze adressen in handen gekregen?”, ziedaar het antwoord dat gegeven werd: hoepel op, het IBRP hoeft aan niemand verantwoording af te leggen over de “manier waarop ze politiek bedrijft”!
Menen de ‘leiders’ van het IBRP dat ze ook geen verantwoording hoeven af te leggen aan de militanten van haar eigen organisatie (die niet hebben deelgenomen aan deze openbare bijeenkomst of die verbaasd waren te vernemen dat de uitnodiging van het IBRP naar personen was verstuurd waarvan ze de adressen niet had)? Is “deze manier van politiek bedrijven” in overeenstemming met de statuten van het IBRP, of “volgen” deze militanten blindelings de (totaal onverantwoordelijke) politiek van hun ‘leiders’... “zonder zich iets af te vragen”?
In het eerste punt van haar ‘Antwoord’ aan onze “stompzinnige beschuldigingen” begint het IBRP met de vaststelling dat haar contacten met de IFIKS “bestaan en blijven bestaan” met als argument: “wij willen voorkomen dat met het vertrek van leiders van de ‘oude garde’, de zoveelste splitsing van de IKS leidt tot het ontstaan van een nieuwe dissidente groep van de IKS die zich beroept op haar orthodoxie”.
Dat is een heel mooi voornemen van het IBRP (en wij zijn werkelijk ontroerd door die liefdevolle zorg!). Maar we weten dat de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Het IBRP wil ons dus doen geloven dat het is om te voorkomen dat er een nieuwe parasitaire groep (want zelfs als men weigert dat te aanvaarden moeten we de dingen bij hun naam noemen!) ontstaat, dat zij probeert om de IFIKS ervan te overtuigen om de programmatische standpunten van de IKS te verwerpen (9). In werkelijkheid discussieert het IBRP echter met de leden van de IFIKS om ze te kunnen rekruteren.
En we zien niet in waarom ze zich in zulke bochten moet wringen om ons van haar ‘oprechtheid’ te overtuigen. In ieder geval heeft het IBRP geen enkele waardigheid meer: ze heeft zich er al toe verlaagd op zoek te gaan in... de vuilnisbak van de IKS!
Van onze kant blijven we het IBRP verzekeren dat het ons doel niet in het minst is om haar pogingen tot ‘krachtenbundeling’ te saboteren (zoals de IFIKS en haar tweelingbroer, de ‘Círculo’ van Argentinië van de daken schreeuwen). Als we werkelijk het gezichtspunt van een ‘winkeliertje’ verdedigden, dan nog zou het ons veel beter uitkomen als het IBRP de leden van de IFIKS in haar rangen inlijft. Ze zou een grote dienst bewijzen aan onze organisatie door ons te ontlasten van dit parasitaire groepje, dat niet ophoudt de naam van de IKS te bevuilen door zich op ons platform te beroepen.
De enige en uitsluitende reden waarom we het IBRP hebben gewaarschuwd tegen de verleidingingen van de IFIKS is de volgende: wij wilden voorkomen dat een organisatie van de Kommunistische Linkerzijde de proletarische beginselen met voeten treedt door in te staan voorde methodes van deze bende herrieschoppers. Maar als het IBRP zichzelf in diskrediet wil brengen door zich te verenigen met deze elementen, dan kan niemand dat verhinderen. Zoals het spreekwoord zegt: ‘Je kan een ezel niet laten drinken als hij geen dorst heeft’!
Nogmaals, hoe eerder het IBRP erin slaagt de IFIKS ervan te ‘overtuigen’ om ons met rust te laten des te beter voor ons! Jammer genoeg, door te weigeren onze analyse van het verschijnsel parasitisme ter harte te nemen (waarin enkel is overgenomen wat Marx naar voren bracht met betrekking de Alliantie van Bakoenin in de Eerste Internationale), berooft het IBRP zichzelf van een wapen dat haar ervoor kon behoeden haar eer te grabbel te gooien in dit schandelijke avontuur. Ze blijft achter de IFIKS aanlopen in de hoop de worst, die haar wordt voorgehouden, te pakken te krijgen: het vooruitzicht van een toekomstige afdeling van het IBRP in Parijs en Mexico!
De leden van de IFIKS zijn natuurlijk niet in het minst van plan om zich te laten ‘overtuigen’ door het IBRP en nog minder om zich bij haar aan te sluiten. Daarom blijven deze parasieten met een ziekelijke obsessie herhalen dat ze niet hebben ‘gebroken met de IKS’. Zo pronkt de IFIKS in haar laatste Bulletin (nr. 28) openlijk met een meningsverschil dat ze heeft met het IBRP: in tegenstelling tot wat de laatste verzekert in haar ‘Antwoord’ op de “stompzinnige beschuldigen” van de IKS, heeft de IFIKS het nodig gevonden “een kleine precisering aan te geven met betrekking tot wat het IBRP zegt: wij hebben niet gebroken (met de IKS), wij zijn buitengesloten”. We hebben werkelijk te doen met het IBRP en hopen dat ze over deze grote teleurstelling heen komt. We kunnen haar slechts uitnodigen haar illusies op te geven: de leden van de IFIKS kunnen zich niet bij het IBRP aanlsuiten, zoals ze nog een keer verzekeren in hun Bulletin nr. 28, ‘de fractie is de IKS’!: “wij, fractie, zijn de IKS!”.
We kunnen niet van het IBRP verwachten dat het een gek, die denkt Napoleon te zijn omdat dat zijn enige bestaansreden is, tot de werkelijkheid terug te brengen. We staan er echter versteld van dat het IBRP, aangetast door zijn eigen opportunisme, zelfs niet in staat is de totaal krankzinnige grootheidswaanzinnige aard van de gedachtewereld van deze zogenaamde ‘fractie’ in te zien.
Met betrekking tot onze Stellingen over het parasitisme, weet het IBRP ons nog te vertellen: “terwijl er zoveel dingen in de wereld gebeuren heeft de IKS niets beters te doen dan ‘Stellingen’ over haar interne twisten te schrijven”.
Iedere lezer die een beetje serieus is kan de samenvatting van de openbare bijeenkomst van 2 oktober van de IKS vergelijken met die van IBRP (op de website van Battaglia Comunista). Hij zal zien dat het IBRP over de oorzaken van de oorlog in Irak niet in staat was om te antwoorden op de vragen die gesteld werden op haar publieke bijeenkomst, en ook niet de argumenten te weerleggen die door de IKS naar voren werden gebracht (zie Révolution Internationale, nr. 351, Le vide politique et l’absence de méthode du BIPR)! Geconfronteerd met het uitbarsten van oorlogsbarbarij en bloedige chaos in Irak, in het Midden-Oosten, in Afrika, weet het IBRP niets anders te bedenken dan het op de helling zetten van de analyse van het verval van het kapitalisme (uitgewerkt door de Kommunistische Internationale). Ze weet niets beters te bedenken dan het overnemen van de propaganda van de burgerlijke economen om zo het proletariaat de troosten (en te misleiden) door het wijs te maken dat het kapitalisme nog een schitterende toekomst voor de boeg heeft!
Voor wat betreft de kritiek op onze Stellingen over onze “interne twisten” zou het IBRP zich eerst eens moeten richten tot Marx: terwijl er een gebeurtenis plaatsvond van de omvang van de Commune van Parijs in 1871 had Marx “niets beters” te doen een Conferentie bijeen te roepen in Londen, hoofdzakelijk gewijd aan het organisatievraagstuk en met name om het geval Bakoenin en zijn parasitaire groep, de ‘Alliantie van de socialistische democratie’, onder de loep te leggen! En het enige congres van de Internationale Werklieden Vereniging waarop Marx persoonlijk aanwezig was, dat van Den Haag in 1872, was, op zijn aandrang en die van Engels, hoofdzakelijk gewijd aan het uitdiepen van de vraagstukken van organisatie en functioneren. En een jaar later hebben Marx, Engels en Lafargue een aanzienlijke hoeveelheid tijd en energie besteed aan het schrijven van een groot boek over de occulte kuiperijen van Bakoenin en zijn medeplichtigen (getiteld De Alliantie van de socialistische democratie en de Internationale arbeidersassociatie). Wat te denken van Lenin,die na het tweede Congres van de RSDAP “niets beters wist te doen dan te schrijven”, niet enkel Stellingen, maar zelfs een heel boek (Eén stap voorwaarts, twee stappen terug) “over de interne twisten” van de RSDAP?
Het IBRP heeft nog steeds niet begrepen dat (door haar onvermogen om zich de ervaringen uit de geschiedenis van de arbeidersklasse eigen te maken) het vraagstuk van de politieke houding van kommunistische militanten een principekwestie is. Daarom wordt het (en niet de IKS!) bedreigd met “uiteenvallen” (10). Door gemene zaak te maken met elementen die niets beters te doen hebben dan honderden pagina’s vol te schrijven met laster tegen de IKS en haar militanten (zie onder andere de politieroman van de IFIKS, getiteld Geschiedenis van het IS) komt het IBRP nu tot een “manier van politiek bedrijven” die volkomen vreemd is aan het proletariaat, niet alleen gebaseerd op diefstal, maar eveneens op leugens en laster.
In punt 5 van haar ‘Antwoord’ op onze “stompzinnige beschuldigingen”, herhaalt het IBRP dat het er nooit op uit was om ‘gebruik te maken’ van de beschuldigingen van stalinisme door de IFIKS: “we houden de ‘waarschuwingen’ van een organisatie die [...] iedere keer beschuldigingen van opportunisme en stalinisme oogst voor belachelijk, en we hebben daarvan nooit gebruik willen maken”.
Deze bewering is een grove leugen. Wij verwijzen onze lezers nog eens naar Bulletin, nr. 9 van de IFIKS, waarin het IBRP in de volgende termen geloofwaardigheid verleent aan de ‘stelling’ van de IFIKS volgens welke de IKS in een proces van “stalinistische ontaarding” zou zijn terechtgekomen: “Het is ons [het IBRP] duidelijk dat er een proces van eliminatie van militanten plaatsvond. Een eliminatie van de oude garde, waarvan alleen Peter overblijft [...] het zal snel gaan, de tendens om tot uitsluitingen over te gaan is reeds onomkeerbaar geworden” (11).
Dus, het IBRP is niet alleen op heterdaad betrapt op een leugen als ze nu, met de hand op het hart, beweert dat ze “nooit gebruik heeft willen maken van de beschuldigingen van stalinisme” tegen de IKS, maar ze heeft zichzelf tot woordvoerder gemaakt van de nauwelijks verhulde laster tegenover een van onze kameraden, de ‘leider-liquidator’ (om een geliefde uitdrukking van de IFIKS te gebruiken) die, net als Stalin ‘de oude garde zou hebben geëlimineerd’!
En het is eveneens deze “weerzinwekkende methodologie”, gebaseerd op leugens en laster, die het IBRP er onlangs toe heeft gebracht (in drie talen!) op haar website de lasterlijke tekst van ‘Círculo de Comunistas Internationalistas’ uit Argentinië te publiceren (waarvan wij al aan het licht brachten dat ze niets anders dan kolossaal bedrog is).
Ondanks het feit dat we op 27 oktober al de Verklaring van de NCI gepubliceerd hadden (zie onze website) blijft het IBRP de leugen rondstrooien dat de NCI, net als de IFIKS, “gebroken heeft met de IKS” (zie de website van Battaglia Comunista). Zo neemt het IBRP andermaal zijn wensen voor werkelijkheid.
Ondanks het feit dat de NCI haar deze Verklaring (waarin ze verzekert dat de teksten van ‘Círculo’ “schaamteloze leugens en laster zijn tegen de IKS”) had toegestuurd, heeft het IBRP het nog steeds niet nodig gevonden om de tekst van de ‘Círculo’, die de zogenaamde ‘stalinistische methoden’ van de IKS aanklaagt, van haar website te verwijderen. Dit betekent slechts dat ze doorgaat om leugens en laster te gebruiken en op haar eigen naam te schrijven.
De reden voor een dergelijke politiek van burgerlijke aard kan men vinden in Bulletin, nr. 9 van de IFIKS. Onze lezers zullen er ontdekken dat het IBRP en de IFIKS in maart 2002 begonnen waren een gezamenlijke een politieke strategie uit te werken om de IKS te vernietigen.
Zo horen we bij monde van het IBRP: “als we tot de conclusie komen dat de IKS een ‘waardeloze’ organisatie is geworden, dan zal ons doel zijn om er alles te doen om haar verdwijning te bevorderen” (vet van ons).
Ziedaar waarom en met welk politieke bedoeling de contacten tussen het IBRP en de IFIKS “bestaan en blijven bestaan”! Het is met dit duidelijk geuite doel “er alles te doen om haar verdwijning (die van de IKS) te bewerkstelligen” wierp het IBRP zich (net als de IFIKS) op delasterlijke tekst van de bedrieger (de zogenaamde “Círculo de Comunistas Internationalistas”), zoals een vlieg op een hoop stront!
Het IBRP verkeert echt niet in de positie om ons de les te lezen over enig ‘echt moralisme’. Haar kritiek op ons “valse moralisme” dient er slechts toe deze erbarmelijke werkelijkheid toe te dekken: het IBRP heeft de anti-proletarische ‘moraal’ van de jezuïeten aanvaard waarin het doel de middelen heiligt!
Om de IKS te vernietigen en het vonnis ten uitvoer te brengen dat zijzelf over onze organisatie (en achter onze rug om!) heeft uitgesproken is het IBRP momenteel bereid (en ze heeft daarvan al blijk gegeven) zich van de laaghartige methoden van de burgerlijke propaganda te bedienen.
Zo heeft ze, om haar doeleinden te bereiken, niet alleen een verbond gesloten met de herrieschoppers van de IFIKS en de grootheidswaanzinnige manipulator van de ‘Círculo’ in Argentinië, maar ze neigt er steeds meer toe om de “weerzinwekkende praktijken” van heel dit lekkere stelletje over te nemen!
Als we het IBRP een raad zouden mogen geven, dan is het de raad om eerst eens haar eigen stoep schoon te vegen: terwijl er sinds 11 september 2001 “zoveel dingen gebeurd zijn in de wereld”, weet het IBRP niets anders te doen dan oudenwijvenpraatjes op te hangen over ‘de oude garde’ van de IKS. Ze heeft niets beters te doen dan zich achter de oren te krabben over de vraag “of de IKS nu op sterven ligt” (Brief van het IBRP aan de Fractie, gepubliceerd in het Bulletin, nr. 19 van de IFIKS). Ze heeft geen beter leesvoer kunnen vinden dan de politieroman van de IFIKS, doorspekt met kleine ‘pikante’ details over het ‘voorkomen’ en het persoonlijke leven van deze of gene militant!
En wat zijn, terwijl er momenteel “zoveel dingen gebeuren in de wereld”, de laatste streken van de groep die de pretentie en het lef heeft om zichzelf wereldwijd voor te doen als... de enige ‘serieuze pool’ van hergroepering van de Kommunistische Linkerzijde? Zij weet niets beters te doen dan de hersenspinsel van een psychopaat (waarvan de leugens al net zo indrukwekkend zijn als de afwezigheid van scrupules) op haar website in drie talen voor te leggen ‘ter discussie’. En dat alles om er achter te komen of… onze telefonische contacten met de militanten van de NCI uit Argentinië (waarvan het IBRP zelfs niet de inhoud kent!) een nieuwe bevestiging zouden vormen voor de ‘stalinistische ontaarding’ van de IKS!
Door zich nu in te laten met de IFIKS heeft het IBRP een bom gelegd onder haar eigen huis. Wij kunnen de IFIKS slechts dankbaar zijn voor het feit dat ze ons, dankzij haar “Bulletins”, de bedoelingen heeft onthuld van het IBRP om “er alles te doen om de verdwijning te bevorderen” van onze organisatie. Voor één keer heeft ze met haar verklikkerij een dienst bewezen aan de IKS!
Als ze zichzelf niet te gronde wil richten, dan wordt het de hoogste tijd dat het IBRP een einde maakt aan haar “overdenkingen (en stompzinnige speculaties) over de crises van de IKS”, en eerst eens gaat nadenken over de oorzaken van haar eigen organisatorische tegenslagen en over haar huidige mislukkingen.
Dat is de enige ‘methodologie’ die haar (wellicht?) in staat stelt om te ontsnappen aan het noodlot waartoe haar aangeboren opportunisme haar altijd al vanaf haar ontstaan heeft veroordeeld.
Het wordt de hoogste tijd dat het IBRP onderkent dat ze, ondanks haar diplomatiek en ‘tactische’ verbond met de IFIKS, niet over de middelen beschikt om deze ambitie te realiseren: “de verdwijning van de IKS bevorderen” teneinde de ‘enige pool van hergroepering’ van de Kommunistische Linkerzijde te zijn. Hoe meer het IBRP konkelt met deze bende herrieschoppers (en haar kleine ontaarde kloon in Argentinië), des te meer ze zich zal begeven op de weg, niet naar een “langzaam maar zekere samenvoeging van revolutionaire krachten” (zoals zij verzekert in haar ‘Antwoord’ op onze “stompzinnige beschuldigingen”) maar naar een tragisch en grotesk einde van een... muis die zich groter voordoet dan een olifant!
18 november 2004, Internationale Kommunistische Stroming
(1) Internationaal Bureau voor de Revolutionaire Partij, een organisatie die zich beroept op deItaliaanse Kommunistische Linkerzijde en die hoofdzakelijk bestaat uit de Communist Workers Organisation (CWO) in Engeland en Battaglia Comunista in Italië.
(2) In de eerste regels van zijn ‘Antwoord’ op onze “stompzinnige beschuldigingen” maakt het IBRP zichzelf belachelijk: het schreeuwt moord en brand en neemt er aanstoot aan dat de IKS (in het artikel: Het IBRP in gijzeling genomen door herrieschoppers!) woorden gebruikt zo vulgair als... “herrieschoppers” (voyous), “huwelijksgeschenk” (corbeille de mariage), “vrouw van lichte zeden” (femme de petite vertu) en ook “druiper” (blennoragie)! Klaarblijkelijk is de schrijver van dit ‘Antwoord’ de Franse taal niet erg machtig want geen enkele van deze termen is “vulgair”. De vertaler had bovendien kunnen voorkomen dat een officiële tekst van het IBRP, die in meerdere talen werd vertaald, belachelijk werd gemaakt want daarin komt de uitdrukking “huwelijksgeschenk” (corbeille de mariage) voor die thuis zou horen in de rubriek ‘vulgariteiten’.
(3) Zie de tekst van de IFIKS: Smaad kent geen grenzen, gepubliceerd op haar website, die de inleiding vormt op de Verklaring van de ‘Círculo’ van 2 oktober. Vreemd genoeg is deze Franstalige tekst van de website van de IFIKS verdwenen (hij is tot op heden alleen in het Spaans en het Engels gepubliceerd). Gelukkig hebben we kopieën bewaard en we kunnen deze aan de lezers op verzoek toesturen. Bovendien moet worden opgemerkt dat de oproepen tot pogrom, die door deze herrieschoppers zijn gedaan, enige weerklank vonden blijkt uit een anonieme dreigbrief die begin november naar ons email adres in Spanje werd gestuurd. De lezers kunnen de brief (even vulgair als walgelijk) van deze ‘anonieme schrijver’, vergezeld van ons antwoord, vinden op onze website in het Spaans (Antwoord op een anonieme brief).
(4) De IFIKS beschouwt de IKS dus als haar privé-bezit als ze verzekert in haar Bulletin, nr. 28 nog eens dat de IKS “onze organisatie” is. Het is dezelfde zienswijze die de voormalige militant Michel, tijdens een geheime bijeenkomst waarvan wij de notulen ontdekten, ertoe bracht te verzekeren: “We moeten de middelen om te functioneren terugvorderen”. Er moet opgemerkt worden dat Michel er de voorkeur aan heeft gegeven zich terug te trekken in plaats van zich bij de ‘fractie’ aan te sluiten, omdat hij zich had gerealiseerd dat de dingen “die men (achter de rug van de IKS om) deed smerig zijn”! En in tegenstelling tot zijn vrienden van IFIKS heeft hij de IKS op een meer ‘eerbare’ wijze verlaten door zijn totale schuld aan de IKS af te betalen. Dat is ook het geval met een andere voormalige militant (Stanley) die, alhoewel hij met de leden van de IFIKS deelnam aan allerlei gekonkel achter de rug van de organisatie om, zich van hen afkeerde en ook al het geld, dat hij nog schuldig was aan de IKS, afbetaalde.
(5) En we hebben er ook geen enkel bezwaar tegen als het IBRP zijn ‘solidariteit’ met de IFIKS betuigd door een rekening te openen om geld binnen te krijgen waarmee de IFIKS haar schuld aan de IKS kan afbetalen.
(6) Het is trouwens met dezelfde ontoegeeflijkheid en vastbeslotenheid dat in het voorjaar van 2002 de IKS archieven wist terug te krijgen die waren opgeslagen in het ‘tweede huis’ van een lid van de IFIKS toen dit schooiertje op het punt stond ze te ‘verhuizen’. We stellen alleen vast dat dit alles geschiedde in alle rust: citoyen Olivier, ‘leidend’ lid van de IFIKS, droeg ze zonder slag of stoot aan ons over.
(7) In ieder geval tot aan het Veertiende Congres van de IKS. Daarna, gezien de groeiende misprijzen van de organisatie ten opzichte van haar gedrag, begon ze dit werk te saboteren en hebben we haar van haar taken vrijgesteld. Ze hield niettemin buiten ons medeweten (en met opzet) een kopie van het abonneebestand achter, en dat voordat de zogenaamde ‘fractie’ zelfs nog maar was gevormd.
(8) Terloops moet worden opgemerkt dat de leden van de IFIKS op geen enkel moment enige poging hebben gedaan om de rest van de IKS te overtuigen van de ‘juiste richting’. Integendeel, door hun openlijke destructieve houding en hun strategie van de ‘verschroeide aarde’; door hun systematisch gebruik van leugens en chantage; door hun achterbakse aanvallen en gemene manoeuvres hebben ze zich geïsoleerd van alle andere militanten van de IKS, met inbegrip van degenen die in het begin het meest gevoelig waren voor hun argumenten. Terwijl de IKS hen aanspoorde om openlijk hun meningsverschillen naar voren te brengen in onze interne bulletins en op onze gebruikelijke bijeenkomsten, gaven ze er de voorkeur aan om documenten te laten circuleren onder ‘ingewijden’ en te weigeren ze ter beschikking te stellen van de rest van de organisatie, en hield ze geheime bijeenkomsten, bedoeld om samen te spannen en zo de organisatie te ‘ontwrichten’ (naar de woorden van een van die moraalridders). Ook toen we ze uitnodigden om in onze Internationale Revue een antwoord te publiceren op het artikel over het begrip ‘fractie’ dat in diezelfde Internationale Revue (nr. 108) was verschenen en dat, op basis van de historische ervaringen van fracties in het verleden, de opvattingen verwierp die aan de basis lagen van de oprichting van de ‘IFIKS’, weigerden ze om daarvan gebruik te maken om de lezers te overtuigen van de ‘juiste richting’.
(9) We leggen er de nadruk op dat in haar ‘Antwoord’ op onze “stompzinnige beschuldigingen” het IBRP overigens een aanzetje begint te geven tot analyse van het verschijnsel parasitisme. Zo verzekert ze, heel terecht, dat de vorming van een “nieuwe dissidente groep van de IKS” kan betekenen dat “de een of andere intellectueel, omringd door enkele sympathisanten, zich het recht toe-eigent zijn eigen kleine groepje te vormen door hier of daar een paar ideeën en standpunten te jatten, of vanuit een inherent onvermogen verenigd te blijven met andere kameraden”. Door verraad te plegen aan onze organisatorische beginselen, door weerzinwekkende laster tegen onze centrale organen en onze militanten te verspreiden, hebben de elementen van de IFIKS gebroken met de IKS (en wij zijn het daarover helemaal eens met het IBRP!): “ze hebben hun eigen onvermogen om verenigd te blijven met andere kameraden” blootgelegd. Door geld en materiaal van de IKS te “pikken”, door “hier of daar (bij de IKS en het IBRP) een paar ideeën en standpunten te jatten”, hebben deze oplichters geen enkel ‘recht’ om zich te beroepen om de Kommunistische Linkerzijde. We kunnen het IBRP slechts aansporen om nog een klein beetje moeite te doen om haar overdenkingen tot het einde toe door te zetten: dit zelf-geproclameerde groepje ‘Interne Fractie van de IKS’ is geen historische uitdrukking vanhet proletariaat. Ze heeft geen enkele legitimiteit en is niets anders dan een parasitaire groep! Wat betreft de karikatuur die het IBRP van onze analyse van het parasitisme maakt, in een poging de ‘stompzinnige’ beschuldigingen van de IKS, die “schreeuwt over een complot van de bourgeoisie!” belachelijk te maken, dit laat maar één ding zien: haar eigen onwetendheid van wat Marx tegenover zijn hekelaars aan de kaak stelde met betrekking tot de Alliantie van Bakoenin, toen hij verzekerde (als bewijs van zijn “stompzinnigheid”) dat de strijd van de Algemene Raad van de Eerste Internationale tegen Bakoenin een “complot” was “van de zon tegen de schaduw”!
(10) In juni 1897, toen het gerucht ging dat hij was overleden, antwoordde de Amerikaanse schrijver Mark Twain: “De berichten over mijn overlijden zijn schromelijk overdreven” (“The reports of my death have been greatly exaggerated”). Wij hebben nog altijd de kracht om het IBRP duidelijk te maken dat de bericht over ons ‘uiteenvallen’ eveneens ‘schromelijk zijn overdreven’. Het wordt hoog tijd dat de militanten van het IBRP ophouden te geloven in de griezelverhalen (net als in de sprookjes) die de IFIKS ze influistert. Maar daar zijn ze te oud voor.
(11) Wij willen terloops een kleine noot toevoegen om de waarheid in ere te herstellen:
a. Het idee, naar voren gebracht door het IBRP, dat er in de IKS nog maar één van de “oprichtende leden” (Peter) is overgebleven is een pure leugen. Wij raden het IBRP aan om de juistheid van de informatie die ze toegespeeld krijgt van de IFIKS voortaan te verifiëren. Want zoals Lenin zei: “wie iemand op zijn woord gelooft is een onverbeterlijke idioot”.
b. Het feit dat iemand tot de oprichters behoort, betekent geenszins dat hij is gevrijwaard van verraad. Moeten we het IBRP eraan herinneren dat van de zes leden die de Iskra hebben opgericht (en die van een ander niveau waren dan deze bende schurken), er vier zijn die verraad hebben gepleegd en tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn overgelopen naar het burgerlijke kamp? Lenin was het enige lid van de Iskra, die tot aan het einde trouw is gebleven aan de revolutionaire zaak.
Tenslotte moeten we nog een andere waarheid in ere herstellen: de leden van de IFIKS zijn geen “leiders van de oude garde”, zoals het IBRP beweert. Geen van deze elementen behoorde tot de “oprichters van Révolution Internationale” (die met onze afdeling in Venezuela de voorloper was van de IKS), zoals zij overal rondbazuinen om zichzelf ‘op te hemelen’ met een ongelofelijke pretentie. Zelfs niet de oudste onder hen, de onzichtbare man (en ‘grondlegger’ van de IFIKS), burger Jonas: hij verliet de organisatie onmiddellijk na de terugval van de beweging van Mei 1968 om later, in het midden van de jaren 1970, weer terug te keren.
En het is juist om te voorkomen dat er nog meer licht wordt geworpen op hun loopbaan binnen de IKS dat de leden van de IFIKS van geen Erejury willen weten. Deze striphelden, die zichzelf voor Superman of Wondervrouw houden, bedriegen liever iedereen die, zoals het IBRP, heel graag hun kinderverhaaltjes geloven. Het is niet omdat ze heel lang militant zijn geweest of benoemd werden in centrale organen dat ze “leiders van de oude garde” waren.
In feite spelen ze “Aap, wat heb je mooie jongen” met elkaar om hun blazoen op te poetsen: het IBRP stuurt bloemen aan de leden van de IFIKS door ze voor te stellen als “leiders” van de “oude garde van de IKS” en de IFIKS betaalt ervoor met de verklaring dat het IBRP de “enige serieuze pool van hergroepering van de Kommunistische Linkerzijde” is. Daarop komt de hele diplomatieke ruil neer tussen het IBRP en de IFIKS!
Parijs, 26 oktober 2004
Kameraden,
Vier dagen geleden, op 22 oktober, stuurden we jullie een brief waarvan we hier het belangrijkste deel overnemen:
Sinds meer dan een week is op de Frans- en Engelstalige pagina’s van de IBRP een Verklaring van de 'Círculo de Comunistas Internacionalistas' (Kring van Internationalistische Kommunisten, Argentinië) gepubliceerd getiteld: Tegen de misselijkmakende methoden van de Internationale Kommunistische Stroming. Deze titel alleen al vat het geheel van laster samen die deze ‘kring’ uitstrooit over onze organisatie en waarop we hier niet ingaan. In onze rechtzetting getiteld: De 'Círculo de Comunistas Internacionalistas' (Argentinië): Nog een merkwaardige verschijning, stelden we vast: “Wat betreft deze laatste verklaring (van 12 oktober), herhaalt de IKS dat het een samenraapsel is van leugens en laster.”
Tot op heden waren de aanvallen en laster in de stijl van de ‘Círculo’ eigen aan de ‘IFIKS’ (of daardoor verspreid op haar website), dat wil zeggen aan een groep waarvan de enige bestaansreden bestaat uit pogingen om de IKS in diskrediet te brengen, wat vanzelfsprekend de draagwijdte van deze aanvallen verminderde. Het feit dat aanvallen van dit soort momenteel door de IBRP wordt overgenomen (bovenop de IFIKS) en zonder het minste commentaar waarin afstand wordt genomen van de beweringen (wat betekent dat de IBRP ze dekt) is natuurlijk van een andere orde. Het staat jullie vrij om zonder onderzoek de laster verspreid door de ‘Círculo’ voor goede munt aan te nemen. Maar in naam van een ‘recht op antwoord’ vragen we op jullie site, bij de verklaring van de ‘Círculo’ en in de betreffende talen, de volgende rechtzetting te plaatsen:
“De IKS verklaart dat de beschuldigingen vervat in de verklaring
van de 'Círculo de Comunistas Internacionalistas' van 12 oktober, en
die aan de IKS toeschrijft ‘het toepassen van praktijken die niet in
overeenstemming zijn met de erfenis doorgegeven door de Kommunistische
Linkerzijde, maar veeleer met methoden die eigen zijn aan burgerlijk
links en het stalinisme’ teneinde ‘onze kleine kring [voortgekomen uit
de NCI] te vernietigen, of zijn militanten op persoonlijk vlak’
volslagen leugenachtig zijn. De IKS beveelt lezers aan zich te richten
tot onze website (https://www.internationalism.org [3]) om meer informatie
over dit onderwerp te vinden. De IKS doet beroep op een onafhankelijke
enquête uit te voeren door een commissie samengesteld uit elementen die
deel uitmaken van de organisaties van de Kommunistische Linkerzijde of
die daar dicht bij staan, om alle licht te laten schijnen op de
beschuldigingen waarvoor hij wordt ingesteld. Daartoe is de IKS
begonnen om contact op te nemen met personen en organisaties die deel
zouden willen nemen aan een dergelijke enquête.
We vragen jullie deze rechtzetting zo spoedig mogelijk te publiceren.”
Tot op heden hebben we deze rechtzetting op geen enkele pagina van de website van de IBRP aangetroffen. Gaat het hier om een vertraging van technische aard of om een weigering van jullie kant om onze korte tekst te publiceren?
Wanneer het om een technische vertraging gaat dan vragen we jullie er alles aan te doen om deze rechtzetting zo snel mogelijk te publiceren: iedere dag die voorbijgaat nemen bezoekers van jullie site kennis van de volslagen leugenachtige verklaring van de ‘Círculo’ zonder er achter te kunnen komen dat de IKS de beschuldigingen die er deel van uitmaken afwijst.
Gaat het om een weigering van jullie kant dan is het nog erger en nodigen we jullie uit eens goed na te denken over de betekenis van die houding: niet alleen werken jullie mee aan de verspreiding van schandelijke laster over een organisatie van het proletarische kamp, maar jullie nemen er ook zelf verantwoording voor.
We verzoeken jullie in ieder geval, wat ook de reden is van het niet publiceren van onze rechtzetting, ons deze zo snel mogelijk mede te delen.
Wat betreft de andere punten die in onze brief van 22 oktober worden aangesneden verwachten we eveneens een antwoord zelfs als we er begrip voor hebben dat jullie enige tijd bedenktijd nodig hebben.
Kommunistische groeten,
De Internationale Kommunistische Stroming
Parijs, 30 oktober 2004
Kameraden,
Op 22 en 26 oktober hebben we aan de email-adressen van al jullie afdelingen twee brieven verzonden waarin we vroegen op jullie website een rechtzetting door de IKS te plaatsen met betrekking tot de Verklaring van de ‘Circulo de Comunistas Internacionalistas’ (Kring van Internationalistische Kommunisten, Argentinië) tegen de misselijkmakende methoden van de Internationale Kommunistische Stroming, die gedateerd was 12 oktober en die op jullie site te vinden is. Tot op heden hebben jullie ons verzoek niet ingewilligd en onze twee brieven zelfs geen antwoord waardig geacht. Daar staat tegenover dat deze leugenachtige verklaring op het moment van ons eerste schrijven enkel in het Frans en Engels op jullie site stond, maar nu ook in het Spaans.
Gezien jullie stilzwijgen en houding die er op lijken te wijzen dat jullie weigeren onze rechtzetting op jullie web-site te publiceren, zien we ons genoodzaakt onze eerdere brieven openbaar te maken en te plaatsen op onze eigen website.
We willen er nogmaals jullie aandacht op vestigen dat jullie stilzwijgen neerkomt op het verlenen van steun aan de schandelijke laster die door de zogenaamde ‘kring’ over onze organisatie wordt uitgestort.
Kommunistische groeten,
Internationale Kommunistische Stroming
Minder dan een maand geleden verscheen met veel bombarie een ‘Kring van Internationalistische Kommunisten’ van Argentinië waaraan de herrieschoppers van de IFIKS (en jammer genoeg een groep van de Kommunistische Linkerzijde, het IBRP) veel publiciteit verleenden.
Als een nieuwe politieke groep zijn opwachting maakt (of als die een belangrijke standpuntwijziging onderneemt) is het noodzakelijk te analyseren waar die vandaan komt, waarmee zij gebroken heeft en waar zij naar toe wil. Dat is een vraag van verantwoordelijkheid omdat we geen geloofwaardigheid kunnen verlenen aan de eerste de beste. Dit is des te noodzakelijker tegenover een groep die zijn eerste stappen onderneemt met een keiharde aanval op de IKS door middel van twee verklaringen (1): de één verspreid door de IFIKS op 2 oktober bij de openbare bijeenkomst van het IBRP in Parijs, de andere (gedateerd 12 oktober) gepubliceerd op de websites van de IFIKS en het IBRP (waarin de “misselijk makende methodologie van de IKS” worden aangeklaagd (2).
Volgens het oude beginsel van het marxisme dat al in de Duitse Ideologie van Marx werd verwoord gaan we niet uit van wat deze ‘kring’ van zichzelf zegt, maar van wat hij werkelijk is in overeenstemming met zijn standpunten en, vooral, zijn daden.
Aan het eind van september verscheen de ‘Círculo’ uit het niets met de lancering van een nieuwe publicatie – Revolución Comunista, nr. 1 (tweede periode) en een document getiteld Perspectieven van het proletariaat in Argentinië en in de perifere landen voor de huidige periode. Deze houding staat in volkomen tegenspraak tot wat altijd een traditie is geweest in de arbeidersbeweging, zoals we al benadrukten in de eerste van de al genoemde documenten: “Momenteel verschijnt er schijnbaar uit het niets een nieuwe groep, en die nergens zijn band met de NCI duidelijk maakt, die zichzelf uitroept tot ‘NCI, tweede periode’ waarbij de standpunten van de NCI die we regelmatig publiceerden worden verworpen. We zijn van mening dat een dergelijke ommezwaai enige politieke verklaring behoeft van de kant van deze nieuwe ‘Kring’ (die zichzelf op het web presenteert onder de naam van ‘Círculo de Comunistas Internacionalistas’), maar waaraan het tot op heden heeft ontbroken.” (Círculo de Comunistas Internacionalistas (Argentinië): Een vreemde verschijning).
Het is verbazingwekkend, maar de dag onmiddellijjk na publicatie van ons artikel verschijnt er op de website van de ‘Círculo’ een korte verklaring getiteld Wie zijn wij?, (vol van grammaticale en redactionele fouten die de haast verraadden waarmee hij werd samengesteld) en waarin beweerd wordt: “De Círculo de Comunistas Internacionalistas is een groep van revolutionaire militanten afkomstig uit Argentinië die gevormd werd na een lang proces van debat en schifting eerst als Núcleo Comunista Internacional, en vervolgens als Círculo de Comunistas Internacionalistas waarbij de naamsverandering voorkomt uit het feit dat binnen deze groep een nieuwe ontwikkelingsfase aanbrak gebaseerd op het perspectief van de opbouw, door de hergroepering van revolutionairen, van de KOMMUNISTISCHE WERELDPARTIJ en de absolute verwerking van het kommunistische programma.” (3).
Deze opeenvolging van net zo hoogdravende als vage frasen bieden niet de minste verheldering over de oorsprong van de ‘Círculo’, hoewel het lijkt aan te geven dat deze uit de Núcleo Comunista Internacional (NCI) voorkomt. Het is bijgevolg nodig na te gaan of er tussen beide een band van continuïteit bestaat. Anders gezegd: is de nieuwe ‘Círculo’ daadwerkelijk het product van een “nieuwe ontwikkelingsfase” van de NCI of, in tegendeel, veronderstelt zij een breuk met deze groep en een aanval op de bijdragen die deze heeft geleverd?
Het programma van de kommunistische organisaties kan niet worden teruggebracht tot een geheel van politieke standpunten over oorlog, vakbonden, crisis, enzovoort. Het omvat eveneens en vooral een handelwijze gebaseerd op de beginselen van de proletarische moraal (4) en een functioneren in overeenstemming met de beginselen van eenheid, solidariteit en vertrouwen die niet alleen een georganiseerde activiteit van kommunistische militanten mogelijk maakt, maar die tevens de basis vormt voor de toekomstige maatschappij.
Nadere beschouwing van één van de eerste activiteiten van deze ‘Círculo’ laat duidelijk een ontwikkeling zien die we gemakkelijk kunnen vergelijken met de ‘misselijk makende methoden’ die deze ‘Círculo’ aan de IKS toeschrijft.
De ‘Círculo’ verscheen op het internationale toneel van de Kommunistische Linkerzijde onder de beschermende mantel van de IFIKS die haar salonfähig maakte door haar (bovengenoemde) ‘Verklaring’ van 2 oktober te verspreiden waarin zij de veroordeling van de IFIKS door de NCI verwierp en zich er op toelegde de IKS met laster te overladen.
Dit gaf goed zicht op de morele aanblik van de pasgeborene die meteen zijn eerste stapjes zette aan de hand van een splintergroep (de IFIKS) die gegrondvest was op verklikkerij, diefstal en laster (5).
Dat wordt bevestigd door de ‘methode’ waarin dit zogenaamde ‘kleine groepje’ (om een van haar geliefde uitdrukkingen te gebruiken) een totale koerswijziging rechtvaardigt die er uit bestaat dat het gedrag van een groep die ze een maand eerder (“door lezing van de publicaties van zowel de IKS als de Interne Fractie van de IKS”) beschouwde als “vreemd aan de arbeidersklasse en aan de Kommunistische Linkerzijde” vervolgens behandelt als “kameraden” en daarmee een enthousiaste samenwerking te beginnen. Deze houding vertoont zoveel lichtzinnigheid dat ze niets goeds voorspelt voor de proletarische militanten die heel goed weten dat er alleen iets positiefs kan worden gebouwd op loyaliteit, eerlijkheid en volkomen doorzichtigheid.
Zelfs de betrekkingen tussen de ‘Círculo’ en de IFIKS leiden tot verontrustende conclusies. Ons bereikte een email afkomstig van de ‘Círculo’ waarin deze zich tot de IFIKS richt in de volgende termen: “BESTE KAMERADEN: volgend op de informatie die we jullie in een eerdere email stuurden en na raadpleging van de kameraden, is er besloten dat één van hen wordt aangesteld om een tekst te redigeren waarin afstand wordt genomen niet alleen van de verklaring van mei 2004 van de NCI, maar eveneens om een verklaring op te stellen waarin we ons solidariseren met de IFIKS, gedateerd 2 oktober 2004, omdat de verklaring van de NCI waarschijnlijk die dag op de op de website van de IKS zal verschijnen; we kennen de reden niet waarom we daarvan op de hoogte zijn gesteld. HOE DAN OOK, WE GEVEN JULLIE TOESTEMMING OM DIE TE VERSPREIDEN ALS JULLIE VAN MENING ZIJN DAT HET CORRECT OF NUTTIG IS VOOR HEEL HET PROLETARISCH POLITIEK MILIEU EN VOOR DE KOMMUNISTISCHE MILITANTEN.”
We kunnen uit deze email afleiden dat er contacten bestonden tussen de ‘Círculo’ en de IFIKS vóór 2 oktober, de datum waarop deze verklaring waarin “afstand wordt genomen” werd geredigeerd. Dat werpt een vreemd licht op het twijfelachtige gedrag van degene die had meegewerkt aan de veroordeling van de IFIKS als groep “vreemd aan het proletariaat en aan de Kommunistische Linkerzijde” maar die desondanks samenwerkt met deze zogenaamde ‘fractie’ alsof er niets aan de hand was.
De auteur van deze verklaringen legt verschillende maatstaven aan. Hij gelooft “misselijk makende methoden” te ontwaren bij de IKS maar ruikt niets van de misselijk makende leugens die de IFIKS in haar presentatie van de ‘Verklaring’ van 2 oktober ten beste geeft:
1. “De meest recente (eind september) van haar uitwassen [er wordt gedoeld op de IKS] is de publicatie in haar pers en op haar website van een standpuntbepaling gedateerd 22 mei laatstleden waarin we worden aangeklaagd, en die ze onderhands door gekonkel en chantage, aan de militanten van de NCI in Argentinië hebben ontfutseld.”
Behalve als hij lijdt aan selectief geheugenverlies weet het individu dat deze ‘Círculo’ oprichtte heel goed dat er geen enkel gekonkel en geen enkele chantage van onze kant aan te pas kwam.
2. “het volstaat vast te stellen dat het ‘in alle haast’ was – volgens de eigen woorden van de kameraden van de Kring – dat de NCI deze tekst aannam. Dat wil zeggen onder druk en zelfs onder dictaat – zoals de samenstelling bewijst – van de delegatie van de ‘IKS’ die naar de Argentijnse kameraden was gestuurd.”
In deze passage staan ongeveer evenveel leugens als woorden. Haast? De NCI kende de IFIKS sinds eind 2003 en om haar ‘argumenten’ te kennen volstond het haar bulletins te lezen (de IFIKS stuurt die overal rond, met inbegrip van aan hen die ze niet willen ontvangen). Anderzijds was er 22 mei geen enkele delegatie van de IKS in Argentinië aanwezig. Tenslotte heeft niemand iets gedicteerd aan de leden van de NCI. Deze leugen is bovendien een belediging voor het bevattings- en beoordelingsvermogen van deze kameraden.
3. “Tenslotte blijkt de onwaardige wil tot manipuleren en de chantage op de Argentijnse kameraden duidelijk uit het laatste punt van de tekst, punt 14, waarin men ze laat stemmen: ‘toestemming te verlenen aan de IKS, als die het nuttig acht, om deze tekst te publiceren, bij iedere gelegenheid die het geëigend vindt.’ Is dat geen blanco cheque, ‘een tol op de toekomst’, erop gericht de kameraden voor eeuwig te compromiteren?”
Dit punt 14 was vrijwillig door de NCI toegevoegd zonder het minste verzoek, expliciet of impliciet, van onze kant.
Deze reeks van leugens laat de NCI naar voren komen als een weinig verantwoordelijke groep die zich gemakkelijk laat beïnvloeden en misleiden. Als de ‘Círculo’ er werkelijk op uit was geweest een “nieuwe ontwikkeling” van de NCI op gang te brengen dan zou het dergelijke leugens met verachting hebben aangeklaagd. We durven er een weddenschap op af te sluiten dat haar antwoord zal bestaan uit een beschaamd stilzwijgen dan wel een nieuwe regen van aanvallen op de IKS, voorzien van “een heel palet aan bijvoeglijke naamwoorden” (om een van haar gekleurde uitdrukkingen te gebruiken).
In ons artikel (gepubliceerd op onze website): Círculo de Comunistas Internacionalistas: Nog een vreemde verschijning, stelden we de vraag: “Maar wellicht gaat deze ‘kleine kern’ nu een... derde ‘Verklaring’ afleggen waarin zij eindelijk de ‘waarheid’ zal ontsluieren”, of die, zoals we daaraan in een noot toevoegden “zoals stelselmatig de gewoonte is bij de IFIKS, een flinke dosis stroop te smeren om de mond van het IBRP die haar verklaring publiceerde.”
De twee voorspellingen komen uit. Verderop zullen we zien hoe de ‘Círculo’ met de IFIKS rivaliseert met het stroop smeren rond de mond van het IBRP. Maar een klein deel van de waarheid rond de ‘Círculo’ begint al duidelijk te worden. Natuurlijk vertelt dit document ons niet de hele waarheid over de “misdadige” inhoud van de telefoon-gesprekken die we voerden met leden van de NCI (“het is heel ‘merkwaardig’ dat deze nieuwe ‘verklaring’ met geen woord rept over de inhoud van deze telefoongesprekken om de ‘misselijk makende’ aard van de IKS-methode duidelijk te maken”). Daarover bewaart de auteur van de ‘Verklaring’ van 21 oktober het stilzwijgen ondanks dat het de enige manier is waarop de ‘misselijk makende’ methode van de IKS kan worden aangetoond. Misschien komt dit stilzwijgen voort uit het feit dat als onze Webmaster de inhoudt ervan zou onthullen hij niet geloofwaardig staande zou kunnen houden dat “deze telefoongesprekken niet onschuldig waren. Zij hadden de achterbakse bedoeling om onze kleine kring, of zijn militanten op individueel vlak te vernietigen door wederzijds wantrouwen op te wekken en door de kiemen van verdeling te zaaien in de rangen van onze kleine groep.” We kunnen echter een andere hypothese opstellen: onze verontwaardigde Webmaster kent de inhoud van deze telefoongesprekken helemaal niet. Maar in zijn zieke verbeelding kunnen ze geen andere zin hebben dan de vernietiging van “de kleine kring gebaseerd in Argentinië”. Wanneer dat klopt hebben we bijgevolg te maken met een geval van paranoia.
Het deel van de waarheid dat erin doorschijnt bestaat uit wat de ‘Círculo’ werkelijk vertegenwoordigt. Een overvloed aan teksten die verschijnen en verdwijnen laten een overduidelijke hevige opwinding zien. Die indruk wordt nog beeldend versterkt door een overdaad aan knipperende hamers en sikkels die doen denken aan de lichtjes van een kerstboom (7)! Een “bibliotheek van kommunistische schrijvers”, die vier of vijf teksten omvat, dient als lokmiddel. Maar naast de link naar deze ‘bibliotheek’ verschijnt de ‘verrassing’: een andere link, verborgen achter het etiket ‘New’ die ons al enkele dagen voert naar een pagina genaamd “Argentina Roja” en alwaar de “Nationale Kaderschool van de Kommunistische Partij van Argentinië” opdoemt compleet met foto van Che Guevara en waar we kennis kunnen maken met de werken van Mao, van Stalin, enzovoort. En te midden van dit leerzame gezelschap vinden we weer een link naar de ‘Círculo’ die een plaatsje heeft verworven in het stalinistische milieu onder het mom een “pagina bevattende een archief van kommunistische schrijvers” te zijn (sic!) (9).
Vanwaar dit diplomatiek festijn met het stalinisme, dat wil zeggen met één van de ergste vijanden van het proletariaat (10)? Het valt moeilijk uit te maken, maar wellicht geeft de Webmaster uitleg in één van de vele zich snel vermenigvuldigende verklaringen van de ‘Círculo’. Wij hebben er alvast een: er wordt de llusie gewekt van een aktiviteit die helemaal niet bestaat.
De verschillende verklaringen moeten ook de indruk wekken dat de kameraden van de oude NCI zonder reserve achter de nieuwe praktijken van de ‘kleine kern’ zouden staan. Tot walgen toe wordt er de nadruk op gelegd dat alle beslissingen ‘collectief’ worden genomen. Deze ziekelijke obsessie om het ‘collectieve’ karakter van de ‘Círculo’ te bewijzen voert de auteur tot grappige nodeloze herhalingen. Enkele bloempjes daaruit:
“Aldus, gewaarschuwd door deze misselijk makende methode van de kant van de huidige leiding van de IKS, klagen wij, militanten van de Kring van Internationa-listische Kommunisten, de IKS aan bij unanieme beslissing van elk van de militanten van deze kring afzonderlijk.”
De militanten klagen de IKS aan bij unanieme beslissing van elk van de militanten afzonderlijk! Het is duidelijk dat iedere militant unaniem met zichzelf is en dat iedere militant beslist door een unanieme beslissing van elk van de militanten! Bestaat een dergelijke overvloed aan ‘unanieme militanten’ ook buiten de ‘unanieme’ verbeelding van de auteur?
“Daarom is het met unanimiteit (sic) op verzoek van de kameraden die werden opgebeld door de IKS om de kiemen van wantrouwen en van vernietiging van onze kleine groep te zaaien, dat ze van het geheel van de leden van de Círculo van Comunistas Internacionalistas de totale verwerping van de politieke methodologie van de IKS vragen.”
Hoe kan het dat hier “bij unanimiteit”, dat wil zeggen door het geheel van de kameraden van het geheel van de kameraden wordt gevraagd om een unanieme beslissing om de “misselijk makende methodologie van de IKS” aan te klagen? Of het één of het ander: ofwel er bestaat binnen de ‘Círculo’ een aanzienlijk wanorde bij het nemen van unanieme beslissingen, ofwel de auteur haalt in zijn koortsachtige verbeelding van alles door elkaar.
Deze rijkdom aan verbeelding blijkt er ook uit dat de ‘Círculo’ buiten ‘unanieme’ militanten ook nog beschikt over ‘nauwe contacten’: “Of de IKS het nu leuk vindt of niet, de verklaringen van 2.10.04 en van 12.10.04 waren geen individueel maar een collectief werkstuk, meest van al de eerste verklaring waarvoor we overleg pleegden met onze meest nabij staande contacten en we kunnen zeggen dat deze kameraden de houding en de handelwijze van de IKS tijdens de openbare bijeenkomst [van het IBRP] in Parijs eveneens verwerpen.”
Dat is wel heel openlijk! Bij zijn inspanningen om aan te tonen hoe ‘collectief’ de ‘Círculo’ wel niet is maakt de auteur zichzelf belachelijk: de ‘Círculo’ beschikt naast ‘unanieme militanten’ ook nog over ‘meest nabij staande contacten’ die, tijdens het ‘overleg’ rond een verklaring waarvan de inhoud bestaat uit het verwerpen van de veroordeling van de IFIKS door de NCI, ertoe kwamen om “de houding en handelwijze van de IKS” tijdens de openbare bijeenkomst (van het IBRP) in Parijs te veroordelen maar waarover de verklaring met geen woord rept, onder andere omdat die geschreven was voordat deze bijeenkomst plaatsvond!
Een Spaans spreekwoord zegt: “Vertel me waar je mee opschept, dan zeg ik je wat je tekort komt.” Zoveel verbetenheid in het aantonen van de ‘collectieve’ en ‘unanieme’ aard van de ‘Círculo’ verbergt naar alle waarschijnlijkheid de bittere waarheid dat de ‘Círculo’ niets dan bluf is waarachter niets anders schuilgaat dan de ongebreidelde verbeelding en het ongebreidelde activisme van haar auteur en Webmaster (11)!
Aan de halsstarrigheid van dit individu om de hele wereld voor de gek te houden – met inbegrip van zichzelf – over de “collectieve unanimiteit” van de ‘Círculo’ moeten we ook niet teveel tijd verspillen omdat er nu eenmaal veel gekken zijn die zichzelf voor Napoleon houden en die we toch niet van hun vergissing kunnen overtuigen. Dat gezegd hebbende is het probleem dat deze koortsachtige activiteiten ten doel hebben ons te belasteren en anderzijds zijn ze gefundeerd op bedrog: zich beroepen op de ‘continuïteit’ met de NCI waarvan de bijdrage aan het Argentijnse proletariaat niet verloren mag gaan.
In een recente brief aan de NCI hebben we de balans opgemaakt van haar bijdrage met een nadruk op:
Bovenop deze inbreng moeten we de nadruk leggen op de verdediging van de analyse van het verval en de ontbinding van het kapitalisme, van de irrationaliteit van de impe-rialistische oorlog, enzovoort.
Als we de overkokende teksten die op haar website zijn verschenen analyseren dan worden we twee tegengestelde hoofdlijnen gewaar die vreedzaam naast elkaar bestaan.
Enerzijds, waarschijnlijk als knipoog naar de nieuwe bondgenoten van de stalinistische site ‘Argentina Roja’, vinden we in de verklaring Wie zijn wij? standpunten van een politiek gevaarlijke dubbelzinnigheid: zo wordt er gesproken van “monopolistische kapitalisme”, een allang achterhaalde fase van het kapitalisme die de geliefde analyse vormt van stalinistische auteurs. In vage termen wordt “socialisatie van de industrie, van diensten en de basisplanning van de productie en de collectieve rijkdom” aanbevolen, in een bewust dubbelzinnige frase die de deur opent voor om het even welk staatskapitalistische politiek of programma (waaraan wordt voorbijgegaan als centraal vraagstuk net als aan de veroordeling van de stalinistische regimes). De stalinistische en trotskistische partijen “zijn niet meer dan overheersingsorganen die proberen de klassenstrijd binnen een institutioneel kader te houden”. De uitdrukking “institutioneel kader” is ruim genoeg om van alles en nog wat te kunnen betekenen, maar veelzeggender is wat met een dergelijke analyse wordt verborgen dat deze organismes juist het meest doeltreffend zijn wanneer ze kapitalistische doelen naar voren schuiven voor strijd en voor ‘radicale’ bewegingen buiten het ‘institutionele kader’.
Naast dit geflirt met het stalinisme wordt de deur geopend voor standpunten die zich binnen het proletarisch politieke kamp bevinden maar die een achteruitgang betekenen ten opzichte van de standpunten die door de NCI worden verdedigd.
Noch in Revolución Comunista, nr. 1 (tweede periode), noch in het document getiteld Perspectieven voor het proletariaat in Argentinië en de perifere land voor de huidige periode worden de twee kapitale analyses aangehaald die de sterke punten van de NCI vormden: het aanklagen van de revoltes van december 2001 en de ‘piquetero’-beweging. Welke ‘perspectieven’ kunnen er aan het proletariaat in Argentinië worden aangeboden onder weglating van deze twee analyses?
Tezelfdertijd worden twee standpunten aan het oog ont-trokken die geheel en al samenhangen met het marxisme en die de NCI met overtuiging verdedigd heeft, met name in de polemiek met andere groepen van het revolutionaire milieu: die over het verval en de ontbinding van het kapitalisme. Dit analysekader wordt vervangen door een andere, een heel gevaarlijke, die van de “globalisering van het kapitalisme”, een analyse die in de mode is in officiële burgerlijke milieus zoals in het ‘radicale’ milieu van het ‘alter-mondialisme’ (12)!
Alle standpuntwijzigingen verschenen plotseling zonder enig voorafgaand debat en zonder dat er eerder enig politiek meningsverschil tot uiting kwam. Vanwaar dat het ons niet verbaasd dat deze ‘kleine groep gesitueerd in Argentinië’ ons in haar tweede verklaring ervan beschuldigd: “hij die niet overeenstemt met de fundamentele politieke lijnen [van de IKS], of die besluit met deze groep te breken wegens politieke meningsverschillen, of die niet bereid is de absurde kwalificaties te aanvaarden die voor andere groepen en/of kameraden van de Kommunistische Linkerzijde worden gebruikt, verdient het om vernietigd te worden en niet meer te bestaan.”
We gaan er onze toetsenborden niet aan verslijten om dergelijke laster te weerleggen. Wie onze houding en onze achtergrond kent kan het gemakkelijk logenstraffen. Maar in het geval van de ‘Círculo’ klopt er iets niet: voordat deze nieuwe David die de Goliath van de IKS te lijf gaat de eer te beurt kan vallen te worden achtervolgd “door een stroming die internationaal erkent wordt en die een kleine groep aanvalt” zou hij er eerst een aanvang mee moeten maken om duidelijk en moedig zijn meningsverschillen op tafel te leggen!
De werkelijkheid is echter dat:
De ‘kleine Círculo’ spant de os achter de wagen. Eerst beschuldigt zij ons dat we hen “die politieke menings-verschillen tot uitdrukking brengen” “lastig vallen”... maar dan vergeet zij de ‘durf’te hebben om ons haar politieke meningsverschillen duidelijk te maken.
In haar derde verklaring (van 21 oktober en getiteld Antwoord op de bijlage bij Révolution Internationale in Frankrijk) komt de ‘Círculo’ met nog een beschuldiging: een van onze vreselijke zonden zou bestaan uit een poging om de internationale krachtenbundeling van revolutionairen en meer in het bijzonder de inspanningen van het IBRP te willen vernietigen: “de recente aanvallen uitgevoerd door de IKS op het Internationale Bureau voor de Revolutionaire Partij zijn geïnspireerd op de openbare bijeenkomst die werd gehouden te Parijs op 2 oktober 2004, en waaraan de Interne Fractie van de IKS actief deelnam.” Zij beschuldigt de IKS van “allerlei streken” rond de openbare bijeenkomst van het IBRP in Parijs.
We hebben op de website van het IBRP nagezocht of er informatie te vinden was over deze weerzinwekkende streken en in een kort verslag in het Italiaans staat dat er (op deze openbare bijeenkomst) een grote aanwezigheid was van militanten en sympathisanten van de IKS die “talrijke tussenkomsten” deden (13)!
Is het een ‘streek’ om in grote getale naar de openbare bijeenkomst van een politieke groep te komen? Of vormen vele tussenkomsten een ‘aanval’? Is het oproepen van sympathisanten om deel te nemen een ‘manoeuvre’? Het lijkt erop dat door de koortsachtige auteur van deze verklaringen iedere poging helderheid te scheppen als ‘agressie’ dan wel ‘manoeuvre’ wordt opgevat. We zeggen dat vanwege de spectaculaire reactie die er kwam op de publicatie van artikelen van de NCI in onze pers: “De IKS heeft stelselmatig campagne gevoerd tegen deze kleine groep, om te beginnen met het publiceren van oude artikels in haar territoriale pers, zoals gebeurde in World Revolution in Groot-Brittannië over de strijd in de gemeentelijke ziekenhuizen, of in Acción Proletaria en Révolution Internationale in Frankrijk, en in de recente bijlagen op haar website.”
Dus, het ter kennis brengen aan het internationale proletariaat van bijdragen afkomstig van haar fractie in Argentinië (het aanklagen van de ‘piquetero’-beweging, de staking in de ziekenhuizen van Buenos Aires, het aanklagen van de IFIKS, het aanklagen van de aanvallen op de sociale zekerheid, enzovoort) maakt deel uit van een ‘syste-matische campagne’!
Op de website van de oude NCI hebben we een reeks van merkwaardige verdwijningen kunnen vaststellen. Twee artikelen waarnaar gelinkt wordt (een over het verval van het kapitalisme en een ander over het karakter van klassensamenwerking in de revoltes van december 2001) zijn verwijderd en de links gaan nergens heen! De dode links op het web doen denken aan de gaten in de foto’s die overeenkwamen met de oude bolsjewieken die door Stalin waren geliquideerd.
Deze nieuwe manoeuvre stelt ons in staat beter de woede te begrijpen die ontstond na de publicatie (door de IKS) van ‘oude’ artikelen van de NCI. Onze Webmaster moet de NCI wel beschouwen als zijn ‘privé-eigendom’ waarbij hij het recht heeft alles wat hem uitkomt te verwijderen en protest aan te tekenen tegen wie ze ondanks zijn ‘copy-right’ publiceert zonder daarvoor eerst zijn toestemming te hebben gekregen.
Daar komt nog een andere reden voor de woede van de auteur bij. De teksten van de NCI spreken de nieuwe standpunten die de ‘Círculo’ momenteel verdedigd stelsel-matig tegen hoewel ze daarvan een ‘verdere ontwikkeling’ zouden zijn. Het is erg beschamend voor onze Webmaster dat we in de herinnering roepen wat hij nog maar enkele maanden geleden verdedigde.
De houding van dit individu verraad een erg ongezond mentaal universum vreemd aan het proletariaat: hij vat standpunten en politieke analyses niet op als uitdrukking van het proletariaat, maar als zijn privé-eigendom; standpunten niet gewijzigd naar werkelijke overtuiging maar uit berekening van de omstandigheden.
We hebben boven al gezien dat de politieke standpunt-wijzigingen in twee onsamenhangende richtingen verlopen: één om de stalinistische leiding te verleiden, een andere om de leiding van het IBRP te verleiden. Onze webmaster moet ons eens duidelijk maken op welk been hij precies danst, tenzij hij het liever ‘bij unanimiteit’ op beide doet!
Als het gaat om toenadering tot het IBRP dan aapt hij nederig de ‘methodologie’ van de IFIKS na die bestaat uit het smeren van tonnen stroop op de huid van het IBRP. Onze Webmaster smeert stroop op de wonden die werden geslagen door de afschuwelijke streken van de IKS tegen het IBRP tijdens de openbare bijeenkomst in Parijs, wonden waarvan het IBRP zelf zich niet eens bewust was (zoals we boven hebben gezien).
We moeten daaraan toevoegen dat, in tegenstelling tot de valse beschuldigingen van de Webmaster, kameraden en groepen, die uit overtuiging en op basis van een min of meer ontwikkelde argumentatie, toenadering zoeken tot het IBRP het niet “verdienen vernietigd te worden”. Als de overtuiging en de methode er zijn dan zijn we van mening dat we onder elkaar een verhelderend debat kunnen voeren.
Het ligt geheel anders bij een willekeurige standpuntwijziging, zonder enige overtuiging en vergezeld van toenaderings-manoeuvres tot stalinistische groepen, van een bondgenootschap met de IFIKS, van een regen van scheldpartijen tegen de IKS en van een poging om de bijdrage van de NCI te vernietigen. Deze ‘methodologie’ is vreemd aan en staat haaks op de proletarische methode.
Onze auteur en Webmaster proclameert in zijn derde verklaring dat “het wezen van de NCI onveranderlijk blijft”. We laten hem gaarne al dat “onveranderlijke” en “unanieme” dat hij hard nodig zal hebben om de ‘misselijk makende’ stank te verdrijven die zijn ‘methodologieën’ verspreiden.
Wij van onze kant leggen ons er op toe de positieve verworvenheden van de NCI te verdedigen en het debat aan te gaan met alle kameraden die er in geïnteresseerd zijn de verheldering voort te zetten.
27 oktober 2004, IKS
(1) Er bestaat er derde verklaring van de ‘Círculo’ die we in deze tekst vermelden, getiteld: Antwoord op de bijlage van Révolution Internationale in Frankrijk, gedateerd 21 oktober.
(2) In verschillende artikelen gepubliceerd op onze website (in het Frans zowel als in het Spaans) hebben we de laster en de leugens uit deze verklaringen ontmaskerd. Zie onze artikels: Círculo de Comunistas Internacionalistas (Argentinië): Een vreemde verschijning, en: Círculo de Comunistas Internacionalistas (Argentinië): Nog een vreemde verschijning.
(3) De auteur van het derde document van de ‘Círculo’ beweert ‘aan te tonen’ dat deze níet uit het niets verscheen en dat de tekst Wie zijn wij? (op haar website) daarvan het bewijs zou vormen. Dit individu houdt werkelijk iedereen voor de gek: de tekst Wie zijn wij? werd toegevoegd op de website de dag na ons verwijt. Diezelfde procedure, die erg veel lijkt op de ‘wonderbaarlijke verschijningen’ van de Zwarte Maagd, werd ook gevolgd tegenover een ander verwijt van onze kant: op 16 oktober waren de twee verklaringen van de ‘Círculo’ nog niet verschenen op haar website! Twee dagen later waren ze in de haast toegevoegd. In haar derde verklaring beweert de ‘Círculo’ dat de IKS “zo probeert zich er van af te maken of er twijfel mee te zaaien dat we zouden proberen de verklaringen waarin afstand werd genomen te ‘verbergen’. De antwoorden daarop zijn heel helder, ze zijn opgenomen op de website van de Círculo in de rubriek ‘Verklaringen’.” Wat we ‘heel helder’ zien is de gore moed van de auteur die botweg beweert dat wat twee dagen na onze verwijt verscheen er al sinds het begin der tijden aanwezig zou zijn geweest!
(4) Dat maakt het belang duidelijk dat de arbeidersbeweging altijd heeft toegekend aan morele vraagstukken, bijvoorbeeld in Trotsky’s boek Hun moraal en de onze.
(5) In haar derde verklaring beweert de ‘Círculo’ dat de EFIKS, le GCI en de IFIKS “als gemeenschappelijke noemer het vasthouden aan meningsverschillen met de IKS hebben.” Wij antwoorden graag met het argument van de NCI, vier maanden geleden, op de zogenaamde “politieke meningsverschillen” van de IFIKS: “de interne fractie, ondanks al haar gejongleer om meningsverschillend met de IKS te ‘scheppen’, bestaat uit niets anders dan een aantal enkelingen die voor maar één doel bijeenkomen, namelijk het vernietigen van deze organisatie met een serie van argumentaties die helemaal niet weerleggen of aantonen.”
(6) We verwijzen onze lezers naar de analyse die we van deze rechtvaardigingen maken in ons artikel Círculo de Comunistas Internacionalistas (Argentinië): Een vreemde verschijning.
(7) Het is mogelijk dat deze ‘speciale effecten’ mensen onder de indruk brengen die in het kerstmannetje geloven. De militanten van de IKS geloven daar allang niet meer in.
(8) De wijze waarop de link met ‘Argentina Roja’ is gemaakt is onthullend voor de mesjoche en manipulerende aard van onze webmaster: een link naar deze stalinistische site wordt niet duidelijk en openlijk gemaakt, maar verborgen achter het nietszeggende etiket ‘New’. Dat herinnert ons aan het paleis der edelen waar de toegang tot de vergeetput werd verborgen achter een schilderij of boekenplanken. Bij deze vreemde ‘Círculo’ is alles duister!
(9) De link op de website van de ‘Círculo’ naar ‘Argentina Roja’ en de link van ‘Argentina Roja’ naar de site van de ‘Círculo’ waren aanwezig op 27 oktober 2004. Voor het geval dat onze handige webmaster ze in het niets probeert te laten verdwijnen, we hebben er copieën van gemaakt om hem eraan te herinneren.
(10) De auteur van de verklaringen doet ons nogal wat kwalificaties cadeau door ons als ‘stalinisten’, ‘kornuiten van Stalin’ enzovoort te bestempelen; maar terwijl hij de schijn ophoudt van een hyperactieve kring aarzelt hij toch niet in het stiekeme een handeltje te bedrijven met de werkelijke stalinisten.
(11) Het verlangen om te laten zien dat de nieuwe groep die de NCI zou zijn opgevolgd uit meer dan één lid bestaat en het geheel van de leden van de NCI zou omvatten blijkt zelfs uit de naam die werd gekozen – “Círculo de ComunistaS InternacionalistaS” – want deze laatste suggereert (in tegenstelling tot de term ‘kern’ die één persoon kan aanduiden, dat hij is samengesteld uit meerdere ‘internationalistische kommunisten’. Maar aangezien de auteur van de verklaringen gekenmerkt wordt door zijn dubbelhartigheid (hij beweerde het nog altijd eens te zijn met de IKS toen hij al vriendschappelijke betrekkingen onderhield met de IFIKS), zouden we kunnen veronderstellen dat hij lijdt aan een gespleten persoonlijkheid: Webmaster nr. 1 en Webmaster nr. 2. Als de eerste beslist om een verklaring uit te geven dan overlegt en discussieert hij met de tweede, en het is ‘unaniem’ dat W1 et W2 het document aannemen.
(12) Met het fanatisme van de pas bekeerde gaat de ‘Círculo’ zover Lenin voor te stellen als de pionier van de ‘globalisering’!
(13) In zijn eerste verklaring (van 2 oktober) zegt de Webmaster, om uit te leggen waarom hij de ‘Standpuntbepaling’ (van de NCI) waarin de IFIKS wordt veroordeelt, dat de NCI “bezig was met een flinke dosis impressionnisme“ doordat “deze kleine kring zich in een erg geïsoleerd milieu bevindt, en over geen informatie geschikt rond de lotgevallen van het proletarisch politiek milieu.” We kunnen nu vaststellen hoe deze ‘kleine kring’ haar informatiebronnen sterk heeft uitgebreid tot aan beter weten dan het IBRP zelf wat er gebeurde... op de openbare bijeenkomst van het IBRP! Omgekeerd kunnen we vaststellen dat een week na de verschijning op de website van de ‘Círculo’ van haar derde verklaring (samengesteld 21 oktober), deze nog altijd niet is verschenen, in tegenstelling tot die van 12 oktober, op de website van de IBRP of die van de IFIKS, die over het algemeen heel snel is als het gaat om het reproduceren en vertalen van teksten waarin de IKS wordt aangevallen. Vanwaar deze vertraging? Mogen we ervan uitgaan dat de overijverigheid van de opgewonden webmaster (om stroop te smeren bij de IFIKS en de IBRP, en in zijn betrekking met de stalinisten) zijn Europese vrienden begint te verontrusten en zij liever het stilzwijgen bewaren over zijn laatste wapenfeiten?
We publiceren hieronder een verklaring van de Núcleo Comunista Internacional (NCI) uit Argentinië waarin zij standpunt inneemt ten opzichte van de drie verklaringen van de Círculo de Comunistas Internacionalistas die een zware aanval op de IKS vormt (1). Zoals we in deze tekst kunnen lezen verklaart "de NCI plechtig dat de inhoud van deze verklaringen (van de ‘Círculo’) een reeks van leugens en schaamteloze laster tegen de IKS behelsen.”
Omdat deze ‘Círculo’ zichzelf op zijn website voordoet als de ‘voortzetting van de NCI’ zullen we in het kort zien welke band er in werkelijkheid tussen de twee bestaat.
De NCI is een groep van zoekende elementen die gebroken hebben met het trotskisme en die in 2002 op het web de organisaties van de stroming van de Kommunistische Linkerzijde ontdekten. Ze namen contact op met de IKS in oktober 2003. In deze periode voerden ze discussies over de standpunten van de IKS, wat hen ertoe leidde een platform uit te werken (waarin in grote lijnen dat van de IKS werd overgenomen) en de NCI op te richten.
In april 2004 ontmoet een eerste delegatie van de IKS de NCI in Buenos Aires. De NCI en de IKS besluiten in gezamenlijke overleg dat de pers van onze organisatie (in de Spaanse taal en in andere talen) artikelen zal publiceren samengesteld door de NCI over verschillende aspecten van de toestand in Argentinië en internationaal (vooral over de beweging van de ‘piqueteros’).
In mei 2004 neemt de NCI kennis van de Bulletins van de zogenaamde ‘Interne Fractie van de IKS’ (IFIKS) en besluit unaniem om een ‘Standpuntbepaling’ te sturen aan de IKS (gedateerd 22 mei) waarin ze “de IFIKS beschouwt als een organisatie buiten de arbeidersklasse, waarvan we uitsluiting en verwijdering uit de rangen van het proletariaat bekrachtigen vanwege haar ronduit burgerlijk gedrag.” Ruime uittreksels van deze ‘Standpuntbepaling’ zijn gepubliceerd in onze pers in het Spaans en het Frans en op onze website.
In augustus 2004 vindt in Argentinië een tweede ontmoeting plaats tussen de NCI en de IKS. Op 27 augustus houdt de IKS haar eerste openbare bijeenkomst in Buenos Aires (waarvan we in onze territoriale pers in het Frans en in het Spaans verslag hebben gedaan).
In het begin van het verblijf van de IKS-delegatie drong een lid van de NCI, B., er op aan dat de IKS onmiddellijk een communiqué zou publiceren waarin werd aangekondigd dat de NCI in de IKS zou opgaan.
De andere leden van de NCI vonden dat er wat hen betreft (en dat was ook onze opvatting) geen enkele reden was om haast te maken met een dergelijk integratieproces.
Tijdens de hele periode waarin onze delegatie nog ter plaatse was heeft B. op geen enkel moment ook maar enig meningsverschil met de standpunten van de IKS tot uiting gebracht.
In de loop van de maand september verstuurde B. aan de IKS meerdere provocerende emails om de IKS zover te krijgen met hem te breken (en met de NCI in naam waarvan hij sprak hoewel de andere kameraden van de NCI niet eens op de hoogte waren van het bestaan van meerdere brieven uitgewisseld tussen B. en de IKS.
Het was pas aan de vooravond van de openbare bijeenkomst van de IBRP in Parijs van 2 oktober dat de IKS door toeval, door een link op de website van de IBRP het bestaan ontdekte van een Collectief van Internationalistische Communisten dat onze beroemde ‘Círculo’ bleek te zijn!
Terwijl eind augustus de delegatie van de IKS nog in Buenos Aires aanwezig was had citoyen B. zijn mening al gewijzigd en hij had noch de moed noch de eerlijkheid om ons te informeren over de ‘wijziging’ van zijn standpunten. Bovendien is het meer dan waarschijnlijk dat hij onderhands al contact met de IFIKS had opgenomen, terwijl hij de boel bleef bedriegen tot en met het haast maken met de integratie van de NCI in de IKS. Het dubbele (of drievoudige?) spel van dit individu (en zijn gore moed!) werd pas begin oktober door de IKS ontdekt. Volgend op de publicatie door de IFIKS van de eerste verklaring van de ‘Círculo’ afgelegd in naam van de NCI, begon de IKS het troebele karakter van de activiteiten van deze zogenaamde ‘Círculo’ in de openbaarheid te brengen (2).
Het bleek dat:
Het is juist daardoor dat we deze bedrieger konden ontmaskeren. Uit onze telefoongesprekken (een stap die, in de woorden van mijnheer B., “de misselijk makende methoden van de IKS” blootlegden) bleek dat de andere kameraden van de NCI in het geheel niet op de hoogte waren van het bestaan van deze ‘Círculo’ die geacht werd hen te vertegenwoordigen! Zij wisten niets van zijn misselijk makende “Verklaringen” tegen de IKS, die, zoals daarin met nadruk werd herhaald, “collectief” en “unaniem” zouden zijn aangenomen na “raadpleging” van alle leden van de NCI, een pure leugen!
Het element B. had eind augustus helemaal alleen (bij unanimiteit van de afwezigen!) zijn lasterlijke ‘Verklaringen’ over de IKS afgelegd.
Dit element was feitelijk de enige die beschikte over de electronisch toegangscodes van de van de NCI voor email-adres en website, wat hem in staat stelde achter de rug van de kameraden van de NCI een fictieve groep (de beroemde ‘Círculo’) in het leven te roepen en te spreken in naam en in plaats van de NCI (zie ons artikel op onze website: Bedrog of werkelijkheid). De militanten van de NCI, die niet over de middelen beschikken om toegang tot het web te hebben konden deze manoeuvres niet ontdekken.
Pas op het moment dat de IKS hen deze documenten per post had verstuurd namen zij kennis van de teksten die in hun naam waren gepubliceerd en van de correspondenties die in de laatste periode werden uitgewisseld tussen de IKS en de NCI (in werkelijkheid was dat alleen B. doordat hij de emails onderschepte).
Dit zijn overduidelijk de troebele activiteiten van een manipulerend element die geen enkele werkelijke politieke overtuiging heeft en die, niet meer dan de IFIKS, een plaats heeft binnen het kamp van het proletariaat. Het grove karakter van zijn leugens net als zijn koortsachtige activiteit op het web stelden ons in staat om, lang voordat de NCI haar verklaring had geredigeerd, vast te stellen dat “alleen zij die zelfs geen ‘kleine kern’, maar enkel een krent op de plaats van hun hersens hebben” gehoor konden geven aan zijn beuzelpraat (zie op onze website: “‘Círculo de Comunistas Internacionalistas’: Alweer een vreemde verschijning”).
Dat overkwam de IFIKS en de IBRP die krediet verleenden aan de leugens van de ‘Círculo’ door in het openbaar aan te kondigen dat de NCI had gebroken met de IKS, en vooral door op hun websites (in meerdere talen) de tweede verklaring van 12 oktober te publiceren die zogenaamd de ‘misselijk makende methoden’ van de IKS zou ‘blootleggen’.
Al spelend met zijn computer was onze webmaster (en grote leugenaar!) erin geslaagd zichzelf een grote prijs toe te kennen als internationale superster dankzij de schreeuwerige reclame niet alleen door de IFIKS maar eveneens door de IBRP.
Dat de IFIKS een enthousiast bondgenootschap aangaat met citoyen B. is niet verbazingwekkend: soort zoekt soort. Maar erger is het feit dat een organisatie van de Kommunistische Linkerzijde, de IBRP, zich heeft laten gebruiken door het element B. en zijn ‘misselijk makende’ methoden heeft bekrachtigd (3).
Deze ‘Kring van Internationalistische Kommunisten’ is niet meer dan een gigantisch bedrog. Het is onze verantwoordelijkheid dit aan te klagen voor wat het is en heel het proletarisch politiek milieu te waarschuwen voor de activiteiten van deze wel bijzonder ‘vicieuze’ kring!
De IKS, 3 november 2004
Noten
(1) De verklaringen van:
(2) Zie onze drie artikels op onze website in het Frans en Spaans over de Círculo de Comunistas Internacionalistas:
(3) Andere elementen en groepen in Latijns-Amerika (met name in Mexico en Brazilië) zijn eveneens gecontacteerd door de ‘Círculo’ die beweert een voortzetting van de NCI te zijn. Hun houding daarentegen was heel anders want ze stelden de IKS daarvan onmiddellijk op de hoogte, waarbij sommigen er hun twijfel over uitspraken of deze ‘Círculo’ wel tot het kamp van het linkskommunisme behoorde.
Onlangs stuurde de IKS een delegatie naar Argentinië. Deze is heel enthousiast onthaald door de leden van de NCI. Zij drukten ons op het hart dat zij maar voor één ding bang waren, namelijk dat de IKS van gedachte zou veranderen en hen zou laten vallen en daarmee van deze reis zou afzien!
Tijdens ons verblijf besloten de kameraden van de NCI om per post hun verklaring van 27 oktober (zie hieronder) te versturen aan alle afdelingen van het IBRP net als aan de andere groepen van de Kommunistische Linkerzijde om de waarheid in ere te herstellen: in tegenstelling tot de valse beschuldigingen verspreidt door het IBRP (onder meer in zijn Italiaanse pers) heeft de NCI niet gebroken met de IKS!
De leden van de NCI vroegen telefonisch tot tweemaal toe aan het individu B. om zich voor de NCI en de delegatie van de IKS te komen verantwoorden. De heer B. weigerde ieder contact en iedere discussie en gooide de hoorn op de haak. Deze houding onthult de lafheid van dit individu: op heterdaad betrapt verbergt hij zich!
De kameraden van de NCI hebben ons nog meer informatie gegeven over het gedrag van deze kleine provinciale avonturier. De heer B. had een diep misprijzen voor de andere leden van de NCI. Dat zijn arbeiders die in armoede leven terwijl B. een zelfstandig beroep uitoefent en er zelfs prat op ging het enige lid te zijn dat zich een “reis naar Europa kon veroorloven”. De kameraden van de NCI hebben ons eveneens de methodes van B. onthuld: hij splitste de militanten van de NCI zodanig op dat ze nooit allemaal tezamen bijeenkwamen. Hij sprak ze individueel of in kleine groepjes om persoonlijke gesprekken met ze te voeren. Hij wilde niet dat de leden van de NCI politieke vraagstukken verdiepten en spring van het ene thema snel over naar het andere. Daarom vonden de kameraden van de NCI in augustus dat ze nog niet klaar waren om tot de IKS toe te treden op het moment dat B. probeerde om de NCI voortijdig in de IKS te laten opgaan. Tenslotte vertelde de kameraden van de NCI ons dat ze zich er bewust van zijn dat tot nu toe grote problemen hadden om de methoden van deze ‘kleine stalinistische chef’ te bekritiseren (waarschijnlijk door hun verleden in de ultralinkse organisaties).
Dit individu probeerde bovendien om tweedracht te zaaien binnen de IKS. Begin september zond hij ons een email waarin hij een van onze kameraden (die deel uitmaakte van de delegatie die zich in augustus naar Argentinië begaf) ervan beschuldigde door zijn gedrag een lid van de NCI te hebben gedwongen om te verhuizen. Tijdens onze laatste reis verklaarde deze militant van de NCI dat dit een pure leugen was: indien hij gedwongen was te verhuizen kwam dit alleen doordat hij de huur niet meer kon betalen! Wij kregen het schriftelijk bewijs van deze walgelijke leugen van de heer B.
Ondanks de schok die ze te verduren kregen (bij het ontdekken van de leugens en manoeuvres die in hun naam en buiten hun medeweten werden gepleegd en uitgevoerd door dit duistere personage) hebben gaven de kameraden van de NCI blijk van hun vastbeslotenheid om ondanks hun geringe krachten een politieke activiteit voort te zetten. Het is dankzij hun vriendschappelijk onthaal en door hun politieke betrokkenheid dat de IKS een tweede openbare bijeenkomst kon houden in Buenos Aires op 5 november waarvan het thema gekozen werd door de NCI (zie onze website in het Spaans en een verslag in Internationalisme, nr. 314-315).
Gedurende heel hun verblijf in Buenos Aires was de delegatie van de IKS ondergebracht bij de kameraden van de NCI die ons, ondanks hun erbarmelijke levensvoorwaarden, hartelijk hun gastvrijheid aanboden. De meesten van hen zijn werkloos en trekken geen enkele uitkering. Een andere kameraad (waarvan de echtgenote ontslagen is) is zojuist zijn woning kwijt geraakt.
Ondanks de grote dagelijkse materiële problemen legden de leden van de NCI er bij onze delegatie de nadruk op dat ze zich op een meer militante activiteit willen toeleggen en onder andere de discussie met de IKS willen voortzetten. Zij die werkloos zijn proberen opnieuw werk te vinden, niet alleen om te overleven en hun kinderen te voeden, maar ook om uit de politieke onderontwikkeling te geraken waarin de heer B. hen hield (zij zeiden ze onder meer te willen bijdragen aan de aankoop van een computer om het contact te bevorderen).
Door te breken met burger B. en zijn burgerlijke methodes hebben de kameraden van de NCI zich gedragen als echte militanten van de arbeidersklasse. Zij hebben ook een aktiviteitenplan opgesteld samen met de delegatie van de IKS. Zij beslisten om allereerst te leren Internet te kunnen gebruiken en een E-mailadres te openen (1).
Toen onze delegatie vertrok bedankten de kameraden van de NCI ons hartelijk bedankt voor ons bezoek. Zij vertelden ons dat ze (in hun voorbije politiek parcours) nog nooit een organisatie zoals de IKS hadden ontmoet met een dergelijk respect voor de militanten. Zij drongen er herhaaldelijk op aan dat de IKS hen regelmatig opbelt. Een van hen betreurde het zelfs tegenover een van onze kameraden dat deze hem de laatste tijd niet persoonlijk had opgebeld.
De IKS laat de NCI dus niet aan zijn lot over. Zij zal niet toestaan dat de heer B. (en zijn vicieuze ‘cirkeltje’) de minste chantage of druk uitoefent, van welke aard ook, om deze ‘kleine kern’ in een geïsoleerd land te vernietigen. Daarom zal de IKS, op eensgezind verzoek van alle militanten van de NCI, doorgaan om zijn “methode” te gebruiken (door de heer B. en zijn handlangers van de IFIKS gebrandmerkt als “walgelijk”!) om hen regelmatig op te bellen (2).
17 november 2004, IKS
(1) Voor alle correspondentie en financiële steun aan de NCI, schrijven naar de postbus of naar het email-adres van Accion Proletaria, afdeling van de IKS in Spanje.
(2) Het is in zulke bewoordingen dat deze grootheidswaanzinnige manipulator, in zijn ‘Verklaring’ van 12 oktober, uitvoerig zijn walgelijke leugens had uitgesmeerd door zijn eigen schaamteloosheid aan de IKS toe te schrijven (net als bondgenoten van de IFIKS die hem “welkom” heetten in hun Bulletin, nr. 28!): “Wij leggen deze verklaring als gevolg van een reeks van aanklachten geuit door militanten van de Circulo de Comunistas Internacionalistas, en op hun verzoek. Zij verklaren het slachtoffer te zijn geweest van telefonische oproepen door de IKS. Maar deze telefoongesprekken waren niet onschuldig. Ze hadden de achterbakse bedoeling om onze kleine kern te vernietigen [...] Bij hun eensgezind besluit stellen de kameraden die de door de IKS werden opgebeld om wantrouwen te zaaien in hun midden en om onze kleine groep te vernietigen, aan het geheel van de leden van de Circulo de Comunistas Internacionalistas voor om de politieke methode van de IKS totaal te verwerpen die ze als typisch stalinistisch beschouwen”! Zie eveneens ons artikel op onze website: Circulo de Comunistas Internacionalistas: Bedrog of werkelijkheid?
Open brief van de IKS aan de militanten van het IBRP
Parijs, 7 december 2004
Kameraden,
Sinds 2 december zijn we getuige van discrete wijzigingen op de website van het IBRP. Achtereenvolgens verdwenen de Engels- en Spaanstalige versies van de Verklaring van de Círculo de Comunistas Internacionalistas (Kring van Internationalistische Kommunisten) over de walgelijke methodologie van de IKS van 12 oktober die daar meer dan anderhalve maand te vinden was (merkwaardigerwijs is de Franstalige versie van deze verklaring nog altijd aanwezig op het moment dat we deze brief versturen: heeft het IBRP een andere politiek al naargelang het land of de taal?) (1).
Bovendien werd op de Italiaanstalige pagina’s van jullie website de inleiding die voorafging aan het Standpunt van de Círculo de Comunistas Internacionalistas over de gebeurtenissen in Caleta Olivia met driekwart ingekort waarbij de volgende passage verdween: “Onlangs brak de Nucleo Communiste Internationaliste van Argentinië met de Internationale Kommunistische Stroming, die we al lange tijd beschouwen als een overbodig restant van een achterhaalde politiek die ontegenzeggelijk niet geëigend is om bij te dragen aan de oprichting van de internationale Partij. De Argentijnse organisatie veranderde ook van naam door zich Círculo de Comunistas Internacionalistas te gaan noemen.” (“Recentemente il Nucleo Comunista Internazionalista di Argentina ha rotto con la Corrente Comunista Internazionale, che da tempo indichiamo come ormai inutile sopravvivenza di una vecchia politica sicuramente non adeguata a contribuire alla formazione del Partito internazionale. L'organizzazione argentina ha anche cambiato nome assumendo quello di Circolo di Comunisti Internazionalisti.”).
Deze wijzigingen laten (wellicht?) zien dat het IBRP zich er rekenschap van begint af te leggen in welke wespennest het zich gestoken heeft door in goed geloof en zonder enige terughoudendheid te publiceren wat de zogenaamde Círculo in haar verschillende ‘Verklaringen’ allemaal beweert over de aktiviteiten van de IKS. Met andere woorden, het IBRP kan zichzelf niet langer voor de gek houden, net zo min als de lezers van zijn website, over wat de IKS al twee maanden herhaalt: de beschuldigingen die tegen onze organisatie worden ingebracht bestaan uit pure leugens verzonnen door een troebel element, een grootheidswaanzinnige bedrieger zonder scrupules. Met het discreet en geleidelijk laten verdwijnen van deze ‘Verklaringen’ is de aanzienlijke politieke blunder niet in het minst verdwenen, net zo min als dat er iets is goedgemaakt voor de ongehoorde houding waarvoor jullie organisaties zich verantwoordelijk heeft gesteld. In tegendeel.
Daarom vormt deze brief een plechtig beroep op de militanten van het IBRP ten opzichte van een absoluut schandalig gedrag van hun organisatie dat onverenigbaar is met alles wat de proletarische klasse vertegenwoordigt.
Een korte samenvatting van de gebeurtenissen:
Tegen het midden van oktober publiceert het IBRP op haar website in meerdere talen de beruchte Verklaring over de “walgelijke methodologie van de IKS” van de zogenaamde Círculo de Comunistas Internacionalistas die zichzelf voordoet als de opvolger van de Núcleo Comunista Internacional waarmee de IKS al maandenlang debatteert (vooral door twee ontmoetingen in Argentinië tussen de NCI en delegaties van de IKS).
Waaruit bestaat dezen ‘Verklaring’? Het gaat om een serie van heel ernstige beschuldingen tegen onze organisatie:
Iedere lezer die bekend is met de verschillende groepen van de Kommunistische Linkerzijde (of wie zich daarop beroept) herkent hier onmiddellijk de lasterstijl die de IFIKS al enkele jaren tegen onze organisatie aanwendt. Maar dat is niet de enige overeenkomst. Die is ook zichtbaar in de botheid waarmee de grofste leugens worden gedebiteerd:
“Bij hun eensgezind besluit stellen de kameraden die de door de IKS werden opgebeld om wantrouwen te zaaien in hun midden en om onze kleine groep te vernietigen, aan het geheel van de leden van de Circulo de Comunistas Internacionalistas voor om de politieke methode van de IKS totaal te verwerpen die ze als typisch stalinistisch beschouwen”.
De werkelijkheid is heel anders zoals we al duidelijk maakten in andere teksten en zoals het geformuleerd werd in de verklaring van de NCI van 27 oktober: we hebben inderdaad een kameraad van de NCI opgebeld, maar niet in het minst om de “NCI, of de militanten ervan op het persoonlijk vlak” te vernietigen.
Het eerste telefoongesprek vond plaats in een poging te begrijpen hoe de Círculo de Comunistas Internacionalistas was opgericht en waarom de kameraden die enkele weken eerder blijk gaven van een uiterst kameraadschappelijke houding tegenover onze delegatie en die van geen enkel meningsverschil met de IKS blijk hadden gegeven (vooral rond het gedrag van de IFIKS) plotseling, op 2 oktober, een buitengewoon vijandige ‘Verklaring’ aflegden tegenover onze organisatie en de rug toekeerden naar alles wat ze tot dan verdedigd hadden. Vanaf dat moment bekroop ons de twijfel of het geheel van de kameraden van de NCI wel achter deze ‘verklaring’ stond (ondanks dat de ‘unanimiteit’ onder de leden van de NCI werd benadrukt). De gesprekken die we per telefoon hadden met de kameraden van de NCI maakte het mogelijk om ze op de hoogte te stellen van wat er zich afspeelde: het verschijnen van een ‘Círculo’ die zichzelf voordeed als de voortzetting van de NCI en die de aanval op de IKS had geopend. Het bleek eveneens dat de kameraden niet in het minst op de hoogte waren van deze nieuwe politiek van citoyen B. (de enige die webtoegang had) achter hun rug om en in hun naam. Toen we aan de kameraad die we hadden kunnen bereiken vroegen of we hem terug konden belden beantwoordde hij dat met een volmondig “ja” en legde er de nadruk op dat er zo vaak mogelijk moest worden opgebeld en hij vroeg ons te bellen zodra hij in het gezelschap van de andere kameraden was zodat we die ook zouden kunnen spreken. Tot zover de “gezamenlijke beslissing van de kameraden die door de IKS zijn opgebeld”: ze hebben geenszins “aan het geheel van de leden van de Círculo voorgesteld om de politieke methoden van de IKS totaal te verwerpen” maar die juist hartelijk begroet. En de methode “die ze als typisch stalinistisch beschouwen” is die van Mijnheer B.
Dit interessante personage waarschuwt ons in in het begin van zijn verklaring van 12 oktober: wat hij beweert over de “methodologie van de IKS” kan “een leugen lijken”. De ‘verklaringen’ van Mijnheer B. “lijken” inderdaad “op leugens”. En daar is een goede reden voor: het zijn leugens, niets dan leugens. De IFIKS geloofde natuurlijk onmiddellijk de leugen die op een leugen leek. Alle modder die naar onze organisatie gegooid kan worden is koren op haar molen en dan maakt het niet uit of een beschuldiging op “een leugen kan lijken”. Leugenachtigheid is haar tweede natuur, haar handelsmerk (naast chantage, diefstal en verklikkerij). Maar wat daarentegen werkelijk ongelofelijk is, dat is dat een organisatie van de Kommunistische Linkerzijde, het IBRP dezelfde weg is ingeslagen door zonder het minste commentaar en dus met haar volle instemming de onwaardige geestesgewrochten van Mijnheer B. te publiceren.
Het IBRP leest anderen graag de les, bijvoorbeeld in het geven van zijn eigen interpretaties van de crises van de IKS door de leugens van de IFIKS daarover woord voor woord te geloven en zonder zelfs de moeite de nemen kennis te nemen van wat de IKS er zelf van zegt (zie bijvoorbeeld Éléments de réflexion sur les crises du CCI (Elementen ter overdenking over de crises van de IKS) op de website van het IBRP). Het wordt daarentegen niet op prijs gesteld als er aanbevelingen worden gedaan over de wijzen waarop zij zich heeft te gedragen: “we houden de ‘waarschuwingen’ van een organisatie [de IKS] voor belachelijk”, “Het is niet aan de IKS of wie dan ook dat we verantwoording moeten afleggen over onze politieke handelwijze en de pretentie van de IKS om de zogenaamde tradities van de Kommunistische Linkerzijde in ere te herstellen lijken alleen maar pathetisch” (zie Antwoord op de stompzinnige beschuldigingen van een organisatie die uit elkaar valt, op de website van het IBRP). Desondanks willen we hem uitleggen hoe de IKS gehandeld had wanneer het een verklaring als die van de ‘Círculo’ had ontvangen waarin het hele IBRP serieus ter discussie werd gesteld.
Als eerste zouden we contact hebben opgenomen met het IBRP om het een oordeel te vragen over een dergelijke beschuldiging. We zouden ook de geloofwaardigheid en eerlijkheid van de persoon die dit soort van beschuldigingen uit hebben onderzocht. Wanneer het zou blijken dat de beschuldiging leugenachtig was dan zouden we die houding onmiddellijk hebben aangeklaagd en onze solidariteit met het IBRP hebben uitgesproken. Zou de beschuldiging gerechtvaardigd blijken en we het noodzakelijk achten om die door middel van onze pers bekend te maken, dan zouden we het IBRP naar haar standpunt hebben gevraagd om die naast het document te kunnen plaatsen waarin de beschuldiging wordt uitgesproken.
Nu zouden jullie kunnen denken dat dit enkel mooie woorden zijn en dat we in werkelijkheid iets anders zouden doen. De lezers van onze pers weten in ieder geval dat de IKS zo optreedt en we brachten dat ook in praktijk toen de LA Workers’ Voice campagne begon te voeren om het IBRP zwart te maken (zie Internationalism, nr. 122).
Wat deed het IBRP toen het de “Verklaring van de ‘Círculo’” ontving? Niet alleen onderschreef het die verklaring door hem in meerdere talen op haar website te publiceren zonder enige controle op haar authenticiteit, maar het weigerde meer dan tien dagen lang om, zoals we meermaals vroegen, de weerlegging ervan toe te voegen (zie onze brieven van 22, 26 en 30 oktober) aan de verklaring van de ‘Círculo’.
Het publiceren van onze weerlegging was toch wel het minste dat het IBRP kon doen (en om het even welke burgerlijke krant zou dat in het algemeen aanvaarden) en toch waren er drie brieven nodig voor daartoe werd overgegaan, drie brieven en een aantal feiten waaruit geleidelijk steeds duidelijker het leugenachtige karakter van de ‘verklaring’ bleek. Het toevoegen van onze weerlegging was het minste, maar volstrekt onvoldoende omdat, door geen standpunt in te nemen over de verklaring van de ‘Círculo’ het IBRP de leugen ervan voor zijn rekening bleef nemen. Vandaar onze brieven van 17 en 21 november waarin we vroegen “onmiddellijk, dat wil zeggen direct na ontvangst van dit schrijven, op jullie website de Verklaring van de NCI van 27 oktober te publiceren die op onze website te vinden is in alle betreffende talen”, een verklaring die niet van de ‘Círculo’ afkomstig was, waarvan verwacht kon worden dat die maar wat raak kletste, maar van de belangrijkste getuigen van het bedrog en de lasterlijke leugen van Mijnheer B. Tot op heden hebben jullie deze verklaring van de NCI nog altijd niet gepubliceerd (die jullie vanuit Buenos Aires per post is toegestuurd) en waarvan jullie pertinent weten dat die geloofwaardig is omdat jullie geleidelijk en discreet de verklaring van de ‘Círculo’ van jullie website begonnen te verwijderen.
Wekenlang hielden jullie je slapende voor de verzoeken van de IKS voordat de waarheid in ere werd hersteld. Nu deze steeds duidelijker doorbreekt (en zeker niet dankzij jullie) kiezen jullie voor de meest huichelachtig mogelijke methode om te voorkomen er door besmeurd te raken: er wordt een document verwijderd waarin twee maanden lang tonnen modder werden gegooid naar onze organisatie, en dat onder hetzelfde stilzwijgen waaronder die aanvankelijk door jullie in circulatie was gebracht.
Kameraden, zijn jullie je bewust van de ernst van jullie gedrag? Zijn jullie je er niet van bewust dat deze houding onwaardig is voor een groep die zich beroept op de Kommunistische Linkerzijde maar dat die hoort bij de methoden van het ontaardende trotskisme en zelfs stalinisme? Beseffen jullie niet dat jullie hetzelfde doen als Mijnheer B. (waarvan de recente flirt met de website Argentina Roja er getuigenis van aflegt dat hij terugkeert naar zijn oude stalinistische geliefde) die zich er onledig mee hield om documenten te laten verschijnen en verdwijnen op zijn website in een poging om de ene manoeuvre met de andere toe te dekken?
Hoe dan ook, omdat jullie al je communicatiemiddelen in dienst hebben gesteld van de laster tegen de IKS is het niet voldoende om deze laster discreet weg te moffelen alsof er niets is gebeurd. Jullie hebben een uiterst ernstige politieke blunder begaan en die moet nu worden rechtgezet. De enig waardige wijze waarop een organisatie van het proletariaat dat kan doen is door op jullie website verklaren dat de documenten die daar haast twee maanden toegankelijk waren een verzameling van leugen is en door de hele handelwijze van Mijnheer B. aan de schandpaal te nagelen.
We hebben alle begrip voor de bittere teleurstelling die jullie hebben moeten voelen toen jullie de waarheid ontdekten: de NCI heeft niet gebroken met de IKS en de ‘Círculo’ waarop jullie zoveel hoop hadden gesteld (zie het artikel in Battaglia Comunista van oktober, Anche in Argentina qualcosa si muove. Ook in Argentinië zijn er dingen in beweging) bleek niets anders te zijn dan een bedrog dat voortkwam uit de verbeelding van Mijnheer B. Maar dat is geen reden om het innemen een standpunt uit de weg te gaan over de methoden van deze bedrieger. Het is ook een vraagstuk van elementaire solidariteit met de militanten van de NCI die de eerste slachtoffers waren van de beruchte manipulaties van dit element dat zich hun naam toe-eigende.
We begrijpen ook dat het ietwat pijnlijk is om alweer in het openbaar te moeten verklaren (na jullie communiqué van 9 september 2003 over de Radicale Communisten van de Oekraïne) dat jullie slachtoffer van bedrog zijn geworden. In die tegenspoed heeft de IKS zich van alle commentaar onthouden. Liever dan met het mes in de open wond te wroeten dachten we dat jullie, als ‘verantwoordelijke sterke leiding’ (in jullie eigen bewoordingen) wel in staat zouden zijn om daaruit de lessen te trekken. Maar we waren er niet verbaasd over na al de teleurstellingen die jullie te verwerken kregen, met name met de Radicale Communisten van de Oekraïne en de LA Workers’ Voice, en ondanks dat onze waarschuwingen “belachelijk vinden en daarvan nooit gebruik willen maken”. Maar nu gaat het verder dan als gevulde kalkoen op tafel te hebben gelegen. Achter de roerende naïviteit waarmee jullie een grootheidswaanzinnige oplichter op zijn woord geloofden is er de dubbelhartigheid waarmee de onbeschaamdheden van dit individu op jullie website werden begroet. Dat is een volstrekt onwaardige houding voor een organisatie die zich beroept op de Kommunistische Linkerzijde.
Het IBRP herhaalt dat de IKS “ieder vermogen/mogelijkheid heeft verloren om positief bij te dragen aan het onontkoombare vormingsproces van de internationale kommunistische partij” (“avendo cioè perso ogni capacità/possibilità di contribuire positivamente al processo di formazione dell'indispensabile partito comunista internazionale”, Battaglia comunista van oktober 2004, Anche in Argentina qualcosa si muove). In tegenstelling tot het IBRP (en tot de verschillende kapelletjes van de bordigistische richting) heeft de IKS zichzelf nooit beschouwd als de enige organisatie in staat om positief bij te dragen tot de vorming van de toekomstige revolutionaire wereldpartij, zelfs als zij haar eigen bijdrage daarin vanzelfsprekend als doorslaggevend beschouwd. Vandaar dat vanaf het moment dat zij in 1964 weer opstond (en dus geruime tijd voor de oprichting van de eigenlijke IKS), onze stroming de richting weer insloeg van de Gauche communiste de France (Franse Kommunistische Linkerzijde) en altijd de noodzaak verdedigde van een broederlijk debat en samenwerking (uiteraard in helderheid) tussen de krachten van de Kommunistische Linkerzijde. Zelfs voordat Battaglia Comunista daar in 1976 een voorstel toe deed hebben we meerdere maar telkens vruchteloze voorstellen aan deze organisatie gedaan om internationale conferenties te organiseren van de groepen van de Kommunistische Linkerzijde. Daarom ook hebben we enthousiast gereageerd op het initiatief van Battaglia Comunista en hebben we onze uiterste best gedaan om daaraan serieus en vastbesloten deel te nemen. Maar daarom betreurden en veroordeelden we het ook dat Battaglia en de CWO besloten om tijdens de derde conferentie in 1980 die pogingen te beëindigen.
We zijn inderdaad van mening van sommige standpunten van het IBRP verward, fout of onsamenhangend zijn en dat ze verwarring binnen de arbeidersklasse kunnen zaaien of instandhouden. Daarom publiceren we in onze pers regelmatig polemieken waarin die standpunten worden bekritiseerd. Toch zijn we van mening dat het IBRP, vanuit zijn fundamentele beginselen, een organisatie van het proletariaat is en dat hij daar binnen een positieve bijdrage levert tegenover de burgerlijke mystificaties (vooral als hij het internationalisme verdedigt tegenover de imperialistische oorlog). Tot op heden zijn we dan ook van mening dat het belang van de arbeidersklasse gebaat is bij het voortbestaan van een organisatie als het IBRP. Dat is niet jullie analyse van onze eigen organisatie omdat jullie in jullie bijeenkomst met de IFIKS in maart 2002 jullie herhaalden dat “als we tot de conclusie komen dat de IKS een ‘waardeloze’ organisatie is geworden, dan zal ons doel zijn om er alles te doen om haar verdwijning te bevorderen” (IFIKS-Bulletin, nr. 9) en sindsdien zijn jullie ertoe overgegaan om er inderdaad alles aan te doen om dat doel te bereiken.
Het feit dat jullie de inschatting maken dat de IKS een obstakel vormt voor het bewustwordingsproces van de arbeidersklasse en dat het beter zou zijn voor de strijd dat de IKS zou verdwijnen is op zichzelf geen probleem. Dat is hoe dan ook het standpunt dat de verschillende bordigistische kapelletjes altijd hebben verdedigd. Het stelt ons ook geen enkel probleem dat jullie de middelen zoeken om dat doel te bereiken. De vraag is: welke middelen? De bourgeoisie heeft eveneens belang bij de verdwijning van de IKS, net als van de andere groepen van de Kommunistische Linkerzijde. Daarom worden er met name walgelijke campagnes gevoerd tegen deze stroming door haar op één hoop te gooien met de ‘revisionistische’ stroming die een handlanger is van extreem-rechts. Voor de heersende klasse zijn ALLE middelen goed genoeg, daarbij inbegrepen en vooral, leugens en laster. Maar datzelfde geldt niet voor een organisatie die beweert te strijden voor de proletarische revolutie. Net als de andere revolutionaire organisaties van de arbeidersbeweging die aan haar voorafgingen onderscheidde de Kommunistische Linkerzijde zich niet alleen door de programmatische standpunten zoals het internationalisme. In haar strijd tegen de ontaarding van de Kommunistische Internationale en tegen het opportunistisch bergafwaarts gaan van het trotskisme waardoor het in het burgerlijke kamp terechtkwam, beriep de Linkerzijde zich altijd op een methode die gebaseerd was op duidelijkheid, en dus waarheid, vooral tegenover alle vervalsingen waarvan het stalinisme de munitie aanleverde. Marx zei “de waarheid is revolutionair”. Anders gezegd, leugens en meer nog laster zijn geen wapens van het proletariaat maar van de klassenvijand. En de organisatie die daarvan een strijdmiddel maakt, wat ook de juistheid is van de standpunten die in haar programma staan, slaat de weg in naar het verraad of wordt minstens een beslissende obstakel voor de bewustwording van de arbeidersklasse. In dat geval is het beter, en veel meer dan door de aanwezigheid van misvattingen in haar programma, dat zij, vanuit het gezichtspunt van de belangen van het proletariaat, inderdaad verdwijnt.
Kameraden,
We zeggen het heel openhartig: als het IBRP volhardt in de politiek van de leugen, van de laster et, nog erger van het ‘laten zeggen’ en de medeplichtige stilte rond de aktiviteiten van groepjes die dat als hun handelsmerk en bestaansreden hebben, zoals de ‘Círculo’ en de IFIKS, dan geeft hij er blijk van een obstakel te zijn geworden voor de bewustwording van het proletariaat. Het zal een obstakel zijn niet alleen vanwege het diskrediet dat het zou kunnen brengen over onze organisatie (de laatste gebeurtenissen maakten duidelijk dat we ons kunnen verdedigen, zelfs als jullie de inschatting maken dat “de IKS uiteen valt”), maar door het diskrediet en de schande die dergelijk gedrag brengt over de nagedachtenis van de Kommunistische Linkerzijde van Italië, en dus over zijn onschatbare bijdrage. Dan zou het inderdaad beter zijn als het IBRP verdween en “ons doel zal eruit bestaan zijn verdwijning te bevorderen” zoals jullie het zo mooi uitdrukken. Het is natuurlijk duidelijk dat we daarbij alleen gebruik zullen maken van de wapens waarover de arbeidersklasse beschikt en vanzelfsprekend niet van leugens en laster gebruik zullen maken.
Een laatste punt:
De verklaring van 12 oktober van de ‘Círculo’, net als het artikel van de IFIKS in haar Bulletin, nr. 28, zinspeelt op onze zogenaamde “pogingen tot sabotage” tijdens jullie openbare bijeenkomst van 2 oktober in Parijs. Jullie zijn niet vreemd aan dit soort van beschuldigingen omdat de eerste versie van jullie standpuntbepaling over deze openbare bijeenkomst die uitsluitend in het Italiaans verscheen (en niet in het Frans – alweer zo’n mysterie van het IBRP!) zinspeelt op “le avanguardie rivoluzionarie anche laddove scarseggiano, ostacolate nel loro emergere dai miasmi prodotti da una organizzazione in via di disfacimento, come la Cci a Parigi. E' per questo che il Bipr continuerà il suo lavoro anche su Parigi, prendendo tutte le misure necessarie a prevenire ed evitare sabotaggi, da qualunque parte essi vengano.” (de revolutionaire voorhoedes, zelfs als ze klein zijn, en in hun opkomst worden gehinderd door de verpeste atmosfeer die wordt voortgebracht door een organisatie die uiteenvalt, zoals de IKS in Parijs. Daarom zet het IBRP haar werk naar Parijs verder, waarbij alle nodige maatregelen worden genomen om sabotage te voorkomen en te ontlopen, uit welke hoek die ook komt). Vervolgens is het einde van deze passage terug genomen (een bewijs ervan dat jullie niet al te zeker van jullie zaak waren), en met name de verwijzing naar onze ‘sabotage’. Een aantal bezoekers van jullie website en contacten die een e-mail-abonnement hebben op jullie communiqués kon kennis nemen van deze beschuldigingen. En de IFIKS net als de ‘Círculo’ blijven ze vertonen op hun eigen websites zonder dat jullie dat tegenspreken.
Kameraden, als jullie van mening zijn dat wij hebben geprobeerd jullie openbare bijeenkomst in Parijs te saboteren zeg het dan openlijk en leg uit waarom. Dan kunnen we erover van gedachten wisselen met argumenten in plaats van geconfronteerd te worden met achterbakse geruchten.
Een allerlaatst punt. Deze brief gaat voornamelijk over maar één enkele vraag: de publicatie op jullie website van een ‘Verklaring’ waarin de IKS smerig belasterd wordt. Dat wil niet zeggen dat het gebruik (actief of passief) van leugens en laster als ‘strijdmiddelen’ daarmee ophoudt. We herinneren jullie er aan dat we twee brieven hebben geschreven waarin we jullie onder andere hebben gevraagd om stelling in te nemen over een hoogst belangrijke kwestie (behalve als die woorden voor jullie niets meer betekenen): “Denken jullie dat de IKS, zoals de IFIKS onophoudelijk beweert onder de plak zit van de staatskapitalistische agent (die deel uitmaakt van de politie of van een vrijmetselaars-sekte?”
We herinneren er eveneens aan dat tot op de dag van vandaag, zelfs als jullie de diefstal rechtvaardigen die de IFIKS heeft gepleegd van onze abonneebestanden, jullie nog geen uitleg hebben kunnen geven over het feit dat onze abonnees een uitnodiging hebben ontvangen voor jullie openbare bijeenkomst hoewel ze jullie nooit hun adres hebben gegeven. De enige ‘verklaring’ daarvoor bestond eruit dat een lid van het presidium van jullie openbare bijeenkomst van 2 oktober in Parijs zei: “we waren niet op de hoogte van het versturen van deze uitnodigingen en we zijn het er niet meer eens”.
Als jullie niet van zins zijn om daarover uitleg te geven aan de IKS, dan vragen we jullie toch om op zijn minst een rectificatie te sturen naar onze abonnees die niet eens noodzakelijkwijs sympathisanten van de IKS zijn.
Tot zover een geheel van kwesties dat voor onze niet is afgesloten. En we zullen het telkens wanneer we dat nodig vinden opnieuw ter tafel brengen als jullie ertoe besluiten om jullie gebruikelijke politiek van stilzwijgen tegenover onze brieven te handhaven.
Ontvang, kameraden, onze kommunistische groeten.
De Internationale Kommunistische Stroming
(1) Die vraag is niet alleen gerechtvaardigd met betrekking tot het verdwijnen van de Verklaring van 12 oktober, maar ook met betrekking tot de opname ervan op de website van het IBRP. Zo werd deze Verklaring nooit opgenomen in het Italiaan hoewel twee andere teksten van de Círculo daar wél verschenen, Presa di posizione del Circolo di Comunisti Internazionalisti sui fatti di Caleta Olivia (Het standpunt van de Círculo de Comunistas Internacionalistas over de gebeurtenissen van Caleta Olivia) en Prospettive della classe operaia in Argentina e nei paesi periferici (Perspectieven van het proletariaat Argentin in Argentinië en de perifere naties) die, paradoxaal, door het IBRP niet in andere talen zijn gepubliceerd. Begrijpe wie het begrijpen kan. We hopen dat in ieder geval de militanten van het IBRP de redenen van deze verbijsterende beslissingen kennen.
De Dolle Hond aan de anarchistische marktmeesters van de Utrechtse boekenbeurs
Nadat ons verschillende malen een stand was geweigerd op de anarchistische boekenmarkt van Utrecht en we zelfs werden geïntimideerd op de openbare weg, publiceerden we in Wereldrevolutie, nr. 101, het artikel Organisatoren anarchistische boekenbeurs te Utrecht onthullen hun stalinistische praktijken. Daarop kwam een reactie van Sandra van Uitgeverij De Dolle Hond die we hieronder plaatsen.
Open brief aan de anarchistische marktmeesters
Ondanks de wat plagerig klinkende titel boven dit stuk wil ik hier in de eerste plaats mijn oprechte waardering uitspreken voor de mensen die telkens weer de organisatie op zich nemen van activiteiten als de anarchistische boekenmarkt in Utrecht. Het is mij wel bekend dat daar heel wat meer werk mee gepaard gaat dan de meeste mensen zien en dat het steeds weer te weinig mensen zijn die verantwoordelijkheid nemen en daardoor een schier eindeloze reeks rotklussen voor hun kiezen krijgen. Of het nu in Utrecht, Appelscha, Gent of Amsterdam gebeurt: zo gaat het overal en steeds weer opnieuw. Het is dus niet mijn bedoeling om de organisatoren af te zeiken of hen middenin de organisatorische stress een hevige discussie in de maag te splitsen.
Wel wil ik graag een discussie over de kwestie: wie mogen er op een anar-chistische of alternatieve boekenmarkt een kraam en wie niet? Die discussie kan hopelijk in alle rust gevoerd worden en dat hoeft dus niet meteen in Utrecht maar kan het hele jaar door (het zal per slot toch niet de laatste keer zijn...). Het is de passiviteit van de deelnemers aan collectieve initiatieven als de anarchistische boekenmarkt, die enkele organiserende individuen in de positie van anarchistisch marktmeester manoeuvreert; vandaar de ironisch bedoelde aanhef...
Sinds een aantal jaren wordt een mij bekende groep, de Internationale Kommunistische Stroming (IKS), pertinent geweigerd op de boekenmarkten in Utrecht en Gent, terwijl ze op de Pinksterlanddagen in Appelscha al sinds jaar en dag aanwezig zijn. De redenen waarom ze geweigerd worden kan ik, als ik de argumenten die ik in de wandelgangen opvang juist weergeef, als volgt samenvatten:- de IKS is niet anarchistisch maar marxistisch- de IKS neemt anti-anarchistische standpunten in- als we de IKS accepteren staan volgend jaar alle trotskistische splintergroepen ook op de stoep- de IKS heeft de organisatie van de anarchistische boekenbeurs beticht van stalinistische praktijken
Het eerste argument klopt al meteen als een bus: de IKS beroept zich niet op het anarchisme maar op het marxisme. Meer specifiek: op de linkse oppositionele stromingen die aan het begin van de twintigste eeuw bestonden binnen de sociaal-democratie en, daarna, binnen de zogenaamde communistische partijen. Daarbij onderscheidt de IKS zich echter in gunstige zin van de verschillende bolsjewistische stromingen (trotskisten, maoïsten, etc.) door haar kritische standpunten over de rol van de staat, de verhouding tussen partij en klasse en de positie van de arbeidersraden. Mijns inziens bestaan er daarbij wel degelijk raakvlakken met de idee die door sommige anarchisten zijn ontwikkeld ten tijde van de Russische en Duitse revoluties. Ik noem hier slechts de Duitse anarchist Erich Mí¼hsam die eveneens de noodzaak van de dictatuur van het proletariaat in de vorm van de arbeidersraden erkende. De IKS neemt echter een minder vergaand standpunt in dan de radencommunisten en verwerpt niet volledig de voorhoederol van de partij en de rol van de staat in een zogenaamde revolutionaire tussenfase. Ze omschrijven zichzelf dan ook als ‘linkscommunisten’ en als ik ze uitmaak voor halfleninisten dan publiceren ze mijn tekst vervolgens vrolijk in hun blad. In tegenstelling tot sommige radencommunisten (die ook altijd een gewillig oor vonden bij de oudere anarchistische kameraden) hebben ze echter een minder deterministische interpretatie van het marxisme.
De IKS staat inderdaad zeer kritisch tegenover het anarchisme, maar dat spreekt voor zich: het zijn nu eenmaal marxisten. Hun visie op een bepaald historisch conflict binnen de Eerste Internationale is even plat en eenzijdig als dat wat ik soms van een enkele bakoeninist mag vernemen. Voor wie belangstelling heeft voor hun standpunten staan ze echter open voor discussie. Hun bijeenkomsten zijn openbaar en je mag er ongehinderd je anarchistische standpunten komen toelichten of zelfs anarchistische pamfletten verspreiden onder de bezoekers. Dat lijkt me dus heel wat democratischer dan een anarchistische boekenbeurs waar enkele organisatoren op eigen houtje beslissen om bepaalde groepen te weigeren. Voor sommige anarchisten is het misschien wel interessant om de verschillen en overeenkomsten te kunnen onderscheiden, waarbij men de eigen standpunten leert formuleren en verdedigen. Wanneer je echter geen zin hebt om met hen in discussie te gaan, bijvoorbeeld omdat ze niet anarchistisch, veganistisch, feministisch of pacifistisch genoeg zijn, of anderszins niet in je wereldbeeld passen, dan doe je dat gewoon niet... Het is echter wat anders dan een platform te bieden voor de platte propaganda van stalinisten en trotskisten die zieltjes komen winnen!
Overigens zijn bepaalde kritiekpunten van de IKS niet eens exclusief marxistisch te noemen. Ook binnen de anarchistische beweging zijn er in de loop der decennia critici geweest die bijvoorbeeld de anarchistische regeringsdeelname in 1936 veroordeelden. Ik herinner me een adressenlijst uit een Duitse anarchistische agenda tijdens de jaren tachtig, waarin vele lokale groepen werden vermeldt die zich tooiden met de titel ‘Vrienden van Durruti’ de politieke betekenis van dit predikaat werd me pas jaren later duidelijk.
Maar los van al deze detailkwesties: ik zie in het geval van de IKS vooralsnog onvoldoende grond om hen deelname aan de anarchistische boekenmarkt te ontzeggen. Het is daarbij geenszins mijn bedoeling om dan maar meteen de poorten open te zetten voor de hele trotskistische en stalinistische mikmak; mijns inziens onderscheidt de IKS zich, ook vanuit een anarchistisch standpunt, daar in gunstige zin van. De historische stromingen waarop zij zich beroepen zijn in hun tijd overigens in niet mindere mate het slachtoffer geworden van de door Trotski en Stalin ontketende repressie en terreur dan de anarchisten. Het zou toch vreemd zijn als een bepaalde manier van denken die door toedoen van het stalinisme praktisch van de aardbodem is verdwenen (en die op velen ongetwijfeld een anachronistische indruk maakt) nu het zwijgen wordt opgelegd door anarchisten!
Verder klopt het dat de IKS in hun blad Wereldrevolutie de organisatoren van de boekenbeurs stalinistische praktijken hebben verweten. Dat deden zij echter nadat zij meerdere jaren achtereen zonder enige inhoudelijke discussie van die boekenbeurs zijn geweerd, wat toch ook een minder vriendelijke houding is die niet direct tot subtiliteiten uitnodigt. En ik mag er hier wel aan herinneren dat de eerste die deze beschuldiging uitte niet iemand van de IKS zelf was, maar een oudere anarchistische kameraad die zich opwond over deze in zijn ogen onrechtvaardige censuur.
Tot slot kan ik het niet laten om hier te wijzen op de groepen die wél toestemming krijgen om hun kraam op de verschillende boekenmarkten op te zetten. De alternatieve boekenbeurs in Gent ging zelfs zover om de maoïstische uitgeverij EPO een plek te gunnen, wat nochtans een onderneming is van de Belgische PvdA. Dezen lieten zich dan ook onmiddellijk gelden door vooral hun publicatie Een andere kijk op Stalin ten toon te spreiden, ronduit smerige en leugenachtige propaganda voor een moorddadig totalitair regime. Het argument dat EPO ook goede boeken uit zou geven, snijdt daarbij geen hout: een anarchistische distributeur zou die goede boeken dan ook kunnen bestellen en aanbieden, zodat de overige vuiligheid ons bespaard blijft.
In Utrecht blijft ons ook de nationalistische propaganda van de solidariteitscomité niet bespaard. Wat groepen die streven naar nieuwe staten in Baskenland, Palestina of Koerdistan nog met anarchistische idealen van doen hebben is mij volstrekt onduidelijk. Het argument dat het hier mensen betreft die we kennen uit onze eigen of aanverwante kringen slaat daarbij nergens op: dit is een ons-kent-ons principe dat niets meer te maken heeft met een inhoudelijke politieke stellingname. Wellicht is het ook goed om ruimte te bieden voor afwijkende, niet-anarchistische geluiden, maar wanneer men de IKS wil weigeren om hun ‘anti-anarchisme’, dan zal men als consequentie minstens zulke nationalistische, staatsgezinde en stalinistische clubs evengoed moeten weren!
Hier wou ik het voorlopig bij laten. Eventuele reacties kunnen wellicht gepubliceerd worden in bladen als Buiten de Orde en de Grachtenkrant.
Met vriendelijke groet,
Sandra, Uitgeverij De Dolle Hond
1. De NCI heeft kennis genomen van de drie ‘verklaringen’ van de ‘Círculo de Comunistas Internacionalistas’ (‘Kring van Internationalistische Kommunisten’) van 2 oktober, 12 oktober en 21 oktober. De NCI verklaart plechtig dat de inhoud van deze verklaringen een reeks van leugens en schaamteloze laster tegen de IKS behelsen.
2. De NCI neemt afstand van deze verklaringen van de genoemde ‘Kring’, verklaringen die achter haar rug om zijn verspreid en zonder dat zij daarover is geraadpleegd, door een individu die deel uitmaakte van de NCI maar die de Níºclei momenteel verwerpt.
3. De NCI handhaaft haar verklaring gemaakt in de maand mei van 2004 waarin de IFIKS en haar houding veroordeeld werden. Zij handhaaft eveneens haar analyses, in het bijzonder over de gebeurtenissen in Argentinië in 2001 en over het vraagstuk van het verval van het kapitalisme.
4. De NCI zet de discussie voort om die op politiek vlak, met de steun van de IKS, te verhelderen.
5. Leugen en laster zijn onwaardige gedragingen en ze horen niet thuis binnen de arbeidersklasse.
6. De NCI neemt het op zich een overzicht te maken van haar eigen ontwikkeling vanaf haar ontstaan tot op heden.
De NCI, in zijn vergadering van 27 oktober 2004
Heel de arbeidersklasse, in alle landen, sectoren en bedrijven, leeft op dit moment met deze kwellende onzekerheid: hoe te ontsnappen aan de dreiging van de werkloosheid? Welke toekomst kan de huidige maatschappij onze kinderen nog bieden? Wat kan men doen om uit deze situatie te geraken?
Op deze vragen heeft de kapitalistische klasse die de wereld beheerst slechts één antwoord: we moeten vertrouwen stellen in de regeringen, alleen zij zouden over de middelen beschikken om het probleem op te lossen. We moeten geduld oefenen, bereid zijn offers te brengen en vooral begrijpen dat werkloosheid de tol is die de mensheid moet betalen voor de verdere technologische vooruitgang.
Heel de arbeidersklasse, in alle landen, sectoren en bedrijven, leeft op dit moment met deze kwellende onzekerheid: hoe te ontsnappen aan de dreiging van de werkloosheid? Welke toekomst kan de huidige maatschappij onze kinderen nog bieden? Wat kan men doen om uit deze situatie te geraken?
Op deze vragen heeft de kapitalistische klasse die de wereld beheerst slechts één antwoord: we moeten vertrouwen stellen in de regeringen, alleen zij zouden over de middelen beschikken om het probleem op te lossen. We moeten geduld oefenen, bereid zijn offers te brengen en vooral begrijpen dat werkloosheid de tol is die de mensheid moet betalen voor de verdere technologische vooruitgang.
Onze uitbuiters willen ons de werkloosheid als een noodlot laten ondergaan. Als er niet genoeg werk meer is voor iedereen zou dat te wijten zijn aan de technologische ontwikkeling. De machine zou de mens vervangen opdat de kapitalisten nog meer winst kunnen opeenhopen. Voor wat betreft de economie, de crisis ervan zou van niet meer dan voorbijgaande aard zijn en vooral een volgende opleving van economische groei aankondigen. Maar kondigde de regering aan het eind van de jaren 1970 ook al niet ‘het einde van de tunnel’ aan? De werkelijkheid was dat in het begin van de jaren 1980 een nog veel dieper recessie begon dan die van de voorafgaande jaren. In die periode vormde de uitdrukking ‘sociale afwikkeling van de werkloosheid’ een vijgenblad voor de genomen maatregelen om de werklozen nog net in leven te houden, zogenaamd om ze in staat te stellen andermaal te wachten op een nieuwe opleving van de economie. In het begin van de jaren 1990 kondigde de ineenstorting van het vijandelijke Oostblok volgens de westerse bourgeoisie een eindelijk wonderbaarlijke wereld aan, een tijdperk van vrede en welvaart. We moesten geloven dat de oorzaken van de oorlog eindelijk waren verdwenen en dat er nieuwe markten opengingen! De werkelijkheid bestond in die periode uit oplopende werkloosheid, toenemende armoede en eindeloze oorlogen. Maar dat alles zou écht veranderen met het nieuwe millennium, door de ‘nieuwe economie’ die het internet te bieden had. Maar ook die nieuwe economie is op zijn beurt als een kaartenhuis ineengestort. Het is duidelijk gebleken dat al die redevoeringen leugens waren, vergelijkbaar met de leugens die werden opgehangen om kommunisme met stalinisme te kunnen vereenzelvigen!
Met het verdraaien van de werkelijkheid hebben de kapitalistische staat, zijn regering, werkgevers, politieke partijen, vakbonden en geestelijken maar één doel voor ogen: de arbeiders beletten tot het besef te komen dat het kapitalisme is gebaseerd op uitbuiting van de arbeidskracht van de proletariërs; en bijgevolg blijkt uit het onvermogen van de bourgeoisie om nog werk te bieden aan de uitgebuiten dat het systeem bankroet is. Door de werkloosheid voor te stellen als een noodlot kan de bourgeoisie de offers rechtvaardigen die ze van de arbeiders vraagt: omdat er in de productie niet meer voldoende plaatsen zijn voor iedereen zou de enige oplossing bestaan uit het verdelen van werk en loon.
Nu er een einde is gekomen aan de volledige werkgelegenheid wordt de hele arbeidersklasse aan werkloosheid onderworpen. Tegenover die algehele verbreiding van de armoede kan het proletariaat zich verdedigen. Dat kan echter alleen doeltreffend door overal zo breed mogelijk solidaire en eensgezinde strijd te leveren.
Of ze nog werk hebben of werkloos zijn, de proletariërs behoren tot één en dezelfde klasse. Zij kunnen hun krachten bundelen in één en dezelfde strijd.
De arbeiders hebben niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te winnen.
Nooit sinds de laatste wereldoorlog heeft de kapitalistische wereld een dergelijke graad van ellende en barbaarsheid bereikt zoals nu. Oorlogen blijven voortdurend doorgaan en de werkloosheid groeit onophoudelijk. In de onderontwikkelde landen zijn slachtpartijen, epidemieën en hongersnoden het dagelijkse lot van honderden miljoenen menselijke wezens. In de geïndustrialiseerde landen wordt een groeiende massa arbeiders op straat gegooid bij elke nieuwe golf van ontslagen. Staten zoals Duitsland, die ons gedurende tientallen jaren werden voorgeschoteld als modellen van voorspoed, blijven niet langer gespaard voor de ontwikkeling van massale werkloosheid. Zelfs Zwitserland, dat tot op heden nooit met dit verschijnsel was geconfronteerd, komt er nu mee in aanraking.
De huidige recessie van het wereldkapitalisme is de ernstigste die de maatschappij ooit heeft gekend sinds de jaren 1930. Anders dan in de jaren 1970 en 1980 zijn het nu niet alleen de slecht lopende bedrijven die worden geherstructureerd door ‘afslanking’ van de personeelssterkte. Het zijn juist de stokpaardjes van de kapitalistische economie die de één na de ander ineenstorten. En nog krijgen we te horen dat dit komt door een paar corrupte leiders en niet door het bankroet van het kapitalisme. De toename van de wereldwijde werkloosheid laat duidelijk zien dat de corruptie, hoewel die ook bestaat, niet de ware oorzaak is. Om alleen maar het voorbeeld van Frankrijk te geven: in 1973 was de werkloosheidsgraad 2,2%, in 1979 van 4,5%, in 1980 van 6,3%, in 1981 7,8%, in 1985 10%, en sindsdien, ondanks alle statistiekvervalsing, het ‘opschonen’ van de administratie en andere uitvluchten om de toename van de werkloosheid te verbergen, is de werkloosheidsgraad rond ongeveer de 10% blijven schommelen, een cijfer dat verre onder de werkelijkheid ligt.
Het zijn niet slechts de schoolverlaters die geen werk of alleen een armoede-baantje vinden, maar het geheel van de proletariërs die deel uitmaken van het productiesysteem worden iedere dag met duizenden tegelijk brutaal ontslagen zonder enige kans op het vinden van een andere vaste baan. De uitbreiding van die ellende voor de arbeiders neemt nu al zo’n omvang aan, dat de grote industrieconcentraties van West-Europa en de Verenigde Staten steeds lijken op de ‘Derde Wereld’ met groeiende massa’s daklozen die in de centra van de grote steden rondzwerven.
De toename van armoede en werkloosheid treft volop alle arbeiders, in alle bedrijfstakken, in alle landen. Heel de arbeidersklasse wordt momenteel getroffen door deze overval door het kapitaal. Niet alleen de arbeiders die uit de productie worden gestoten, maar ook zij die nog werk hebben.
In fabrieken, werkplaatsen en kantoren leeft iedereen in de onzekerheid of hij of zij niet op de zwarte lijst staat voor de komende ontslagronde. Overal heerst hetzelfde gevoel van onrust en onzekerheid.
Maar de werkenden hebben de werkloosheid niet alleen voor de toekomst te vrezen. Deze overval ondergaan ze nu al in de dagelijkse werkelijkheid van hun levensomstandigheden.
Bovenop de maatregelen van technische werkloosheid, die de bourgeoisie in de jaren 1970 en 1980 vaak toepaste en waarmee de arbeiderslonen aanzienlijk werden verlaagd, zagen we dat de regering Baladur in Frankrijk de deeltijdse werkloosheid veralgemeenden over de hele arbeidersklasse door de toepassing van ‘een lange termijn-aanpak van de werkgelegenheid’; sindsdien kwamen er vooral steeds meer deeltijdse en tijdelijke baantjes biij, waarbij armoedelonen steeds gebruikelijker werden.
Bovendien ziet de hele arbeidersklasse na ieder ontslaggolf, na iedere inkrimping van de werkgelegenheid de arbeidsomstandigheden verder verslechteren, vooral door opdrijving van het arbeidsritme als gevolg van de vermindering van het aantal arbeidsplaatsen.
Tenslotte stelt de staat zich er niet mee tevreden om zo de druk van de werkloosheid op de werkenden af te wentelen. Er wordt ook nog een smerige chantage gepleegd waarbij de arbeiders de illusie krijgen aangepraat dat wanneer ze de loonsdalingen zonder morren aanvaarden ze kunnen bijdragen aan het verbeteren van de concurrentiekracht van hun bedrijven en daarmee nieuwe ontslaggolven kunnen voorkomen.
En om nieuwe loonsdalingen te rechtvaardigen, in naam van ‘solidariteit’ met de werklozen, schudde de bourgeoisie iets nieuws uit haar mouwen: de ‘verdeling van arbeid’, die naar voren werd geschoven als oplossing voor het werkloosheidsprobleem. Wat in werkelijkheid van ons wordt gevraagd is de verdeling van de armoede, het opleggen van de omstandigheden waarin de werklozen verkeren aan alle arbeiders.
Dat is de ondraaglijke toestand van de arbeiders die nog aan het werk zijn. Staat, ondernemers en bazen houden zo een vaste greep, jagen de arbeiders voortdurend op en dreigen onophoudelijk: “Als je niet tevreden bent kan je ophoepelen. Er zijn er honderden, ja duizenden die je plaats graag innemen.”
Niet alleen draaien de werkende arbeiders op voor de kosten van de crisis van het systeem dat hen uitbuit, maar met honderdduizenden moeten ze noodgedwongen ook, met hun steeds magerder inkomsten, voorzien in de elementaire levensbehoeften van hun gezinsleden die al werkloos zijn, vooral hun kinderen die als schoolverlater geen werk vinden.
De enige toekomst die het kapitalisme de nieuwe generaties proletariërs te bieden heeft is die van de volslagen ellende, een armoede nog erger dan die de werkloze arbeiders al te verduren hebben, ertoe veroordeeld te zijn van de hand in de tand te leven, hele dagen achter steeds schaarser vacatures aan te hollen en waarvoor tien, honderd, duizend mensen zich vruchteloos komen aanbieden.
De staat en de ondernemers dwingen deze werkloze arbeiders ertoe om het even welk onderbetaald en tijdelijk baantje aan te nemen, beknotten geregeld op hun uitkeringen of zetten die stop. Steeds meer ontslagen arbeiders worden zo tot wanhoop gedreven omdat ze niet meer over de middelen beschikken voor een dak boven hun hoofd, om zichzelf en hun gezin te kleden en te voeden, terwijl in de verpauperde arbeiderswijken steeds meer jonge werklozen in aanraking komen met drugs en met kleine en grote criminaliteit.
Met deze proletariërs die door het kapitalisme definitief uit de productie zijn gegooid zwelt de massa behoeftigen iedere dag aan. De heersende klasse, haar bereidwillige media en haar geestelijken hebben die tot ‘nieuwe armen’ en ‘uitgesloten’ gedoopt. Zo worden ze van hun klassenkarakter ontdaan om ze te scheiden van de rest van de arbeidersklasse, om ze te isoleren en te beletten dat er een gemeenschappelijke strijd van werklozen en werkenden wordt gevoerd.
Tegelijk probeert heel de bourgeoisie, door onophoudelijke media-campagnes, de werkende arbeiders op te zadelen met een schuldgevoel, door ze aan de werklozen voor te stellen als ‘bevoorrechten’, die door hun ‘egoïsme’ verantwoordelijk zouden zijn voor deze toestand, terwijl het de uitbuitende klasse is, met haar systeem in crisis, dat de verantwoordelijkheid draagt voor armoede en werkloosheid.
Zij die ons regeren, die de arbeidskracht uitbuiten, die ons voortdurend steeds meer willen laten opdraaien voor het bankroet van hun systeem, zij herhalen al jarenlang dat het gaat om slechte tijden waar we doorheen moeten, dat de huidige offers ertoe dienen om een betere toekomst voor te bereiden. Ze liegen!
Gisteren riepen al die bourgeois, die politici, bureaucraten en technocraten die de wereld leiden in de kolommen van een bereidwillige pers dat de werkloosheid te wijten was aan de luiheid van een stel ‘parasieten’ die liever rijkelijk leven op kosten van de werkenden dan zelf werk te zoeken of te houden. Zo probeerden ze de werklozen verantwoordelijk te stellen voor de economische crisis en de tekorten op de staatsbegroting. Ze verminderden omvang en duur van de uitkeringen en maakten het moeilijker om er een te krijgen. Ondanks al die beperkingen, ondanks het geknoei met de werkloosheidscijfers, is het aantal mensen zonder werk in alle landen blijven stijgen, bleven de ontslaggolven elkaar opvolgen.
Gisteren riepen alle fracties van de heersende klasse, van rechts net zo goed als van links: ‘om de werkloosheid terug te dringen, om een halt toe te roepen aan de ontslagen, om de economie aan te zwengelen, om de koopkracht te verhogen, moet er bij verkiezingen op de juiste mensen worden gestemd.’ In Frankrijk hebben de partijen van links, met de steun van alle vakbonden en ultra-links, rechts afgewisseld aan het hoofd van de staat. Met de hand op het hart bezworen ze ons dat er met een goed links beheer, dat ernstig rekening zou houden met de belangen van de arbeiders, een half miljoen banen zouden worden geschapen en dat de grens van de twee miljoen werklozen, daarna van de twee-en-een-half miljoen, niet zou worden overschreden... Voorwaar, het resultaat van dat alles, na tien jaar linkse regering, bestaat uit meer dan drie-en-een-half miljoen werklozen! De 35-urige werkweek zou ook, als we deze linkse ‘weldoeners’ mochten geloven, werkgelegenheid scheppen en de werkloosheid terugdringen. Er kwam niets van terecht: de werkloosheid bleef met de verscherping van de crisis sinds 2001 toenemen. De 35-urige werkweek diende natuurlijk een heel ander doel. Het ging in werkelijkheid om het opdrijven van de arbeidsproductiviteit door vele pauzes af te schaffen en het werk in minder uren te laten verrichten; het ging er ook om de productiekosten te verminderen door in vele gevallen de lonen te verlagen! Het enige doel van dat alles bestond er uit om te proberen over de ruggen van de arbeiders de nationale economie krachtig te laten blijven in een steeds meer verbeten wereldwijde concurrentie. In 2002 volgde rechts links weer op, en net als onder links bleef de werkloosheid onverbiddellijk stijgen.
Hetzelfde vindt plaats in alle industrielanden, in de Verenigde Staten net zo goed als in de belangrijkste landen van West-Europa. In het Spanje voerde de ‘socialist’ Gonzalez dezelfde politiek als Mitterand in Frankrijk of Tony Blair in Groot-Brittannië. Het werkloosheidspercentage heeft inmiddels in werkelijkheid bijna de 25% van de actieve bevolking bereikt. En als de regering van Aznar ook al met de statistieken knoeit om te kunnen beweren dat het er minder zijn dan blijft de werkelijkheid hardnekkig aantonen dat de werkloosheid blijft groeien.
Nu net als vroeger hebben de rechtse en linkse regeringen nog het lef te zeggen: “Handen uit de mouwen en de broekriem aangehaald. We zijn gedwongen om ontslagen door te voeren om de nationale economie uit het slop te halen en nieuwe banen te scheppen.”
Die praatjes krijgen we nu al twintig jaar met enige regelmaat opgelepeld. Met elke nieuwe verscherping van de crisis wordt ons ‘het eind van de tunnel’ beloofd. Maar telkens wordt de toestand slechter.
Nu net als vroeger willen ze ons wijsmaken dat het de ‘gastarbeiders’ zijn die de verantwoordelijkheid dragen voor de groeiende werkloosheid. Al jarenlang zijn in Frankrijk net als in de meeste geïndustrialiseerde landen de grenzen gesloten, wordt er jacht gemaakt op ‘illegalen’, worden hele gezinnen met de sterke arm naar een ‘land van herkomst’ uitgewezen dat ze vaak nog nooit hebben gezien en waar de economische en sociale toestand nog veel rampzaliger is dan hier. Maar ondanks die politiemaatregelen blijft de werkloosheid onverbiddelijk stijgen, treft ze de ‘gastarbeiders’ net zo goed als de autochtone arbeiders. Als de taal voortdurend wordt aangepast dan blijven het dezelfde leugens. Momenteel zouden we bijvoorbeeld moeten geloven dat al de genomen maatregelen – aanval op de pensioenen, de gezondheidszorg, kortingen op de werkloosheidsuitkeringen – onvermijdelijke hervormingen zijn waardoor alleen degenen worden geraakt die er ‘misbruik’ van maken!
Al die leugens dienen verschillende doeleinden:
De regeringen van Europa en Amerika, van links en rechts, beweren dat ze nu aan bestrijding van de werkloosheid de hoogste prioriteit toekennen. Ze vertellen allemaal dat de economische heropleving, ook al is die nog niet voor morgen, niet lang meer uitblijft. Ze liegen! Evenzo leugenachtig zijn de ‘anders-globalisten’ die ons wijs proberen te maken dat voor werkloosheid en andere plagen er een oplossing zou bestaan in een degelijk beheerd kapitalisme en die schuld schuiven op het zogenaamde liberalisme. Deze bedriegers houden ons een kapitalisme voor zonder innerlijke tegenspraken waarin de staat, met enige goede wil, een garantie zou kunnen vormen voor het geluk van ieder en van allen! Al deze gepatenteerde leugenaars willen voorkomen dat het begint op te vallen dat de gesel van de huidige maatschappij vooral het dramatische bewijs vormt voor het bankroet van het kapitalisme.
De waarheid is dat er voor de crisis van de wereldeconomie geen uitweg bestaat. Wat voor maatregelen de bourgeoisie ook neemt, welke partijen er ook in de regering zitten, het kapitalistisch systeem zal ineen blijven storten. De arbeidersklasse hoeft zich geen enkele illusie te maken: de huidige offers vormen enkel de voorbereiding van de komende nog pijnlijker offers.
De ondernemers en de staten ontslaan, schrappen banen, verlagen de lonen omdat ze van de waren die door de arbeiders zijn voortgebracht er niet genoeg kunnen verkopen. Ze kunnen die waren niet afzetten omdat de wereldmarkt te eng is geworden om heel de productie van alle landen op te nemen. In de handelsoorlog die alle kapitalistische haaien voeren en waarin ze elkaar de slinkende delen van de wereldmarkt betwisten worden de nationale bourgeoisieën gedwongen hun productie te ‘rationaliseren’.
Vandaar dat ze noodgedwongen bedrijven sluiten, de arbeidsproductiviteit opvoeren, het personeelsbestand inkrimpen, het arbeidsritme opdrijven, de lonen verlagen.
Dat is de realiteit die de bourgeoisie met al haar leugens probeert te verbergen: de wereldcrisis en de massale werkloosheid die daardoor veroorzaakt wordt is niet cyclisch of conjunctuurgebonden zoals de burgerlijke economen beweren. Ze zijn het klinkend bewijs van de impasse, van het historisch bankroet van de kapitalistische productiewijze.
Vanaf zijn ontstaan, met name in de negentiende eeuw, kende het kapitalisme crises die telkens leidden tot toename van de werkloosheid en aftakeling van de bestaansvoorwaarden van het proletariaat. Maar de cyclische crises die met de regelmaat van de klok de uitbreiding van het kapitalisme in de vorige eeuw begeleidden, zijn niet in het minst te vergelijken met de crisis die wij nu meemaken.
In de negentiende eeuw, in de periode waarin het kapitalisme een systeem in volle ontplooiing was en nog niet de hele planeet had veroverd, kwamen de overproductiecrises inderdaad altijd tot een oplossing door de ontdekking van nieuwe afzetgebieden in delen van de wereld waar nog verouderde productiewijzen overheersten. Te vuur en te zwaard ging de opkomende bourgeoisie, als opvolger van de feodale heren, op weg om nieuwe markten te veroveren. Zonder genade verjoeg ze de boeren van hun land om hen te dwingen hun arbeidskracht aan het kapitaal te verkopen. Ze stortte zich in koloniale veroveringen waarbij hele bevolkingsgroepen werden uitgeroeid om grondstoffen te roven en nieuwe afzetmarkten te openen.
Met in de geschiedenis van de mensheid ongekende barbaarsheid kon deze nieuwe uitbuitende klasse niet alleen haar overschot aan waren afzetten in de voor-kapitalistische gebieden, maar ook haar productiewijze over heel de planeet uitbreiden. Ten koste van gruwelijk lijden werden de oude producenten van de feodale maatschappij tot proletariërs omgevormd; met geweld werden ze gedwongen zich te onderwerpen aan de slavernij van de kapitalistische uitbuiting.
Maar de toestand van de eerste generaties proletariërs had tijdens die opkomstperiode van het kapitalisme ondanks haar buitengewoon onmenselijke karakter niet zo’n tragische betekenis, een zo rampzalig vooruitzicht als de toestand waarmee de arbeiders aan het begin van de éénentwintigste eeuw worden geconfronteerd.
In de opkomstperiode van het kapitalisme was de werkloosheid, ook al kwam die op momenten van scherpe crisis massaal tot uitbarsting, nooit van lange duur. Zodra de crisis wegebde met de opening van nieuwe markten, opende zich voor de arbeiders een nieuw vooruitzicht van het weer snel vinden van werk. De werklozen waren bovendien van groot nut voor de bourgeoisie. Zij vormden een ‘industrieel reserveleger’ dat in perioden van economische vertraging ook kon worden gebruikt om de productiekosten te drukken en de concurrentiekracht van haar waren te versterken. Dankzij deze hongerlijdende reserve aan arbeidskracht kon de heersende klasse de lonen drukken en de ontwikkeling van arbeidersstrijd belemmeren.
Zo was de werkloosheid in die periode een verschijnsel dat door de uitbuitende klasse in de hand en in stand werd gehouden al naar gelang de behoeften van de kapitaalsaccumulatie.
Voor de proletariërs maakte, ondanks de armoede en de overuitbuiting die ze ondergingen, de ontwikkeling van het kapitalisme het mogelijk om hun arbeidskracht te verkopen, en bovendien zichzelf te vormen tot een klasse, zich te organiseren, hun eenheid te ontwikkelen, en van hun uitbuiters aanzienlijke en blijvende verbeteringen van hun bestaansvoorwaarden af te dwingen.
De cyclische crises van de negentiende eeuw vormden dus haltes die het kapitalistisch systeem moest passeren in zijn opmars naar verdere groei van de maatschappelijke productiekrachten.
Zodra het kapitalisme aan het eind van de negentiende eeuw zijn hoogtepunt bereikt, als het heel de aardbol aan zijn economische wetten heeft onderworpen, bestaan er geen buitenkapitalistische gebieden meer die de overproductie aan waren van de industrielanden konden opnemen. De heersende klasse wordt vanaf dat moment geconfronteerd met een verzadiging van de wereldmarkt. Dat vormt het begin van een nieuwe periode in de geschiedenis van de mensheid: die van het verval van het kapitalisme.
Sindsdien wordt dit systeem aangevreten door een permanente overproductiecrisis, die, wanneer ze openlijk aan de dag treedt, alleen kan uitmonden op een gewapend conflict tussen de grootmachten over de herverdeling van de wereldmarkt. Vandaar dat de Eerste Wereldoorlog het begin markeert van de periode van historische neergang van de burgerlijke productiewijze.
Momenteel, met de ontwikkeling van de massale werkloosheid, bevinden steeds meer arbeiders zich in een situatie van totale ontbering, zonder huis, zonder middelen om zich te kleden of te voeden. Een groeiend aantal van hen, teruggeworpen in een behoeftige toestand terwijl de staat ze tot op het levensminimum afknijpt, kan enkel overleven dankzij liefdadigheid of bedelarij. Als we alleen een momentopname zouden maken, zou die toestand zeker het beeld oproepen van de voorwaarden waaronder de arbeidersklasse leefde bij het ontstaan van het kapitalisme. Toch bestaat er een fundamenteel verschil tussen de huidige toestand en die bij de aanvang van het kapitalisme.
Al tachtig jaar raakt dit systeem aan zijn historische grenzen. Het kon sinds het begin van de twintigste eeuw alleen kunstmatig in leven worden gehouden door op steeds massaler schaal de rijkdommen van de maatschappij te vernietigen in een helse cyclus van crisis-wereldoorlog-wederopbouw-nieuwe crisis-nieuwe wereldoorlog... In die zin zijn de ellendige levensvoorwaarden van het proletariaat geenszins te vergelijken met die van de arbeiders in de eeuw daarvoor.
Terwijl in het verleden de belangrijkste bestaansreden van het kapitalisme bestond uit de ontwikkeling van de productiekrachten door de loonarbeid algemeen in te voeren, betekent zijn overduidelijke huidige onvermogen om werk te verschaffen aan tientallen miljoenen arbeiders dat dit systeem aan het eind van zijn mogelijkheden is gekomen. De doodstrijd ervan kan enkel worden gerekt door heel de menselijke samenleving in absolute verpaupering en ongekende barbaarsheid mee te slepen.
En het is evenzeer het onvermogen van het systeem om zijn crisis te boven te komen dat ten grondslag ligt aan de hongersnood in de landen van de ‘derde wereld’. Het kapitalisme produceert immers niet om menselijke behoeften te bevredigen maar om zijn waren te slijten. En wanneer de voorraden niet verkocht kunnen worden, dan worden ze vernietigd. Er kan binnen het kapitalisme geen sprake van zijn ze gratis uit te delen omdat zo’n maatregel onherroepelijk zou leiden tot een ineenstorting van de marktprijzen. Een kapitalisme dat weggeeft wat het produceert is geen daadwerkelijk kapitalisme meer.
De absurditeit van dit systeem vertaalt zich dus in een massale vernietiging van rijkdom aan de ene kant van de maatschappij, terwijl aan de andere kant armoede, gebrek en honger miljoenen mensen in de verdrukking brengt. Datzelfde onvermogen van het kapitalisme om zijn economische tegenspraken te boven te komen is ook verantwoordelijk voor de slachtpartijen die sinds het begin van de twintigste eeuw de planeet onophoudelijk in bloed hebben gedompeld. Het is inderdaad de onoplosbaar geworden crisis die de grootmachten ertoe dreef de confrontatie met elkaar op te zoeken op de slagvelden van de beide wereldoorlogen om te komen tot een nieuwe verdeling van de wereldmarkt. Het is de historische impasse van het kapitalisme die tijdens de periode van de ‘koude oorlog’ in alle uithoeken van de wereld zoveel gewapende conflicten voortbracht die gesteund werden en in stand gehouden door de twee rivaliserende imperialistische blokken, dat van de Sovjet-Unie en dat van de Verenigde Staten.
De ineenstorting van het sovjetblok heeft voor de huidige periode de tegenstellingen van dit systeem niet in het minst opgelost, zoals de bourgeoisie beweerde toen ze ons met haar campagnes over de ‘dood van het kommunisme’ een wereld van vrede en voorspoed beloofde. Die ineenstorting heeft de oorlogsspanningen in alle delen van de aarde enkel nog verder opgedreven.
Sinds de spectaculaire ineenstorting van het Oostblok is de geschiedenis in een duizelingwekkende versnelling terechtgekomen: terwijl een steeds bloediger chaos losbarst (de Golfoorlog, de moordpartijen in voormalig Joegoslavië en op het Afrikaans continent, etnische botsingen in de republieken van de voormalige Sovjet-Unie, conflicten in het Midden-Oosten en in Cambodja, oorlog in Irak...), teistert de economische recessie de meest geïndustrialiseerde landen; het Europa van Maastricht, amper geboren, is als een kaartenhuis ineengestort. Het kapitalisme lijkt steeds meer op een machine die volkomen op hol is geslagen. De heersende klasse zelf weet niet meer welke kant het opgaat of hoe ze de oncontroleerbare wanorde van haar systeem nog kan beheren. Momenteel kan ze het roer alleen nog in handen houden door op zicht te varen, van de ene dag in de andere.
Geconfronteerd met dit overduidelijk bankroet van het kapitalisme kan het proletariaat aan maar één zekerheid vasthouden: dit stervende systeem, dat zoveel werkloosheid voortbrengt, ellende, honger en oorlogen, dat moet vernietigd worden, anders zal het, door verder tot ontbinding te komen, de hele mensheid naar de afgrond voeren.
De arbeidersklasse kan niet blijvend de lasten dragen van de ineenstorting van het kapitalisme waarvan de uitgebuite massa’s de belangrijkste slachtoffers zijn. Ze moet ophouden zich te laten intimideren en verlammen door de omvang van de aanvallen die op haar worden uitgevoerd. Ze kan de werkloosheid en de ontslagen niet als een noodlot ondergaan en zich nog minder inbeelden dat de economische situatie beter wordt als ze zich offers getroost. Integendeel, het brengen van offers lost niet alleen de crisis niet op, maar geeft bovendien de bourgeoisie de vrije hand om daarna nog harder toe te slaan.
In antwoord op de aanvallen van het kapitaal en alle leugenachtige redevoeringen van de bourgeoisie die ons het valse perspectief van een nieuwe economische ‘heropleving’ voorspiegelen, heeft de arbeidersklasse geen andere keuze dan de strijd weer aan te gaan voor de verdediging van haar levensvoorwaarden. De verenigde strijd van alle arbeiders vormt het enig mogelijke antwoord op het onherstelbare bankroet van het kapitalistische systeem.
Tegen alle fatalistische hersenspinsels en tegen ieder idee van verdediging van de nationale economie in, kunnen de arbeiders (zowel werkenden als werklozen) een krachtsverhouding opbouwen tegenover de burgerlijke staat. De kracht van de arbeidersklasse bestaat uit een strijd die wordt uitgebreidt naar alle bedrijven, naar alle sectoren en naar de werkloosheidsinstellingen. In die dynamiek zullen de proletariërs, zoals in mei 1968, met miljoenen zijn om weer zelfvertrouwen te verkrijgen en vertrouwen in de toekomst die de strijd hen biedt.
Als de arbeiders massaal strijden, allen verenigd, als ze zelfvertrouwen verkrijgen en weigeren zich te laten meeslepen in de verdediging van de belangen van hun uitbuiters, dan wordt de heersende klasse gedwongen haar aanvallen te temperen. Dat is een les die alle proletariërs kunnen trekken uit hun eerdere ervaringen.
Maar om de burgerlijke staat doeltreffend het hoofd te bieden is het nodig dat de arbeiders de vijand in eigen gelederen kennen. De vakbonden net als de andere vakbondsachtige structuren zoals de ‘coördinaties’ onder ultralinks leiding, zijn vertegenwoordigers van de kapitalistische orde binnen de arbeidersrangen. En hun enige functie bestaat uit het beschermen van de macht van de bourgeoisie, het verdedigen van de belangen van het nationale kapitaal, de eenheid te breken van de proletariërs om te voorkomen dat die de bestaande orde omver gooien. Iedere keer dat de arbeiders de controle over de strijd in handen van de vakbonden hebben gelegd, werden ze uitgeput, ontmoedigd in steriele strijd die de staat en de ondernemers op geen enkel moment dwongen om op hun bezuinigingsplannen terug te komen. Dat konden we onlangs nog zien met bijvoorbeeld de staking van Air France in de herfst van 1993, toen dankzij de sabotagemanoeuvres van vakbonden, regering en ondernemers er in slaagden de bezuinigingsplannen door te voeren en de arbeiders te ketenen aan de verdediging van de belangen van hun uitbuiters.
Zelfs als de arbeiders erin slagen om, zoals in mei 1968, hun eisen ingewilligd te krijgen, dan wordt dit onmiddellijk door de bourgeoisie teruggenomen zodra de arbeidersmobilisatie ophoudt. Moeten we daaruit concluderen dat de strijd niet loont en nergens toe dient? Nee.
De strijd is op zichzelf al een eerste overwinning voor de arbeidersklasse. Eerstens omdat hij het proletariaat in staat stelt zich bewust te worden van zijn kracht als klasse, zijn aard, zijn eenheid en zijn solidariteit in de strijd te laten gelden, en op die manier weerstand te bieden aan het isolement, aan het ‘ieder voor zich’ dat de bourgeoisie het voortdurend probeert in te fluisteren.
Door de strijd leert de arbeidersklasse ook haar vijanden kennen, stukje bij beetje de vakbondsmanoeuvres te verijdelen en zelfvertrouwen te verkrijgen. In en door de strijd scherpt ze haar wapens voor de komende strijd, leert ze zichzelf massaal te organiseren, haar eenheid te smeden, zelf de leiding van de strijd in handen te nemen vooral door lering te trekken uit de voorbije mislukkingen. Door zich te mobiliseren voor de verdediging van haar levensvoorwaarden ontwikkelt ze haar klassenbewustzijn, het besef van wat er in de strijd op het spel staat. Door zich te realiseren dat de staat en de ondernemers geen enkele blijvende concessie meer kunnen doen verliezen de arbeiders hun laatste illusies in het kapitalisme. Ze worden zich er steeds meer van bewust dat dit systeem bankroet is.
Zo vormt heel de strijd die het proletariaat nu voert voor zijn verdediging tegen de aanvallen van de bourgeoisie tegelijk de voorbereiding om later in staat te zijn het kapitalisme omver te werpen. Alleen die revolutionaire strijd zal een definitief antwoord kunnen geven op de ellende en barbaarsheid van de huidige wereld.
En dit perspectief kunnen de arbeiders niet beschouwen als een utopie, als een oude, onverwezenlijkbare droom. Ze kunnen het gevoel van machteloosheid overwinnen dat de bourgeoisie hen door middel van al haar mediacampagnes voortdurend probeert op te leggen. Alleen zij hebben het vermogen om de wereld te veranderen omdat zij de enige kracht in de maatschappij vormen waarvan de belangen volslagen en volkomen tegengesteld zijn aan die van het kapitaal. Nu al heeft de strijd die ze sinds het eind van de jaren 1960 heeft gevoerd een rem gevormd op de ontwikkeling van de ellende en op het uitbreken van de veralgemeende oorlog.
Inderdaad, omdat het proletariaat van West-Europa al dertig in staat is gebleken zijn strijd te ontwikkelen, vooral tegen de ontslagen en het schrappen van banen, kwam de massale werkloosheid in de geïndustrialiseerde landen niet eerder tot ontwikkeling hoewel de crisis sinds het einde van de jaren 1960 voortdurend verscherpte. Geconfronteerd met de strijdbaarheid van het proletariaat, en wel bewust van de gevaren die ze daardoor liep, heeft de bourgeoisie haar industriële programma van ‘herstructureringen’ gepland, het in tijd en ruimte uitgesmeerd om zo een massale en ongecontroleerde uitbarsting van arbeiderswoede te vermijden.
Vooral heeft de bourgeoisie in de hele jaren 1980, ondanks de plotselinge verscherping van de crisis die werd ingezet met de wereldrecessie van 1981-1982, het niet aangedurfd om aanvallen uit te voeren die in verhouding stonden tot de ernst van de economische situatie. De strijd die de arbeiders van Longwy-Denain in Frankrijk in 1978-1979 leverden tegen de ontslagen, evenals die in Italië, in Spanje, in België, in Groot-Brittannië...; ze hebben de bourgeoisie inderdaad tot de grootste voorzichtigheid gemaand.
Het is ook al omdat de arbeidersklasse in staat was haar strijd tegen de gevolgen van de crisis tot ontwikkeling te brengen dat de bourgeoisie de maatschappij niet kon meesleuren in een Derde Wereldoorlog toen de twee imperialistische blokken van de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten lijnrecht tegenover elkaar stonden. Voorzover de proletariërs van de belangrijkste landen niet bereid waren zich opofferingen te getroosten voor de verdediging van de nationale economie kon de bourgeoisie moeilijk van hen verwachten dat ze het ultieme offer van hun leven zouden brengen door zich te laten ronselen voor een nieuwe imperialistische slachting.
Ja, de arbeidersklasse vormt een gigantische macht in de maatschappij, een macht die het lot van heel d menselijke soort in haar handen heeft. Het is de strijd tegen de gevolgen van de crisis van het kapitaal die bepaalt welke richting de maatschappij inslaat. Het is haar vermogen om zich op sociaal vlak te laten gelden die de verbreiding van de absolute ellende in de industrielanden heeft afgeremd en die de bourgeoisie heeft belet heel de mensheid te verzwelgen in de Apocalyps van een nieuwe wereldoorlog.
De arbeiders kunnen zich ten volle bewust worden van deze kracht door te beseffen dat zonder de ontwikkeling van hun klassenstrijd de wereld niet zou zijn wat hij nu is; de toestand zou nog veel erger zijn.
Daarom heeft het proletariaat alle reden, ondanks alle campagnes van de bourgeoisie om te proberen het te ontmoedigen – de arbeidersklasse zou niet meer bestaan, stalinisme zou gelijk staan aan communisme, marxisme zou hetzelfde zijn als stalinisme, er zou niets anders meer overblijven dan kapitalisme – om weer zelfvertrouwen te verkrijgen. Als de bourgeoisie dergelijke campagnes ontwikkelt, als ze de vakbonden nu weer in het zadel helpt, dan is dat juist omdat ze weet dat het proletariaat haar doodsvijand is, de enige die het kapitalisme omver kan werpen.
Met het voortduren van de crisis kan de bourgeoisie steeds minder kracht ontlenen aan de illusies die binnen het proletariaat nog leven over het vermogen van het kapitalisme om het een betere toekomst te bieden. Momenteel berust deze kracht voornamelijk op haar vaardigheid om te manoeuvreren teneinde de ontwikkeling van de strijd tegen de ellende, de ontslagen en de werkloosheid te verhinderen.
Tegelijk met het inzetten van de aanvallen op de levensvoorwaarden van de arbeidersklasse wordt met het ideologisch bombardement getracht de arbeiders te verlammen, te intimideren, de reflex van het ‘ieder voor zich’ te stimuleren door hen wijs te maken dat hoe rustiger ze zich houden en hoe langer ze de bezuinigingsplannen blijven slikken, des te minder ze het risico lopen te worden ontslagen.
De ondernemers, de staat, zijn partijen en vakbonden buiten de angst voor de werkloosheid grondig uit om de aarzelingen van het proletariaat om de strijd aan te gaan nog te versterken. Vandaar dat de media geen terughoudendheid in betracht nemen om voortdurend de ontreddering in beeld te brengen van arbeiders die zonder opzegtermijn van de ene dag op de andere op straat worden gezet. Om angst aan te jagen worden we regelmatig ‘geïnformeerd’ over vergaande maatregelen zoals bijvoorbeeld ‘instant-ontslagen’ die in bedrijven via luidsprekers worden aangekondigd, of de faillissementsaanvrage van deze of gene onderneming tijdens de zomervakantie.
Al die informatie wordt niet voor niets verstrekt. Het maakt deel uit van een breed ideologisch offensief om de arbeiders te ontmoedigen, om hen het gevoel op te dringen alleen te staan, van onmacht en van onafwendbaarheid van de beslissingen. Bij het zien van die beelden, bij het horen van de ontslagen arbeiders, kan men inderdaad het hoofd buigen en denken: ‘Dat kan iedereen overkomen. Morgen ben ik misschien aan de beurt’.
De grove middelen waarmee de bourgeoisie momenteel ontslagen aankondigt laat, voorzover dat nog nodig was, heel het cynisme en de verachting van de heersende klasse zien voor wie door haar wordt uitgebuit.
Arbeiders, we moeten ons verzetten tegen al die intimidatiemanoeuvres! We moeten elkaar in gezamenlijke strijd verdedigen.
De bourgeoisie weet dat de arbeidersklasse in staat is die strijd aan te gaan. Daarom heeft ze zich in alle bochten gewrongen om tijdens de beweging van 1995 in Frankrijk weer kracht te verlenen aan haar vakbonden en hun geloofwaardig op te houden, net als die van haar linkse partijen die alleen maar doen alsof ze de belangen van de arbeiders verdedigen om ze des te beter te kunnen bedriegen. De bourgeoisie rekent vooral op hen en op ultra-links (vooral trotskisten en officiële anarchisten) om de arbeidersstrijd te saboteren, te verdelen, van elkaar te scheiden.
Terwijl de werkloosheid een aanval is die de hele arbeidersklasse raakt, proberen de vakbonden nu net als toen de arbeiders er bij iedere gelegenheid van te overtuigen dat ze met een ‘specifiek’ probleem te maken hebben.
Terwijl deze aanval de meest verenigde, omvangrijkste en zo breed mogelijke reactie vereist doen de vakbonden hun best om deze in te dammen, te beperken tot een bepaalde ‘groep’, tot deze of gene plaats, tot dit of dat moment: de ene dag in deze onderneming of sector, de volgende in een andere; de ene dag in deze stad of regio, de volgende in een andere; de ene dag is het een ‘immigranten’-probleem, de volgende een probleem van de regio; de ene dag is het een ‘jongeren’-probleem, de volgende dat van ‘ouderen’, en ga zo maar door.
Al die verdelingsmanoeuvres werden in de hele periode van de jaren 1970 en 1980 openlijk toegepast met slogans per bedrijf of bedrijfstak, in de regionalistische en nationalistische slogans van de vakbonden: ‘Manufrance moet blijven’, ‘Renault moet blijven’, ‘Red Lotharingen’, ‘de Franse staal moet blijven’... Nu is het duidelijk: al die leuzen waarachter de vakbonden, met de CGT voorop, de arbeiders in ‘actiedagen’, in operaties ‘dode-stad’, in zinloze manifestaties en in ‘speerpunt-acties’ optochten lieten houden, hebben slechts één doel gediend: de ontslagen er door te krijgen.
In de jaren 1990 zagen we datzelfde sabotagewerk in al de ‘mobilisaties’ van de vakbonden, bij Air France met als bij de Chausson-fabrieken, in de openbare zowel als in de privé-sector: om de massale werkloosheid, de loonsverlagingen, het schrappen van banen ‘aanvaardbaar’ te maken, enkel en alleen in het belang van het kapitaal.
Om al dat nauwkeurig georganiseerde werk van verdeling, afzondering en demobilisatie te lijf te kunnen gaan moeten is het nodig om als klasse te antwoorden. De arbeiders strijden overal voor de verdediging van hun bestaansvoorwaarden, voor de toekomst van hun kinderen, tegen één en dezelfde vijand: de kapitalistische staat. Alle strijd tegen de werkloosheid, de ontslagen, en voor fatsoenlijke levensomstandigheden, dat gaat onmiddellijk het geheel van de arbeidersklasse aan: alle arbeiders kunnen en moeten eraan deelnemen.
De werkende en de werkloze arbeiders kunnen zich aaneensluiten, hun krachten bundelen; hun strijd in handen nemen, uitbreiden en coördineren.
Werkloze arbeiders,
Blijf niet geïsoleerd en versnipperd en allemaal in je eigen hoekje zitten. Als ze hun werk verliezen lopen de arbeiders tegenwoordig het gevaar zich mee te laten slepen door de wanhoop, weg te kwijnen in het zoeken naar individuele oplossingen, en daarmee hun klassenkarakter te verliezen. Om niet toe te geven aan de ontmoediging bestaat er maar één middel: krachten bundelen, werklozencomité’s oprichten, discussiëren op alle ontmoetingsplaatsen, zoals bij de ingang van werklozenkantoren en arbeidsbureaus.
Alleen door met z’n allen te strijden kunnen de werklozen hun bestaansvoorwaarden verdedigen, zoals tegen huisuitzettingen, beslagnamen, afsluiting van gas en elektriciteit. Ze kunnen afdwingen dat de staat hen een bestaansminimum garandeert: fatsoenlijke huisvesting, gratis gezondheidszorg, het nodige aan voedsel en kleding, voor zichzelf en hun gezinnen. Ze kunnen hun menselijke waardigheid verdedigen door te weigeren zich terug te laten werpen in een staat van armlastigheid. Met zulke eisen vragen ze niet om aalmoezen maar eisen ze het product van hun voorbije arbeid op, het product van de arbeid die het kapitaal uit het geheel van de arbeidersklasse perst.
De werklozen kunnen niet van de werkenden verlangen ‘werk en loon te delen’ zoals de hele bourgeoisie, van rechts tot links, ze dat voorhoudt. Die surrogaat-solidariteit leidt slechts tot het verdelen van de ellende over iedereen en het veregeren ervan voor iedereen. Door te strijden voor een bestaansminimum, tegen de huisuitzettingen, voeren de werkloze arbeiders dezelfde strijd als diegenen die op hun werk in het geweer komen. Door zich in de strijd aaneen te sluiten vinden ze de werkelijke arbeiderssolidariteit terug.
De werklozen hebben geen andere keus dan collectief verzet te plegen in het besef dat hun strijd, als arbeiders die van de productie zijn uitgesloten, deel uitmaakt van de algemene strijd van de hele arbeidersklasse. Het is dezelfde arbeidersklasse die werkloos is of werkt. Het is dezelfde kapitalistische klasse die alle proletariërs aanvalt, of ze nu werkloos zijn of werkend. Het is dezelfde klasse van uitbuiters die ook nog probeert om ze, door de manier waarop ze aanvalt, te verdelen en tegen elkaar op te zetten door ze wijs te maken dat de werklozen leven op de rug van de werkenden.
Daarom kunnen de werklozen hun strijd niet voeren achter de kazuifels en toga’s van priesters en dominees, noch achter de spandoeken van de vakbonden. Ze moeten het heft in eigen hand nemen.
Als de heersende klasse nu haar uiterste best doet om weer ‘werklozenvakbonden’ op te richten, dan is dat niet om de arbeiders het ‘recht’ te verlenen zichzelf te verdedigen, maar wel degelijk om zichzelf de middelen te verschaffen om woede-uitbarstingen van werklozen in bedwang te houden. Door zulke inkaderings-structuren op te zetten wordt geprobeerd de strijd van de werklozen op te sluiten binnen het raamwerk van de burgerlijke wettigheid en ze af te zonderen van de rest van de arbeidersklasse door ze wijs te maken dat werklozen een ‘aparte’ groep vormen, die voor hun belangen niets gemeen hebben met de werkenden.
Omdat hun strijd deel uitmaakt van die van de gehele arbeidersklasse, is het nodig dat ze:
Hun kracht kunnen ze alleen maar putten uit het zoeken van solidariteit, de grootst mogelijke eenheid met de werkenden in strijd.
Werkende arbeiders,
In de toestand van de werklozen wordt momenteel de algemene toestand van de hele arbeidersklasse samengevat. Dat laat de toekomst zien die het kapitalisme in petto heeft voor wie nog zo ‘gelukkig’ is (voor zolang het duurt) een baan te hebben. Nu al maken het einde van de volledige werkgelegenheid en de veralgemening van de deeltijdse werkloosheid, die in alle sectoren en in alle landen in opmars is, duidelijk dat geen enkel deel van de arbeidersklasse nog aan deze aanval kan ontsnappen.
Omdat de werkloosheid alle proletariërs aangaat is de strijd van de werkende arbeiders dezelfde als die van de werklozen. De aanval op het geheel van de arbeidersklasse maakt een massaal en eensgezind antwoord noodzakelijk van de kant van alle arbeiders, werkend of werkloos.
Om een dergelijke strijd van de grond te krijgen is het bovenal noodzakelijk om geen geloof te hechten aan de leugens van de bourgeoisie volgens welke de kortingen op de lonen dienen om de werklozen te onderhouden. Dat is niet waar!
Als de heersende klasse de lonen verlaagt, dan is dat eerst en vooral om de productiekosten van haar waren te drukken en zo haar concurrentiekracht op de wereldmarkt te versterken. Onze uitbuiters proberen deze concurrentiegeest tussen kapitalisten in de arbeidersklasse te verspreiden. Door steeds meer opofferingen te eisen uit naam van ‘solidariteit’ met de werklozen proberen ze de werkelijke klassensolidariteit tussen proletariërs om zeep te helpen. We mogen niet in die leugens trappen!
Om te beginnen kunnen de werkende arbeiders, door overal in de bedrijven de strijd aan te gaan, aan hun klassenbroeders die van de productie zijn uitgesloten laten zien dat ze niet ‘bevoorrecht’ of ‘verwend’ zijn, zoals de heersende klasse en haar media sinds jaar en dag beweren.
Vervolgens kunnen ze, door de strijd te ontwikkelen, een werkelijke arbeiderssolidariteit tot uiting brengen en er blijk van geven dat die solidariteit de enige kracht vormt die het tegen het kapitaal kan opnemen. Om dat te bereiken kunnen de arbeiders proberen hun strijd onmiddellijk uit te breiden door massale delegaties naar andere bedrijven te sturen, naar andere bedrijfstakken, om hen op te roepen zelf ook de strijd aan te gaan. Ze kunnen proberen de strijd te verenigen, door eisen te stellen die niet alleen gelden voor het een of andere bedrijf of deze of gene sector, maar vooral ook eisen die voor iedereen gelden.
Wanneer het de richting inslaat van vereniging van alle strijdhaarden hebben de werkende arbeiders de verantwoordelijkheid om de werklozen in hun strijd op te nemen. Daartoe is het nodig dat ze:
Het is enkel en alleen in de strijd dat de werkende arbeiders hun solidariteit kunnen betuigen met de werklozen, in het besef dat die, als ze geïsoleerd blijven, geen enkele kans maken zich aan hun ‘lot’ te ontworstelen.
De werkende arbeiders dienen in de strijd voorop te gaan. Doordat ze deel uitmaken van het gezamenlijk bestaan van hun kameraden op het werk zijn ze minder dan de werklozen blootgesteld zijn aan het gevaar van de ‘verlompenisering’ dat voortvloeit uit de ontbinding van de kapitalistische maatschappij (drugs, prostitutie, zwarte handel, persoonlijke gladheid, kleine criminaliteit...). Zij zijn in staat de productie stil te leggen, de gehele kapitalistische economische activiteit te verlammen, en dus om druk uit te oefenen op de bourgeoisie, om voor aller ogen de macht van het proletariaat tentoon te spreiden.
Om deze verantwoordelijkheid op zich te kunnen nemen, om de belangen van de hele arbeidersklasse te verdedigen en om de maatschappij als geheel een perspectief te bieden, dienen de arbeiders de leiding over hun strijd zelf in handen te nemen. Zij kunnen noch op de vakbonden, noch op de ultralinkse handlangers daarvan rekenen om hun strijd te verenigen. Integendeel. Het toevertrouwen van de teugels van de strijd aan deze kapitalistische inkaderingsstructuren, aan deze specialisten van de ‘verdeel en heers’-politiek en van de georganiseerde sabotage, komt neer op het regelrecht koers zetten naar de nederlaag.
We moeten voorkomen dat de vakbonden de strijdwapens (zoals algemene vergaderingen en massale manifestaties, stakingscomité’s, strijdcomité’s) voor zichzelf inpalmen. De algemene vergaderingen moeten:
Werkloze arbeiders, werkende arbeiders!
Door onophoudelijk steeds grotere massa’s proletariërs uit het productieproces te stoten onthult het wereldkapitalisme zijn ware gelaat: dat van een systeem dat de mensheid niets anders meer te bieden heeft dan steeds gruwelijker ellende en barbaarsheid. Het geeft blijk van zijn historisch bankroet.
Dit systeem kan de arbeiders alleen een baan en een loon bieden, en gebruikmaken van hun spieren en hersenen, zolang het over de middelen beschikt om haar eigen crises te boven te komen. Als het nu tientallen miljoenen proletariërs berooit, als het tweederde van de mensheid tot honger veroordeelt, dan is dat precies omdat het niet langer in staat is de tegenstellingen op te lossen waardoor het wordt geteisterd.
De arbeiders moeten de werkelijkheid onder ogen durven zien: een systeem dat het voortbestaan van de mensheid in gevaar brengt, niet omdat het te weinig produceert maar omdat het teveel produceert, is een absurditeit.
De arbeidersklasse heeft de verantwoordelijkheid om dit stervende systeem te vernietigen voordat het de hele maatschappij in zijn doodstrijd meesleept. Alleen door juist de fundamenten van het kapitalisme aan te grijpen, door overal strijd tegen armoede en uitbuiting tot ontwikkeling te brengen en te bundelen, zal het proletariaat zijn historische taak kunnen vervullen. Vandaar dat de onmiddellijke strijd voor de verdediging van zijn levensvoorwaarden een breder vooruitzicht in zich draagt, dat van de omverwerping van het kapitalisme, voor de opbouw van een andere maatschappij zonder crisis, zonder uitbuiting, zonder hongersnood, zonder oorlogen. Een maatschappij waarvan het economische leven niet zal worden bepaald door de zucht naar winst of de dwang van de markt, maar door de bevrediging van de behoeften van de gehele mensheid.
Alleen het proletariaat is in staat om definitief een einde te stellen aan de plaag van de werkloosheid omdat het ieders deelname aan de productie vooropstelt. Het arbeidsleven, bron van rijkdom voor de hele mensheid, zal niet langer staan voor dwang en afstomping, maar in tegendeel gericht zijn op de zelfverwezenlijking van ieder en van allen.
Daaruit bestaat de ware inzet van de arbeidersstrijd. Door de strijd aan te gaan tegen de werkloosheid in al zijn vormen raakt de arbeidersklasse niet slechts aan één aspect van de kapitalistische barbaarsheid. Het gaat juist het wezen van deze barbaarsheid te lijf.
In tegenstelling tot de uitzichtloze rellen in de landen van de ‘Derde Wereld’ of in de voorsteden van de grote industriële metropolen vertegenwoordigt deze strijd van meet af aan een strijd van algehele maatschappelijke omvang. Een strijd die niet slechts de onmiddellijke verdediging van het loonpeil met zich meebrengt maar ook de afschaffing van de loonarbeid.
Door de ontwikkeling van eenheid en solidariteit van alle arbeiders in strijd zal het proletariaat zich bewust worden van zijn wezen als revolutionaire klasse. Die eenheid en solidariteit vormen een absolute voorwaarde voor het omverwerpen van het kapitalisme. Het zijn precies die eenheid en solidariteit die ooit deel zullen uitmaken van de grondslag waarop de uitgebuite klasse een werkelijk menselijke wereldgemeenschap kan oprichten.
Januari 2004, Internationale Kommunistische Stroming.
Links
[1] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen
[2] https://nl.internationalism.org/tag/7/111/internationaal-bureau-voor-de-revolutionaire-partij
[3] https://www.internationalism.org
[4] https://nl.internationalism.org/tag/4/84/argentinie
[5] https://nl.internationalism.org/tag/politieke-stromingen-en-verwijzingen/internationalisten-argentinie
[6] https://nl.internationalism.org/tag/7/122/officieel-anarchism
[7] https://nl.internationalism.org/tag/2/29/proletarische-strijd
[8] https://nl.internationalism.org/tag/2/39/revolutionaire-organisatie
[9] https://nl.internationalism.org/tag/14/188/wat-de-iks
[10] https://nl.internationalism.org/tag/3/47/maatschappelijke-ontbinding