Staking en betoging van 24 april in Groot-Brittannië: Voor de eenheid in de strijd

Printer-friendly version
Wij publiceren een pamflet dat door onze afdeling in Groot-Britanië op 24 april uitgedeeld is tijdens de algemene staking van de leerkrachten. Het toont overduidelijk aan dat de problemen en de arbeidersstrijd die we in belgië meemaken in alle europese landen op de dagorde staan.
Op 24 april zullen 250.000 leraren en onderwijzers een ééndags-staking houden tegen het laatste loonbod van de regering. Ander personeel uit het onderwijs, ambtenaren en gemeentearbeiders sluiten zich daar bij aan. In een groot aantal steden worden betogingen en bijeenkomsten gehouden.
Er zijn zeker goede redenen om in actie te komen, niet alleen in deze sectoren, maar in de hele arbeidersklasse:
– loonaanbiedingen onder de inflatie;
– prijsstijgingen voor basisbehoeften als voedsel en benzine;
– toenemende werkloosheid, om te beginnen de 6.500 banen die in gevaar zijn bij de zojuist genationaliseerde bank Northern Rock;
– aanvallen op de pensioenen en andere uitkeringen;
– oplopende gezinsschulden;
– achteruitgang van diensten als gezondheidszorg en onderwijs;
Al deze en vele andere aanvallen op de levensomstandigheden worden onder toezicht van of direct opgelegd door niet alleen afzonderlijke ondernemers maar door de staat, zowel op nationaal als plaatselijk vlak. Geconfronteerd met een verscherpende economische crisis die duidelijk van globaal karakter is ontmaskerd de nationale staat zichzelf steeds meer als de enige kracht die in staat is de maatregelen te nemen die voor het kapitalistische systeem noodzakelijk zijn: het verlagen van de loonkosten om markten te behouden en winsten veilig te stellen. Vandaar dat de staat bankroete banken in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten op de been houdt, terwijl hij arbeiders ‘loonmatiging’ oplegt, nieuwe wetten aanneemt om in de gezondheidszorg, de sociale zekerheid en het onderwijs te kappen (anders gezegd, verslechtering van de levensomstandigheden), en komen er nieuwe wetten om de pensioenen te verlagen en ons arbeidsleven te verlengen. En omdat economische concurrentie leidt tot militaire concurrentie, zoals in de Balkan, Afghanistan of Irak, is het ook de staat die de sociale welvaart op grote schaal ombuigt in de richting van de wapenindustrie en oorlogsvoering.
Deze politiek is niet het gevolg van kwaadaardige enkelingen of van bepaalde regeringspartijen. Rechtse zowel als linkse regeringen voeren fundamenteel dezelfde politiek. In Noord-Amerika verheerlijkt de regering Bush het vrije ondernemerschap en houdt het toezicht op een economie waarin 28 miljoen voedselbonnen nodig zijn om te overleven. In Zuid-Amerika veroordeelt Chávez Bush, heeft hij het over ‘socialisme van de 21ste eeuw’ – en zet hij bendes ‘Bolivariaanse revolutionairen’ in om stakende staalarbeiders te onderdrukken.
Geconfronteerd met deze gecentraliseerde, door de staat uitgevoerde aanval op hun arbeids- en levensomstandigheden hebben arbeiders overal dezelfde belangen: verzet tegen loonsdalingen en ontslagen, te reageren op de afbraak van hun uitkeringen. Maar ze kunnen dat niet doen door afzonderlijk de strijd aan te gaan, per sector of bedrijf. Geconfronteerd met de macht van de kapitalistische staat moet zij een eigen macht opbouwen, gebaseerd op hun eenheid en solidariteit over allen verdelingen heen van bedrijfstakken, vakbonden of nationaliteit.
Na jaren van versplintering en wanorde zijn de arbeiders nog maar net begonnen om in de praktijk te herontdekken wat eenheid en solidariteit betekenen. Ze moeten elke gelegenheid te baat nemen om deze algemene beginselen in de praktijk te brengen. Als de vakbonden oproepen tot stakingen en demonstraties rond zaken die hen onmiddellijkraken, zoals op 24 april, dan dienen arbeiders zo massaal mogelijk te reageren – door naar massabijeenkomsten te gaan, zich bij demonstraties aan te sluiten, deel te nemen aan poortblokkades, te debatteren en ideeën uit te wisselen met arbeiders uit andere bedrijven en bedrijfstakken.

Arbeiderseenheid kan niet worden georganiseerd door de vakbeweging

Maar pas op: de vakbonden, die zichzelf voordoen als vertegenwoordigers van de arbeiders, dienen er in werkelijkheid toe ons verdeeld te houden. Dat wordt nergens duidelijker dan in de onderwijswereld. De staking op 24 april betreft leden van de NUT in lager- en middelbaar onderwijs. Het betreft niet de leraren in het hoger onderwijs die ‘andere’ bazen hebben. Ook worden leraren van andere vakbonden er niet in betrokken, zoals van de NAS/UWT die beweert dat het niet over loon gaat, maar over werkdruk. Net zo min worden duizenden werkenden in het onderwijs die geen les geven er in betrokken, zoals assistenten, onderhoudspersoneel, schoonmakers, kantinepersoneel enzovoort, hoewel die eveneens reden tot klagen hebben. En hoewel de NUT nu harde taal gebruikt riep het in 2006, toen veel van dit personeel in staking ging, op om zich daarbij niet aan te sluiten.
Hetzelfde verhaal geldt bij de ambtenarij, bij de gemeentelijke diensten, bij de metro en de spoorwegen, en heel veel andere bedrijfstakken waar arbeiders verdeel worden over verschillende categorieën en vakbonden. De Britse staat heeft het allang onwettig gemaakt dat wie voor verschillende ondernemers werken uit solidariteit met elkaar in staking gaan. Door arbeiders aan deze wetten te houden voeren de vakbonden het werk van de staat op de bedrijfsvloer uit. Datzelfde geldt voor de wetten waardoor het de arbeiders verboden wordt om in massabijeenkomsten over stakingsacties te beslissen. Met het gedaas over vakbondsstemmingen worden de handen van de arbeiders op hun rug gebonden en wordt er voorkomen dat ze beslissingen nemen als één collectieve kracht.
Daaruit volgt dat als we zo’n macht willen opbouwen we de strijd in eigen hand moeten nemen en niet overlaten aan de vakbonds-‘specialisten’. Gemeentelijke arbeiders in Birmingham stemden in een massabijeenkomst voor deelname aan de stakingen rond 24 april. Dat is een voorbeeld om te volgen: we hebben bijeenkomsten nodig in alle bedrijven waar alle arbeiders, al dan niet vakbondslid en van alle vakbonden, deelnemen aan de besluitvorming. En we dienen er op aan te dringen dat besluiten die in massabijeenkomsten worden genomen bindend zijn, niet afhankelijk van vakbondsverkiezingen, besloten bijeenkomsten of vakbondsvertegenwoordigers.
Eenheid op de werkvloer is onverbreekbaar verbonden aan het opbouwen van eenheid met arbeiders van andere bedrijven en bedrijfstakken, of we dat nu doen door het sturen van delegaties naar hun bijeenkomsten, door deel te nemen aan hun poortblokkades of door tezamen te komen bij manifestaties en demonstraties.
Alle arbeiders oproepen gezamenlijk bijeen te komen, te staken en te demonstreren voor gezamenlijke eisen is natuurlijk ‘onwettig’ voor een straat die de ware klassensolidariteit buiten de wet wil stellen. Dit kan in het begin afschrikwekkend lijken, een al te grote stap. Maar het is precies die stap van de dingen in eigen hand nemen en zich te verenigen met andere arbeiders waaruit we vertrouwen en moed kunnen putten om de strijd voort te zetten.
En gezien het onheilspellende vooruitzicht dat het wereldwijde kapitalistische systeem ons biedt – een toekomst van crisis, oorlog en ecologische rampen – is er geen twijfel dat de strijd moet voortgaan. Hij moet vertrekken van de verdediging van onze fundamentele levensomstandigheden om deze hele sociale orde ter discussie te stellen en uit te dagen.

Amos 05/04/2008

Geografisch: