Buitengewone IKS-Conferentie: De strijd voor de functioneringsbeginselen van de organisatie

Printer-friendly version

Begin dit jaar heeft de IKS de beslissing genomen het Vijftiende Congres van haar afdeling in Frankrijk om te vormen tot een Buitengewone Internationale Conferentie.

De voornaamste taak van die Conferentie bestond erin een organisatorische crisis het hoofd te bieden, de ernstigste sinds het ontstaan van de IKS. Die crisis was plots uitgebarsten meteen na haar Veertiende Internationale Congres in april 2001.

Onze lezers hebben er in onze pers kennis van kunnen nemen dat een ex-militant, Jonas, uit de IKS gesloten werd wegens politiek onwaardig gedrag, dat er onder meer in bestond het organisatorisch weefsel te vernietigen door voortdurend en onderhands de ergste roddels te verspreiden over kameraden van de organisatie, teneinde verwarring te zaaien in verschillende afdelingen van de IKS.

Dit individu heeft, vooral op basis van die roddels, andere militanten rond zich verzameld, die in beweging gekomen zijn voor een totale oorlog tegen de organisatie, waarbij ze de statutaire principes van een gecentraliseerde werking probeerden te vernietigen en zo het bestaan zelf van de IKS bedreigden.

Die ‘camarilla’ geleid door het individu Jonas heeft zichzelf tot ‘fractie’ uitgeroepen, hoewel ze geenszins in staat was ook maar het minste programmatisch meningsverschil op te werpen dat het gebruik van de titel ‘fractie’ zou kunnen rechtvaardigen. Het enige ‘principe’ dat de politiek van die elementen voortgedreven heeft, was de ontketening van een vernietigende haat en een onstilbare honger naar wraak. Omdat ze in de minderheid kwamen en omdat ze zichzelf in diskrediet brachten doordat ze niet de minste politieke argumentatie konden ontwikkelen, bestond heel hun optreden uit het smeden, in geheime vergaderingen, van een complot tegen het centraal orgaan van de IKS, en daarna uit het systematisch saboteren van de activiteit van de organisatie door manoeuvres, provocaties, roddelcampagnes, met de chantage en het dreigement hun roddels naar buiten te brengen, zoals blijkt uit de inhoud van hun beruchte ‘interne bulletins’ die nu naar bepaalde groepen en sympathisanten van de Kommunistische Linkerzijde opgestuurd worden.

Na een jaar lang vernietigend gedrag dat de organisatie moest destabiliseren (een lid van de ‘fractie’ zei het letterlijk op een geheime vergadering: “We moeten ze destabiliseren”) en dat militanten aanzette tot rebellie tegen de centrale organen van de IKS, beging de ‘camarilla’ van Jonas haar nieuwste en ellendigste actie tegen de organisatie. Ze weigerde op de Internationale Conferentie te verschijnen, tenzij de organisatie schriftelijk de ‘fractie’ zou erkennen en de sancties zou intrekken die ze in overeenstemming met haar statuten genomen had (en met name de uitsluiting van Jonas). Hoewel de delegaties van de IKS bereid waren de argumenten van die elementen in beroep te horen (ze hadden daartoe trouwens, net voor de Conferentie zou gehouden worden, een internationale commissie van beroep ingesteld, samengesteld uit militanten van verschillende afdelingen van de IKS, teneinde de vier Parijse leden van de ‘fractie’ de gelegenheid te geven hun argumenten naar voor te brengen), hadden ze in deze situatie geen andere keuze dan vast te stellen dat deze elementen zichzelf buiten de organisatie geplaatst hadden. Tegenover hun weigering zich voor de Conferentie te verantwoorden en zich te veredigen voor de beroepscommissie, heeft de IKS acte genomen van hun desertie en kon ze hen niet langer beschouwen als leden van de organisatie.

De conferentie heeft eveneens unaniem de misdadige methodes veroordeeld die de ‘camarilla’ van Jonas gebruikt heeft, en die erin bestond twee afgevaardigden van de Mexicaanse afdeling en leden van de ‘fractie’, die naar de Conferentie gekomen waren om er de standpunten van de ‘fractie’ te verdedigen, bij hun aankomst op de luchthaven te ‘kidnappen’ (met hun medeweten?). Terwijl de IKS hun reis had betaald zodat ze de werkzaamheden van de Conferentie zouden kunnen bijwonen en er de standpunten van de ‘fractie’ te verdedigen, werden de twee Mexicaanse afgevaardigden ontvangen door twee Parijse leden van de ‘fractie’ die hen meenamen en verhinderden naar de Conferentie te gaan. Toen wij protesteerden en terugbetaling van de tickets eisten als de Mexicaanse afgevaardigden (die een mandaat gekregen hadden van hun afdeling) niet op de Conferentie zouden verschijnen, lachte een Parijs lid van de ‘fractie’ (en voormalig lid van het centraal orgaan van de IKS) ons in het gezicht uit en zei met ongelooflijk cynisme “dat is jullie probleem!” Alle militanten van de IKS hebben hun diepe verontwaardiging geuit over dat achteroverdrukken van geld van de organisatie en de weigering beide door de organisatie betaalde tickets aan de IKS terug te betalen. Ze keurden een resolutie goed die dat gedrag veroordeelt dat de gangstermethodes blootlegt die de ‘camarilla’ van Jonas gebruikt. Die methodes, die geen haar beter zijn dan die van Chénier (die in 1981 materiaal van de organisatie stal), overtuigden tenslotte de laatste kameraden die nog aarzelden over de parasitaire en anti-proletarische aard van de zogenaamde ‘fractie’.

De Conferentie stond dus voor twee taken. De eerste en dringendste was de IKS en haar organisatorische principes zonder enige toegeving te blijven verdedigen tegen de herhaalde aanvallen en provocaties door die parasitaire groepering. De tweede was op diepgaande wijze de lessen te trekken uit deze gebeurtenissen: op welke zwakheden van de organisatie bouwde deze parasitaire groepering, die op aanstichten van Jonas ontstond en waarom kon zij zich zo snel en vernietigend ontwikkelen? Dit tweede aspect willen we in dit artikel ontwikkelen (voor het eerste aspect verwijzen we de lezers naar het artikel Een parasitaire aanval gericht tegen de IKS dat op onze internetsite staat).

Opbouw en verdediging van de revolutionaireorganisatie: een permanente strijd

Volgens de burgerlijke propaganda zijn de revolutionaire organisaties van het proletariaat tot mislukken gedoemd omdat de kommunistische principes die hun samenhang verzekeren, proletarische solidariteit en wederzijds vertrouwen binnen het proletariaat, onvermijdelijk in conflict treden met de egoïstische motieven en de wedijver die de individuen die er deel van uitmaken bewegen. Volgens die visie kunnen de revolutionaire organisaties niets anders dan de corruptie weerspiegelen die heerst binnen de politieke partijen van de bourgeoisie. De bourgeoisie beperkt er zich niet toe voortdurend propaganda te maken voor de ideologie van het ‘elk voor zich’, maar levert die ideologie ook nog praktische steun door openlijke repressie - als dat noodzakelijk blijkt - en door tweedracht te zaaien in de revolutionaire organisaties, door rechtstreeks of indirect de activiteit aan te moedigen van provocateurs, avonturiers en parasieten.

Dat de arbeidersklasse een uitgebuite klasse is, maakt haar revolutionaire organisaties bijzonde kwetsbaar voor de vernietigende druk van de burgerlijke maatschappij. De opbouw van revolutionaire organisaties vergt altijd voortdurende inspanning, constante waakzaamheid, een kritische houding, en zelfkritiek, zoniet lopen ze het risico vernietigd te worden, waarbij jaren van inspanningen verloren zouden gaan en het revolutionair proces uitgesteld zou worden.

De strijd van de marxisten in de Eerste Internationale voor het principe van de centralisatie en tegen de vernietigende intriges van Bakoenin; de strijd van Lenin en de bolsjewieken tegen het opportunisme op organisatorisch vlak en tegen het ‘grote heren anarchisme’ van de mensjewieken in 1903; de strijd van de Kommunistische Linkerzijde tegen de ontaarding van de Derde Internationale in de jaren 1920 en 1930; al die gevechten waren voorlopers van de strijd die de IKS sinds haar ontstaan gevoerd heeft voor het intern toepassen van de regels van een gecentraliseerde werking, tegen de sekte- en clangeest, tegen het individualisme en het kleinburgerlijk democratisme.

In dezelfde geest heeft de IKS, in tegenstelling tot de andere groepen van de Kommunistische Linkerzijde die ook door elkaar werden geschud door afscheuringen, altijd verslag gedaan van haar interne problemen, zodat de revolutionaire beweging er de lessen uit zou kunnen trekken die kunnen bijdragen tot de versterking van het gehele proletarisch politiek milieu. We zijn er ons volop van bewust dat de groepen en elementen van het parasitaire milieu zich weer eens als gieren op deze organisatorische crisis van de IKS zullen storten om hun roddels te voeden over de zogenaamde ‘stalinistische ontaarding’ van onze organisatie, maar wij blijven bevestigen dat de IKS uit elke crisis die haar getroffen heeft de lessen getrokken heeft en dat zij er telkens politiek versterkt uit is gekomen. Gezien de moeilijkheid een revolutionaire organisatie op te bouwen, spreekt het vanzelf dat het bijzonder gevaarlijk is te geloven dat ze geïmmuniseerd zou kunnen worden tegen opportunistische ontaarding - op programmatisch of organisatorisch vlak -, dat ze zich vredig en zonder problemen zou kunnen ontwikkelen.

Het is precies de ontwikkeling van zulke illusies binnen de IKS, het idee dat de organisatie voortaan zou kunnen worden uitgebouwd zonder noemenswaardige politieke strijd in haar schoot, die door de Internationale Conferentie op de korrel genomen werd. De IKS heeft blijk gegeven van een zekere naïviteit en een gebrek aan waakzaamheid inzake het voortbestaan in haar midden van de kliekjesgeest. Ze koesterde de illusie dat die zwakheid, voortgekomen uit de historische omstandigheden waarin de IKS opgericht werd (getekend door het gewicht van de kleinburgerlijke ideeën van mei 1968 met hun ultra-linkse en anarchiserende componenten), voor eens en altijd uitgeroeid was dankzij de strijd die we in 1993-1995 gevoerd hebben.

Die zwakheid legde niet alleen geheugenverlies bloot wat betreft de geschiedenis van de marxistische beweging, maar ook dat de uiterst moeilijke omstandigheden uit het oog verloren werden, waarin de IKS zich in stand houdt in de huidige periode van sociale ontbinding van het kapitalisme.

In feite was één van de factoren die de recente crisis van de IKS aan de oppervlakte bracht een discussie over het vertrouwen en de solidariteit binnen de organisatie, discussie die van meet af aan door de meerderheid van de leden van het Internationale Secretariaat (de permanente commissie van het centraal orgaan) een oriëntatie kreeg met een methode die vreemd is aan de wijze waarop de IKS haar debatten steeds gevoerd heeft. Vanaf de opening van de discussie hebben deze laatsten inderdaad een ware campagne ontwikkeld die tot doel had de kameraden die in de minderheid waren te in diskrediet te brengen om hen “uit de IKS” te zetten (in de woorden van een lid van de zogezegde ‘fractie’). Zij begonnen in de organisatie een monolithische opvatting, volledig vreemd aan de principes van de IKS, in te voeren in het centraal orgaan, en gingen zelfs zover zich te verzetten tegen de publicatie in de interne bulletins van bijdragen van kameraden die meningsverschillen hadden met de politiek van de meerderheid van het Internationale Secretariaat. Tegenover zo’n ernstige afwijking, die kon leiden tot het opgeven van de functioneringsbeginselen van de IKS en tot organisatorische ontaarding, nam het centraal orgaan van de IKS de beslissing, bekrachtigd door het Veertiende Internationale Congres, een onderzoekscommissie in te stellen die klaarheid moest scheppen over het slechte functioneren van zijn Secretariaat.

Toen de politiek van het Internationale Secretariaat afgekeurd werd, heeft Jonas onmiddellijk terugtreding aangekondigd, waarbij hij zich voorstelde als slachtoffer van een ‘slopersoperatie van de organisatie’. Volgens Jonas kon zo’n afkeuring van het Internationale Secretariaat (waarvan hij deel uitmaakte) door het centraal orgaan van de IKS enkel het werk zijn van een ‘agent’. Meteen na zijn aftreden heeft Jonas (die niet de moed had op het Veertiende congres zijn standpunten te komen verdedigen) meteen zeven naaste kameraden ertoe aangezet in het geheim bijeen te komen om een ‘fractie’ te vormen. Aan een delegatie van het Internationale Bureau heeft hij verklaard: “Omdat we de leiding niet meer hebben, is de IKS verloren”. De visie die Jonas vooropstelt (”de leiding” te hebben) is niet de opvatting die de IKS heeft over de rol van de centrale organen. Zijn visie is die van de burgerlijke klieken, van de kleine bureaucraten, van de avonturiers en de stalinisten die geen enkel meningsverschil kunnen dulden en die bij gebrek aan argumenten de methode van de roddel gebruiken om twijfel te zaaien in de organisatie en nu ook in het proletarisch politiek milieu.

Tegenover die politiek van manoeuvres van Jonas en zijn medestanders, die elk meningsverschil wil verstikken in naam van het ‘vertrouwen’ in de meerderheid van het Internationale Secretariaat (in feite ging het erom de IKS op te roepen het Internationale Secretariaat een blind en principeloos vertrouwen te schenken), moest het centraal orgaan het debat over vertrouwen en solidariteit meteen na het Veertiende Congres een nieuwe oriëntatie geven, vanuit een historisch en theoretisch kader dat door de ‘camarilla’ van Jonas voortdurend en zonder enige politieke argumentatie afgekraakt werd, zoals de Conferentie heeft kunnen vaststellen. Die oriëntatie heeft de Conferentie de kans gegeven een ernstig en beargumenteerd debat te beginnen, waarin alle militanten zonder uitzondering hun standpunt hebben kunnen verdedigen, hun twijfels of meningsverschillen uitspreken, in een opbouwende en kameraadschappelijke geest, die er niet op uit is kameraden zwart te maken omdat ze een standpunt niet delen, maar die de meningsverschillen wil uitklaren met als enige doel de organisatie te versterken als eengemaakt en dus gecentraliseerd politiek lichaam.

Het gewicht van de democratische ideologie

Onder de andere zwakheden van de organisatie waarop Jonas en zijn ‘camarilla’ zich konden baseren, heeft de Conferentie niet alleen gewezen op het gewicht van de kringgeest, maar ook op dat van de democratistische ideologie binnen de organisatie. In de IKS heeft het democratisme zich recent geuit in een opportunistische tendens tot het op de helling zetten van onze centralisatieprincipes, met name door het idee dat het vertrouwen zich in de organisatie enkel omgekeerd evenredig met de centralisatie kan ontwikkelen.

Toen de IKS zich eenmaal bewust werd van het gevaar dat onze centralisatieprincipes opgedoekt zouden worden onder het gewicht van de democratische ideologie, bleef alleen de clan van Jonas over om die revisionistische en liquiderende visie te verdedigen, die hen tot dit ellendig resultaat gebracht heeft. Zo heeft de zogenaamde ‘fractie’ vanaf 31 januari aan alle IKS-militanten een verklaring gestuurd (gepubliceerd in haar intern bulletin) waarin ze bevestigt elke loyaliteit met de IKS te verbreken. In plaats van een gecentraliseerd debat, dat in overeenstemming met de statuten van de IKS de meningsverschillen duidelijk stelt, eiste deze ‘camarilla’ dat al de militanten van de IKS haar litanie zouden overnemen van beledigingen en roddels tegen de centrale organen van de IKS en enkele van hun leden. Kortom: de vriendenclan van Jonas eiste een hele reeks burgerlijke rechten op. Het recht om de ergste leugens en roddels te verspreiden tegen militanten en tegen de centrale organen, in naam van het recht op ‘vrije meningsuiting’; het recht de organisatie te destabiliseren door achter haar rug complotten te smeden; het recht alle werkingsregels van de IKS aan hun laars te lappen; het recht maar 30% van hun contributies te betalen, het recht weg te blijven van vergaderingen waarvoor ze uitgenodigd waren, het recht de adressenbestanden van onze abonnees te stelen, het recht de nota’s van de centrale organen te stelen om ze te vervalsen, het recht geld van de IKS te stelen en twee afgevaardigden van de Mexicaanse afdeling af te houden van deelname aan de Conferentie (uit angst dat deze hen zou overtuigen). En dat alles in naam van de ‘vrije meningsuiting’, in feite de vrijheid tot sabotage en vernietiging! De Conferentie heeft duidelijk blootgelegd dat de manoeuvres van Jonas militanten te gronde gericht heeft door hen te veranderen in een bende bedriegers en vervalsers. Die elementen hebben de naïviteit zover gedreven dat ze geloofden dat ze, door zichzelf tot ‘fractie’ uit te roepen, hun kleinburgerlijk democratisme en hun vernietigend individualisme verborgen zouden kunnen houden voor onze centralisatieprincipes. Met andere woorden: de clan van Jonas volgde de libertaire ordewoorden van de studenten van mei 1968: hij nam zijn wensen voor werkelijkheid. En wanneer de IKS zich verdedigt, zich niet wil laten vernietigen door hun putschistische methodes, en de sancties toepast die door haar statuten voorzien zijn, wordt zij hysterisch aangeklaagd als ontaardende, stalinistische sekte die gemanipuleerd wordt door een ‘agent’ en door ‘Torquemada’s’ (in de woorden van Jonas)! Dat is de laag-bij-de-grondse motor die de vorming aangedreven heeft van die zogenaamde ‘fractie’, die in feite niets anders is dan het oorlogswapen van burger Jonas tegen het proletarisch politiek milieu, de schandelijkste en gevaarlijkste clan uit de hele geschiedenis van de IKS. De Buitengewone Conferentie van de IKS is begonnen aan de taak de ideologische en politieke wortels van die clan te analyseren.

De debatten van deze Conferentie waren heel vruchtbaar en toonden dat, in tegenstelling tot de roddels van de ‘fractie’ en van heel het anti-IKS parasitair milieu, onze organisatie geenszins meningsverschillen verstikt, maar integendeel al haar militanten opgeroepen heeft hun verantwoordelijkheid op te nemen en hun meningsverschillen uit te drukken. De politieke diepgang en de gedrevenheid die de debatten van de Conferentie aangevuurd hebben, tonen de vastberadenheid van de IKS zich te mobiliseren ter verdediging van de organisatie en haar principes. En tenslotte heeft de Conferentie zich rekenschap gegeven van het gevaar dat de methodes van de ‘camarilla’ van Jonas inhouden voor het proletarisch politiek milieu (hij probeert nu het IBRP te infiltreren om het mee te slepen in zijn politiek van vernietiging van de IKS).

Hoewel de IKS in de loop van haar geschiedenis verschillende scheuringen meegemaakt heeft, heeft ze steeds weten te weerstaan aan de negatieve gevolgen daarvan. Ondanks de numerieke verliezen is de IKS in staat gebleken een gecentraliseerde organisatie op wereldvlak, met afdelingen in veertien landen, in stand te houden en op politiek vlak te versterken. Hoewel de huidige crisis de ernstigste is uit heel de geschiedenis van de IKS en de manoeuvres van de ‘camarilla’ van Jonas onze afdelingen in de Verenigde Staten en Mexico bijna vernietigd hadden (net zoals de tendens Chénier tijdens de crisis van 1981 de hele IKS-afdeling in Groot-Brittannië bijna vernietigd had), is de IKS in staat gebleken de schade te beperken en zijn onze numerieke verliezen betrekkelijk klein in vergelijking met de ambities van de ‘fractie’ van Jonas. We hebben enkele militanten verloren, maar we hebben de organisatie en haar principes gered.

Met grote ontzetting heeft de Conferentie vastgesteld in welke vernietigende en zelfmoordzuchtige waanzin Jonas de militanten heeft meegesleurd die gedurende vele jaren onze strijdmakkers waren. Eén van hen in het bijzonder, die vanaf zijn toetreding tot de organisatie begin jaren 1970 altijd blijk heeft gegeven van de grootste loyaliteit ten opzichte van de IKS, het grootste vertrouwen in zijn centraal orgaan, en van een voorbeeldig doorzettingsvermogen in de verschillende gevechten voor de verdediging en opbouw van de organisatie. De IKS heeft slechts twee kameraden kunnen redden die actief deelgenomen hadden aan de geheime bijeenkomsten van het ‘collectief’ (dat later ‘fractie’ geworden is). Toen ze inzagen hoe bijzonder vernietigend en suicidair hun misstap was, hebben beide kameraden in detail verslag gedaan aan de Onderzoekscommissie over de wijze waarop ze meegetrokken werden in dat smerig avontuur. Twee andere militanten die Jonas voorstelde als ‘centristen’ en die eveneens aan de geheime vergaderingen van het ‘collectief’ hadden deelgenomen, gaven er de voorkeur aan zich terug te trekken, liever dan bij de ‘fractie’ aan te sluiten en het ellendig pad te volgen van die parasitaire groepering.

Wij zijn er ons ten volle van bewust dat wat de IKS volbracht heeft erg bescheiden is tegenover de kapitalistische vijandigheid die ons omringt. Maar dat doet niets af aan het feit dat het werk van verdediging van de organisatie dat pas door de Buitengewone Conferentie gerealiseerd werd niet alleen belangrijke lessen inhoud voor de versterking van de IKS, maar ook voor de voortzetting van een breder debat binnen het proletarisch politiek milieu over de gevaren die vandaag wegen op de revolutionaire organisaties. Heel het milieu moet in staat zijn te weerstaan aan de vernietigende krachten van de burgerlijke maatschappij, aan de verleiding van het opportunisme en de lokroep van het parasitisme waarmee het vandaag en in de toekomst geconfronteerd wordt.

IKS / 19.04.2002

Erfenis van de Kommunistische Linkerzijde: 

Theoretische vraagstukken: 

Ontwikkeling van proletarisch bewustzijn en organisatie: