Ontregeling van het klimaat: Het kapitalisme veroorzaakt de ergste rampen

Printer-friendly version
Deze zomer vonden er ernstige klimaatontregelingen plaats. “In Azië was er de ergste moesson in mensenheugenis”, titelde Le Monde op 14 augustus. De balans van deze zondvloed bedroeg ten minste 2.200 onmiddellijk geregistreerde doden en meer dan dertig miljoen daklozen, blootgesteld aan de ergste overlevingsvoorwaarden. Alleen al op het grondgebied van India werden er 450.000 woningen vernield. Noord-Korea doet beroep op internationale hulpverlening als gevolg van de overstromingen die de woningen van 300.000 mensen hebben vernield, 300 mensen zijn omgekomen of verdwenen, 46.800 woningen, 400 fabrieken en twintig mijnen zijn onder water gelopen.
In een deel van China verdwenen hele dorpen, meegesleurd door het water. In dezelfde periode kampte Groot-Brittannië met de meeste neerslag die ooit gemeten werd. In Duitsland kende men de hevigste regens sedert 1901. Oost-Europa, Griekenland, Turkije en de Balkan-regio ondergingen een droogteperiode mee met een uitzonderlijke hittegolf die honderden doden veroorzaakte bij de bevolking. Bulgarije tekende een recordtemperatuur op van 45°C. Rusland op zijn beurt heeft in mei zijn record gebroken van de hoogste temperatuur van de maand mei.
April 2007 was ongewoon warm voor Europa. In de Zee van Oman werd in juni voor het eerst een cycloon vastgelegd. In mei stortten golven van vier tot vijf meter zich op de Maldiven. Uruguay maakte in dezelfde maand de ergste overstroming mee sinds 1957. In Zuid-Amerika viel er sneeuw in streken die dit verschijnsel nog nooit hadden meegemaakt. In de Verenigde Staten waren er in sommige delen van het land hoge waterstanden en vernietigende overstromingen terwijl andere tegelijkertijd werden getroffen door record hittegolven.
Het seizoen van de tropische oceaancyclonen begint steeds eerder. Geen enkel continent bleef gespaard: in Australië teisterden uitzonderlijke overstromingen het land, terwijl in Afrika, toen het noorden en het westen stierf van de hitte van de Sahara, Soedan ten prooi viel aan de hoge waterstanden van de Nijl en er in Zuid-Afrika voor het eerst sinds 1981 overvloedige sneeuwval was.
Als in de staten van het hart van het kapitalisme, en vooral in Groot-Brittannië, al duizenden proletariërs hun hebben en houwen verloren, dan is de toestand nog veel dramatischer in de landen van de Derde Wereld.
Wetenschappers zeggen dat er nog altijd geen verband kan worden gelegd tussen die opeenstapeling van rampen en de opwarming van het klimaat, door zich voorzichtig te verschuilen achter het feit dat “de veronderstelling van de opwarming van het klimaat enkel kan gelden voor langere perioden”. Nemen we ze elk afzonderlijk dan is het gemakkelijk om elk verschijnsel als ‘natuurlijk’ te beschouwen en te beweren dat het niets te maken heeft met een verandering van het klimaat die te wijten zou zijn aan de mens. Maar de tegenovergestelde conclusie dringt zich op omdat we al heel lang geconfronteerd worden met de opwarming van het klimaat.
Uiteindelijk voelen al de specialisten van het leefmilieu, van de meteorologie zich verplicht om schoorvoetend te erkennen dat de ‘menselijke activiteit’ niet vreemd kan zijn aan dergelijke ontregelingen van het klimaat en dat de opwarming van de planeet verbonden is met uitstoot van gassen die een broeikaseffect veroorzaken. Maar de maatregelen die worden voorgestaan door in de mode zijnde ideologen zoals Nicolas Hulot in Frankrijk of worden overgoten met een sausje van Al Gore in de Verenigde Staten om de ‘planeet te redden’, doen veel moeite om ons er van te overtuigen dat het aan ieder individu is om zelf energie te besparen en aan de staten om de vervuilers te laten betalen.
Alles is goed genoeg om een heel netwerk van leugens samen te stellen dat er vooral op is gericht om alles goed te praten en te vermijden dat het kapitalisme er direct aansprakelijk voorwordt gesteld. Tegenover zulke beweringen kunnen we alleen maar herhalen dat “het kapitalisme niet onschuldig is [...] voor de zogenaamde ‘natuurrampen’. Zonder het bestaan te ontkennen van natuurkrachten die ontsnappen aan de menselijke activiteit laat het marxisme duidelijk zien dat heel wat rampen indirect worden uitgelokt of verergerd door sociale oorzaken [...] Niet alleen kan de burgerlijke beschaving deze rampen regelrecht veroorzaken door haar winsthonger en door de invloed van het heersende gesjoemel met de regeringsmachine [...], maar zij blijkt niet in staat te zijn om een doeltreffende bescherming te bieden voorzover het voorkomen geen winstgevende activiteit is.” (Amadeo Bordiga, Espèce humaine et croûte terrestre, 1952).
Want het kapitalisme handelt niet alleen als oorzaak van de huidige klimaatrampen (het beruchte broeikaseffect en het uitzinnige en tomeloze misbruik van de natuur en de energiebronnen vooral om winst te maken), maar het verergert op een doorslaggevende wijze de gevolgen ervan, zoals de laatste rampen duidelijk illustreren.
Zoals Bordiga benadrukt kan de logica van het systeem het voorkomen van dergelijke rampen en het beschermen van mensen daartegen alleen maar verwaarlozen (het niet onderhouden van de infrastructuur, het ontbreken van middelen om plagen te bestrijden en deze plichtsverzaking geldt vooral de bevolking van de armste landen en streken; in India bijvoorbeeld worden de dijken tegen rivieroverstromingen niet meer onderhouden; in China waren er enorme overstromingen die immense gebieden en talloze huizen vernietigden. De BBC berichtte dat deze overstromingen een probleem vormden dat elk jaar groter wordt voor de bewoners van de poldervlaktes die kunnen overstromen; in Griekenland bleef er voor de bewoners van de meest afgelegen dorpen niets anders over om hun huis te redden van de dreigende vlammen dan deze met boomtakken te lijft te gaan.
Bovendien wordt de bevolking er toe gedreven te vluchten naar streken waar er water is om hun bestaan te verzekeren zoals de rijstvelden van Bangla Desh of die van Zuidoost Azië en zich te vestigen in zones die snel kunnen overstromen. De gevolgen daarvan zijn huiveringwekkend. De meeste rampen veroorzaken massale verhuizingen van bevolkingen die alles verloren hebben en nergens naar toe kunnen gaan. En deze berooide massa’s worden blootgesteld aan ofwel dood door besmettelijke ziektes (vooral na overstromingen die water en bodem bederven), ofwel de hongerdood. In Zuid-Azië worden nog een twintig miljoen mensen door honger bedreigd.
Zolang het kapitalisme de wereld overheerst zullen de plichtsverzaking en machteloosheid van dit systeem tegenover de natuurrampen voortdurend leiden tot een duizelingwekkende opeenhoping van slachtoffers, dood of dakloos. Net zoals de ontketening van de oorlogsbarbarij en de ellende die het voortbrengt voor het grootste deel van de bevolking, kan zijn waanzin de mensheid alleen maar meesleuren in haar vernietiging.
Maria

Theoretische vraagstukken: