Slachtingen in Darfour: het kapitalisme zaait de dood

Printer-friendly version

Sinds de winter van 2003 is er een ware volkerenmoord aan de gang in Darfoer, de westelijke regio van Soedan die grenst aan Tsjaad. Officieel telt men al meer dan 300.000 doden en 2.500.000 mensen zijn verdreven naar kampen waar geen enkele veiligheid verzekerd is. Anderen dwalen rond in een zone die ligt tussen Tsjaad en Soedan, omkomend van honger en de aanvallen ondergaand van min of meer gecontroleerde bewapende bendes die de streek onveilig maken. Dorpen worden geregeld gebombardeerd door de Soedanese luchtmacht en de bevolking wordt onderworpen aan afpersingen van de ‘janjaweeds’, met steun van de regering die hen betaalt. Het zijn bloeddorstige milities die in 1988 in Darfoer opdoken na de nederlaag van Khadafi in Tsjaad en van zijn Tsjaadse bondgenoot, die in deze regio onder bescherming van Khartoem stond. Deze laatsten verkrachten vrouwen en kinderen, plunderen en steken dorpen en velden in brand, vallen het vee aan en voeren een politiek van systematische vernietiging.

Het was pas in 2004 dat de Verenigde Naties zich, in de persoon van Kofi Annan, zou gaan ‘bekommeren’ om de toestand door het voor te stellen als een ‘etnisch en raciaal’ conflict. En ondanks de verklaringen van ‘goede bedoelingen’ hebben de pseudo-bedreigingen met vergeldingsmaatregelen de omstandigheden alleen maar verslechterd. En het zijn niet de luttele 7.000 soldaten die door de Afrikaanse Unie zijn gestuurd, zonder middelen of duidelijke doelstellingen, die daarin verandering kunnen brengen. In januari 2005 spreekt de Verenigde Naties duidelijk over ‘misdaden tegen de menselijkheid’ en roept het met zijn tweede resolutie nr. 1593 het internationaal gerechtshof op om vervolgingen in stellen tegen de verantwoordelijken van de begane misdaden. In augustus 2006 stemt de Veiligheidsraad voor het zenden van 17.000 soldaten en 3.000 politieagenten die echter niet worden toegelaten door Omar Al Bechir, de Soedanese president, die dit beschouwt als een ‘invasie’.

Momenteel, nu de Soedanese staat zijn militaire druk opvoert op de rebellenbewegingen, voornamelijk op het Bevrijdingsleger van Soedan, waarvan de opkomst het voorwendsel vormde voor de ontketening van dit geweld, verdubbelt de afpersing van de bevolking. En het is op dit moment Tsjaad dat de rebellengroepen tegen Khartoem steunt onder het welwillend oog van Frankrijk, dat zelf weer hulp verleent aan de Tsjaadse rebellen. Daardoor worden de moorden geëxporteerd naar Centraal Afrika, terwijl de Verenigde Naties zich nog steeds machteloos toont, ondanks de ‘zeer vruchtbare discussies’ in Addis Abeba.

In werkelijkheid trekt niemand in dit wespennest zich iets aan van de bevolking en de aarzelingen weerspiegelen de achtereenvolgende belangen, waarvoor de bevolking geslachtofferd wordt. Want Soedan met zijn olie wordt door de ontwikkelde landen het hof gemaakt, en dat stelt dit land in staat om zijn politiek van de verbrande aarde in Darfoer voort te zetten en nog op te drijven. Dit geldt ook voor de Verenigde Staten, die voor de show één van zijn vele wapenembargo’s heeft afgekondigd en waarvan de ondoeltreffendheid alom bekend is. Ook voor Groot-Brittannië heeft zich vierkant opgesteld tegen elke militaire interventie. En dan nog Frankrijk, dat reeds banden met Soedan had en daarom de ogen sluit. Het is slechts door het risico op de destabilisering van Tsjaad en Centraal Afrika, twee van zijn laatste bolwerken in Afrika, dat de Franse regering wenst om ‘Darfoer te stabiliseren’ om zo een domino-effect te vermijden. Anders gezegd, zolang ze verrekken in Darfoer is dat van geen belang, maar ze moeten niet komen rotzooien in de Franse achtertuin! Wat China betreft, een bijzonder actieve wereldwijde wapenhandelaar, die heeft er een afzetmarkt gevonden voor de afzet van zijn militair materiaal.

En zelfs indien de Verenigde Naties zijn ‘vredestichtende’ soldatentroepen stuurt naar Darfoer, kan men er zeker van zijn dat dit slechts de aanleiding kan worden tot een nieuwe periode van verdere destabilisering, want elk van de hoofdrolspelers heeft geen ander doel dan het verdedigen van zijn eigenbelang via de steun aan rebellenbendes.

Eens te meer zien we de werkelijkheid van deze kapitalistische wereld in volle ontbinding, waarbij de mensheid gegijzeld en tot de speelbal wordt gemaakt van interne twisten en oorlogen tussen bewapende klieken die zich vermenigvuldigen op de planeet, ondersteund door de grootmachten, groot en klein, die elkaar onderling verscheuren achter hun leugenachtig en cynisch gepraat.

Mulan / 24 .11.2006

Geografisch: