Kommunistische linkerzijde en internationalistisch anarchisme (deel I) Wat wij gemeenschappelijk hebben

Printer-friendly version

Sinds een jaar of drie hebben bepaalde anarchistische individuen en groepen en de IKS een aantal obstakels verwijderd door het aan te durven op een open en broederlijke manier in discussie te gaan. De onverschilligheid of het wederzijds afwijzen, a priori en stelselmatig, van het anarchisme en van het marxisme heeft plaats gemaakt voor de wil tot discussie, tot het begrijpen van elkaars standpunten, tot het eerlijk vaststellen van de punten van overeenkomst en verschil.

In Mexico heeft deze nieuwe geestesgesteldheid geleid tot het samen opstellen en ondertekenen van een pamflet door twee anarchistische groepen (de GSL en de PAM (1) ) en een organisatie van de Kommunistische Linkerzijde (de IKS). In Frankrijk heeft de CNT-AIT van Toulouse zopas de IKS uitgenodigd een inleidende uiteenzetting te geven op één van haar publieke bijeenkomsten (2). Ook in Duitsland worden er banden gesmeden. Op basis van deze dynamiek is de IKS een grondig onderzoek begonnen over de kwestie van de geschiedenis van het internationalisme binnen de anarchistische Beweging. In de loop van 2009 hebben we een reeks artikels gepubliceerd onder de titel “De anarchisten en de oorlog” (3).

Het was onze bedoeling aan te tonen dat bij elk imperialistisch conflict een deel van de anarchisten aan de valstrik van het nationalisme ontsnapt was en het proletarisch internationalisme verdedigd had. We toonden aan dat deze kameraden erin geslaagd waren zich verder in te zetten voor de revolutie van het wereldproletariaat, terwijl zich rondom hen chauvinisme en oorlogsbarbarij ontketenden. Wanneer men weet hoe belangrijk het internationalisme is voor de IKS, een ware klassegrens die de revolutionairen die werkelijk strijden voor de bevrijding van de mensheid scheidt van hen die de strijd van het proletariaat verraden, dan beseft men dat deze artikelenreeks niet alleen een kritiek zonder toegevingen was van de oorlogszuchtige anarchisten, maar vooral een groet aan de internationalistische anarchisten!

Ons opzet werd echter niet steeds als dusdanig onderkend. De reeks heeft zelfs bij sommigen tot een tijdelijke verkilling geleid. Enerzijds zagen sommige anarchisten er een aanval in regel in op hun gedachtengoed. Anderzijds begrepen sommige sympathisanten van de Kommunistische Linkerzijde en van de IKS niet waarom wij 'toenadering tot de anarchisten' zochten (4).
Afgezien van enkele onhandigheden in onze artikels die bij enkelen in het verkeerde keelgat kunnen geschoten zijn (5), hebben deze schijnbaar tegengestelde kritieken in feite dezelfde oorsprong. Ze tonen hoe moeilijk het is, over de meningsverschillen heen, de wezenlijke elementen te ontwaren die de revolutionairen samenbrengen.

Verder kijken dan de label

Degenen die zich beroepen op de strijd voor de revolutie worden traditioneel in twee categorieën ingedeeld : marxisten en anarchisten. Er bestaan inderdaad zeer belangrijke verschilpunten die hen onderscheiden:

  • centralisering / federalisme
  • materialisme / idealisme
  • 'overgangsperiode' of 'onmiddellijke afschaffing van de staat'
  • erkennen of afwijzen van de Oktoberrevolutie 1917 en de bolsjewistische partij
  • ...

Al deze kwesties zijn inderdaad uiterst belangrijk. We hebben de verantwoordelijkheid ze niet uit de weg te gaan, maar er openlijk over te debatteren. Maar daarom lijnen ze voor de IKS nog niet 'twee kampen' af. Concreet stelt onze organisatie, die marxistisch is, dat zij voor het proletariaat vecht aan de zijde van internationalistische anarchistische elementen en tegen de 'kommunistische' en maoïstische partijen (die zich nochtans toch 'marxistisch' uitroepen). Waarom?

Binnen de kapitalistische maatschappij bestaan er twee fundamentele kampen: dat van de bourgeoisie en dat van de arbeidersklasse. We bestrijden en klagen alle politieke organisaties aan die tot het eerste kamp behoren. Wij discussiëren, soms vurig maar steeds broederlijk, en wij proberen samen te werken met alle leden van het tweede. Maar onder hetzelfde label van 'marxisme' verbergen zich organisaties die volstrekt bourgeois en reactionair zijn. En hetzelfde geldt voor het etiket 'anarchistisch'!

Dat is geen holle praat. De geschiedenis wemelt van voorbeelden van 'marxistische' of 'anarchistische' organisaties die met de hand op het hart zwoeren de zaak van het proletariaat te verdedigen om het beter een dolk in de rug te kunnen steken. De Duitse sociaal-democratie noemde zich in 1919 'marxistisch', op hetzelfde moment waarop ze Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en duizenden arbeiders vermoordde. De stalinistische partijen hebben de arbeidersopstanden in Berlijn in 1953 en in Hongarije in 1956 eveneens in naam van 'kommunisme' en 'marxisme' in bloed gesmoord (maar in feite in het belang van het imperialistisch blok dat door de USSR geleid werd). In Spanje, in 1937, dienden de leiders van de CNT die in de regering zaten als morele rechtvaardiging voor de stalinistische beulen die duizenden... anarchistische revolutionairen afgeslacht en bloedig onderdrukt hebben! Vandaag wordt bv. in Frankrijk de benaming CNT gebruikt door twee anarchistische organisaties, de ene met waarachtig revolutionaire standpunten (CNT-AIT), de andere een puur 'reformistische' en reactionaire organisatie (CNT Vignoles (6).
Het is dus van levensbelang de valse vrienden te lokaliseren die zich achter die 'labels' verbergen.

Maar we mogen evenmin in de tegenovergestelde valstrik vallen en ons alleen op de wereld wanen als exclusieve bezitters van de 'revolutionaire waarheid'. De kommunistische militanten zijn vandaag nog weinig talrijk en er is niets schadelijker dan het isolement. We moeten dus evengoed vechten tegen de nog te grote tendens 'zijn kapelletje', 'zijn familie' (anarchistisch of marxistisch) te verdedigen en tegen de kruideniersmentaliteit die niet op haar plaats is in het kamp van de arbeidersklasse. Revolutionairen zijn elkaars concurrenten niet. Meningsverschillen, onenigheden, hoe diep die ook mogen zijn, zijn een bron van verrijking voor het bewustzijn van de hele arbeidersklasse wanneer ze openlijk en ernstig bediscussieerd worden. Banden smeden en discussiëren op internationaal vlak is een absolute noodzaak.

Maar daarom moeten we wel de revolutionairen (die het perspectief verdedigen van de omverwerping van het kapitalisme door het proletariaat) kunnen onderscheiden van de reactionairen (die op één of andere manier bijdragen aan het voortbestaan van dit systeem), zonder zich enkel op het label 'marxist' of 'anarchist' vast te pinnen.

Wat de marxisten verenigt met de internationalistische anarchisten

Voor de IKS bestaan er fundamentele criteria die burgerlijke en proletarische organisaties van elkaar onderscheiden.
De strijd van de arbeidersklasse tegen het kapitalisme ondersteunen betekent tegelijk op onmiddellijke wijze tegen de uitbuiting vechten (tijdens stakingen bv.) en nooit uit het oog verliezen wat de historische inzet is van deze strijd, de omverwerping van dit uitbuitingssysteem door de revolutie. Daarom mag dergelijke organisatie nooit, op welke wijze dan ook ('zelfs op 'kritische' wijze, omwille van 'tactiek' of in naam van het 'minste kwaad'), enige steun verlenen aan een sector van de bourgeoisie - noch aan de 'democratische' bourgeoisie tegen de 'fascistische', noch aan links tegen rechts, noch aan de Palestijnse bourgeoisie tegen de Israëlische bourgeoisie, enz-. Zo'n politiek heeft twee concrete implicaties:

1) het gaat om het afwijzen van elke electorale steun aan, elke samenwerking met de partijen die het kapitalistisch systeem beheren of de verdedigers van één of andere vorm daarvan (sociaal-democratie, stalinisme, 'chavisme', enz.)

2) en vooral gaat het erom, tijdens elke oorlog, een onverzoenlijk internationalisme aan te houden, door te weigeren te kiezen voor het ene of andere imperialistische kamp. Tijdens de Eerste Wereldoorlog net als tijdens alle imperialistische oorlogen van de 20e eeuw hebben alle organisaties die op zoek waren naar een kamp om te verdedigen het terrein van het internationalisme verlaten, hebben ze de arbeidersklasse feitelijk verraden en werden ze definitief opgeslokt door het kamp van de bourgeoisie (7).

Die criteria, die we hier kort uiteenzetten, verklaren waarom de IKS bepaalde anarchisten als strijdmakkers beschouwt, waarom ze met hen wil discuteren en samenwerken, terwijl ze tegelijk andere anarchistische organisaties met kracht aanklaagt.

Zo werken we samen met KRAS (afdeling van de anarcho-syndikalistische AIT in Rusland) door hun internationalistische stellingnamen tegen de oorlog, met name de oorlog in Tsjetsjenië, te begroeten en te publiceren. De IKS beschouwt deze anarchisten, ondanks de meningsverschillen, als waarachtig deel uitmakend van het kamp van het proletariaat. Ze onderscheiden zich inderdaad duidelijk van al die anarchisten en van al die 'kommunisten' (zoals die van de 'kommunistische', maoïstische of trotskistische partijen) die in theorie het internationalisme verdedigen, maar die er in de praktijk tegenin gaan, door in elke oorlog één oorlogvoerend kamp tegen een ander te verdedigen. We moeten niet vergeten dat in 1914, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, en in 1917, tijdens de Russische Revolutie, de meeste 'marxisten' van de sociaal-democratie aan de kant stonden van de bourgeoisie tegen het proletariaat, terwijl de Spaanse CNT de imperialistische oorlog aankloeg en de revolutie steunde ! Tijdens de revolutionaire bewegingen van het einde van de jaren 1910 stonden anarchisten en marxisten die oprecht ijverden voor de proletarische zaak zij aan zij in de strijd, ondanks hun meningsverschillen. In deze periode was er zelfs een poging tot breedschalige samenwerking tussen de marxistische revolutionairen (bolsjewieken, Duitse spartakisten, Nederlandse tribunisten, Italiaanse abstentionisten, enz.) die uit de ontaardende IIe Internationale gestapt waren, en talrijke groepen die zich beriepen op het internationalistisch anarchisme. Een voorbeeld van die gang van zaken was het feit dat een organisatie als de CNT de mogelijkheid heeft onderzocht (maar tenslotte verworpen) om zich aan te sluiten bij de Derde Internationale (8).

Om een recenter voorbeeld aan te halen: zowat overal ter wereld bestaan er in het licht van de actuele gebeurtenissen anarchistische groepen en afdelingen van de AIT die niet alleen een internationalistisch standpunt behouden, maar die ook strijden voor de autonomie van het proletariaat tegen alle ideologieën en alle stromingen van de bourgeoisie:

- deze anarchisten verdedigen de directe en massale strijd alsook de zelforganisatie in algemene vergaderingen en in Arbeidersraden;

- ze verwerpen elke deelname aan het verkiezingscircus en elke steun aan om het even welke partij, ook de zogenaamd 'progressieve', die aan dat circus deelnemen.

Anders gezegd: ze stellen zich op één van de principes die geformuleerd werden door de Eerste Internationale: “De bevrijding van de arbeiders zal het werk van de arbeiders zelf zijn.” Zij ijveren daarmee voor de strijd voor de wereldrevolutie en een wereldwijde mensengemeenschap.

De IKS behoort tot hetzelfde kamp als die internationalistische anarchisten die werkelijk de arbeidersautonomie verdedigen. Ja, wij beschouwen hen als kameraden waarmee wij willen discuteren en samenwerken. Ja, wij denken ook dat die anarchistische militanten meer gemeen hebben met de Kommunistische Linkerzijde dan met hen die, onder hetzelfde anarchistisch label, in werkelijkheid nationalistische of 'reformistische' standpunten verdedigen en dus in feite verdedigers van het kapitalisme zijn.

In het debat dat zich stilaan ontwikkelt tussen alle revolutionaire elementen en groepen van de planeet, zullen er onvermijdelijk fouten zijn, levendige en vurige debatten, onhandigheden, misverstanden en echte meningsverschillen. Maar de noden van de strijd van het proletariaat tegen het kapitalisme dat met de dag onleefbaarder en barbaarser wordt, het onmisbaar perspectief van de wereldwijde proletarische revolutie, de voorwaarde om het voortbestaan van de mensheid en van de planeet te waarborgen, vereisen deze inspanning. Het gaat hier om een plicht. En vandaag, nu opnieuw revolutionaire proletarische minderheden opduiken in talrijke landen, die zich beroepen op het marxisme of op het anarchisme (of die voor beide openstaan), moet die plicht om te debatteren en samen te werken een vastbesloten en enthousiaste weerklank vinden.

IKS / juni 2010

 

Voetnoten

(1) GSL: Grupo Socialista Libertario (https://webgsl.wordpress.com ) - PAM: Proyecto Anarquista Metropolitano https://proyectoanarquistametropolitano.blogspot.com ).

(2) De hele bijeenkomst verliep trouwens bijzonder hartelijk. Zie het verslag ervan op onze website, getiteld “Réunion CNT-AIT de Toulouse du 15 avril 2010: vers la constitution d'un creuset de réflexion dans le milieu internationaliste” (in het Frans – https://fr.internationalism.org/node/4256 ).

(3) 'De anarchisten en de oorlog (I)' (Were 119), 'De deelname van de anarchisten aan de Tweede Wereldoorlog (II)' (Wereldrevolutie 120), 'Van de Tweede Wereldoorlog tot op heden (III)' (Wereldrevolutie 121), 'Het internationalisme, een cruciale kwestie (IV)' (Web). Deze teksten zijn eveneens beschikbaar op onze website.

(4) Sommige kameraden stoorden zich in het begin in het bijzonder aan het uitgeven van een gemeenschappelijk pamflet GSL-PAM-IKS. In een artikel in het Spaans, 'Wat is onze houding tegenover kameraden die zich op het anarchisme beroepen?', hebben we onze benadering trouwens proberen uit te leggen. (https://es.internationalism.org/node/2715 )

(5) Enkele anarchistische kameraden hebben inderdaad terecht gewezen op onhandigheden, onnauwkeurige formuleringen en zelfs historische fouten. We komen hier binnenkort op terug, maar willen nu al twee van de ergste fouten corrigeren:

- de reeks 'De anarchisten en de oorlog' stelt herhaaldelijk dat de meerderheid van de anarchisten tijdens de Eerste Wereldoorlog ten onder gegaan is in nationalisme, terwijl slechts een handvol individuen op gevaar van hun leven vasthield aan het verdedigen van het internationalistisch standpunt. De historische elementen die door de leden van AIT aan het debat toegevoegd werden, en die bevestigd worden door ons onderzoek, tonen aan dat in werkelijkheid een heel groot deel van de anarchisten zich vanaf 1914 tegen de oorlog gekeerd heeft (soms in naam van het internationalisme of het anationalisme, vaker in naam van het pacifisme).

- de vervelendste fout (en die tot nu toe door niemand uitgelicht werd) die door dit artikel begaan wordt betreft de opstand in Barcelona in mei 1937. We schreven inderdaad: “De anarchisten werden medeplichtigen van de repressie door het Volksfront en de regering van Catalonië”. In werkelijkheid vormden de militanten van de CNT en de FAI integendeel de grote meerderheid van de opstandige arbeiders van Barcelona en waren zij de voornaamste slachtoffers van de repressie die georganiseerd werd door de stalinistische horden! Het was veel juister geweest de collaboratie van de leiding van de CNT aan de slachting aan te klagen dan die van “de anarchisten”. Dat is trouwens de betekenis van onze standpunten over de Spaanse Burgeroorlog, zoals die met name verdedigd worden in het artikel "Lessen uit de gebeurtenissen in Spanje" in het nummer 36 van de revue Bilan (november 1936).

(6) Vignoles is de naam van de straat waar hun voornaamste lokaal zich bevindt.

(7) Elementen of groepen hebben zich echter kunnen losmaken van organisaties die naar het kamp van de bourgeoisie overgelopen waren, zoals bijvoorbeeld de tendens van Munis of die waaruit 'Socialisme ou Barbarie' ontstond, uit de trotskistische '4e Internationale'.

(8) Zie 'Geschiedenis van de arbeidersbeweging: de CNT tegenover oorlog en revolutie (1914-1919)', tweede artikel in een reeks over de geschiedenis van de CNT, in Revue Internationale 129 (Engels/Frans/Spaans).

Thema's verdiepen: 

Politieke stromingen en verwijzingen: 

Theoretische vraagstukken: