Dertig jaar geleden: Het belang van de Rotterdamse havenstaking

Printer-friendly version

Het is nu precies 30 jaar geleden dat er in de Rotterdamse haven een belangrijke staking plaatsvond. De grootste kracht van die staking was de (zelfstandige) organisatie van de strijd door de arbeiders zelf.

De dokwerkers in de Rotterdamse haven in 1979 hebben ons getoond welk een kracht er kan uitgaan van een strijd die door de arbeiders in eigen hand genomen en zelfstandig geleid wordt. Dat is de belangrijkste ervaring die in de staking aldaar opgedaan werd en werd toegevoegd aan de strijd van de internationale arbeidersklasse.

Het is nu precies 30 jaar geleden dat er in de Rotterdamse haven een belangrijke staking plaatsvond. De grootste kracht van die staking was de (zelfstandige) organisatie van de strijd door de arbeiders zelf, zoals die tot uitdrukking kwam in

  • dagelijkse algemene vergaderingen, waaraan iedere dag enkele duizenden stakers deelnamen;
  • een gekozen stakingscomité dat iedere dag verantwoording aflegde (van haar activiteiten) en ieder moment afzetbaar was;
  • dweilploegen die naar andere bedrijven trokken om de arbeiders daar tot staken te bewegen;
  • stakingsposten, bij de ingang van de bedrijven om in discussie te gaan met arbeiders die (bleven) aarzelen.

De dokwerkers in de Rotterdamse haven in 1979 hebben ons getoond welk een kracht er kan uitgaan van een strijd die door de arbeiders in eigen hand genomen en zelfstandig geleid wordt. Dat is de belangrijkste ervaring die in de staking aldaar opgedaan werd en werd toegevoegd aan de strijd van de internationale arbeidersklasse.

Natuurlijk kent iedere staking ook haar zwakheden, en die in Rotterdam 1979 maakte daarop geen uitzondering. De belangrijkste zwakheid was wel de illusie binnen de arbeidersklasse van dat moment (anno 1979) dat een strijd zich vooral binnen de sector afspeelde en ook binnen die grenzen uitgevochten moest worden. Met andere woorden: dat het in eerste instantie een strijd was gericht tegen de havenbaronnen en het havenkapitaal en niet zozeer tegen het kapitalisme en de burgerlijke staat. Toen de noodzaak van uitbreiding van de strijd zich stelde, werd dan ook voornamelijk gedacht aan andere sectoren in de Rotterdamse haven (container, petrochemie) en aan andere havens aan de Noordzee.

Dat idee bestond echter niet alleen binnen de klasse, maar heerste toentertijd ook nog op ruime schaal binnen de revolutionaire organisaties van het proletariaat. Wat de IKS betreft, is er nagenoeg geen artikel van uit die tijd te vinden dat niet ergens de noodzaak aanstipt tot uitbreiding naar andere bedrijven in Rotterdam en naar havens elders aan de Noordzee.

Ook het hiernavolgende artikel, dat overgenomen is uit Weltrevolution nr. 1 (december 1979), huldigt die opvatting als het schrijft: “Bovenal was echter beslissend dat de Rotterdamse havenarbeiders hun eigen haven niet konden afsluiten.” In deze zinssnede wordt namelijk uitgegaan van de gedachte dat havenstakers eerst alle arbeiders in de Rotterdamse haven tot staking moeten weten te bewegen voordat de strijd een succes zou kunnen worden. Daarnaast bestond er ook nog een ander idee binnen de IKS, namelijk dat de staking met name uitgebreid moest worden naar andere havens aan de Noordzee om te voorkomen dat de schepen daar gelost zouden gaan worden. Beide opvattingen gaan uit van de gedachte dat de ondernemers in de haven economisch onder druk gezet moeten worden om de staking tot een succes te maken. Ze moeten het met andere woorden in hun portemonnee voelen om uiteindelijk overstag te gaan en te bezwijken onder de druk die door de staking op hen wordt uitgeoefend.

Dat is een politieke opvatting die we in de periode daarna hebben moeten corrigeren. Want we leerden dat de oproep tot uitbreiding van de strijd naar andere havens en naar andere bedrijven in de haven, de gedachte kon doen postvatten binnen de arbeidersklasse dat deze strijd op de eerste plaats een havenstrijd was en geen uitdrukking van de internationale strijd van de arbeidersklasse. We leerden eveneens dat een oproep tot het lamleggen van iedere bedrijfsactiviteit, in welke haven dan ook, het idee versterkt dat de strijd van de klasse een voornamelijk economische strijd is en niet op de eerste plaats een politieke strijd.

De staking in Polen, die een jaar later plaatsvond, maakte duidelijk welk een reusachtige dynamiek er kan uitgaan van een staking die zich niets aantrekt van de sectoriële grenzen en de arbeiders van alle bedrijfstakken verenigt in één enkele strijdbeweging. Belangrijk is te memoreren dat het Rotterdam was, die daarvoor mede de weg heeft gewezen!

Lessen trekken uit de staking van de Rotterdamse havenarbeiders

Sinds de grote staking in de haven van Rotterdam zijn er drie maanden verstreken. De arbeiders namen het werk na een maand weer op, echter zonder hun eisen, zoals 30 en later 50 gulden in de week meer, pensionering op 60-jarige leeftijd en meer vrije dagen ingewilligd te krijgen. De staking was door de gebundelde krachten van de vakbonden en politie gebroken, nadat zij blootgesteld was aan dreigingen van de rechtbank en laster van de media.

De staking is ten einde. Het gaat er nu om lering te trekken uit deze belangrijke ervaring. Want het is niet onze taak de strijd van onze klasse te verheerlijken noch haar nederlagen te betreuren. We moeten leren van de gebeurtenissen, zodat we de volgende keer een nog betere strijd kunnen voeren. Met de geringe krachten, die ons momenteel ter beschikking staan, zetten we ons er voor in dat de gehele klasse gebruik kan maken van zowel deze als van iedere andere belangrijke actie van de klasse. Waar de klasse zowel in Duitsland als in Nederland dus gebruik van kan maken. Deze internationalisering van de strijdervaringen, die momenteel door de leugens en het doodzwijgen door de vakbonden en door links tegengewerkt wordt, is een noodzakelijke voorwaarde voor de versterking van onze strijd tegen de wereldwijde aanvallen van het kapitaal.

De toestand waarmee de arbeiders in Holland geconfronteerd worden, treft men ook hier (in Duitsland) aan. De christendemocratische regering van Van Agt is vastbesloten het loon van de arbeiders te matigen om op die manier de Hollandse producten een betere concurrentiepositie te verschaffen op een krimpende wereldmarkt. De sociaaldemocratische vakbonden tekenen daartegen protest aan. Maar in werkelijkheid proberen ze deze loonsverlaging zelf, en met alle middelen, door te voeren. Ze waren woedend toen de havenarbeiders de welbekende vruchten van “harde onderhandelingen” tussen de vakbonden en de ondernemers (een “loonsverhoging” van 4 gulden per week) afwezen. Het aanbod lag inderdaad ruim onder de stijging van de prijzen. Niet alleen de dokwerkers, maar ook de slepers, die kort daarvoor een “bevoorrechte” nieuwe cao hadden afgesloten, gingen ook in staking. Alles bij elkaar namen er ongeveer 12.000 arbeiders er aan deel.

De stakers kregen geen cent van de Vervoersbond. Ook kregen ze niets van de bejubelde Hollandse welvaartsstaat. De rechtbank had de staking voor onwettig verklaard en de stakers gedreigd met gepeperde geldstraffen. De arbeiders namen de strijd zelf in handen. Er vonden iedere dag algemene vergaderingen plaats, waaraan gemiddeld 4000 arbeiders deelnamen. Een stakingscomité, dat samengesteld was uit afgevaardigden van de bedrijven en dat verantwoording moest afleggen tegenover de algemene vergadering zorgde voor de centralisatie en coördinatie van de strijd. In de eerste dagen van de staking waren er 2000 mannen die deelnamen aan het posten bij de bedrijven. Zulke stakingsposten heeft men in Nederland lange tijd niet meer gezien.

Er werden ook campagnes gestart om de bevolking over de strijd te informeren en financiële ondersteuning te bewerkstelligen. Er werden delegaties naar de Amsterdamse haven gestuurd, waarbij daar aansluitend ook twee keer het werk werd neergelegd. Bovendien waren er elders sporadische solidariteitsacties, zoals in de Gronings bedrijf en van de havenarbeiders van Gotenburg in Zweden. Er ging ook een delegatie naar de arbeiders in de petrochemie en naar de arbeiders in de oliehaven in Rotterdam. Maar bij het reusachtige bedrijf van Shell kwam het pas tot staking, toen de havenstaking voorbij was. De arbeiders hielden bovendien het gebouw van de Vervoersbond een tijdlang bezet om de uitbetaling van stakingsgeld af te dwingen. Ze eisten dus hun zwaar verdiende geld terug dat ze aan de vakbond hadden afgegeven. Maar de vakbond bleef op “haar”geldbuidel zitten, want ze vreesde dat een overwinning voor de havenarbeiders zou leiden tot een loonexplosie in heel Holland.

Aan het einde van de derde stakingsweek verloor de strijd aan kracht vanwege het voortdurende isolement van de staking en toenemende kritieke financiële situatie van de stakers. De schepen, die bestemd waren voor Rotterdam, konden meestal in andere havens gelost worden. In Hamburg en Bremen zweeg de vakbond over de staking en hield de haven open. Maar zelfs in de traditioneel militante haven van Antwerpen konden de schepen, die voor Rotterdam bestemd waren, gelost worden.

Tijdens de staking heeft de IKS in al haar tussenkomsten de dringende noodzaak naar voren gebracht om het isolement te doorbreken, dat door de vakbonden versterkt werd. Door middel van onze pers en pamfletten, maar ook door discussies met de stakers bij het stakingscomité, in de algemene vergaderingen en bij de stakingsposten hebben we de kameraden opgeroepen alle noodzakelijke stappen te zetten, om andere arbeiders in de staking te betrekken. In dit kader hebben we, door middel van pamfletten die verspreid werden in de haven Amsterdam, Antwerpen en Zeebrugge, voorgesteld om solidariteitsacties te organiseren en een delegaties te sturen naar de vergadering in Rotterdam.

Bovenal was echter beslissend dat de Rotterdamse havenarbeiders hun eigen haven niet konden afsluiten. Omdat ze dit niet gedaan hebben, was het nauwelijks te verwachten dat andere arbeiders hun staking serieus zouden nemen. Inderdaad ging het containerverkeer gewoon door en bleef de oliehaven open. (Deze arbeiders hebben andere cao’s, zijn deels in andere vakbonden georganiseerd, enzovoort. De structuur van de vakbondsonderhandelingen scheidt de arbeiders van elkaar.)

Tegen de achtergrond van deze situatie werd daarop besloten dat er op 19 september een massadelegatie naar de containerhaven moest gaan, om ook deze arbeiders tot staking te bewegen. De ME greep direct in en sloeg de havenarbeiders onbarmhartig in elkaar. Op dezelfde dag bood de sociaaldemocratische vakbond FNV haar leden een eenmalige uitbetaling van 550 gulden aan, die gold voor iedereen die een verklaring wilde ondertekenen, waarin ze zichzelf verplichtten weer aan het werk te gaan. Dus geconfronteerd met de gebundelde krachten van de vakbon, de politie en de rechtbank - het gehele arsenaal van de staat – en met ’t oog op het onveranderde isolement van de staking, besloten de arbeiders op de daaropvolgende zaterdag in de algemene vergadering de staking te beëindigen.

Met de Rotterdamse staking duiken de strijdmiddelen van het proletariaat op die karakteristiek zijn voor de huidige periode: algemene vergaderingen, stakingscomités, zwaarbezette stakingsposten. Deze capaciteit van de klasse, zich zelfstandig te organiseren, eisen te formuleren om de bezuinigingspolitiek van de bourgeoisie te doorkruisen, laat zien dat de klasse tegenwoordig weet hoe ze moet strijden en hoe ze voortaan verzet zal bieden. En dit vindt plaats ondanks de harde taal van de sociaaldemocratische PvdA en ondanks de evenzeer, sinds kort, geradicaliseerde taal van de vakbond.

Maar juist op dit moment, als de huichelarijen van de vakbonden en de sociaaldemocraten - deze belangrijkste vijanden van de arbeidersklasse – doorzien werden, kon alleen het naakte geweld van de staat de staking breken. Omdat de arbeiders niet in staat waren om de politie te confronteren, was de staking tot mislukken gedoemd. Maar juist in Holland, waar de democratische façade nog betrekkelijk overtuigend werkt, zal het besef dat de staat een tegen de klasse gericht geweldsorgaan is, een lang en pijnlijk leerproces vereisen.

Dat de arbeiders het belang hebben begrepen van de uitbreiding van de staking, wordt aangetoond door zowel het werk van de algemene vergadering en van het stakingscomité, als de regelmatige uitgave van een informatiebulletin. Er is, door middel van delegaties of de verspreiding van pamfletten (zoals in de havens van Antwerpen en Hamburg) geprobeerd om arbeiders van andere bedrijfstakken, maar ook havenarbeiders in het buitenland in de strijd te betrekken. In de enorme Rotterdamse haven zelf zijn dweilploegen geformeerd, die voortdurend door het havengebied trokken om de verschillende bedrijven voor de staking te winnen, en om het goederentransport te verhinderen middels “vliegende stakingsposten” en het opwerpen van barricaden. Niet alleen het isolement van de staking, maar ook de noodzaak om de minder strijdbare arbeiders, via het sturen van delegaties, opnieuw zo aan te moedigen dat ze aan de staking blijven deelnemen, bewijst hoe moeilijk het is een uitbreiding van de staking te bewerkstelligen. De langzame ontwikkeling van de crisis in zulke landen (als Nederland), de gebrekkige strijdervaring van de Hollandse arbeidersklasse, maar ook de sabotage door de vakbonden en door links, die de uitbreiding van de staking met alle middelen verhinderd hebben, en daar waar de solidariteit werkelijk bestond, haar snel weer hebben begraven, bepalen de toestand voortaan weer.

Alleen door de ervaringen van zulke gevechten kunnen deze moeilijkheden overwonnen worden. In de loop van de staking zijn de arbeiders te weten gekomen, dat de leiding van de haven helemaal aan het begin van de strijd bereid was, de geëiste loonsverhoging te betalen. Maar het Verbond van Nederlandse Ondernemers verhinderde dat, daar de bourgeoisie in Holland niet bereid was zulke loonsverhogingen in heel Nederland te verteren. Ze beloofden de ondernemers in de haven een compensatie gelijk aan de winstdaling.

De Rotterdamse havenarbeiders zijn niet verslagen. Ze hebben de staking afgebroken, omdat ze hebben begrepen dat het beter is een nieuwe staking voor te bereiden, dan met steeds minder mensen de strijd voort te zetten. Door de staking voort te zetten, zou er op den duur alleen maar een splitsing onder het personeel ontstaan. Sinds de staking zijn er in de kantines van de Rotterdamse haven dikwijls algemene vergaderingen en zelfs onder werktijd. Bovendien zijn er ook buiten de haven grote bijeenkomsten, waaraan naast de dokwerkers, nog arbeiders uit andere bedrijfstakken, huisvrouwen en werklozen deelnemen.

De militante kern van havenarbeiders, die zich rondom het stakingscomité georganiseerd heeft, heeft nu 14 eisen opgesteld, die nog veel verder gaan dan de eisen waarvoor ze gestaakt hadden. Ze dreigen met een nog veel grotere staking in het geval deze eisen door de ondernemers en de vakbonden afgewezen worden. Of ze de meerderheid van de haven reeds achter zich hebben staan, zal de toekomst leren. Momenteel is in ieder geval een radicalisering te verwachten van de vakbonden en van links, die hun invloed bij de arbeiders niet mogen verliezen. Deze organen van het kapitaal hebben onder de jongste gebeurtenissen zwaar geleden. Desalniettemin zijn hun wapens tegen de arbeidersstrijd nog lang niet allemaal opgebruikt n

Krespel / 10.12.1979

Geografisch: 

Erfenis van de Kommunistische Linkerzijde: 

Territoriale situatie: