Cycloon in Birma en aardbeving in China: Het kapitalisme is een ramp voor de mensheid!

Printer-friendly version
Sinds de cycloon Nagris in Birma verwoestingen aanrichtte vreest de bevolking voor de komst van een nieuwe storm. Enkele dagen later werd China, voornamelijk de provincie Sichuan, getroffen door een moordende aardbeving met meerdere naschokken. In Birma zijn er waarschijnlijk tegen de 100.000 doden en vermisten, terwijl er anderhalf tot twee miljoen overlevenden worden bedreigd met hongersnood. Voor China bedraagt het aantal slachtoffers al over de 80.000 doden en meer dan vijf miljoen mensen zijn dakloos. In beide gevallen zijn er verschillende epidemieën die zich als een strovuur verspreiden als gevolg van de weerzinwekkende overlevingsomstandigheden die aan de bevolking worden opgedrongen. Zijn dergelijke natuurrampen werkelijk onvermijdelijk? Hangt dat louter af van het lot en de fataliteit ? Vast en zeker niet.

Het kapitalisme draagt de werkelijke verantwoordelijkheid voor deze rampen

Er bestaat geen twijfel meer over de verantwoordelijkheid van het kapitalisme in de vervuiling van de atmosfeer door de broeikasgassen die de globale opwarming van de planeet verergeren en bijdragen tot de ontketening van abnormale klimaatontregelingen overal ter wereld. Maar de ‘grillen van de natuur’ inroepen is een pure misleiding om nog een andere reden. De mens heeft de capaciteit verworven om vooruit te zien en zich te beschermen tegen die verschijnselen zoals cyclonen, tsoenami’s, overstromingen, aardbevingen, vulkaanuitbarstin-gen. Hij heeft wetenschappelijke en technologische vooruitgang ontwikkeld die hem in staat stelt om te voorkomen en het hoofd te bieden aan de meest barre weersomstandigheden of de meest gewelddadige aardbevingen, maar het is zijn sociaal systeem dat gestoeld is op het winstbeginsel dat het onmogelijk maakt om die te gebruiken en in dienst te stellen van de mensheid. Het steeds vernietigender karakter van de natuurrampen momenteel over heel de wereld is een gevolg van alle onverantwoordelijke politiek op het vlak van de economie en het milieu die het kapitalisme in zijn niet te stuiten winstdrang voert. Het is wel degelijk dit systeem dat door het vermenigvuldigen van de verwoestende gevolgen en het vertienvoudigen van de dodelijke gevolgen ervan deze verschijnselen omvormt tot enorme en afschrikwekkende sociale rampen. En deze slachtoffers zijn praktisch altijd dezelfde: het is de armste en meest misdeelde bevolking wier ellendige levensomstandigheden hen nog kwetsbaarder maakt. Aangezien deze bevolking opeen gestouwd leeft in de kwetsbare zones en zij ertoe gedwongen is om te overleven in de meest schamele behuizing, behoren zij ook tot de voornaamste slachtoffers van deze rampen.
In Birma is de meest getroffen streek, de delta van Irrawaddy, tegelijk de grootste rijstleverancier van het land. De gevolgen ervan zijn dramatisch voor de economie van het hele land, waarvan de rijstvoorraad vernietigd is. Maar deze bevolking van een van de armste staten ter wereld was al gedwongen om de ergste uitbuiting te ondergaan. En in de verwoeste streek neigt het leefmilieu zich al tot bijzonder ongezonde levensomstandigheden. Tegenover deze toestand heeft de militaire junta die de lakens uitdeelt een weerzinwekkend misprijzen en een monsterlijk cynisme betoond met betrekking tot het lot van de slachtoffers van de ramp. Van de staat kwam er geen enkele serieuze hulpverlening, terwijl de clique van Than Shew, de Birmaanse nummer één, er sterk van verdacht wordt zich schaamteloos te vergrijpen aan de weinige internationale hulp die hij laat doordringen op zijn grondgebied. Die weerzinwekkendheid werd zo ver doorgedreven dat hij voor het merendeel van de tijd de vluchtelingenkampen nog ging omvormen tot echte werkkampen, terwijl deze regering er in dit delirium nog een schep bovenop deed door temidden van deze verschrikkelijke gebeurtenissen een referendum te houden met het oog op de aanvaarding van een ‘nieuwe grondwet’ die zogenaamd de weg moest openen naar… een overdracht van de macht naar de burgers! Met de ermee gepaard gaande reclamespots op de televisie, terwijl meer dan anderhalf miljoen Birmanen ploeterden in de modder en vochten tegen de dood en ternauwernood overleefden in de puinhopen, blufte de regering op een surrealistische en hallucinerende wijze met haar ‘resultaat’ en haar ‘overwinning’ in het referendum, waar ‘massaal’ vóór was gestemd, en waardoor voor het volk voortaan ‘de mooiste toekomst’ openging.

De heersende klasse verbindt het cynisme en de schijnheiligheid aan haar onmacht

De westerse politici en hun media waren hevig verontwaardigd over deze toestand en drongen dreigend aan de grenzen te openen voor de internationale hulp en de komst van humanitaire werkers. Van de Verenigde Naties tot de Europese Unie via Bush hekelden allen de ‘paranoia’ van de Birmaanse gezaghebbers, de ‘regelknevelarij’ die opzettelijk wordt opgedrongen door de gezaghebbers bij het toekennen van visums, de hemeltergende ontoereikendheid van de hulp die met mondjesmaat Birma binnen sijpelt door de beslotenheid en het wantrouwen van de staat, enzovoort. Kortom zij wilden eensgezind aantonen welk belang de ‘grote democratieën’ hechten aan de bevolking en hun humanitaire bereidheid om alles in het werk te stellen om de lijdende Birmanen te hulp te schieten, die tot in de ergste ramp gebukt gaan onder het juk van een militaire dictatuur. Als de kuiperijen van de junta van Myanmar, die honderdduizenden, ja zelfs miljoenen mensen laten creperen, van een weerzinwekkende monsterachtigheid getuigen, wat moeten wij dan denken van de verontwaardiging van de grootmachten? Voor hen is het een koud kunstje om de vinger uit te steken naar de gebreken van deze achterlijke Birmaanse clique, die aangevreten is door de corruptie en zich laat leiden door bekrompen praktijken en achterhaald geloof in de astrologie.
De reacties ten overstaan van China, dat een veel genuanceerdere mediabehandeling kreeg, bieden een begin van antwoord. Het land werd getroffen juist in één van de streken die grenzen aan Tibet dat al twee maanden lang gebukt gaat onder een wrede repressie door Chinese strijdkrachten en politie. Net zoals de ontwikkelde landen die zonder terughoudendheid de Birmaanse junta verketterden, zo verzekerde Sarkozy met goedwillendheid de Chinese regering van zijn ‘persoonlijke steun’. Allen hebben zij geloof gehecht aan de inspanningen van de Chinese regering om de toestand het hoofd te bieden. Toch is het diezelfde Chinese staat met zijn leger, net zoals die van Birma, die het leeuwendeel van de hulp naar de getroffen gebieden organiseert, en daarbij elke ‘buitenlandse’ tussenkomst bij de hulpverlening nauwgezet controleert. Ook daar heeft de omvang van de ramp hele steden en dorpen van de kaart geveegd als gevolg van goedkope bouwmethodes. En het stuit bijzonder tegen de borst om vast te stellen dat er meer dan 700 scholen, die overhaast in elkaar geflanst waren met de allergoedkoopste materialen, ingestort zijn op tienduizenden kinderen, terwijl de aangrenzende gebouwen nog overeind staan.
Het is waar dat voor het geheel van de westerse landen de handelsmarkten met China geen vergelijking kunnen doorstaan met die van Birma en vooral, omdat het door het slijk halen van de Chinese staat ‘diplomatieke’ schokgolven zou kunnen teweegbrengen die nog meer wanorde zouden veroorzaken. Zelfs het feit dat de aardbeving en de zondvloedregens die momenteel de getroffen regio teisteren, het risico doen toenemen op het ineenstorten van een bepaald aantal van de veelvuldige en reusachtige stuwdammen, die in een ijltempo zijn gebouwd voor de noden van de bevloeiing in China, brengt van de kant van de ontwikkelde staten nochtans geen noemenswaardige reacties op gang over de ondeskundigheid van de Chinese staat, ondanks alle risico’s op een rampenketen die dat zou kunnen veroorzaken voor miljoenen mensen. En met reden! Achter deze schijnheiligheid van schijnbaar humanitair medelijden, proberen de grote democratieën eveneens hun eigen even verwerpelijk misprijzen te laten vergeten voor het menselijk leven waarvan ze onlangs nog blijk gaven. Laten wij even enkele recente feiten in herinnering brengen. De tsoenami van december 2004, die meer dan 200.000 doden opgeëist heeft in Indonesië, in India, in Thailand en Sri Lanka, waarvan de duidelijke waarschuwingstekens genegeerd werden, zowel door verwaarlozing als door een gebrek aan uitrusting en voorzorgen die, in kapitalistische termen, te ‘buitensporig’ werden geacht. De humanitaire hulp die daarop gevolgd is bestond voor het merendeel uit particuliere giften voornamelijk uit ontwikkelde landen zoals Duitsland, de Verenigde Staten of Groot-Brittannië, waar de fondsen werden ingezameld door de bevolking die de hulp van de staten zelf overtroffen.
Laten wij ook even terugdenken aan de cycloon Katrina, eind augustus 2005, die het zuiden van de Verenigde Staten verwoestte en voornamelijk de streek en de stad New Orleans trof. Terwijl het geweld en de kracht van de cycloon voorzien waren en wetenschappelijk uitgetekend waren, werd de ramp deze keer wel goed aangekondigd. Maar het was pas twee dagen vooraf dat de regering de uitzonderingstoestand afgekondigde, terwijl er geen werkelijke middelen ter beschikking werden gesteld voor de redding van de meerderheid van de bevolking. De grootste economische wereldmacht van de planeet heeft de bevolking van de arme en misdeelde wijken, die leefden in huizen die als kaartenhuisjes werden weggeveegd, laten stikken. Het kwam er op neer dat er voornamelijk gezorgd werd voor het beschermen van de rijke stadswijken. Toen het bevel tot ontruiming van New Orleans en van de kust van de Golf van Mexico werd gegeven, gebeurde dat op een typisch kapitalistische manier, het was ieder voor zich. Diegenen die nog benzine konden betalen vertrokken naar het noorden en het westen en zochten beschutting in hotels, motels of bij vrienden en familie. Maar de meerderheid van de armen bevond zich op de route van de cycloon en kon niet wegvluchten. In New Orleans openden de locale gezagsdragers het stadion Superdome en het conferentiecentrum als beschutting tegen de cycloon, maar zij leverden bijstand noch voedsel noch water, niets. De mensen zaten er opeengepakt in de gebouwen en werden aan hun lot overgelaten. De enige bekommernis van de administratie ging uit naar de ordehandhaving om eventuele oproer onder de duim te houden en naar onderdrukkingsmaatregelen. De balans was officieel 1.500 doden, 250.000 mensen zonder huis, waarvan het merendeel nu nog altijd geherbergd wordt in noodopvangcentra, en meer dan één miljoen ontheemden.
Het cynisme en de schijnheiligheid sijpelen door alle poriën van de kapitalistische maatschappij en tonen eens te meer aan dat alle leiders overal worden geleid door dezelfde gemene klassenbelangen. In tegenstelling tot hun beweringen, hangt hun houding niet af van het dictatoriaal of democratisch regime van de regering, noch van de kloof tussen de rijke en arme landen. Zij proberen niet alleen hun volledige onbekwaamheid te verdoezelen tegenover het onheil dat zijzelf voortbrengen, maar zij doen alles wat in hun macht ligt om het totale bankroet te verbergen van dit systeem, dat de uiting is van de politiek van allen die het verdedigen, als de grootste ramp uit de geschiedenis van de mensheid en dat met wortel en tak moet uitgeroeid worden.

Wilma / 25.5.2008

(1) Het weinige voedsel dat ze het land liet binnenkomen werd in beslag genomen door het leger en van nieuwe verpakking voorzien om de bevolking wijs te maken dat de junta aan haar behoeften tegemoet kwam. Dat is nog sterker dan Kouchner die zich in 1990 met een zak rijst op de schouders liet fotograferen in Somalië! Uit pure verwaandheid stuurde Kouchner het oorlogsschip Le Mistral vol voedsel richting Birma zonder daarvoor een overeenkomst te hebben afgesloten met de plaatselijke autoriteiten en deze zending lag vervolgens in de buurt van de territoriale wateren van Birma weg te rotten en moest uiteindelijk heel zielig worden ontscheept in Thailand.

Geografisch: